Referenties / met dank aan

Vergelijkbare documenten
Bijlage bij SLC36 / SLC46: Gedragsindicatoren bij de opleidingscompetenties van de opleiding B&M aan de Hogeschool Rotterdam.

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

BACHELOR OF APPLIED SCIENCE

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool)

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Domein Applied Science

Landelijk Competentieprofiel Elektrotechniek Opleidingscode 34267

Landelijk overleg Hbo-opleidingen Elektrotechniek Inhoud

Competentie-invullingsmatrix

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning

Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider.

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Landelijk Opleidingsprofiel Voedingsmiddelentechnologie

WERKVELDCONFERENTIE WORKSHOP WERKTUIGBOUWKUNDE. Albert Haan

Bijlage A Competenties van de opleiding

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Pagina 1 van 5. Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten. De kern

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Zorginnovaties en technologie

Standaard masteropleidingen hogescholen (opgesteld door voorzitters sectorale adviescolleges, overgenomen door bestuur HBO-raad 30 maart 2012)

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Landelijk Opleidingsprofiel Voedingsmiddelentechnologie

Sturende begeleiding. Bekend Eenvoudig Monodisciplinair In schoolsituatie. Begeleiding indien nodig

Bijlage A: Competenties van de opleiding

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Bijlage A: Competenties van de opleiding Chemie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

De type-functies en de bijbehorende competenties

WORKSHOP 2W8. Rubric: To the stars and beyond!

De 6 Friesland College-competenties.

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Examenprogramma scheikunde havo

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Medewerker onderwijsontwikkeling

- VERTROUWELIJK - RAPPORTAGE EFFECT METING ONTWIKKELINGSACTIVITEITEN. Naam: C.P.A. Kandidaat. Datum onderzoek

Leerlijn van de competentie Binnen een welomschreven

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus Crebonr.

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Nota. Generieke leerresultaten van FIIW. 1 Genese van het document

Raamplan Artsopleiding 2009

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Juridische kennis en professionele vaardigheden

FUNCTIEFAMILIE 5.2 Operationeel leidinggeven

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Examenprogramma scheikunde vwo

Doorstroom naar niveau 3 Zorg en Welzijn

Tandtechnicus. Context. Doel. Rapporteert aan/ontvangt hiërarchische richtlijnen van: Directeur dienst Afdelingshoofd

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Technicus onderwijs- en onderzoekgebonden - profiel O

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Functieprofiel Ondersteuner ICT Functieprofiel titel Functiecode 00

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen;

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Zelfgestuurd leren met Acadin

Eindbeoordelingsformulier (Applicatieontwikkelaar 4)

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN

Ontwikkelen op stage? (Kern)competenties: Cijfer Toelichting

Transcriptie:

Hoofdstuk 6 Referenties / met dank aan Referenties 1. Bachelor of Applied Science, een competentiegerichte profielbeschrijving, december 2008 2. Bachelor of Applied Science, aanvulling 2011: Competentieniveaus I, II en III, juni 2011 3. Body of Knowledge and Skills van de opleidingen Bio-informatica 2012/2013 4. Landelijk Opleidingsprofiel hbo-bachelor Technische natuurkunde, mei 2011 5. Landelijk Opleidingsprofiel hbo-bachelor Milieukunde, 2013 Deze documenten zijn te vinden op de website van DAS: www.appliedscience.nl Met dank aan drs. Jan Heijenga dr.ir. Bart de Jong ir. Reineke Klein Entink ir.drs. Emile van de Logt Anneke Seelen ir. Hub Wedershoven en alle vertegenwoordigers van de volgende Landelijke Opleidingsoverleggen. BIN LANDELIJK OVERLEG BIO-INFORMATICA BML LANDELIJK OVERLEG BIOLOGIE & MEDISCH LABORATORIUMONDERZOEK C&CT LANDELIJK OVERLEG CHEMIE & CHEMISCHE TECHNOLOGIE TN LANDELIJK OVERLEG TECHNISCHE NATUURKUNDE Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013 75

Bijlage I Definities Bachelor graad die aangeeft dat een student succesvol een opleiding heeft voltooid aan een hogeschool. BAS Bachelor of Applied Science. BoKS Body of Knowledge and Skills, een overzicht van basiskennis en -vaardigheden van afgestudeerden; dit overzicht is opgesteld door de hbo-opleidingen in overleg met het werkveld. Beroepenveld zie Werkveld. Beroepsbeeld de verzameling van mogelijke beroepen, functies en bijbehorende competenties van de Bachelor of Applied Science. Beroepsdomein een verzameling van soortgelijke beroepen. Competentie een combinatie van kennis, vaardigheden en houding, die nodig is voor het uitvoeren van een bepaalde beroepstaak in een bepaalde context. Competenties kunnen worden gemeten en getoetst, en met training en ontwikkeling verbeterd. Competentieprofiel de gemeenschappelijke competenties van beginnende beroepsbeoefenaars binnen het domein waarvoor de bachelorgraad opleidt. Context de (toegepaste) natuurwetenschappelijke omgeving waarin de bedrijven en laboratoria werken. CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Domein een groep van opleidingen die qua inhoud en beroepsmogelijkheden verwant zijn; de beroepscontext binnen het domein Applied Science is veelal een laboratorium, test- of productieomgeving of pilot plant. Domeincompetenties het geheel van competenties waarover een beroepsbeoefenaar dient te beschikken om zijn beroep/functie adequaat te kunnen uitoefenen. Opleidingen dienen deze competenties bij studenten te ontwikkelen tot het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar. Dublin-descriptoren algemene beschrijvingen voor het eindniveau van bachelor- en master studies aan Europese hogescholen en universiteiten. Eindkwalificatie een competentie met een specifieke niveauaanduiding waar iemand aan het eind van de (hbo-) studie, als beginnend beroepsbeoefenaar, aan moet voldoen. Functie een verzameling van activiteiten, uitgevoerd door een of meerdere personen die werkzaam zijn in een bepaalde context om een bijdrage te leveren aan een product of dienst, waarbij van bepaalde competenties gebruik wordt gemaakt. Handelingsindicator instrument om competenties concretiseerbaar te maken; een student laat zien dat hij over een specifieke competentie beschikt door op een bepaalde manier te handelen. Kwalificatie een competentie die van een niveauaanduiding is voorzien en waaraan iemand op een bepaald moment moet voldoen. Werkveld (ook wel beroepenveld genoemd) een verzameling van alle beroepen/functies waarin afgestudeerde Bachelors of Applied Science werkzaam zijn. 76 Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013

Bijlage II Competenties, competentiegericht onderwijs en de relatie met de Body of Knowledge & Skills Er bestaan uiteenlopende definities van het begrip competentie. In een document van de Onderwijsraad * worden er meerdere gegeven. Het begrip competentie zoals dat door de Applied Science-opleidingen wordt gebruikt, duidt op het vermogen om in een kenmerkende context van de Applied Science-beroepsomgeving taken te kunnen verrichten. Dit worden beroepscompetenties genoemd, en de professionele omgeving stelt deze als eis aan zijn werknemers. De competenties zijn vertaald in handelingsindicatoren. Beroepscompetenties vereisen bepaalde kennis en vaardigheden die onmisbaar zijn in de correcte uitvoering van de beroepstaak. Welke kennis en vaardigheden specifiek gevraagd zijn, wordt vrijwel altijd bepaald door de context. Het werkveld van het domein Applied Science is heel breed, en daarmee is dus ook die context heel breed. De grote verscheidenheid en zeer uiteenlopende beroepstaken zullen dan ook heel uiteenlopende kennis en vaardigheden vergen. Door middel van het definiëren van de Body of Knowledge & Skills naast de set aan beroepscompetenties, wordt de context van die beroepscompetenties expliciet zichtbaar gemaakt. De opleidingsdoelen bestaan naast de beroepscompetenties dus ook uit elementen uit de BoKS. De handelingsindicatoren die per niveau voor elke beroepscompetentie geformuleerd zijn, kunnen binnen de opleiding ook worden gebruikt als beoordelingscriteria. Tevens is het mogelijk sommige handelingsindicatoren geïsoleerd als complexe vaardigheid te ontwikkelen. Ter illustratie: de handelingsindicator inhoudelijk met de opdrachtgever over de opdracht communiceren zal in de praktijk louter als beoordelingscriterium worden gebruikt. Maar mondeling en/of schriftelijk volgens aangegeven richtlijnen over de opdracht rapporteren kan binnen een opleiding als apart studieonderdeel verslagleggen bestaan. Met vaardigheden wordt overigens niet gedoeld op handvaardigheden. Het gaat om complexe vaardigheden waar ook kennis voor gevraagd is. Veilig werken in een laboratorium, samenwerken, een GC-analyse uitvoeren, programmeren of het schrijven van een onderzoeksverslag zijn voorbeelden van dergelijke complexe vaardigheden. Het toepassen van opgedane kennis is binnen een competentiegerichte opleiding essentieel en zou een cognitieve vaardigheid genoemd kunnen worden. Desondanks hebben we voor de duidelijkheid ervoor gekozen dat toch met kennis aan te duiden. Naast het begrip competentie verdient ook het begrip competentiegericht onderwijs een toelichting. In het reeds genoemde stuk van de Onderwijsraad wordt uiteengezet waar die term op zou kunnen duiden. De verschillende invullingen blijken in de praktijk behoorlijk uiteen te lopen, van didactische innovatie tot versterking van de relatie met de arbeidsmarkt. Binnen het Domein Applied Science geeft elke instelling op eigen wijze invulling aan het begrip, maar het houdt voor alle instellingen ten minste een versterking van de relatie met de beroepspraktijk in. Voorop staat dat alle instellingen die opleiden tot de graad Bachelor of Applied Science de beroepscompetenties als onderwijsdoelen hanteren. Met de invoering van de beroepscompetenties als opleidingsdoelen hebben alle instellingen een innovatieproces in de didactiek moeten inzetten. Hoe ver het huidige onderwijs van de traditionele onderwijspraktijk af is komen te staan, verschilt erg per instelling. Voor alle instellingen geldt echter dat door de invoering van de beroepscompetenties, de relatie met de arbeidsmarkt is versterkt. Ook het invoeren van de Body of Knowledge & Skills en het initiatief om als instellingen gezamenlijk en in overleg met de topsectoren te werken aan een landelijk aanbod van specialisaties dat afgestemd is op de behoeften van het werkveld, dragen daaraan bij. * Studie van complicaties tot compromis. Over schuifjes en begrenzers, J.J.G. van Merriënboer e.a., Onderwijsraad, Den Haag, 2002 Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013 77

Bijlage III Competentieniveaus I, II en III In 2008 heeft het Domein Applied Science in overleg met het landelijk werkveld een gezamenlijke competentiegerichte profielbeschrijving van de Bachelor of Applied Science opgesteld. In dit competentieprofiel zijn de competenties en handelingsindicatoren beschreven voor een beroepsoefenaar met vijf jaar werkervaring na het afstuderen aan een van de opleidingen die een Bachelor of Applied Science-diploma afgeven. In 2010 is deze profielbeschrijving op een aantal punten herzien en opnieuw uitgegeven. Dit document met daarin de uitwerking van de tussenniveaus van de domeincompetenties vormt een aanvulling op de in 2008 gedefinieerde competenties en competentieprofielen. Het is bedoeld om het werkveld inzicht te geven in de mogelijke niveauopbouw binnen de opleidingen. Deze uitwerking kwam eind 2010/begin 2011 tot stand na een uitwisseling en vergelijking van uitwerkingen van de diverse hogescholen. De uitwerking per opleiding kan binnen de verschillende hogescholen variëren, op basis van de eigen profilering van de opleiding en de toepassing van de competenties binnen de opleiding, zoals die zijn uitgewerkt in eigen opleidingsbeleid en opleidingscompetentieprofielen. De niveauopbouw is cumulatief: elk opvolgend niveau omvat ook de onderliggende niveaus. 78 Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013

1. Competentie Onderzoeken De Bachelor of Applied Science doet binnen het domein Applied Science onderzoek dat ofwel bijdraagt aan de oplossing van een probleem, ofwel leidt tot groter inzicht in een onderwerp binnen de eigen werkomgeving. Niveau I Niveau II Niveau III Niveau IV voert een eenvoudig onderzoek uit n.a.v. een aangereikte vraagstelling vertaalt een aangereikt probleem in concrete vraagstellingen, kiest onder begeleiding een onderzoeksstrategie en voert het onderzoek uit. vertaalt een probleem naar een onderzoeksstrategie en voert het onderzoek uit. Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven). a b c d e Inhoudelijk met de opdrachtgever over de opdracht te communiceren (bv. interne of externe opdrachtgever); een gegeven casus te analyseren, een onderzoeksvraag te formuleren en deze op te delen in deelvragen. (Zo nodig) in overleg met de opdrachtgever de vraagstelling te verhelderen. In overleg met de opdrachtgever doelstellingen te formuleren vanuit een aangereikte eenvoudige doelstelling. Gebruik te maken van aan gereikte literatuur om de vraag te verhelderen. Voor de opdracht een werkplan/ plan van aanpak te maken volgens een aangereikt protocol (met doel, opzet, tijdsduur en planning, rekening houdend met veiligheids- en milieuvoorschriften). Bij uitvoering van de opdracht te werken conform het werkplan/ stappenplan. Op basis van relevante deelvragen het probleem te analyseren en de gekozen onderzoeksstrategie te verantwoorden. Deelvragen van het uit te voeren onderzoek te formuleren. In overleg met de opdrachtgever doelstellingen te analyseren en om te zetten in het gewenste onderzoek. Relevante bronnen te selecteren en te gebruiken om zich verder in de onderzoeksvraag te verdiepen. Een werkplan te maken, in overleg met opdrachtgever, zelfstandig een aanpak voor uitvoering van het onderzoek te ontwerpen, rekening houdend met veiligheid, kwaliteit, milieu, e.d. Bij uitvoering van de opdracht te werken conform werkplan. Het werkplan efficiënt uit te voeren en zo nodig tussentijds aan te passen. f Actief mee te werken in een team. Te functioneren als volwaardig teamlid in de eigen werkomgeving (d.m.v. reflectie en feedback). g h i Het resultaat van de opdracht zo nodig rekenkundig/statistisch te bewerken en samen te vatten, te structureren in het licht van de onderzoeksvraag en overzichtelijk in beeld te brengen. Mondeling en/of schriftelijk volgens aangegeven richtlijnen over de opdracht te rapporteren. Conclusies te formuleren uit de onderzoeksresultaten en zo nodig een voorstel te doen om uitvoering van de opdracht/het onderzoek te verbeteren. (Deel)resultaten samen te vatten en te interpreteren in relatie tot de opdracht/onderzoeksvraag. De (deel)resultaten te combineren in één rapportage volgens de geldende richtlijnen/standaard. Een voorstel tot vervolgstappen te doen op basis van de combinatie van deelresultaten. De gekozen onderzoeksstrategie te verantwoorden. Voorstel(len) te doen over te volgen strategie en uitvoering. Gebruik te maken van relevante criteria om de betrouwbaarheid van bronnen in te schatten. Zelfstandig een werkplan te ontwerpen en de daarin verwerkte rand voorwaarden te motiveren. Het werkplan effectief en efficiënt uit te voeren en zo nodig tussentijds aan te passen. Afhankelijk van het karakter van de opdracht als volwaardig lid te functioneren en samen te werken in een team waarin ook medewerkers uit andere vakgebied(en) zitten. (Deel)resultaten logisch en overzichtelijk te combineren en in relatie tot de onderzoeksvraag conclusies te trekken. Over het onderzoek te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard. Een strategie voor vervolgonderzoek te formuleren; een voorstel tot vervolgstappen te doen op basis van analyse van resultaten. Over voldoende deskundigheid en initiatief te beschikken om op natuurwetenschappelijk gebied problemen op te sporen en te analyseren. De doelstellingen van een gewenst onderzoek vanuit de vraagstelling op te stellen. Zelfstandig (wetenschappelijke) literatuur te selecteren en te verkrijgen om zich verder in het probleem te verdiepen, daarbij de betrouwbaarheid van de verschillende informatiebronnen correct inschattend. Een uitvoerbaar en duurzaam werkplan (met budget) te maken, waarbij rekening wordt gehouden met kwaliteitszorg, veiligheid, gezondheid, welzijn, milieu, duurzaamheid en ethiek. Het werkplan planmatig uit te (laten) voeren door gebruik te maken van relevante methoden, technieken en apparaten. Resultaatgericht samen te werken in multidisciplinair verband. De resultaten samen te vatten, te structureren en te interpreteren in relatie tot de onderzoeksvraag. Resultaten te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard. Op basis van de verkregen resultaten voorstellen te doen voor vervolgonderzoek. Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013 79

2. Competentie experimenteren De Bachelor of Applied Science voert experimenten uit binnen het domein Applied Science zodat aantoonbaar betrouwbare resultaten worden verkregen. Niveau I Niveau II Niveau III Niveau IV voert een experiment uit volgens voorschrift. kiest een geschikt voorschrift, past dit zo nodig aan en voert het uit. zet met begeleiding experimenten op en voert deze zelfstandig en systematisch uit. Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven). a Desgevraagd uit te leggen wat de bedoeling van het experiment is. Een voorschrift te kiezen en uit te leggen waarom het geschikt is voor het experiment. Een globaal beschreven procedure of vooropgezet synthesedoel om te zetten naar (een) werkvoorschrift(en) en meerdere methoden te combineren tot een proefopzet. Een onderzoeksvraag te vertalen naar een adequate experimentele opzet inclusief werkvoorschriften. b Desgevraagd het principe van de gebruikte methode uit te leggen. Beschikbare methoden en voorschriften op geschiktheid te beoordelen en experimentele problemen op te lossen (troubleshooting). Methoden en technieken te kiezen en te anticiperen op mogelijke experimentele problemen. Zodanige kennis, inzicht en vaardigheid te tonen dat werkzaamheden op een verantwoorde, veilige en kritische wijze kunnen worden uitgevoerd met de juiste methoden, technieken en apparatuur. c Apparatuur volgens voorschrift te bedienen. Beschikbare apparatuur op geschiktheid te beoordelen en zo nodig instellingen aan te passen. Bij opzet en uitvoering van experimenten rekening te houden met mogelijkheden en beperkingen van de te gebruiken apparatuur. Zich zelfstandig verder te verdiepen in methodieken en achtergronden (waaronder mogelijkheden en beperkingen van de apparatuur). d Op basis van een voorschrift een experiment adequaat voor te bereiden, uit te voeren en binnen de gestelde tijd resultaten te verkrijgen in overeenstemming met de veiligheids- en milieuvoorschriften. Een werkplanning te maken voor uitvoering van een voorschrift, dit te beoordelen op veiligheids- en milieuaspecten en uit te voeren, en binnen de gestelde tijd reproduceerbare resultaten te verkrijgen. Een planning te maken voor een aantal experimenten, deze uit te voeren en binnen de gestelde tijd reproduceerbare resultaten te verkrijgen. Werkvoorschriften nauwgezet te volgen en zo nodig bij te stellen, zodat aantoonbaar betrouwbare en reproduceerbare resultaten worden verkregen. e Een voorschrift uit te voeren volgens de veiligheidsvoorschriften. De milieu- en veiligheidsaspecten van een voorschrift te beoordelen. Bij de proefopzet rekening te houden met milieu- en veiligheidsaspecten en hierover met zijn omgeving te communiceren. Rekening te houden met veiligheid, gezondheid, milieu en hygiëne en de experimenten zo duurzaam mogelijk uit te voeren. f Meetresultaten adequaat en correct te bewerken en in te schatten of een gevonden uitkomst realistisch is. De betrouwbaarheid van een resultaat te beoordelen op basis van statistische overwegingen. Een (statistische) methode te kiezen om de betrouwbaarheid van het gevonden resultaat te beoordelen. (Statistische) technieken toe te passen om de resultaten te verwerken/valideren en de kwaliteit ervan te borgen. g Een nauwkeurig en overzichtelijk labjournaal bij te houden. Een nauwkeurig en overzichtelijk labjournaal bij te houden en adequate conclusies uit de experimentele resultaten in het labjournaal op te nemen. Een nauwkeurig en overzichtelijk labjournaal bij te houden met adequate conclusies en in de rapportage de betrouwbaarheid van de gevonden resultaten te verantwoorden. Resultaten te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard. h Zo nodig een voorstel te doen om uitvoering van een voorschrift te verbeteren. Voorstellen te doen tot verbetering van het voorschrift. Voorstellen te doen tot verbetering van het voorschrift en zo nodig methoden voor te stellen voor vervolgexperimenten. Op basis van de onderzoeks - resul taten voorstellen te doen voor vervolgexperimenten. i Een planning te maken voor het werk dat op een practicumdag(deel) gedaan moet worden, teneinde dit efficiënt uit te kunnen voeren. Een planning te maken voor het uitvoeren van experimenteel werk binnen een afgebakend project dat qua tijdsduur van beperkte omvang is (enkele weken). Een planning te maken voor de opzet en uitvoering van experimenteel werk binnen een project van langere duur (minimaal een half jaar, zoals bij de afstudeeropdracht), waarbij regelmatige aanpassing van de planning op basis van de voortgang vereist is. Snel en efficiënt het beoogde doel te bereiken door middel van het toepassen van projectplanning. Waar apparatuur staat, kan voor een bio-informaticus software/ computer/ besturingsplatform worden gelezen; waar experiment staat, kan voor een bio-informaticus vaak analyse worden ingevuld. Waar labjournaal staat, geldt voor een bio-informaticus logboek. 80 Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013

3. Competentie ontwikkelen De Bachelor of Applied Science ontwikkelt, verbetert of implementeert producten, processen of methoden in het domein Applied Science op basis van bestaande kennis. Niveau I Niveau II Niveau III Niveau IV produceert materialen en producten, en beheert processen volgens voorschrift. ontwikkelt materialen, producten of processen volgens een vooraf gekozen voorschrift en past zo nodig het voorschrift aan. vertaalt eisen naar een materiaal, product of productieproces. Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven). a Materialen en producten te produceren en productieprocessen te beheren volgens een aangegeven voorschrift met voorgeschreven parameters. Materialen, producten of productieprocessen te ontwikkelen volgens een vooraf gekozen voorschrift en zo nodig het voorschrift aan te passen. Eisen aan materialen en producten dan wel processen te vertalen naar materialen, producten of processen. De meest geschikte parameters vast te stellen waarmee het productie proces, product of de methode beïnvloed kunnen worden. b Materialen en producten te produceren en productieprocessen te beheren aan de hand van gegeven criteria. Verbanden te leggen tussen criteria voor de ontwikkeling van materialen, producten of processen en de eisen van de klant cq opdrachtgever. De eisen van de klant cq opdrachtgever te vertalen naar criteria die aan de bijbehorende materialen, producten of processen gesteld worden. Criteria op te stellen waaraan het product, proces of de methode moet voldoen. c Aangedragen modellen toe te passen. Passende modellen uit de literatuur te selecteren. Modellen uit de literatuur te selecteren en deze aan te passen. Geschikte fysische, chemische en biologische modellen vanuit de natuurwetenschappen toe te passen. d Volgens voorschrift grondstoffen toe te voegen resp. unit operations toe te passen op een productieproces. Volgens voorschrift grondstoffen toe te voegen resp. unit operations toe te passen op een productieproces en zo nodig het voorschrift aan te passen ter verbetering van het productieproces. Een productieproces naar geschikte grondstoffen resp. unit operations te vertalen. De meest geschikte grondstoffen en unit-operations te selecteren, zowel kwalitatief (welke) als kwantitatief (hoeveelheid, dimensies). e Een vereenvoudigd productieproces volgens een gegeven chemische, fysische of biologische parameter resp. model op- of terug te schalen. Bepalende chemische, fysische of biologische parameters of modellen te identificeren bij het op- of terugschalen van een productieproces. Rekening te houden met bepalende chemische, fysische of biologische parameters of modellen bij het op- of terugschalen van een productieproces. Op een verantwoorde manier de productieprocessen op- en terug te schalen (upscaling/downscaling). f Mondeling en schriftelijk volgens aangegeven richtlijnen over het onderzoek te rapporteren. De (deel)resultaten te combineren in een rapportage volgens de aangegeven richtlijnen. Over een onderzoek te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard. Resultaten te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard. g De ontwikkeling ter hand te nemen aan de hand van daartoe beschikbare procesbeschrijvingen. In een lopend ontwikkelingsproces de planning aan te passen aan de resultaten van de eerste ontwikkelingsstappen. Voorstellen te doen voor vervolgontwikkelingsstappen in een lopend ontwikkelingsproces. Voorstellen te doen voor nieuw te ontwikkelen producten, processen of methoden. Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013 81

4. Competentie beheren coördineren De Bachelor of Applied Science ontwikkelt, implementeert en onderhoudt een beheersysteem of onderdelen daarvan, zodat het systeem voldoet aan de betreffende wet- en regelgeving, kwaliteitsnormen en de normen en waarden van de organisatie. Niveau I Niveau II Niveau III Niveau IV toetst het werk aan de eisen van verschillende beheersystemen. levert een bijdrage aan één of meer beheersystemen binnen de organisatie. implementeert en onderhoudt een beheersysteem. Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven). a Een (eventueel) probleem bij uitvoering van een beheersysteem op te merken en te benoemen. Voorstellen te doen ter oplossing van voorkomende problemen bij uitvoering en onderhoud van een beheersysteem. Mogelijke problemen te voorzien bij uitvoering en onderhoud van een beheersysteem. Eventuele problemen met betrekking tot de ontwikkeling, uitvoering en onderhoud van een (data) beheer systeem te analyseren. b Mogelijkheden tot verbetering van de uitvoering van een beheersysteem te inventariseren. Voorstellen te doen ter verbetering van een beheersysteem. Een verbeterplan voor een beheersysteem op te stellen en uit te (laten) voeren. Een verbeterplan op te stellen, uit te voeren en te evalueren waarmee de problemen creatief, gestructureerd en economisch verantwoord kunnen worden opgelost. c Er blijk van te geven op de hoogte te zijn van relevante wet- en regelgeving. Elementen van wet- en regelgeving te vertalen in aanpassing van een beheersysteem. Nieuwe wet- en regelgeving of maatschappelijk gewenste ontwikkelingen te verwerken in een bestaand beheersysteem. Rekening te houden met weten regelgeving en (internationaal) geldende normen en waarden, met name met betrekking tot duurzaamheid en betrouwbaarheid. d De uitvoering van zijn werkzaamheden in te passen in de op zijn werkplek gehanteerde beheersystemen. Naleving van de richtlijnen van algemeen geldende beheersystemen te controleren. De op zijn werkplek gehanteerde beheersystemen te onderhouden (verbeteren) en desgewenst een nieuw systeem te implementeren. Activiteiten te coördineren met betrekking tot de ontwikkeling, implementatie en het onderhouden van het (data)beheersysteem (of onderdelen daarvan). e Te rapporteren over (de naleving van de richtlijnen) van de gehanteerde beheersystemen bij uitvoering van zijn werkzaamheden. Te rapporteren over uitvoering van één of meer beheersystemen op zijn werkplek. Te rapporteren over en presenteren van veranderingen in één of meer beheersystemen. Informatie te rapporteren en presenteren volgens de in het werkveld geldende standaard. f Medewerkers desgevraagd informatie te verschaffen over uitvoering van de gehanteerde beheersystemen. Medewerkers adequaat te informeren over de inhoud van een beheersysteem en hen te attenderen op eventuele wijzigingen. Medewerkers te ondersteunen in de toepassing van een beheersysteem. Medewerkers adequaat te informeren over de inhoud en toepassing van het (data)beheersysteem en over eventuele wijzigingen. 82 Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013

5. Competentie adviseren in- en verkopen De Bachelor of Applied Science geeft goed onderbouwde adviezen over het ontwerpen, verbeteren of toepassen van producten, processen en methoden en brengt renderende transacties tot stand met goederen of diensten binnen het domein Applied Science. Niveau I Niveau II Niveau III Niveau IV verdiept zich in de problemen en/of wensen van gebruikers. draagt bij aan het oplossen van een technisch probleem van een gebruiker. geeft een concreet advies op een specifieke vraag. Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven). a Te luisteren naar de klant. Relevante open vragen te stellen. Flexibel met de veranderende eisen van de klant om te gaan. b c d e f g De opdracht helder en eenduidig te omschrijven. Marktonderzoeksgegevens te analyseren. Acties te benoemen die op een marktonderzoek volgen. De wensen van klant/opdrachtgever of gebruiker te herkennen als een relevant (technisch) probleem. De klant/opdrachtgever of gebruiker te kennen. Verschillende onderhandelingstechnieken te herkennen. De geïdentificeerde wensen van de klant te rapporteren/presenteren. Marktonderzoeksgegevens te interpreteren. Een actieplan op te stellen voor een marktonderzoek. De wens van de klant te identificeren. Op basis van vertrouwen een band op te bouwen. Geschikte onderhandelingstech nieken toe te passen. Een gemotiveerd advies uit te brengen. Marktontwikkelingen te signaleren en hierop in te spelen. Een adviesplan op te stellen, rekening houdend met de eigen concurrentiepositie. Met creatieve oplossingen te komen bij specifieke problemen of ontwikkelingen. Rekening te houden met de omgeving van de klant. Belanghebbenden te overtuigen zodat wenselijke activiteiten ondernomen kunnen worden. Zich servicegericht op te stellen. De vraagstelling van de opdrachtgever te verhelderen. (Markt)onderzoek op te stellen en uit te voeren. (Delen van) advies op te stellen. In overleg met onderzoekers en ontwikkelaars wensen en vragen van klanten te vertalen naar haalbare oplossingen of adviezen. Relaties met klanten op een adequate wijze te onderhouden. Bij in- en verkoop onderhandelingstechnieken toe te passen. Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013 83

6. Competentie Instrueren begeleiden doceren coachen De Bachelor of Applied Science instrueert en begeleidt medewerkers en klanten bij het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden binnen het domein Applied Science. Niveau I Niveau II Niveau III Niveau IV : geeft op verzoek eigen kennis en vaardigheden door aan medewerkers (door demonstreren en toelichten). : neemt initiatief tot instructie van medewerkers met een tekort aan kennis en vaardigheden. : brengt kennis en vaardigheden op didactisch verantwoorde wijze over aan medewerkers. Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven). a b Een bijdrage te leveren aan de instructie/demonstratie aan collega-medewerkers, -studenten of leerlingen inzake een praktijkproef, etc. Een bijdrage te leveren aan de begeleiding van medewerkers, leerlingen, studenten of cursisten inzake te gebruiken methodes en apparatuur, etc. Het verzorgen van een instructie/ demonstratie aan collega- medewerkers, -studenten of leerlingen inzake een praktijkproef, etc. Mee te werken aan de begeleiding van medewerkers, leerlingen, studenten of cursisten inzake te gebruiken methodes en apparatuur, etc. c Zaken helder uiteen te zetten. Informatie over te brengen, rekening houdend met de doelgroep. d e Zich bewust te zijn van het belang van voortdurende deskundigheidsontwikkeling. Op verzoek feedback te geven op de evaluatie/beoordeling van de resultaten van instructies, etc. Activiteiten te ontplooien t.a.v. de eigen deskundigheidsontwikkeling en die van anderen. Een beargumenteerde beoordeling/evaluatie te geven van de resultaten van instructies, etc. Het zelfstandig verzorgen van een theoretische inleiding met instructie/demonstratie aan collega-medewerkers, -studenten, leerlingen of cursisten inzake praktijkproeven, etc. Een deel van de begeleiding te verzorgen van medewerkers, leerlingen, studenten of cursisten inzake te gebruiken methodes en apparatuur, etc. Complexe informatie over te brengen, rekening houdend met de doelgroep. Op basis van eigen ervaringen een bijdrage te leveren aan het coachen van medewerkers. Een bijdrage te leveren aan het opstellen van beoordelingscriteria en suggesties te doen voor verdere ontwikkeling. Het zelfstandig verzorgen van theoretische inleidingen, instructies en demonstraties aan medewerkers, leerlingen, studenten of cursisten inzake praktische experimenten, het gebruik van apparaten, materialen en dergelijke. Het begeleiden van medewerkers, leerlingen, studenten of cursisten inzake te gebruiken methodes en apparatuur, alsmede bij het verrichten van literatuuronderzoek, bij (praktijk)opdrachten. In diverse onderwijssituaties didac tische vaardigheden toe te passen. Het coachen van medewerkers en teams bij de ontwikkeling van deskundigheid. Het evalueren en beoordelen van de resultaten van instructies, training en/of scholing. 84 Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013

7. Competentie leidinggeven managen De Bachelor of Applied Science geeft richting en sturing aan organisatieprocessen en de daarbij betrokken medewerkers, teneinde de doelen te realiseren van het organisatieonderdeel of project waar hij leiding aan geeft. Niveau I Niveau II Niveau III Niveau IV verleent assistentie en geeft richting aan medewerkers wanneer daar om wordt gevraagd. verleent assistentie en geeft richting aan medewerkers om prestaties te verbeteren. : zorgt dat doelen en rollen van leden van een team gedefinieerd zijn en ondersteunt het functioneren van de leden in het realiseren van de teamdoelen. Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven). a Blijk te geven van begrip van plaats en functie van zijn organisatieonderdeel (stage-/afstudeerplek). Eigen kennis en inzichten in te brengen bij het aanpakken van (nieuwe) activiteiten in de organisatie. Ervoor te zorgen dat medewerkers duidelijk weten wat hun rol is in het bereiken van organisatiedoelen en hen hierbij te begeleiden. Een visie te hebben betreffende het organisatieonderdeel en deze uit te dragen. b Mede voor taak- en werkverdeling te zorgen. Assistentie te verlenen bij het oplossen van knelpunten in de planning en prioriteitstelling van werkzaamheden. Bij het plannen van werkzaamheden een taakverdeling aan te geven, alsmede tijdpad, prioriteitstelling en andere randvoorwaarden in termen van tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie. Project- en planmatig te werken. c Aanspreekbaar en bereikbaar te zijn voor medewerkers, medestudenten en docenten. Medewerkers te motiveren door hen aan te spreken op hun kwaliteiten. Taken te delegeren aan medewerkers overeenkomstig hun functie en kwaliteiten. Medewerkers te coachen door te inspireren, te overtuigen, te motiveren, respect te tonen, samenwerking te stimuleren en te delegeren. d Eerlijk en betrouwbaar te handelen naar medewerkers, medestudenten en docenten. Medewerkers aan te spreken op hun omgang met collega s. Open en helder te zijn over de eigen positie en conflicten helpen op te lossen. Zelf het voorbeeld naar medewerkers te geven. e Anderen te steunen in hun initiatieven. Medewerkers te stimuleren om zelf nieuwe initiatieven te ontplooien. Medewerkers te helpen bij het uitwerken van hun initiatieven. Medewerkers een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid te geven. f Vanuit zijn eigen werkzaamheden bij te dragen aan vergaderingen en werkoverleggen. In vergaderingen en werkoverleggen mee te denken met andere medewerkers en initiatief te nemen tot het oplossen van knelpunten. De deelnemers aan de vergadering een doelgerichte bijdrage te laten leveren vanuit hun rol in het team. Het voorzitten van vergaderingen en werkoverleg. g Heldere en eenduidige uitleg of instructies te geven over een te verrichten taak. Met andere medewerkers te overleggen om een gezamenlijk einddoel te bereiken. Medewerkers op voortgang te sturen om de gestelde doelen te halen. Taak- en procesgericht te communiceren. Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013 85

8. Competentie zelfsturing De Bachelor of Applied Science stuurt zichzelf in zijn functioneren en in zijn ontwikkeling en zorgt dat hij qua kennis en vaardigheden op de hoogte is van de nieuwste ontwikkelingen, ook in relatie tot ethische dilemma s en maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden. Niveau I Niveau II Niveau III Niveau IV reflecteert op eigen functioneren. reflecteert op eigen functioneren en ontwikkeling. stuurt zichzelf in eigen functioneren. Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven). Naar een vastgesteld leerdoel toe te werken. De leerstrategie en de daaruit voortvloeiende resultaten te bespreken; zich bewust te zijn van de functie van een leerdoel en hoe hij dat gebruikt in zijn leerstrategie. a In overleg/zelfstandig eigen leerdoel en leerstrategie te bepalen en op het resultaat te reflecteren. Een loopbaanontwikkelingsplan te maken en zelf nieuwe leerdoelen te bepalen. Op zelfstandige wijze een leerdoel en een leerstrategie te bepalen en uit te voeren en het resultaat terug te koppelen naar het leerdoel. b De eventuele noodzaak tot aanpassing van het eigen functioneren te benoemen in de studieomgeving. Feedback op eigen functioneren te gebruiken voor aanpassing aan de werkomgeving. Zijn functioneren aan te passen aan de eisen van de verschillende werkomgevingen. Zich snel aan te passen aan veranderende werkomgevingen. c Over beroepsmatige en ethische dilemma's met anderen te communiceren en beroepsmatige of ethische dilemma s te benoemen. Eventuele beroepsmatige en ethische dilemma s te constateren en daarover zijn mening te geven. Aan de hand van maatschappelijk geaccepteerde beroepsmatige en ethische normen en waarden zijn standpunt te bepalen. Bij beroepsmatige en ethische dilemma s een afweging te maken en een besluit te nemen, rekening houdend met maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden. d Informatie te zoeken om eigen functioneren te verbeteren. Kritiek op geleverd werk te verwerken en eigen functioneren met collega s te bespreken. Eigen functioneren op grond van ervaringen aan te passen. Feedback te geven en te ontvangen. e Eigen handelen en denken kritisch te evalueren. Bewust te zijn van het effect van de eigen werkhouding op anderen, zoals groepsleden bij een project. Voor zichzelf inzake eigen handelen conclusies te trekken en die zo nodig ook naar anderen te verwoorden. Eigen handelen naar anderen te verantwoorden en te maken keuzen te motiveren. Eigen denken en handelen kritisch te evalueren en verantwoording af te leggen en te verwerken. 86 Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013

Bijlage IV Relatie tussen opleidingsprofielen en het Nederlandse hbo-bachelorkwalificatieraamwerk De volgende tekst is ontleend aan documenten van het NVAO *, het accreditatieorgaan voor het hoger onderwijs. * www.nvao.net Het Nederlandse Kwalificatieraamwerk Hoger Onderwijs in het kort Het Nederlandse raamwerk bestaat uit drie niveaus, die afgesloten worden met de graden bachelor, master en doctor. Deze niveaus corresponderen met de drie cycli van het overkoepelend raamwerk voor de Europese hogeronderwijsruimte. Het eindniveau per cyclus wordt beschreven door de zogeheten Dublin-descriptoren, beschrijvingen die in Nederland worden gebruikt als referentiepunten voor de drie niveaus. Het niveau dat overeenkomt met het eind van de eerste cyclus wordt afgesloten met een bachelorgraad, die toegang geeft tot de arbeidsmarkt en vervolgonderwijs in de tweede cyclus. Nederland kent binnen de ordening op niveaus een onderscheid naar oriëntatie; dit staat bekend als het binaire systeem van onderwijsaanbod via hogescholen en universiteiten (hbo en wo). Het hbo leidt in beginsel op voor een beroep; het wo leidt in beginsel op tot een academische oriëntatie in een bepaald vakgebied. De graden zijn van hetzelfde niveau, maar anders van oriëntatie. Om dit duidelijk te maken, wordt aan de wo-bachelor en -master of Arts, dan wel of Science toegevoegd. Dit verschil in oriëntatie brengt met zich mee dat bezitters van een hbo-bachelor in het overgrote deel van de gevallen niet rechtstreeks toegelaten worden tot wo-masteropleidingen. De eindkwalificaties van de opleiding dienen aan te sluiten bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Deze staan bekend als de Dublin-descriptoren en zijn voor het eindniveau van de bachelor het referentiepunt. Informatie over de Dublindescriptoren is te vinden op de site van de NVAO (zie www.nvao.net). De Vereniging Hogescholen heeft in overleg met haar leden en met groeperingen in het betrokken beroepenveld op opleidingsniveau zogeheten landelijke opleidingsprofielen opgesteld (waaronder dit document BAS). Deze zijn gerelateerd aan de Dublin-descriptoren en er is afgesproken dat de opleidingen deze profielen volgen. Ook de beroepscompetenties en de opleidingsprofielen voor de BAS kunnen worden gerelateerd aan de algemene Dublin-descriptoren. Voor elk van de opleidingsprofielen is het specifieke minimale eindniveau vergeleken met de Dublin-descriptoren. In 2003 en 2007 is reeds vastgesteld dat de opleidingsprofielen relateren aan de algemene Dublin-descriptoren. Aan het eind van deze bijlage is per opleidingsprofiel een tabel opgenomen die de relatie laat zien tussen het opleidingsprofiel en de Dublin-descriptoren. Naast niveau dient ook de oriëntatie in de eindkwalificatie tot uiting te komen. De oriëntatie van het programma moet de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van de beroepspraktijk waarborgen. Ter explicatie van deze kern van de hbo bachelor fungeert de hbo-standaard. Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013 87

* Kwaliteit als opdracht, Uitgave HBO-Raad, www.vereniginghogescholen.nl, augustus 2009 Kwaliteit als opdracht De hogescholen hebben in het document Kwaliteit als opdracht * de hbo-standaard voor hun bacheloropleidingen geformuleerd. Deze standaard houdt in dat een opleiding er zorg voor dient te dragen dat gevat in een zowel nationale als internationale context studenten: 1. een gedegen theoretische basis verkrijgen; 2. het onderzoekend vermogen verwerven dat hen in staat stelt bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van het beroep; 3. over voldoende professioneel vakmanschap beschikken; 4. de beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie ontwikkelen die passen bij een verantwoordelijke professional. De standaard vormt het richtpunt voor de ontwikkeling van landelijke opleidingsprofielen en vervolgens voor de invulling daarvan in de curricula van de afzonderlijke opleidingen. De huidige herziening van de opleidingsprofielen door toevoeging van de BoKS aan elk der opleidingsprofielen, geeft expliciet inhoud aan het eerste kenmerk van de hbo-standaard. Aan de overige drie kenmerken was reeds invulling gegeven door de beroepscompetenties. In de volgende paragrafen is per opleidingsprofiel de relatie met de Dublin-descriptoren weergegeven. Opleiding Bio-informatica Opleidingscompetenties Knowledge and understanding * Applying knowledge and understanding Dublin-descriptoren Making judgements Communication Learning skills 1. Onderzoeken f,h,i c 2. Experimenteren g,h c 4. Beheren a,b,c,d a,b,c e,f 5. Adviseren 6. Instrueren 7. Leidinggeven 8. Zelfsturing *) een houdt in dat alle handelingsindicatoren van de betreffende competentie bijdragen aan de invulling van de Dublin-descriptor. Opleiding Biologie en medisch laboratoriumonderzoek Opleidingscompetenties Knowledge and understanding * Applying knowledge and understanding Dublin-descriptoren Making judgements Communication Learning skills 1. Onderzoeken a,b,c,g,i f,h,i c 2. Experimenteren c,e,f,h g,h c 4. Beheren a,b,d b,c,e e,f 5. Adviseren 6. Instrueren 7. Leidinggeven 8. Zelfsturing *) een houdt in dat alle handelingsindicatoren van de betreffende competentie bijdragen aan de invulling van de Dublin-descriptor. 88 Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013

Opleiding chemie Opleidingscompetenties Knowledge and understanding Applying knowledge and understanding Dublin-descriptoren Making judgements Communication Learning skills 1. Onderzoeken * a,b,c,g,i f,h,i c 2. Experimenteren c,e,f,h g,h c 4. Beheren a,b,d b,c,e e,f 5. Adviseren 6. Instrueren 7. Leidinggeven 8. Zelfsturing *) een houdt in dat alle handelingsindicatoren van de betreffende competentie bijdragen aan de invulling van de Dublin-descriptor. Opleiding chemische technologie Opleidingscompetenties Knowledge and understanding Applying knowledge and understanding Dublin-descriptoren Making judgements Communication Learning skills 1. Onderzoeken * a,b,c,g,i f,h,i c 2. Experimenteren c,e,f,h g,h c 3. Ontwikkelen b,c,d,e f,g c 4. Beheren a,b,d b,c,e e,f 7. Leidinggeven 8. Zelfsturing *) een houdt in dat alle handelingsindicatoren van de betreffende competentie bijdragen aan de invulling van de Dublin-descriptor. Opleiding technische natuurkunde Opleidingscompetenties technische natuurkunde Knowledge and understanding Applying knowledge and understanding Dublin-descriptoren Making judgements Communication Learning skills 1. Onderzoeken * 2. Experimenteren g,h 3. Ontwikkelen 4. Beheren coördineren e,f 5. Adviseren in- en verkopen 6. Instrueren coachen 7. Leidinggeven managen 8. Leren leren zelfsturing *) een houdt in dat alle handelingsindicatoren van de betreffende competentie bijdragen aan de invulling van de Dublin-descriptor. Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013 89

Opleiding applied science Opleidingscompetenties Knowledge and understanding Applying knowledge and understanding Dublin-descriptoren Making judgements Communication Learning skills 1. Onderzoeken * a,b,c,i,j c,h,k d 2. Experimenteren c,f,g,i h,i d 3. Ontwikkelen e 4. Beheren coördineren a,b,c,d b,d,e e,f 5. Adviseren in- en verkopen 6. Instrueren coachen 7. Leidinggeven managen 8. Leren leren zelfsturing *) een houdt in dat alle handelingsindicatoren van de betreffende competentie bijdragen aan de invulling van de Dublin-descriptor. Opleiding gezondheidszorgtechnologie Opleidingscompetenties Knowledge and understanding Applying knowledge and understanding Dublin-descriptoren Making judgements Communication Learning skills 1. Onderzoeken * 2. Experimenteren c,d,e c,d,e 3. Ontwikkelen a,b,c,f,g a,b,c,f,g a,b,c,f,g a,b,c,f,g a,b,c,f,g 4. Beheren coördineren 5. Adviseren in- en verkopen 6. Instrueren coachen 7. Leidinggeven managen a,b a,b,c,d, f,g,h 8. Leren leren zelfsturing *) een houdt in dat alle handelingsindicatoren van de betreffende competentie bijdragen aan de invulling van de Dublin-descriptor. 90 Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013

Opleiding milieukunde Opleidingscompetenties Knowledge and understanding Applying knowledge and understanding Dublin-descriptoren Making judgements Communication Learning skills 1. Onderzoeken * a,b,c,g,i f,h,i c 2. Experimenteren c,e,f,h g,h c 3. Ontwikkelen b,c,d,e f,g c 4. Beheren coördineren a,b,d b,c,e e,f 5. Adviseren in- en verkopen 6. Instrueren coachen 7. Leidinggeven managen 8. Leren leren zelfsturing *) een houdt in dat alle handelingsindicatoren van de betreffende competentie bijdragen aan de invulling van de Dublin-descriptor. Opleiding voedingsmiddelentechnologie Opleidingscompetenties Knowledge and understanding Applying knowledge and understanding Dublin-descriptoren Making judgements Communication Learning skills 1. Onderzoeken * a,b,c,g,i f,h,i c 2. Experimenteren c,e,f,h g,h c 3. Ontwikkelen b,c,d,e f,g c 4. Beheren coördineren a,b,c,d b,c,e e,f 5. Adviseren in- en verkopen 6. Instrueren coachen 7. Leidinggeven managen 8. Leren leren zelfsturing *) een houdt in dat alle handelingsindicatoren van de betreffende competentie bijdragen aan de invulling van de Dublin-descriptor. Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013 91

Bijlage V Raadpleging en validatie door het werkveld Deze nieuwe versie van de Competentiegerichte profielbeschrijving BAS is een actualisering en uitbreiding van de profielbeschrijving van de Bachelor of Applied Science die in december 2008 verscheen. Het document van 2008 werd op- en vastgesteld na uitgebreid overleg met het betrokken werkveld. De Competentiegerichte profielbeschrijving is opgezet als een dynamisch document. De raadpleging van en validatie door het werkveld was dan ook geen eenmalige actie. Op regelmatige basis leggen hogescholen, in overleg met hun regionale werkveldadviescommissies, hun curriculum naast de profielbeschrijving. Tevens wordt op landelijk niveau jaarlijks met een aantal vertegenwoordigers uit deze regionale werkveldadviescommissies en met het georganiseerd werkveld uit de sector besproken of het competentieprofiel aangepast of geactualiseerd moet worden. Algemene raadpleging Landelijk Werkveldoverleg Na verschijning van de vorige versie van de profielbeschrijving resulteerde raadpleging van het Landelijk Werkveldoverleg meteen al in 2009 tot twee verzoeken vanuit het werkveld. Het eerste verzoek was om de handelingsindicatoren uit te werken in tussenniveaus. In het competentieprofiel waren de competenties en handelingsindicatoren beschreven voor een beroepsbeoefenaar met vijf jaar werkervaring. De werkveldvertegenwoordigers wilden meer inzicht hebben in de niveauopbouw tijdens de opleiding en op het moment van afstuderen. Na uitwisseling en vergelijking van uitwerkingen door de diverse hogescholen werd een uitsplitsing van niveaus vastgesteld, die in 2010 door het landelijk werkveld werd gevalideerd. De definitieve uitgave verscheen in juni 2011 en is in deze nieuwe versie opgenomen als Bijlage III. Het tweede verzoek was om bij een volgende actualisatie de kenniscomponent van een opleiding inzichtelijk te maken en daarbij ook een illustratieve literatuurlijst te publiceren om een indicatie van het niveau van de lesstof te geven. Hiermee werd een start gemaakt in 2010 en het heeft erin geresulteerd dat alle opleidingen die binnen het domein vallen, een eigen Body of Knowledge & Skills hebben ontwikkeld. Gedurende het proces om tot de Body of Knowledge & Skillls te komen, werd het werkveld van het landelijk overleg geraadpleegd en betrokken bij de invulling en de opzet. Tevens werd tussentijds met het Landelijk Werkveldoverleg besproken of het competentieprofiel en de bijbehorende niveaus nog steeds als een goede basis werden gezien voor de invulling van de opleidingen binnen DAS. Dit werd in 2012 door de werkveldvertegenwoordigers van het landelijk overleg bevestigd en gevalideerd. Voor het document in april 2013 naar de vormgever werd gestuurd, is de gehele tekst met het Landelijk Werkveldoverleg besproken. De huidige voorliggende versie is goedgekeurd en daarmee ook door het landelijk overleg gevalideerd. De vertegenwoordigers in het landelijk overleg komen uit uiteenlopende organisaties en hebben diverse achtergronden en functies die passen bij de verschillende opleidingen binnen het domein. In de periode 2009-2013 bestond het Landelijk Werkveldoverleg uit vertegenwoordigers van: : Bedrijven en instellingen Albemarle Catalysts Company BV AMT Biopharma Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Nederlands Kanker Instituut Bejo Zaden DSM Food Specialties DSM Research Dow Benelux BV ECN FrieslandCampina HAS Den Bosch IBOTA / Innologic Leids Universitair Medisch Centrum Maastricht Universitair Medisch Centrum Philips Sabic Innovative Plastics Sanbio 92 Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013

Sanquin Bloedvoorziening Sensus TU Delft Universitair Medisch Centrum Groningen VU Medisch Centrum : Brancheorganisaties en beroepsverenigingen FHI, Federatie van Technologiebranches Nederlandse Vereniging voor Klinische (NVKC) Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) VNO-NCW / MKB Nederland Validatie Body of Knowledge & Skills per opleiding Om binnen het werkveld voor de Body of Knowledge & Skills een zo breed mogelijk draagvlak te creëren, zijn de BoKS met bijbehorende literatuurlijst gevalideerd door de werkveldvertegenwoordigers in de regionale werkveldadviescommissies van alle hogescholen die de opleiding aanbieden. Bij de opleidingen die niet in de vorige versie van het profiel waren opgenomen, is ook het competentieprofiel gevalideerd. Aanvullende opmerkingen die door vertegenwoordigers in de regionale werkveldadviescommissies zijn gemaakt, zijn grotendeels verwerkt. Met het Landelijk Werkveldoverleg is afgesproken om een aantal suggesties mee te nemen naar de volgende herzieningsronde, zodat deze gezamenlijk verder kunnen worden uitgewerkt. Jaarlijks wordt binnen DAS de BoKS besproken en worden eventuele gewenste wijzigingen aan het werkveld voorgelegd. Bio-informatica BaseClear Centre for Molecular and Biomolecular Informatics Keygene Leids Universitair Medisch Centrum Universitair Medisch Centrum Groningen UMC St. Radboud, afdeling humane genetica Biologie en medisch laboratoriumonderzoek Amsterdam Medical Center (AMC) Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Nederlands Kanker Instituut Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis DSM, Geleen DSM Food Specialties Erasmus Medisch Centrum Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute HZPC Holland BV IMEnz Bioengineering Klinisch Chemisch Laboratorium Leeuwarden Laboratorium Microbiologie Twente-Achterhoek Laboratorium voor Infectieziekten Leids Universitair Medisch Centrum Maastricht Universitair Medisch Centrum Meander Medisch Centrum Medial Mercachem OctoPlus Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam Orbis Medisch Centrum Organon/MSD PathoFinder Patholoog (zelfstandige) Radboud Universiteit Nijmegen Rijksuniversiteit Groningen Sanquin Bloedvoorziening St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Synthon TNO Trombosedienst Oostelijk Zuid-Limburg Unilever Foods R & D Universitair Medisch Centrum St. Radboud Universitair Medisch Centrum Utrecht Universitair Medisch Centrum Groningen Universiteit Maastricht (Pathologie / Genetica en Celbiologie) Universiteit Twente (Biomedische technologie) Universiteit van Amsterdam VU Medisch Centrum Ziekenhuisgroep Twente Agilent Technologies API Institute Emmen BaseClear BASF Capilix COAST Cosun Danieli Corus DCMR Milieudienst Rijnmond Dow Benelux DSM Innovative Synthesis DSM Neoresins Bachelor of Applied Science versie 1.0, juni 2013 93