Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande eierveiling + legkippenbedrijf

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen milieueffectrapportage

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Richtlijnen milieueffectrapportage voor een mestvarkensbedrijf te Rijkevorsel, De heer Gustaaf Hendrikx, Gansheideweg 4, 2310 Rijkevorsel

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Milieueffectrapport voor de uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkensinrichting tot varkens

Richtlijnen milieueffectrapportage: Gallina NV Hoogstraten

Richtlijnen milieueffectrapportage

The Brussels Airport Company Pier A-West

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Van Wonterghem Eddy Uitbreiding bestaand varkensbedrijf tot varkens

Richtlijnen milieueffectrapportage. Pluimveehouderij met stalruimte voor stuks pluimvee te Rijkevorsel. (De Kroon Destrooper N.V.

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van het slachtkuikenbedrijf Coninx

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Capaciteitsuitbreiding van de productie van formaldehyde, ureumformaldehyde en afgeleide harsen bij Dynea NV te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Fysicochemische installatie en uitbreiding van de deponie bij Indaver NV

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

HERVERGUNNING EN UITBREIDING VAN METALLO-CHIMIQUE NV TE BEERSE

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Electrabel NV Verdere exploitatie van de elektriciteitscentrale Langerbrugge

Richtlijnen milieueffectrapportage

Renogen biomassa-wkk te Ham

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Uitbreiding van de kopersmelter

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage. Milieueffectrapport voor een pluimveehouderij met mestkuikens te Zonnebeke (Lagrou Patrick)

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot varkens in Hoogstraten

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper

SEA-Tank Terminal NV Nieuw tankpark aan het 6de havendok te Antwerpen

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Monsanto: MER voor diverse uitbreidingsprojecten

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Nieuwe installatie voor de productie van PET van JBF Industries te Laakdal/Geel

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Hervergunning en verandering van EOC Belgium Latex Division II te Evergem

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning van TAMINCO N.V.

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Richtlijnen milieueffectrapportage. ITC Rubis Terminal Antwerp NV wijziging en uitbreiding op- en overslagactiviteiten

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een bestaand legkippenbedrijf tot legkippen

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing en uitbreiding van een bestaande pluimveehouderij tot legkippen en 50 paarden

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Richtlijnen milieueffectrapportage: Inza Schoten: Hernieuwing van de milieuvergunning

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

UITBREIDING BIJ UMICORE NV TE HOBOKEN

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

27 september 2011 PRMER-0589-RL

Richtlijnen milieueffectrapportage

Chevron Phillips International NV - hervergunning

Varkensbedrijf Snels te Hoogstraten

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding Veolia ES MRC te Antwerpen

Richtlijnen milieueffectrapportage

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare)

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Richtlijnen project-milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot legkippen en 550 mestvarkens in Maaseik

De Berghoeve bvba Zoutleeuw

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot 4286 varkens te Knesselare

Project-MER-Verslag. Hervergunning en uitbreiding voor de meeverbranding van biomassa-afval van een electriciteitscentrale

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille

Hervergunning en verandering van Ford Werke GmbH te Genk

Elektriciteitscentrale BerinGen - Beringen

Hervergunning en wijziging centrale Langerlo. Initiatiefnemer:

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Richtlijnen milieueffectrapportage. MER voor PRAYON NV Exploitatie van een chemisch bedrijf

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Realisatie Stadsvernieuwingsproject Vrijdagmarkt te Gent.

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Misa Eco BVBA: Zwavelzuurproductie

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

Milieueffectrapport voor een varkensbedrijf met varkensplaatsen in de toekomstige situatie te Heuvelland

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Hervergunning van ArcelorMittal Genk FCS. Initiatiefnemer:

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand veeteeltbedrijf te Lochristi

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing en uitbreiding van een varkensbedrijf in Wuustwezel tot vergunde dieren

Transcriptie:

Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen milieueffectrapportage Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande eierveiling + legkippenbedrijf Eierveiling Poederlee NV Lichtaartsesteenweg 103 2275 Poederlee (Lille) 22 oktober 2008 PR0366 - RL

1. Inleiding Dit milieueffectrapport wordt opgemaakt met het oog op de uitbreiding en hernieuwing van de milieuvergunning van de eierveiling Poederlee NV. Het bedrijf beschikt over een milieuvergunning voor de opslag en het verhandelen van eieren (entiteit A) en het houden van legkippen (entiteit B). De initiatiefnemer wenst het legkippenbedrijf uit te breiden tot een bedrijf met plaats voor 166.508 stuks legkippen. Daarvoor worden twee nieuwe stalgebouwen opgericht op het perceel gelegen ten oosten van het pluimveebedrijf. Overeenkomstig de huidige inzichten is deze activiteit onderworpen aan de MER-plicht volgens rubriek 21 b) van bijlage I van het besluit van de Vlaamse Regering van 10/12/2004 (BS 17/02/2005), met name: Installaties voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij met meer dan: 60.000 plaatsen voor hennen (legkippen) ; De initiatiefnemer van het voorliggend project is Eierveiling Poederlee NV, Lichtaartsesteenweg 103 te Poederlee (Lille). De Dienst Mer van de afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid heeft het kennisgevingsdossier volledig verklaard op 22 juli 2008. Het gemeentebestuur van Lille heeft dit dossier ter inzage gelegd op het gemeentehuis van 1 augustus tot en met 30 augustus 2008 via aanplakking en publicatie via de gemeentelijke website. Parallel werden adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd. Deze richtlijnen zijn opgesteld door de Dienst Mer en hebben betrekking op de inhoudsafbakening van het MER. Ontvangen inspraakreacties en adviezen werden hierin verwerkt (zie overzicht als bijlage). 2. Vorm en presentatie Algemeen met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de Dienst Mer: de titels en de inhoud van de diverse delen en paragrafen te laten overeenstemmen; recent kaartmateriaal (bij voorkeur minimum A4-formaat) te gebruiken, telkens voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding, noordpijl en legende. Waar mogelijk dienen de grenzen van het bedrijfsterrein duidelijk aangegeven te zijn en dient door het kaartmateriaal ook duidelijk te zijn welke de omringende activiteiten/bedrijven zijn; eventuele achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; te letten op het gebruik van Nederlandstalige begrippen en afkortingen en het gebruik van internationaal aanvaarde benamingen, notaties en eenheden; volledige afstemming tussen de tekst van het eigenlijke MER en de niet-technische samenvatting; de juistheid van de diverse verwijzingen en nummeringen (figuren, tabellen) na te gaan; het MER grondig na te lezen op tikfouten, spellingsfouten en grammaticale fouten; dat alle ingediende eindversies van het rapport door de initiatiefnemer, de coördinator en door alle deskundigen worden ondertekend, en dit op één daartoe voorziene bladzijde in het MER. 2Dienst Mer - Richtlijnen PRO366: Eierveiling Poederlee nv te Lille

De definitieve versie van het MER wordt in twee gedrukte (1 losbladig en een vast) exemplaren en 1 elektronisch exemplaar (CD-ROM) ingediend. De niet-technische samenvatting wordt als een apart document in digitale vorm aangeleverd. 3. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming art.4.3.7. 1,1, a en b De doelstelling bestaat erin de effecten aan te tonen voor de voorliggende inrichting voor varkens op het omliggende milieu. Een duidelijke beschrijving van de doelstellingen en verantwoording van het project dient opgenomen te worden in het rapport. Het MER is niet alleen een hulp bij de besluitvorming, maar volgens art. 4.1.7. van het decreet moeten ook de conclusies doorwerken in de besluitvorming. Het MER zal hiermee rekening houden bij de formulering van mogelijke alternatieven, milderende of compenserende maatregelen. Aanvullend op de kennisgeving vraagt de Dienst Mer dat de volgende punten aangevuld/aangepast worden: - Er wordt, ondanks de beschreven plannen tot nieuwbouw van stallen, geen melding gemaakt van de aan te vragen stedenbouwkundige vergunning. 4. Voorgenomen project en alternatieven art.4.3.7. 1,1, c, d en e De volledig verklaarde kennisgeving beschrijft het voorgenomen project op een voldoende wijze. De diverse in de kennisgeving vermelde alternatieven dienen op een gelijkwaardige manier te worden verduidelijkt en geëvalueerd op hun milieueffecten. De inplanting van de nieuwe stallen ten opzichte van het BPA dient verduidelijkt te worden. Het is onduidelijk of de uitbreiding binnen de grenzen van het BPA valt. Wat betreft de uitvoeringsalternatieven dienen de gebruikte en geplande processen en installaties geëvalueerd te worden ten opzichte alle relevante passages uit de Vlaamse BBTstudies (VITO) en/of de Europese BREF-documenten (EIPPCB). Hierbij dienen zowel de sectorspecifieke als de zogenaamde horizontale BBT-documenten (onder meer toepasselijke elementen uit de BBT Mestverwerking en eventueel BREF Emissions from storage of bulk or dangerous materials ) te worden gescreend op toepasselijke passages. Alle alternatieven of emissiereducerende technieken die volgens deze bronnen als BBT worden beschouwd zullen in het MER worden opgelijst. De impact van het inzetten van deze technieken op de verwachte milieueffecten zal zoveel mogelijk kwantitatief worden uitgedrukt. Gemotiveerd zal worden waarom in de geplande situatie een bepaalde keuze van techniek wordt gemaakt. Andere toepasselijke kosteneffectieve reductiemaatregelen, zoals (eventueel) opgenomen in de sectorstudies, uitgevoerd in opdracht van de Dienst Lucht en Klimaat van de Vlaamse 3Dienst Mer - Richtlijnen PRO366: Eierveiling Poederlee nv te Lille

Overheid (LNE), of andere gelijkaardige studies, dienen eveneens te worden vermeld en geëvalueerd. Aanvullend op de kennisgeving vraagt de Dienst Mer dat de volgende punten aangevuld/aangepast worden: - een verduidelijking of er peilbuizen aanwezig zijn op het bedrijf; 5. Juridische en beleidsmatige context art.4.3.7. 1,f De volledig verklaarde kennisgeving schetst in de vorm van een matrix het juridisch/beleidsmatige kader dat voor dit MER van belang is. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en in het bijzonder ook aangeven of het juridische/beleidsmatige kader onderzoekssturend kan zijn, dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken van deze randvoorwaarden op te volgen. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden met een uitgesproken ruimtelijke component dienen cartografisch gepresenteerd te worden. Aanvullend op de kennisgeving vraagt de Dienst Mer dat de tekst wordt aangevuld/aangepast met: Er wordt steeds over veeteeltbedrijven gesproken in plaats van pluimveebedrijven voor de beschrijving van de effecten; Omzendbrief RO/2006/01: afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van installaties voor mestbehandeling en vergisting Er dient verder in het document bij een beschrijving van de referentiesituatie en bij de effectbespreking rekening worden gehouden met bovenstaande aanvullingen van juridische en beleidsmatige randvoorwaarden. 6. Bestaande toestand en milieueffecten art.4.3.7. 1,1, g en 1,2, a, b, c 6.1. Bestaande toestand en ontwikkelingsscenario s art.4.3.7. 1,1, g De kennisgeving geeft op voldoende wijze een beschrijving per milieuthema van de wijze waarop de referentiesituatie zal worden beschreven en welke bestaande gegevens daarvoor zullen gebruikt worden. In het MER dienen de methodologische aanpak en de gebruikte informatiebronnen (ook eventuele klachten) waarop gesteund wordt voor de beschrijving van de referentiesituatie in voldoende detail te worden beschreven. - Relevante ontwikkelingsscenario s dienen te worden uitgewerkt. Naast het voorgenomen project is het ook nodig informatie en kennis te vergaren over activiteiten, projecten of plannen die vergund en/of gepland zijn en redelijkerwijze in de onmiddellijke toekomst worden uitgevoerd in de nabije omgeving en die samen met het voorgenomen project cumulatieve effecten kunnen teweegbrengen. 4Dienst Mer - Richtlijnen PRO366: Eierveiling Poederlee nv te Lille

Aanvullend op de kennisgeving vraagt de Dienst Mer dat de overzichtsmatrix wordt aangevuld/aangepast met: p. 29: de gemeente Ardooie wordt vermeld in plaats van Lille Bij de beschrijving van de referentiesituatie wordt onder het aspect fauna en flora melding gemaakt van een naaldhoutaanplanting zonder ondergroei (pa) op 60 m van het bedrijf. Bij onderzoek ter plaatse door ANB werd geconstateerd dat de te ontbossen locatie voor 40% uit loofhout bestaat. Aan de achterzijde van het bos staat een oude eiken houtkant waarvan wellicht een aantal eiken zullen gekapt worden. Er komen ook Amerikaanse eiken, gewone esdoorns, zwarte elzen en berk voor, naast grove den. Er is een mantelvegetatie aanwezig van sporkenhout, jonge zomereik, berk en gewone vlier. Verderop wordt het bos eentoniger met vooral Corsicaanse den. Gezien de ecologische waarde van het perceel dient in het Mer nagedacht te worden over een mogelijke compensatie van dit bos bv. door de aanplanting van een breed groenscherm met inheemse struiken of een hakhoutkant die het bedrijf ook landschappelijk beter kan afschermen. 6.2 Milieueffecten en milderende maatregelen art.4.3.7. 1,2, a, b, c De kennisgeving geeft een behoorlijke projectgerichte beschrijving per milieuthema van de wijze waarop de effecten zullen worden onderzocht en beoordeeld en geeft aan dat in functie van het effectonderzoek milderende maatregelen zullen worden voorgesteld en uitgewerkt. Belangrijk is dat in de tekst van het MER voor elke onderzochte effectgroep duidelijk de gebruikte methodologie wordt uiteengezet en dat er gestreefd wordt naar een maximale kwantitatieve beschrijving van het effect. De effectbespreking zal per milieuthema onderzocht worden. De Dienst Mer kan zich vinden in deze werkwijze, mits per thema ook een duidelijke en verhelderende omslag gemaakt wordt naar de relevante milieudiscipline(s). De in de kennisgeving aangegeven thema s die zullen onderzocht worden zijn geurhinder, verzuring, vermesting, visuele hinder, geluidshinder, zwevend stof, verstoring waterhuishouding, bodemverontreiniging/verstoring, verontreiniging oppervlaktewater, klimaatsverandering, verspreiding van bestrijdingsmiddelen, verandering van biodiversiteit. Ook verkeershinder dient toegelicht te worden. Cumulatieve effecten dienen te worden onderzocht, met name dient er te worden nagegaan in welke mate omliggende activiteiten gelijkaardige milieueffecten genereren (bv. geurhinder). De Dienst Mer vraagt om bij de beschrijving van de bestaande toestand en milieueffecten, als aanvulling op de volledig verklaarde kennisgeving, voldoende aandacht te besteden aan het volgende: Algemene opmerking: De bedrijven zijn twee individuele entiteiten doch in het MER dienen de effecten cumulatief beken te worden, indien relevant (vb. verkeer). Met betrekking tot de discipline lucht: - Stof bij deze activiteit kan door meerdere handelingen / activiteiten worden veroorzaakt vb. vervoer, gebouwenverwarming, beweging van de dieren zelf, voederwijze, silo s, in dit geval de afbraak en opbouw van de gebouwen, 5Dienst Mer - Richtlijnen PRO366: Eierveiling Poederlee nv te Lille

- er duidelijk zal aangegeven worden wat het emissiereducerende effect is op de geuremissies, ammoniakemissies en fijn stof emissies van het gekozen stalsysteem in de geplande situatie t.o.v. de bestaande situatie; - Voldoende aandacht dient besteed aan eventuele milderende maatregelen (vb. voor diffuus stof: wegenverharden, bandenwasinstallatie,...). Ook stofbestrijdende maatregelen (vb. bij vullen / ledigen silo's) aangeven. - in verband met de gegevensbronnen voor de discipline lucht zijn bij de VMM/Ircel reeds meer recente luchtkwaliteitsgegevens en interpolatiekaarten beschikbaar. Deze dienen dan ook gebruikt te worden. Met betrekking tot de discipline bodem en grondwater: - Eventueel grondverzet tijdens de constructiefase dient te worden besproken, rekening houdend met de toepasselijke reglementering. - De noodzaak van bemaling tijdens de constructiefase dient onderzocht te worden, alsook de mogelijke gevolgen hiervan. - Maatregelen voorzien om mogelijke incidenten/lekken bij aanleg of uitbating te vermijden dienen te worden vermeld (zie opslag stookolie). - Omdat belangrijke aandacht zal dienen te gaan naar verzuring wordt verwezen naar twee goede rapporten terzake. Zo reikt het RIVM-rapport 725501 001: Evaluatie van de verzuringsdoelstellingen: de onderbouwing door Albers et al., 2001, veel info aan. Ook het onderzoek van Staelens et al, 2006, Dynamische modellering van streeflasten voor bossen in Vlaanderen noteert een aantal interessante, verfijnde gegevens. Hiermee kan voor de relevante verzurende en eutrofiërende stoffen een inschatting worden gemaakt van effecten voor de omgeving en mogelijke milderende maatregelen. - De noodzaak tot opmaak van een oriënterend bodemonderzoek dient beschreven te worden. Het MER dient te verduidelijk of er in het verleden reeds een bodemonderzoek is uitgevoerd en wat de periodieke onderzoeksplicht is. Verdere noodzakelijk stappen hieromtrent dienen aangegeven te worden. Met betrekking tot de discipline geluid: - Met betrekking tot de discipline water: - De waterlopen in de omgeving van het bedrijf en in de omgeving van de bedrijfseigen cultuurgronden (indien relevant) waarop bemest worden zullen beschreven worden. Alsook zal rekening gehouden worden met de resultaten uit het MAP-meetnet voor de effecten van vermesting in te schatten. Met betrekking tot de discipline fauna en flora: - Eventuele effecten (verzuring,...) op kleine landschapselementen in de omgeving dienen eveneens te worden beschreven in het MER. - Uit de kennisgeving blijkt dat de vuilwaterstromen van het bedrijf (huishoudelijk afvalwater en water dat van het bedrijfsterrein afstroomt) via grachten uiteindelijk terecht komen in de Kleine Nete die op deze locatie werd aangeduid als habitatrichtlijngebied (BE2100026) o.a. voor de bescherming van een aantal zeldzame en kwetsbare vissoorten (Beekprik, Rivierdonderpad, Grote en Kleine Modderkruiper). ANB verwacht geen significante negatieve impact van de betreffende lozingen op de natuurlijke kenmerken van het habitatrichtlijngebied en op de beschermende soorten op voorwaarde dat de lozingsnormen van Vlarem gerespecteerd worden. Er dient wel onderzocht te worden of er bijkomende maatregelen noodzakelijk zijn om in geval van calamiteiten of lekkage significante negatieve effecten op de beschermingszone te voorkomen. Er kan gekeken worden naar de aanleg van een voldoende groot bufferbekken met rietveld. 6Dienst Mer - Richtlijnen PRO366: Eierveiling Poederlee nv te Lille

- Zones met een hoge faunistische of floristische waarde in het studiegebied zullen beschreven en effecten hierop onderzocht worden. Op de Kempische Heuvelrug ten zuiden van het bedrijf eveneens aangeduid als habitatrichtlijngebied (BE2100026) komen een aantal zeer waardevolle vegetaties voor die als habitat beschermd zijn. Het gaat om de volgende habitats: - Habitat 3110: mineraalarme oligotrofe wateren van de Atlantische zandvlakten met amfibische vegetatie: Lobelia, Litorellia en Isoëtes - Habitat 3130: oligotrofe wateren va,n het Middeneuropese en perialpiene gebied met Litorella- of Isoëtesvegetatie of met eenjarige vegetatie op drooggevallen oevers - Habitat 4010: Noordatlantische vochtige heide met Erica Teralix Er dient nagegaan te worden of er een impact te verwachten is van de door het bedrijf veroorzaakte verzuring en vermesting op deze vegetaties/habitats. Indien de impact betekenisvol geacht wordt, dan dient in het Mer eveneens een passende beoordeling te worden opgenomen. Met betrekking tot de discipline Landschap, Bouwkundig erfgoed en archeologie - Bijzondere aandacht dient ook te worden besteed aan de aanwezige groenschermen en de verdere uitwerking hiervan (met aandacht voor visueel-landschappelijke facetten en nadruk op streekeigen groen). Een concreet voorstel van groenscherm(uitbreiding) dient in het MER te worden opgenomen. - Er zal aandacht besteed worden aan de landschappelijke integratie van het bedrijf - Ook het effect op het archeologisch en bouwkundig erfgoed zal besproken worden. Met betrekking tot de discipline Mens - De huidige en toekomstige verkeersbelasting van de verschillende wegen waarlangs de transporten gebeuren dient besproken te worden. De effecten van het project op de wegen (in het bijzonder de lokale wegen) zullen in het MER in kaart worden gebracht. In de diverse disciplinespecifieke delen dient de nodige aandacht te worden besteed aan de mogelijke gevolgen van incidenten en de voorzieningen/maatregelen om de impact van incidenten te minimaliseren. Tijdens het opstellen van het MER dient gebruik gemaakt te worden van de disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r., meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (bronnen van) Basisinformatie, (afbakening van het) Studiegebied en (analyse van de) Referentiesituatie, (karakterisering van de) Effectgroepen, Effectuitdrukking en Beoordelingscriteria, en (analyse van de) geplande situatie. 7. Vergelijking van de alternatieven art.4.3.7. 1,2, e Voor de in het MER behandelde alternatieven dient de milieu-impact ingeschat te worden, o.m hun voor- en nadelen, zodat de verschillende alternatieven ten opzichte van elkaar kunnen afgewogen worden. Als aan de hand van de resultaten van het effectenonderzoek de noodzaak blijkt om bijkomende alternatieven te onderzoeken, moet dit in het MER ook gebeuren. 8. Leemten in de kennis art.4.3.7. 1,4 7Dienst Mer - Richtlijnen PRO366: Eierveiling Poederlee nv te Lille

Het MER dient de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld aan te geven. Deze leemten kunnen ingedeeld worden naar hun aard waarbij dan onderscheid dient gemaakt te worden tussen leemten m.b.t. het project, m.b.t. inventarisatie en aangaande methode en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 9. Monitoring en evaluatie art.4.3.7. 1,2, d In het MER zal per discipline aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn, bijvoorbeeld in de vergunningverlening of om een leemte in de kennis op te vullen. 10. Integratie en eindsynthese art.4.3.7. 1,2, e In een afzonderlijk deel zal het MER een disciplineoverschrijdende, leesbare samenvatting geven van de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. Er dient een afzonderlijk hoofdstuk te worden voorzien met als titel Elementen ter beoordeling van effecten op het watersysteem ten behoeve van de watertoets, waarin een oplijsting wordt gemaakt van (of duidelijk wordt verwezen naar) de noodzakelijke elementen om deze watertoets te kunnen uitvoeren. Dit hoofdstuk dient te bestaan uit een synthese van de belangrijkste effecten die in het kader van het MER op het watersysteem naar voren komen. Voor meer details hieromtrent wordt verwezen naar de aanbevelingen hierover in het nieuwe m.e.r.-richtlijnenboek water en het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006 (BS 31/10/06). Tevens zal men in deze synthese aangeven of het project een voor het milieu haalbaar project is of welke maatregelen nodig zijn om het project haalbaar te maken. 11. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen art.4.3.7. 5,3 In dit hoofdstuk geeft het MER aan welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. 12. Niet-technische samenvatting art.4.3.7. 1,5 De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt en correct weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren, kaarten of tekeningen dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. Deze niet-technische samenvatting wordt bij het indienen van de definitieve versie tevens in digitale vorm aangeleverd. 8Dienst Mer - Richtlijnen PRO366: Eierveiling Poederlee nv te Lille

Brussel, 22 oktober 2008, Hoogachtend, Paul Van Snick Algemeen directeur Afdelingshoofd AMNEB 9Dienst Mer - Richtlijnen PRO366: Eierveiling Poederlee nv te Lille

Bijlage Lijst van inspraakreacties tijdens de terinzagelegging in de gemeente Lille Lijst van de aangeschreven administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die schriftelijk reageerden en met wiens advies rekening werd gehouden in deze richtlijnen: Gemeente Lille Agentschap voor Natuur en Bos, Antwerpen (Hilde Meurisse) LNE, Dienst Hinder en Risicobeheer (Gunther Van Broeck) OVAM (Rudy Meeus) Lijst van de aangeschreven administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die lieten weten geen opmerkingen te hebben: Departement Landbouw en Visserij, Duurzame Landbouwontwikkeling Antwerpen (Marc Candries) Agentschap R-O Vlaanderen, R-O Antwerpen, Onroerend Erfgoed (Alde Verhaert) Lijst van de administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die niet reageerden op de vraag om advies: LNE, Dienst Lucht en Klimaat LNE, Afdeling Milieuvergunningen Antwerpen VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer Antwerpen VMM Buitendienst Mechelen Agentschap R-O Vlaanderen, R-O Antwerpen, Ruimtelijke Ordening Vlaamse Landmaatschappij Provincie Antwerpen Ontvangen hiervan wel een ontwerptekst: Provinciebestuur Antwerpen Op basis van bovenstaande lijst wordt gevraagd 9 exemplaren van de ontwerptekst van het MER toe te sturen. 10Dienst Mer - Richtlijnen PRO366: Eierveiling Poederlee nv te Lille