Hoorn Afdeling Stadsbeheer Ivan 2 Overleg Leefbaarheid Grote Waal (OLGW) T.a.v. de werkgroep Drainage Grote Beer 3 1622 ES Hoorn Bureau Ingenieursbureau Contactpersoon: J.B.P.P. van Kampen Telefoonnr. : 0229-252947 E-mail : gemeente@hoorn.nl Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) Onderwerp 11 September 2009 09.45136 Wateroverlast kruipruimtes woningen het Kruiwerk, de Wieken en de Houtzaagmolen Hoorn, 1 8 SEP. 2009 Geachte heer / mevrouw, In het gesprek van 24 juni 2009 heeft u een toelichting gegeven op de problematiek van natte kruipruimtes van de woningen aan het Kruiwerk, de Wieken en de Houtzaagmolen, en gevraagd wat de gemeente gaat doen aan het probleem "water in de kruipruimte" in de Grote Waal. Dit mede in het in het kader van de op 1 januari 2008 in werking getreden Wet gemeentelijke watertaken, waarmee de gemeente een nieuwe zorgplicht heeft gekregen voor het grondwater. De gemeente draagt zorg voor het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. De situatie in het gebied is als volgt. Het vloerpeil van de woningen in de genoemde straten ligt op een hoogte van NAP-2,65 m. De vloer is ca. 25 cm dik en de kruipruimte ca. 50 cm diep. De kruipruimte ligt dus op een hoogte van ca. NAP-3,40 m. In het hart van de woonblokken in de Houtzaagmolen is een drainage aangelegd met een diameter van ongeveer 60 mm. De onderkant van de drainage ligt op een hoogte van ca. NAP-3,60 m. Het slootwaterpeil ligt op ca. NAP-3,85 m. De drainage onder de woonblokken werkt niet goed (meer) en er is sprake van wateroverlast in de kruipruimtes. Uit opmetingen op het perceel Houtzaagmolen 80 blijkt dat in natte jaren, voomamelijk in de wintermaanden, gedurende korte of langere tijd (weken tot maanden) water in de kruipruimte blijft staan. Ten aanzien van de grondwaterstand zijn er geen problemen met de verhardingen en het groen in het openbaar gemeentelijk gebied. Het verschil tussen de bodem van de kruipruimte en het polderpeil is ongeveer 0,45 m. De grondwaterstand heeft geen vast peil. Als gevolg van neerslag en verdamping vindt aanvulling en onttrekking van het grondwater plaats waardoor de grondwaterstand stijgt en daalt. Om grondwater in de kruipruimte te voorkomen moet de ontwateringsdiepte, het verschil tussen maaiveld en grondwaterstand, minimaal 0,45 m zijn. Het maaiveld in dit gebied ligt op ca. NAP-2,95 m. De maximale grondwaterstand ligt dan gelijk met de bodem van de kruipruimte op NAP-3,40 m. De grondwaterstijging kan beperkt worden door het toepassen van drainage. Een mogelijkheid hiervoor zou kunnen zijn om drainage aan te brengen in het openbaar gemeentelijk gebied. In verband met het beheer en onderhoud hiervan is de straat de aangewezen plek hiervoor. De drainage moet namelijk bereikbaar zijn voor inspectie- en reinigingswagens en herstelmaterieei.
wr mr GEMEENTE Hoorn Afdeling Stadsbeheer 2 van 2 De met drainage te bereiken ontwateringsdiepte, wordt voornamelijk bepaald door de droogligging, de grondsoort en de afstand tussen de drains. De droogligging, het verschil tussen maaiveldhoogte en polderpeil, van dit gebied is ongeveer 0,90 m. De grondsoort is klei. De afstand tussen de drains, deze wordt bepaald door de kortste afstand tussen de wegen of een weg en een waterloop, varieert van 40 tot 90 m. Met deze droogligging, grondsoort en drainafstand is het onmogelijk om met alleen drainage in het openbaar gemeentelijk gebied de gewenste ontwatering ter plaatse van de kruipruimtes te realiseren. Om aldaar de gewenste ontwatering te verkrijgen zou de droogligging moeten worden vergroot (verlaging polderpeil) en/of de drainafstand verkleind. Beide zijn praktisch niet mogelijk. Waterpeilverlaging leidt door zetting van de ondergrond tot andere ongewenste effecten. Het wegenpatroon ligt vast. De drainafstand kan alleen verkleind worden door het toepassen van drainage op het particuliere terrein (perceelsdrainage). Bij de bouw van de woningen is perceelsdrainage aangelegd en aangesloten op de gemeentelijke hemelwaterriolering. In de Houtzaagmolen is in het hart van de woonblokken een drainage aangelegd met een diameter van ongeveer 60 mm. De onderkant van de drainage lig op ca. NAP-3,60 m. De drainage is aangesloten op de hemelwaterriolering die op een diepte ligt van NAP-4,25 m. Met deze drainage kan ter plaatse van de kruipruimte de gewenste ontwateringsdiepte worden verkregen, mits deze natuurlijk goed werkt. Het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen (aanleg van drainage in de wegen) is in dit geval niet doelmatig. De gewenste ontwateringsdiepte ter plaatse van de kruipruimtes kan alleen daarmee, niet worden bereikt. Om deze ontwateringsdiepte te bereiken dienen de aanwezige drainagevoorzieningen op het particuliere terrein hersteld of, indien herstel niet mogelijk is, vervangen te worden. Bij vervanging adviseren wij de drainageleidingen niet onder maar buiten de woonblokken bij zowel de voor- als de achtergevel aan te brengen. Voor de aansluiting van de drainage op de hemelwaterriolering kan gebruik gemaakt blijven worden van de bestaande aansluitpunten. Het nemen van deze maatregelen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het perceel. De kosten daarvan komen dan ook voor zijn of haar rekening. Ook bij een goed werkende drainagevoorziening zal regenwater af kunnen blijven stromen naar de kruipruimten omdat deze niet waterdicht zijn. Bij hevige neerslag kan dat blijven leiden tot water in de kruipruimte door de beperkte afvoercapaciteit van de bodem en de drainagevoorziening. De duur van het optreden van water in de kruipruimte en daarmee de overlast zal door een goed werkende drainagevoorziening verminderen. Om vochtoverlast in de woning te voorkomen is het van belang dat de begane grondvloer vochtdicht is. Ook dit is een verantwoordelijkheid van de eigenaar. Wij vertrouwen erop hiermee uw vraag voldoende te hebben beantwoord. Hoogachtend, namens het college van burgemeester en wethouders, de heer D.R. van der Vaart hoofd Ingenieursbureau
'/0&~ jski*rsjt-»**e^ ' ^Ht&gf&^t^ <^?tz&- - f /;^Jk ^^&-*t~ j t- Za&>a^ ^, svf&t- '. f J! J y^-^a^^t^^c^ f. ('. Villi AmcrsUmil M^ Uc WiL-kcn M> 1622til' lloumnii
n c S a? 5
(CD)" @s) ^ i! W #* & J T W * "SSl "llli 3E w^^^^^^^^^v,*' jss IrS? *TjF *
A,... 4 *. >' - H.';;* i',,afl;',,,, '::.v " :.'.. *. * * 2oi^% j^h ^w? ; <:.
24-06-09 Bespreking met de heer v.kampen, woordvoerder van het gemeentelijk ingenieursbureau. In het overleg was er al langere tijd de vraag om eens lets te doen aan de problematiek rond natte kruipruimtes in de Grote Waal; men had veeial het gevoel dat het probieem niet door een eigenaar/bewoner op te lossen viel. Om die reden is er een werkgroep drainage opgericht. De werkgroep heeft in het afgelopen seizoen stukjes geschreven en oproepen gedaan aan bewoners om hiervan melding te maken. De werkgroep heeft ruim 80 readies ontvangen en deze ingetekend in een platte grand van de buurt. Dat gaf als inzichtelijk resultaat dat de readies uit 40 blokken kwamen die uit 312 (beneden) woningen bestaan. Volgens de briefwisseling die de werkgroep in de afgelopen periode had met het gemeentelijk ingenieursbureau, zal de mogelijke aanpak van de problematiek pas in 2010 een aanvang kunnen hebben. Dit i.v.m. de komende verbreding van het gemeentelijke rioleringsplan. Dan zou ik hierop meteen u de eerste vraag widen voorleggen: Waarom zou het niet mogelijk zijn om in de tussentijd toch tenminste een digitaal waterloket te openen naar het voorbeeld van de gemeente Goes of Borsele, met daarin vooraleerst de basale informatie die nodig is om bewoners op de hoogte te stellen van de problematiek en wat daar mee aan te vangen? Later zou de gemeente het loket kunnen completeren. Te denken valt bijvoorbeeld aan een aangewezen persoon die zich daar mee bezighoudt. Verder willen wij de gemeente verzoeken om fysieke ondersteuning. Dan denken we met name aan onderzoek, maar ook aan concrete maatregelen als bijvoorbeeld de aanleg van drains op de koppen van de blokken. Dat kan in veel gevallen het probieem opgelost hebben. Inmiddels loopt er sinds 2008 een verordening subsidising duurzame energiepakket. Daarin wordt o.a. vloerisolatie gesubsidieerd. Echter, sommige bewoners kunnen daar nimmer voor in aanmerking komen, omdat zij niemand de kruipruimte in kunnen sturen wegens wateroverlast. Verder zijn we verheugt vernomen te hebben dat de gemeente dit jaar, d.m.v. de campagne "Puur Hoorn", het klimaat hoog op de agenda heeft staan. Daarin stelt de gemeente een aantal ambities te hebben. Droge kruipruimtes, ook in de bestaande bouw, passen zeker binnen dat nieuwe duurzame beleid. Misschien mag ik u tot slot nog het volgende meegeven voor wat betreft de nieuwe milieudoelstellingen? De VEH zegt hierover richting Verenigfng van Nederlandse Gemeenten: Wie bepaalt, die betaalt. Degene die bepaalt dat in een gebied extra milieudoelstellingen moeten worden gehaald, heeft ook een financiele verantwoordelijkheid voor de bekostiging van de daartoe aan te leggen voorzieningen.
i 3 *- <6~ * Co O M 4i «<t <J ~-te> b ~"^5> :i?i -i p *^ <4 5 fs'j «r» A s ~ v ft ff ^<<5 CI 0~J o S { 111 O ^4 W 'I * 1 /-fr- CO
Kampen, Jan van Van: Groot, Nico de Verzonden: dinsdag 15 September 2009 14:06 Aan: Kampen, Jan van Onderwerp: RE: Grondwaterstanden Molenbuurt Grate Waal Jan, Wij hebben geen peilbuizen in de Grote waal staan. De reden hiervoor was dat de sloten op een dusdanige onderlinge afstand liggen dat hier geen lage grondwaterstand ontstaat. Het vloerpeil van de woningen in de Houtzaagmolen, Wieken, Gangwerk en Kruiwerk ligt hierop 2,65m beneden NAP. De funderingsbalken zijn ca 60 cm hoog en de vloer is ca 25 cm hoog. De kruipruimte ligt dus op ca 3,50m beneden NAP. Het slootwaterpeil ligt in fase 3 van de Grote Waal op ca 3,90m beneden NAP. De ontwikkelaar BANERO heeft bij de bouw van de woningen in de Houtzaagmolen het hart van de blokken een drainage gelegd van rond ca 60mm. Hoe dit in de andere straten is gebeurt weet ik niet zeker maar ik heb begrepen dat deze buiten de blokken is gelegd in de achtertuin. Fase 3 van de Grote Waal is een expiriement geweest voor het leggen van drainage. Hierna is besloten om onder de woningen 2 drainageleidingen te leggen bij de voor en achtergevelbalk. Dit systeem wordt nog steeds toegepast. De onderkant van de drainage ligt op ca 3,70m beneden NAP. Bij veel regen is het verhang in de bodem naar boven gericht en kan dus overlast veroorzaken in de kruipruimtens. De vraag is of de drainage nog wel goed funcioneren en of de bewoners wel weten dat hier een drainage ligt. Je vraagt je nu wel af hoe ik dit allemaal weet maar ik woon in de Houtzaagmolen en in de kruipruimte is het altijd vochtig. Allen bij lange droogte is de kruipruimte niet vochtig. Advies mijnerzijds is het waterpeil met een 0,50 cm te verlagen maar dit zal vermoedelijk gevolgen hebben voor het dijklichaam van de Westerdijk. Met vriendelijke groet, Afdeling Veiligheid Vergunningen Handhaving Bureau Vergunningen en Bouwtoezicht Nico de Groot telefoon: 0229-252427 mobiel: 06-53861655 fax: 0229-252036 email: n.de.groot@hoorn.nl Van: Kampen, Jan van Verzonden: dinsdag 15 September 2009 11:44 Aan: Groot, Nico de Onderwerp: Grondwaterstanden Molenbuurt Grote Waal Beste Nico, Hebben wij peilbuizen staan in de Grote Waal, omgeving Houtzaagmolen? Met vriendelijke groet, Jan van Kampen Coordinator riolering en water Gemeente Hoorn, Afdeling Stadsbeheer/Ingenieursbureau Stadhuis Nieuwe Steen 1, Postbus 603, 1620 AR Hoorn Tel. 0229 25 29 47 # Mailto:i.van.kampen@hoorn.nl