Lesprogramma Stotteren



Vergelijkbare documenten
Bijlage Vragenlijst voor stotterende kinderen

EEN KIND DAT STOTTERT IN JE KLAS, WAT NU?

Bijlage 4.3 Vragenlijst basisonderwijs

# $ % ' ( )* & & &!! +, *--- % ' #.. 2, *---

Stotteren Logopedie Postadres Bezoekadres

Stotteren. in het beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs

Waar gaan we het over hebben?

Leren praten Turks. Colofon. Hart voor Brabant

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Stotteren. Hoe kan het dat de één stottert en de ander niet?

Bijlage 7.4 Een kind dat stottert op de speelzaal, in de kinderopvang of in de aanvangsgroep van de basisschool

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet

Spreken Wat is een dysartrie?

3 Hoogbegaafdheid op school

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

Het houden van een spreekbeurt

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Jonge stotterende kinderen en hun ouders. Onzekerheid en veel vragen. Ouders zijn niet de oorzaak van stotteren. 29/10/2012

CHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Informatie voor ouders

TALEN JE LEVEN! Informatie over meertalig opvoeden voor ouders en opvoeders

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Werkvormen: Lesdoelen: Filmpjes: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 8: Verliefd. Lesoverzicht

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Stotteren op de basisschool. Annelies Mobach Logopedist-stottertherapeut

van delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Waar een wil is, is een Weg!

Kinderen, lief maar. Wegwijzer Steenwijk Woensdag 12 november Carolien Boschma en Sjoukje Huisman Centrum voor Jeugd en Gezin

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Bijlage 9.3 Informatie voor de luisteraar. Stottercentrum Zeeland

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

Bijlage 4.5 Stotteranamneseformulier volwassenen

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Doelstellingen van PAD

Bloos je van bloot? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Bloot, naakt, privé, persoonlijk, cultuur, grenzen aangeven, respect, meisjes, jongens

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

Inknippen van je tongriempje

STOTTEREN IN DE KLAS

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Logopedie Sophie Gortzak maart 2010

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn kind heeft een LVB

Lesbrief bij de voorstelling Aardblij

Nieuws. Flits 2 oktober 2013 Jaargang 05 NieuwsFlits 3

Relaxatie en ontspanning. voor ouder en kind

Stemwerkschrift. Inhoud

Luisteren en samenvatten

Over kalveren en vlinders

Brochure voor ouders

Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering

Tips voor een goede spreekbeurt

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Leren praten Arabisch

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Juf Sabine en juf Maaike

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië)

ADHD en lessen sociale competentie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Buurman in de Winter Plan D / Andreas Denk (Nederland)

een ademtest om een speciale bacterie in je maag op te sporen 13C-ureumtest

Tips bij slechthorendheid

<prikkelaar toevoegen> Compaen pakt aan.

BESTE OUDER, HET GLAZEN HUIS OP SCHEPELWEYEN

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

In gesprek met medewerkers over verzuim

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Onder druk Geen uitweg voor Aïsha

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

Lesbrief thema: Identiteit

Cynthia A.M. Slomp I.S.M. Brede School Emmen

Het medicijn Gammaglobuline onder je huid Subcutaan

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Inhoudsopgave. Hoe ga je met dit boekje om? 7. 2 Lichaamsseintjes waaraan merk jij dat je zenuwachtig wordt? 17

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Transcriptie:

Lesprogramma Stotteren een praktische handleiding over stotteren in de bovenbouw van het basisonderwijs

Inleiding Een stotterend kind in de klas roept dikwijls vragen op: moet ik als leerkracht het kind uit laten praten of onderbreken? Moet het net als de andere kinderen een leesbeurt krijgen? Mogen andere kinderen iets van het stotteren zeggen of is het beter om het te negeren? Stotteren wordt vaak beïnvloed door de reactie van de luisteraar. In een klas heeft een kind dat stottert vaak te maken met 25 of meer luisteraars. Een les over dit onderwerp met daarin informatie over stotteren en tips voor de luisteraars kan veel spanning verlichten en zo het stotterprobleem verminderen. De les die in dit programma beschreven staat, is bedoeld voor groep 5 t/m 8 van de basisschool en kan gegeven worden als er een stotterende leerling in de klas zit. De kans op een stotterende leerling is aanwezig: er zijn in Nederland 200.000 mensen die stotteren. De les wordt samen met het stotterende kind gegeven. Het is raadzaam de behandelend logopedist/stottertherapeut hierbij in te schakelen. De les zal circa één uur in beslag nemen. Na een paar weken zou u op het onderwerp terug kunnen komen om na te gaan hoe de leerlingen met de informatie en de ervaringen zijn omgegaan. Het is onze ervaring dat er meestal niet méér aandacht aan besteed hoeft te worden. In deze brochure vindt u een theoretisch gedeelte over stotteren Bij het lesprogramma hoort een dvd waarop verschillende fragmenten staan. Fragment 1 toont een opname van vier kinderen die stotteren. Dit fragment kan in de les worden bekeken. Fragment 2, een ouderinterview en fragment 3, een interview met een leerkracht, dienen als achtergrondinformatie voor de leerkracht. Fragment 4 laat een deel van de les zien. Mocht u met vragen blijven zitten of de behoefte voelen u verder in het onderwerp te verdiepen, dan verwijzen wij u graag door naar het Stotter Informatie Centrum (SIC). Achterin de brochure vindt u de adresgegevens. Op de website van de NFS vindt u ook boeksuggesties en links naar andere websites. Wij hopen dat de les over stotteren voor iedereen een plezierige ervaring zal zijn. Ilanda de Dood en Irma Uijterlinde

Wat is stotteren? Thijs is 9 jaar en hij stottert. Iedereen in de klas weet dat, want Thijs praat veel en stottert veel. Als hij stottert, knippert hij met zijn ogen en beweegt hij soms zijn hoofd. Hij heeft een luide stem, reageert vaak ad rem en is door dit alles duidelijk aanwezig in de klas. Thijs is geliefd bij de andere kinderen. Eigenlijk wordt er nooit een opmerking gemaakt over zijn stotteren. Iedereen accepteert dat Thijs zo praat, misschien wel omdat hijzelf geen problemen lijkt te hebben met zijn stotteren. Maar toen in een kringgesprek het onderwerp wat wil jij later worden? aan de orde kwam, was Thijs stil. Later zei hij tegen juf dat hij het liefst meester zou zijn, net als zijn vader. Maar dat kan denk ik niet, want ik stotter. Feiten over stotteren In Nederland gaat 5 procent van alle kinderen op een bepaald moment onvloeiend spreken. Bij ca 80 procent van deze kinderen is dit, al dan niet met professionele hulp, van voorbijgaande aard. Bij deze groep verdwijnt het stotteren meestal vóór de puberteit. Bij 20 procent van de stotterende kinderen gaat het dus niet vanzelf over. Van alle volwassen Nederlanders stottert ongeveer 1 procent. Stotteren begint meestal tussen het 3e en 6e levensjaar: de periode waarin de spraak- en taalontwikkeling in volle gang is. Stotteren komt veel vaker voor bij jongens dan bij meisjes. In groep 5 van de basisschool is de verhouding 5:1. Waarschijnlijk spelen verschillende factoren hierbij een rol. Aangezien jongens zich meer dan meisjes in sprongen ontwikkelen, kan het stotteren tijdens deze heftige groeimomenten naar voren komen. Hoe is de snelheid van spreken en handelen? Zijn er intrinsieke en extrinsieke spanningen? Snelheid en timing zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hoe sneller je spreekt, hoe beter de timing van de spraakbewegingen moet zijn en hoe sneller de planning van de fonologische en syntactische taken, om vloeiend te blijven spreken. Wanneer de beurtwisseling in een gesprek snel verloopt, is de tijd om te reageren kort en moet de timing kloppen. Met snelheidsfactoren binnen stottergedrag worden echter ook leefsnelheid en handelingstempo bedoeld: hoe ziet de agenda van het kind eruit? Is er vaak haast geboden om op tijd te zijn, heeft het kind veel activiteiten? Moet alles snel? In een kinderleven is er vaak sprake van tijdelijke spanning, zowel positieve als negatieve spanning. Denk maar aan een verjaardag, Sinterklaas of een ziekenhuisopname. Deze spanningen kunnen het stotteren naar voren laten komen. Soms zijn spanningen niet tijdelijk maar structureel. Het stotteren van het kind kan een signaal zijn dat het niet goed met hem of haar gaat. Spanningen die buiten het kind liggen, noemen we extrinsieke spanningen. Van intrinsieke spanningen spreken we wanneer het kind door zijn karakter of temperament in botsing komt met zichzelf of zijn omgeving. Een kind dat hoge eisen stelt aan zichzelf bijvoorbeeld, of een kind dat moeite heeft met veranderingen. Een kind dat heftig reageert op het eigen stotteren. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat emotionalitiet een belangrijke rol speelt bij het uitlokken en in stand houden van stotteren. Kevin zit in groep 7. Toen hij vier was en naar school ging, begon hij te stotteren. In de jaren daarna kwam en ging het stotteren. De laatste tijd valt het echter weer meer op. In een oudergesprek vertellen Kevins ouders dat zijn jonge zusje ernstig ziek is en vaak naar het ziekenhuis moet. Hoe ontstaat stotteren Een kind kan gaan stotteren als het daar aanleg voor heeft. Deze aanleg lijkt erfelijk bepaald en houdt in dat er problemen zijn met de timing van de spraakbewegingen of met de planning van fonologische en/of syntactische taken. Stembanden, spieren en dergelijke die nodig zijn voor het spreken, zijn echter intact. Vrijwel elke stotteraar kan dus ook vloeiend spreken. Hoe is de verdere ontwikkeling? Onder belemmeringen verstaan we factoren in de spraak en taal die het vloeiend spreken belemmeren, bijvoorbeeld een te grote of juist een te kleine woordenschat of articulatieproblemen. Je kunt ook denken aan gehoorproblemen, vermoeidheid of gezondheidsklachten. Als het kind ook aanleg heeft voor timingproblemen, kunnen belemmeringen resulteren in stotteren. De uitlokkers Als iemand aanleg heeft voor stotteren, betekent dit niet dat hij daadwerkelijk gaat stotteren. De uitlokkers, de aanleiding om te gaan stotteren, kunnen we in drie groepen verdelen: Snelheidsfactoren; Spanningsfactoren; Belemmeringen. De buitenkant van het stotteren: vaak het topje van de ijsberg. De stotterverschijnselen Stotteren heeft een buitenkant en een binnenkant. De buitenkant van het stotteren is datgene wat we als luisteraar opmerken: het herhalen van delen van woorden, het verlengen van klanken, het vastzitten op bepaalde klanken, de stopwoordjes die iemand gebruiken kan, de meebewegingen die een kind soms maakt, het veranderen van zinnen of het gebruiken van synoniemen omdat een bepaald woord moeilijk uit te spreken is. Kortom: de worsteling om uit woorden te komen. De herhalingen, verlengingen en blokkades binnen het

spreken zijn de kern van het probleem, dit noemt men het kernstotteren. Een voorbeeld van een herhaling is: ma-ma-ma-ma-maar ik wil dat niet!. Een verlenging zou als volgt klinken: mmmmmmmmmmaar ik wil dat niet! of mmmaaaaaaaaar ik wil dat niet! Bij een blokkade zit het kind vast op de klank: maar..ik wil dat Wat kunnen leerkrachten zelf doen? Wil je het spreken van het stotterende kind vergemakkelijken, probeer dan de uitlokkers te beïnvloeden. Aan de aanleg kan je immers niets veranderen. niet! waarbij de /i/ van /ik/ er uiteindelijk met kracht uitgegooid wordt. Er is een groep kinderen die vechtend stottert. Onder de oppervlakte ligt bij hen altijd het gevoel dat stotteren niet mag. In plaats van rustig de herhalingen en verlengingen te laten komen, gaan deze kinderen extra kracht gebruiken om niet te stotteren. Dit vechtgedrag in het spreken kan zich uiten in gespannen bewegingen van tong, lippen, kaken en andere gezichtsspieren. Er ontstaan blokkades die heftig kunnen worden. Ook kunnen de kinderen gaan meebewegen met het hoofd, de handen en de voeten: dit zijn de meebewegingen tijdens het stotteren. Praat zelf rustig. Geef het kind de tijd. Snelheid Het is een vaststaand feit dat als stotterende mensen hun tempo vertragen, ze meestal vloeiender gaan spreken. Toch is het heel onnatuurlijk om langzamer te gaan spreken dan het eigen spreektempo. Voor kinderen onder de vijf jaar is het niet eens mogelijk om hun spreken bewust te besturen. Het helpt dan ook niet om tegen het kind te zeggen dat het langzaam moet praten of rustig moet ademen. Deze adviezen kunnen het kind het gevoel geven dat het iets fout doet waardoor het juist onzeker wordt en schuldgevoelens krijgt. Als de omgeving (ouders, leerkrachten) langzaam spreekt, creëert dit rust in de communicatie. Een rustigere beurtwisseling, even wachten voor je een reactie geeft, en een trager spreektempo aan het begin van de zin helpen het stotterende kind wèl De binnenkant is het verborgen gedeelte van de ijsberg. De binnenkant van het stotteren is niet altijd op te merken door de luisteraar. Kinderen die stotteren, kunnen spreekangst ontwikkelen. Ook kunnen er negatieve emoties ontstaan omtrent het stotteren: schaamte, verdriet, minderwaardigheidsgevoelens, boosheid. Sommige kinderen gaan hun best doen om niet te stotteren: minder praten of doen alsof zij het antwoord niet weten. Zij vechten zich niet door het stotteren heen maar vermijden het. Zij gaan zich terugtrekken of juist bravouregedrag vertonen. Dit vecht- en vermijdingsgedrag geeft extra spanning die het timingprobleem negatief beïnvloedt: de vicieuze stottercirkel is ontstaan. om vloeiender te spreken. Een leuke oefening hiervoor is om in een kringgesprek of taal-leergesprek 2 seconden te wachten voor er op een kind gereageerd mag worden. Dan blijkt dat normale gesprekken vaak zeer snel verlopen. Door weinig vragen te stellen, help je het kind ook om de druk op het spreken te verlichten. Een vraag beantwoorden vergt veel van de taal- en spreekvaardigheid en de timing van een kind. Door minder te vragen of gesloten vragen te stellen, geef je het kind meer rust in zijn denken. Dit bevordert het vloeiend spreken. Spanning Naima is een Marokkaans meisje van 10 jaar. Ze praat zacht en weinig en is moeilijk te verstaan. Ze zit sinds kort op een nieuwe school en de leerkracht krijgt de indruk dat Naima nog weinig Nederlands spreekt. Ze zoekt nog geen contact met de andere kinderen. In een gesprekje met Naima na de les hoort de leerkracht opeens dat ze stottert. Wat roept spanning op? Spanningen in het leven zijn onvermijdelijk. De spraak van een stotterend kind is echter gevoeliger voor spanning dan die van een niet-stotterend kind. Binnen de groep vinden voortdurend interacties plaats tussen de kinderen onderling en tussen leerkracht en kinderen. Er gelden regels die wellicht verschillen van de regels thuis. Zijn de schoolregels voor iedereen duidelijk? Spanningen in de klas hebben vaak te maken met de veiligheid in de groep, de weerbaarheid van het kind, de Hoe langer het stotteren bestaat, hoe meer de ijsberg groeit. Of een kind gaat vechten of vermijden, hangt af van zijn karakter en temperament. Ook hangt het af van de reacties van zijn omgeving op zijn stotteren. Hoe langer het stotteren bestaat, hoe meer kans er is dat het kind negatieve ervaringen heeft opgedaan die negatieve emoties oproepen. Het stotteren kan zich ontwikkelen tot een complex van factoren die het zelfbeeld van het kind beïnvloeden. sociaal-emotionele aansluiting met de andere kinderen. Ook het lesprogramma kan spanning opleveren: de eisen die aan kind gesteld worden, de toetsen die moeten worden afgenomen. Het is raadzaam om goed te kijken en luisteren naar de stotterende leerling. Welk temperament (intensiteit, gevoeligheid, vasthoudendheid, perfectionisme) heeft het? Welke situaties roepen spanning bij hem of haar op? Zijn deze situaties te beïnvloeden, door bijvoorbeeld het kind voor te bereiden op wat er gaat gebeuren of door duidelijk te maken dat fouten niet onoverkomelijk zijn? Wat heeft het stotterende kind nodig zonder dat hij of zij een uitzondering in de klas wordt?

Belemmeringen Een les over stotteren Als een stotterend kind ook een spraak-, taal- of leerprobleem heeft, is het soms raadzaam om hieraan te werken zonder druk. Zorg dat het kind sterker wordt van de geboden hulp. Het moet niet het gevoel krijgen dat de zaken hem boven het hoofd groeien. Benodigde tijd: Materialen: ongeveer 1 uur. DVD behorend bij het lesprogramma, afspeelapparatuur Bespreek met het kind hoe te reageren. Het gedrag van stotterende kinderen kan zeer verschillen. Sommige kinderen kunnen zich, mede door hun stotteren, teruggetrokken en geremd gedragen. Zij ontwikkelen hierdoor minder goed hun sociale vaardigheden en kunnen een onhandige indruk maken. Dit gedrag kan bij andere kinderen spanning en daardoor plaaggedrag opwekken. Stug reagerende leerlingen zullen eerder genegeerd worden. Andere leerlingen die stotteren zijn populair en hebben goede sociale vaardigheden. Er zijn ook leerlingen die op een opvallende manier stotteren, waarbij op een veeleisende manier beslag gelegd wordt op ieders aandacht. Met het kind zelf kan besproken worden hoe de leerkracht en de klasgenootjes het beste kunnen omgaan met het stotteren. Vooral de kinderen die al wat therapie achter de rug hebben, weten zelf heel goed wat zij wel en niet aankunnen. Ouders en behandelend therapeut kunnen hierbij ook helpen. Opmerking: de hieronder genoemde onderwerpen vormen een idee voor de les die samen met het stotterende kind wordt gegeven. De les kan ook in de vorm van een spreekbeurt gegeven worden. Zie voor tips voor een spreekbeurt www.stotteren.nl Inleiding Het kind dat stottert kan onderstaande tekst voorlezen of vertellen in zijn eigen woorden. Beste meester/juf en beste kinderen, Vandaag ga ik jullie iets vertellen over stotteren. Ik stotter zelf ook: dat hebben jullie natuurlijk wel eens gehoord. Stotteren is wel bijzonder: de ene keer kan ik een woord gewoon zeggen, de andere keer blijf ik er op hangen. Het is een naar gevoel om te stotteren. Ik voel het in mijn buik of mijn keel, soms zit het vast in mijn mond. Ook als ik niet stotter, denk ik er wel vaak aan. Stotteren zit dus in mijn lijf en in mijn hoofd. Stotteren is niet leuk, ik ben soms bang om te gaan praten. Bang dat ik vast blijf zitten en dat jullie gaan lachen. Het helpt mij erg, als jullie gewoon doen tegen mij en als ik gewoon mag stotteren. Want hoe harder ik mijn best doe om niet te stotteren hoe meer ik het juist doe. Ik kan mij voorstellen dat jullie niet weten hoe je moet reageren als ik stotter. Dat mag je mij altijd vragen! Soms vind ik het fijn als je mij helpt met mijn woorden en soms wil ik het zelf zeggen. Dat is voor jullie ook handig om te weten, anders worden we allemaal zenuwachtig en dat is niet nodig! Er zijn trouwens heel veel mensen die stotteren. Iedereen doet het op zijn eigen manier, dat kun je zien op de DVD die we straks bekijken. En aan het einde van de les mogen jullie zelf stotteren! Uitleg over stotteren (dit kan gedaan worden door het stotterende kind, de therapeut of de leerkracht) Stotterverschijnselen: herhalingen (losse stotters) verlengingen (glijstotters) blokkades (vaste stotters) Uitlokkers: spanning (zowel positief als negatief) snelheid (zowel in het spreken als in het leven ) vermijding (niet praten of andere woorden kiezen) Benadruk hierbij dat stotteren erfelijk bepaald is en in de genen kan zitten. Als je deze aanleg niet hebt ga je nóóit stotteren, wat er ook gebeurt in je leven. Stotteren is dus ook niet besmettelijk.

Geef voorbeelden bij de stotterverschijnselen en bij de uitlokkers. Hierna vertelt het stotterende kind over zijn/ haar eigen stotteren: op welke manier stottert hij/zij wat heeft hij/zij aan bijkomende gedragingen, gedachten en emoties wat gebeurt er tijdens stottertherapie (hierbij kan hij/zij materiaal uit de therapie laten zien) Colofon Dit lesprogramma is een uitgave van de Nederlandse Federatie Stotteren en is mede tot stand gekomen door: Subsidie van: Stichting Hulp na Onderzoek, Amsterdam De bijgevoegde DVD met opnamen van kinderen die stotteren wordt vertoond. Daarna wordt gevraagd naar de gevoelens van de klasgenoten tijdens het bekijken van de film. Mogelijkheden: zenuwachtig gevoel gespannen lichaam lachkriebels Als kinderen aangeven dat ze lachkriebels krijgen is het goed om na te vragen of dit uitlachen is. Voor de leerlingen en vooral voor het stotterende kind is het dikwijls een eye-opener te ervaren dat lachen niet altijd uitlachen betekent. Vaak is het een uiting van onmacht: niet weten hoe te moeten reageren. Stottermoppen Over stotteren mogen soms, als de sfeer goed is en het stotterende kind zich op z n gemak voelt, grapjes gemaakt worden. Ken je de nieuwe film van Harry Stotter al. Ja, de film is net zo goed als die van Harry Potter maar duurt wel twee keer zo lang. Hoe kun je zien dat iemand die stottert spaghetti besteld heeft in een restaurant? Er staan wel vier flesjes spa bij diegene op tafel. (Ik wil graag spaspaspaspaghetti bestellen ). Stotteroefening met de klas Gevraagd wordt wie zijn/haar eigen naam wil stotteren voor de klas. De overige klasgenoten geven aan welke stotter gebruikt wordt. Dit levert vaak veel plezier op en bewondering voor het stotterende kind ( jee, stotteren is echt niet gemakkelijk ). Musical Er is een leuke musical Bababalonië geschreven over stotteren. De musical kan opgevoerd worden in de bovenbouw en is geschikt als eindmusical. Bababalonië is een land waar stotteren de gewone manier van praten is. Informatie kan gevonden worden op: www.rep-en-roer.com Tekst: IIanda de Dood, logopedist/stottertherapeut Irma Uijterlinde, logopedist/stottertherapeut i.o. Illustraties Fabian Lodewijk Fabulousdesignz DVD Daniël, Britt, Göhkan, Evio Anja en Koen, ouders van Tom Meester Ton Sterre en haar klasgenoten Opnamelocaties: Stotterinterventiecentrum Alkmaar Basisschool De Kring Alkmaar Digitale filmproductie: Peter Sieben Orphic Film Met medewerking van: Ton Kwakkel, voorzitter NFS Joost van Ommen Voor informatie over stotteren en bestellingen van informatiemateriaal kunt u terecht op de website www.stotteren.nl. Op deze website vindt u bij Therapie Zoek een therapeut adressen van logopedisten/stottertherapeuten of stottercentra bij u in de buurt. Voor vragen over stotteren kunt u een e-mail sturen naar nfs@stotteren.nl of contact opnemen met: Stotter Informatie Centrum (SIC) Telefoon: 030-233 33 36 Postadres: Postbus 119 3500 AC Utrecht Voor informatie over de Nederlandse Stottervereniging Demosthenes zie: www.demosthenes.nl, e-mail: info@demosthenes.nl België Internet: www.stotteren.be De NFS is onafhankelijk en geeft voorlichting over stotteren. De NFS is afhankelijk van subsidies en donaties. U kunt ons goede werk ondersteunen door het doen van een gift. U kunt ook donateur worden door het storten van 15,- of meer op gironummer 66969 ten name van NFS Utrecht, onder vermelding van Donateur, <jaartal>. 2008, NFS Utrecht

Nederlandse Federatie Stotteren/ Biltstraat 449, 3572 AW Utrecht tel: 030-2333336 fax: 030-2885288 Stotter Informatie Centrum Postbus 119, 3500 AC Utrecht www.stotteren.nl nfs@stotteren.nl