BELGiSchE PEtRoLEum FEdERAtiE JAARVERSLAG 2008



Vergelijkbare documenten
Kerncijfers BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE

Marktaandeel van aardolie in de primaire energieconsumptie % 39,5 40,0 39,2 39,0 Invoer van ruwe aardolie kt

KERNCIJFERS BELGIË. Marktaandeel van aardolie in de primaire energieconsumptie % %

JAARVERSLAG BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE

Belgische Petroleum Federatie JAARVERSLAG Jaarverslag

BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE JAARVERSLAG

Jaarverslag BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE

Jaarverslag. Belgische Petroleum Federatie

betreffende de problematiek van de hoge brandstofprijzen

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers % 80% 60% 40%

Makers van biodiesel en bioethanol

MAXIMUMPRIJZEN VOOR BENZINE EN DIESEL EN KORTINGEN AAN DE POMP

Belgische Petroleum Federatie. Jaarverslag

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE. Jaarverslag

BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE JAARVERSLAG

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers % 80% 60% 40%

20% 60% 80% 40% ENERGIE. Kerncijfers 2016

VR MED.0081/1

20% 60% 80% 40% ENERGIE. Kerncijfers 2015

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

Equitaxerend principe toegepast

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof.

Beheersorganisme voor de aanvaardingsplicht gebruikte olie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

Belgische Petroleum Federatie. jaarverslag

MBO. Briefadvies MBO. Datum

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers %

JAARVERSLAG 2001 BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE TAAK. SECRETARIAAT Op 1 januari 2002

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers %

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de verzoening van de behoeften aan energie en aan zuivere lucht in onze maatschappij

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

Nieuwe financiële instrumenten

Overzicht en perspectieven voor een duurzame ontwikkeling van asfalt in een economie in voortdurende verandering. Wim Teugels Nynas N.V.

emissie broeikasgassen

memorandum CRB Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PUBLIC. Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE

KLIMAATVERANDERING EN ZESDE STAATSHERVORMING. Prof. Dr. Luc LAVRYSEN. Rechter in het Grondwettelijk Hof Hoogleraar Universiteit Gent

CO 2 -uitstootrapportage 2011

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd?

Accijnsmonitor Resultaten januari t/m december 2013

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

Bevoorradingszekerheid

(autogas en propaan)

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

ADVIES. Ontwerpbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van XXX betreffende vrije vloot fietsdelen

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

ENERGIE OBSERVATORIUM 20% Kerncijfers % 60% 40%

Nieuwe Energiepremies «Om onze energierekening te verlichten en het klimaat te beschermen!»

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

TOEGESTANE EVOLUTIE VAN DE LOONKOST VOOR I. Geen loonsverhoging voor 2015, maar beperkte mogelijkheden voor 2016

D r Thomas Chaize Analyse Strategie Hulpbronnen Prijsontwikkeling van het vat aardolie sinds een eeuw. Mailing n

Perscommuniqué van 16/11/2015

MEDEDELING AAN DE LEDEN

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017

Overeenkomst tot begeleiding en financiering bodemsanering tankstation bij sluiting van de uitbating

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

Milieubeleidsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en het Verbond van de Glasindustrie vzw betreffende de reductie van de NOx emissies

Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Advies benzine en diesel

Curaçao Carbon Footprint 2015

Marktontwikkelingen varkenssector

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Bijkomende informatie:

reating ENERGY PROGRESS

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

betreffende de oprichting van een Vlaams fonds voor lekkende stookolietanks

Praktische-opdracht door een scholier 1792 woorden 29 januari keer beoordeeld

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS ADVIES. over

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Kernenergie in de Belgische energiemix

BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden

Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB

BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE. Jaarverslag

Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei Energie in Beweging

Transcriptie:

Belgische Petroleum Federatie JAARVERSLAG2008

De Belgische Petroleum Federatie (BPF) is de officiële woordvoerder van de voornaamste petroleummaatschappijen die actief zijn in de raffinage en de distributie in België. Ze vertegenwoordigt 4 raffinaderijen, 6 ondernemingen actief in de distributie van petroleumproducten en één stockagebedrijf. Op deze manier dekt de BPF 100 % van de raffinagecapaciteit en bijna 80 % van de verkoop van brandstoffen in België. Belgische Petroleum Federatie Jaarverslag 2008 2

INHOUDSTAFEL VOORWOORD VAN DE VOORZITTER 5 DE INTERNATIONALE SITUATIE 12 DE EVOLUTIE OP WERELDVLAK 13 De prijs van ruwe olie 13 DE EVOLUTIE PER SECTOR 14 De reserves 15 De productie 16 Het verbruik 17 De raffinage 17 DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË 19 De evolutie van de maximumprijzen 21 De gevoeligheid van de prijzen van petroleumproducten 26 - De pompprijs ten opzichte van de prijs van ruwe aardolie 27 De raffinage 28 De buitenlandse handel 30 - Ruwe aardolie 30 - Afgewerkte producten 31 Het binnenlands verbruik 32 DE BELANGRIJKSTE DOSSIERS 35 MILIEUBESCHERMING 36 De strijd tegen verzuring en ozon 36 - De emissies van de raffinaderijen 36 De vermindering van de broeikasgasemissies en het systeem verhandelbare emissierechten 37 - De klimaatplannen en de sector petroleumraffinage 38 Het bodemsaneringsfonds voor tankstations (BOFAS) 38 Het bodemsaneringsfonds voor stookolietanks van particulieren (PREMAZ) 39 De aanvaardingsplicht van gebruikte smeerolie 40 - Het beheersorganisme VALORUB vzw 40 Meetnet luchtverontreiniging petroleumraffinaderijen 41 Jaarverslag 2008 3

INHOUDSTAFEL Distributie van LPG in tankstations in Vlaanderen 41 Biobrandstoffen 41 - Wetgeving inzake biobrandstoffen 41 - Biobrandstoffen en duurzaamheidscriteria 43 - Impact van biobrandstoffen op de maximumprijzen 43 - Biobrandstoffen en uitstoot van broeikasgassen 43 - Deelname van de BPF aan de Lente van het Leefmilieu 45 DE ECONOMISCHE KWESTIES 46 De normalisatie van petroleumproducten & Belgische normalisatiecommissies 46 De strategische voorraden 46 Het Sociaal Verwarmingsfonds 47 De maximumprijzen van brandstoffen 48 - De programmaovereenkomst 48 - De accijnzen op brandstoffen 50 De controle van de kwaliteit van brandstoffen 53 De evolutie van het aantal tankstations 55 De beveiliging van tankstations 56 - Overvallen op tankstations 56 - Doorrijden zonder betalen 56 DE SOCIALE ACTUALITEIT 58 Opvolging CAO 2007-2008 58 CAO 2009-20 58 INDEX VAN DE TABELLEN EN FIGUREN 59 DIVERSEN 62 PERMANENT SECRETARIAAT VAN DE BPF 62 RAAD VAN BESTUUR OP 5 MAART 2009 62 AANGESLOTEN MAATSCHAPPIJEN OP 1 JANUARI 2009 63 OMZETTINGSFACTOREN 63 AFKORTINGEN 64 Jaarverslag 2008 4

Voorwoord van de voorzitter Jaarverslag 2008 5

Voorwoord van de voorzitter 2008 werd gekenmerkt door recordprijzen en door een ongeziene volatiliteit op de petroleummarkt De prijs van de Brent-olie eindigde in december 2008 op 43,3 $/bbl, nadat de prijs in januari 2008 het jaar begon op 92 $/bbl en in juli 2008 tot 134,6 $/bbl klom (gemiddelde maandelijkse waarden). Ofwel een toename van de gemiddelde prijs van 46 % tussen januari 2008 en juli 2008, gevolgd door een daling met 68 % tussen juli 2008 en december 2008! De internationale noteringen van benzine en diesel op de markt van Rotterdam, de referentie voor de prijzen van petroleumproducten in België, volgden dezelfde trends. De programmaovereenkomst, met haar automatische formule voor de berekening van de maximumverkoopprijzen van petroleumproducten, heeft de bewegingen van de markt correct vertaald. De variaties in de internationale noteringen werden weerspiegeld in de maximumprijzen, zowel naar boven als naar beneden. De consument stelt zich vaak de vraag waarom de prijs aan de pomp niet in dezelfde mate varieert als de prijs voor ruwe olie. We mogen niet vergeten dat de prijs aan de pomp voor een groot deel uit belastingen (accijnzen, vastgelegd in absolute waarde en BTW) bestaat die niet variëren in functie van de prijs van de producten op de internationale markt. Het relatieve gewicht van belastingen tempert de variaties in de maximumprijs: hoe hoger de accijnzen, hoe minder uitgesproken de stijgingen of dalingen zijn, uitgedrukt in procent. Zo is het gewicht van belastingen (accijnzen en BTW) in de orde van 65 % voor benzine, van 50 % voor diesel en van 20 % voor huisbrandolie. Bijgevolg zal de maximumprijs voor benzine minder variëren dan die voor diesel, die op zijn beurt minder zal variëren dan die voor huisbrandolie. Figuur 1: Prijs van de aardolie (Brent) in $/bbl en in /bbl (maandgemiddelde) 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 $/bbl /bbl 06 02 06 03 06 04 06 05 06 06 06 07 06 08 06 09 06 10 06 11 06 12 06 07 02 07 03 07 04 07 05 07 06 07 07 07 08 07 09 07 10 07 11 07 12 07 08 02 08 03 08 04 08 05 08 06 08 07 08 08 08 09 08 10 08 11 08 12 08 09 02 09 03 09 Bron: Bulletin de l Industrie Pétrolière en Europese Centrale Bank 100 Jaarverslag 2008 6

Voorwoord van de voorzitter Bijvoorbeeld, de gemiddelde maximumprijs voor benzine is tussen januari en juli 2008 met + 8,3 % gestegen en van juli tot december met - 26,9 % gedaald (op basis van de gemiddelde maandelijkse maximumprijzen). Over dezelfde periodes bedroegen de stijgingen en dalingen respectievelijk + 21,7 % en - 31 % voor diesel en + 34,9 % en - 48 % voor huisbrandolie. Net zoals tijdens de voorgaande jaren bleven de gemiddelde prijzen voor diesel en huisbrandolie lager dan de prijzen in de buurlanden (Frankrijk, Duitsland, Nederland), met uitzondering van Luxemburg. We herinneren eraan dat elke aanpassing van de belastingen op brandstoffen in België rekening moet houden met de hoogte van de belastingen in de buurlanden, om te vermijden dat een verhoogde fiscale druk een daling van de verkoop van brandstoffen in grensgebieden veroorzaakt (met als ongewenst gevolg een daling van de fiscale inkomsten). We benadrukken dat huisbrandolie vandaag de dag in vergelijking met aardgas een uiterst competitieve energie is. Op basis van de maximumprijzen van april 2009 is huisbrandolie 30 % tot 35 % goedkoper dan aardgas (simulatie op basis van een jaarverbruik van 2.000 liter huisbrandolie, met een gelijkaardig rendement van de verwarmingsinstallaties). Die situatie verzwakt de bevoorradingszekerheid van Europa en maakt haar meer en meer afhankelijk van Rusland. Daarenboven krimpt de benzinemarkt in de VS als gevolg van de daling van de consumptie en de toenemende toevoeging van ethanol in Amerikaanse benzine. De voortdurende toename van de benzineoverschotten en van de noodzaak om diesel in te voeren leidt tot een structurele verzwakking van de Europese raffinagemarge, die al sinds eind 2008 door het brutale afremmen van de mondiale economie werd beïnvloed. We moeten proberen elke bijkomende druk op de diesel- en huisbrandoliemarkt en elke sterke toename van de Europese benzineoverschotten te vermijden. Een van de middelen binnen het bereik van de overheid is het herstellen van het evenwicht in de verbruikersprijzen via de fiscaliteit. Een geleidelijke reductie van de accijnzen op benzine moet worden overwogen, tegelijkertijd met een geplande verhoging van de accijnzen op diesel. We benadrukken hier de toenemende inspanningen van de autoconstructeurs in het ontwikkelen van benzinemotoren met lager verbruik. Daarbij inspireren ze zich op de technologie van de directe injectie, die bij dieselmotoren al op punt staat. We blijven pleiten voor een herstel van het evenwicht van de fiscaliteit tussen diesel en benzine In de loop van 2008 waren de noteringen van diesel en huisbrandolie systematisch hoger dan de noteringen van benzine op de markt van Rotterdam. Het aandeel van diesel in het brandstofverbruik blijft stijgen en bedraagt in België nu meer dan 80 %. Dezelfde trend is merkbaar op Europees niveau. Aan de aanbodzijde kunnen de Europese raffinaderijen niet langer aan de vraag naar diesel voldoen. Europa blijft massaal diesel, huisbrandolie en kerosine uit voormalige Sovjetlanden invoeren en haar overschot aan benzine naar de Verenigde Staten uitvoeren. Jaarverslag 2008 7

Voorwoord van de voorzitter De markt van biobrandstoffen moet volledig vrij zijn en openstaan voor internationale concurrentie Op dit ogenblik bereidt de overheid een wijziging voor van het wetgevend kader inzake biobrandstoffen met als doel om de toevoeging van biocomponenten (FAME voor diesel, bio-ethanol voor benzine) verplicht te maken. Tegelijkertijd wil de overheid de erkende Belgische producenten van biocomponenten beschermen. Zij genieten van jaarlijkse productiequota, waarvoor ze recht hebben op fiscale stimulansen. Biocomponenten blijven duurder dan de traditionele fossiele brandstoffen en worden op economisch vlak enkel gerechtvaardigd door fiscale ondersteuningsmaatregelen vanwege de overheid. De petroleumoperatoren die gemengde brandstoffen op de Belgische markt brengen, genieten van een fiscale stimulans (evenwaardig aan een vrijstelling van accijnzen op de biocomponenten), op voorwaarde dat ze die biocomponenten bij erkende producenten hebben gekocht. De overheid wil dat stimulanssysteem behouden, zelfs wanneer een verplichting wordt ingevoerd. De Belgische Petroleum Federatie is van oordeel dat, ingeval een mengverplichting wordt opgelegd, de petroleumoperatoren de biocomponenten bij eender welke leverancier moeten kunnen aankopen, voor zover die producten voldoen aan de door Europese richtlijnen opgelegde duurzaamheidscriteria en minstens voldoen aan de Europese kwaliteitsnormen. In onze ogen vereist een verplichte toevoeging onder andere: een ruime termijn voor de introductie zodat alle petroleumoperatoren de nodige voorbereidingen kunnen treffen om aan die verplichting te voldoen (tot op vandaag was de toevoeging van biocomponenten niet verplicht); een wijziging van de programmaovereenkomst, om de structuur van de maximumprijzen voor brandstoffen aan te passen; alle bijkomende kosten die het mengen van biocomponenten met zich meebrengt, moeten in de nieuwe structuren van de maximumprijzen worden opgenomen; het opzetten van een strikt controlesysteem, onder de verantwoordelijkheid van de federale overheid; een systeem voor de uitwisseling van biocertificaten tussen operatoren (de verplichting moet inderdaad kunnen worden gedekt door, ofwel het mengen met een biocomponent door de petroleumoperator zelf, ofwel door het mengen voor rekening van die operator, ofwel door de aankoop van biocertificaten bij andere operatoren die over een overschot aan mengsel beschikken); de kennisgeving aan de Europese Commissie van de wijzigingen die aan het huidige Belgische wetgevende kader werden aangebracht, teneinde zich ervan te vergewissen dat die wel degelijk verenigbaar zijn met de Europese regelgeving. Als we het gebruik van biobrandstoffen bekijken vanuit de invalshoek van de reductie van de CO 2 -uitstoot en de promotie van duurzame energiebronnen, dan moet de overheid de meest efficiënte brandstoffen op het gebied van de reductie van broeikasgassen stimuleren (gemeten van bron tot wiel ) en systemen opzetten om de duurzaamheid van die biobrandstoffen te garanderen, in overeenstemming met de Europese richtlijnen inzake duurzame energiebronnen en inzake de kwaliteit van brandstoffen. Het is belangrijk dat België beschikt over de vereiste strategische voorraden van PETRO LEUMPRODUCTEN Sinds 1 april 2007 is het overheidsbedrijf APETRA wettelijk belast met het bezit en het beheer van de voorraden van aardolie en petroleumproducten. APETRA moet België de mogelijkheid bieden om aan haar internationale verplichtingen terzake te voldoen en om de bevoorrading van het land in geval van crisis te waarborgen. Jaarverslag 2008 8

Voorwoord van de voorzitter Volgens gegevens die door de Europese Commissie werden gepubliceerd (laatste gegevens op datum van 8 december 2008), voldoet België nog niet aan zijn verplichtingen inzake strategische voorraad (voor producten zoals diesel / huisbrandolie / kerosine had België in december 2008, 23 dagen strategische voorraad in plaats van de 91,25 dagen die door de Europese overheid worden vereist). Het Rekenhof heeft, conform de wet van 26 januari 2006 inzake de verplichte voorraad, een rapport opgesteld over de uitvoering, door APETRA, van haar taken van openbare dienstverlening. Hij heeft dit rapport in november 2008 overhandigd aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat. Dit rapport blijkt tendentieus op bepaalde aspecten en laat doorschemeren dat de petroleumoperatoren hun rol ten aanzien van APETRA of ten aanzien van de Belgische overheid niet zouden hebben vervuld. Het rapport werd door het Rekenhof opgesteld uitsluitend op basis van gegevens geleverd door de directie van APETRA en de federale administratie voor Energie. De BPF heeft in een gemotiveerd schrijven aan de Minister van Klimaat en Energie op het rapport gereageerd. We benadrukken in het bijzonder dat de leden van de BPF, die aan een individuele voorraadverplichting onderworpen blijven, hun wettelijke verplichtingen terzake volledig nakomen. We hebben eveneens de overheid eraan herinnerd dat de BPF herhaaldelijk een controle van het naleven van de voorraadverplichting heeft geëist. Het Sociaal Verwarmingsfonds en hulp aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen Sinds zijn oprichting is het altijd het doel van het Sociaal Verwarmingsfonds (SVF) geweest om financiële hulp toe te kennen aan de minstbedeelden, zodat die het hoofd kunnen bieden aan de sterke stijgingen van de prijzen voor huisbrandolie als die prijs een zekere drempel overschrijdt. In 2007 besliste de overheid om de categorieën van personen die recht hebben op een tussenkomst van het SVF, uit te breiden. Het SVF kan vandaag hulp bieden aan zo n 300.000 huishoudens. Ter vergelijking, Frankrijk, dat 6 keer meer inwoners telt dan België, kan hulp verlenen aan 600.000 huishoudens. Eind 2008 besliste de overheid bovendien om een forfaitaire financiële hulp toe te kennen, onafhankelijk van de prijs van huisbrandolie. De overheid moet er zeker over waken dat het effect van de stijging van de prijs van petroleumproducten op de meest kwetsbare bevolkingsgroepen wordt gedempt, maar ze moet ook maatregelen van het type forfaitaire financiële hulp zonder voorwaarden vermijden. Dergelijke maatregelen ontkrachten het signaal dat de stijging van de energieprijs aan de consument geeft. Aangezien we in een context van dure energie leven, moet de overheid er eerst en vooral alle consumenten toe aanzetten om hun energieverbruik permanent te Jaarverslag 2008 9

Voorwoord van de voorzitter verminderen, bijvoorbeeld door de campagnes ten gunste van energiebesparing te intensiveren, door veranderingen in het gedrag en energiebesparende investeringen voor elke consument in elke sociale klasse aan te moedigen. Afgewerkte olie: vergelijkbare milieubeleidsovereenkomsten in de drie Gewesten Met het Waals en het Vlaams Gewest werden, respectievelijk in 2007 en 2008, milieubeleidsovereenkomsten (MBO) gesloten inzake de aanvaardingsplicht van afgewerkte olie. Een gemeenschappelijk organisme, VALORLUB, beheert de aanvaardingsplicht met als doel de inzameling en recyclage van afgewerkte olie te maximaliseren. De onderhandelingen over een MBO met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben in 2008 niet geleid tot een akkoord. We pleiten nogmaals voor een MBO met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die volledig spoort met de overeenkomsten in de twee andere gewesten Het strikt onder controle houden van de loonkosten blijft een onmisbaar element in het behoud van onze concurrentiepositie Het uitzonderlijk interprofessioneel akkoord heeft een strikt kader vastgelegd voor de sectorale onderhandelingen, met als doel een eerlijk evenwicht tussen de concurrentiële positie van ondernemingen, de koopkracht van werknemers en de tewerkstelling te garanderen: behoud van de indexering van de brutolonen en verhoging van de barema s om zo de koopkracht te beschermen (automatische indexering bestaat niet in de buurlanden); behoud van de concurrentiepositie van ondernemingen door een matige stijging van de koopkracht (maximaal budget van 250 euro per werknemer) bij voorkeur door het toekennen van netto voordelen voor de werknemer en werkgever. Het sectorale akkoord Petroleum werd in die geest onderhandeld, rekening houdend met de bekommernis om de competitiviteit van de Belgische ondernemingen, zowel op internationaal vlak als binnen de industriële groepen waarbinnen ze opereren, niet in het gedrang te brengen. In vergelijking met Franse en Nederlandse raffinaderijen (twee landen die de automatische indexering van lonen niet kennen) ligt de globale loonkost in België nog altijd duidelijk hoger. Het strikt in de hand houden van onze loonkosten blijft bijgevolg een onmisbaar element in het behoud van onze concurrentiepositie. Jaarverslag 2008 10

Voorwoord van de voorzitter Voor een kwaliteitsvolle dialoog met de overheid Het is van wezenlijk belang dat de Belgische overheden, op de verschillende bevoegdheidsniveaus, hun beleid stoelen op de volgende principes: juridische zekerheid, door in de petroleumsector te zorgen voor een gunstig investeringsklimaat; marktvrijheid, met respect voor regels van een open markt en van vrije mededinging; competitiviteit van de Belgische petroleumsector, die onderworpen blijft aan een sterke internationale concurrentie, door te vermijden dat er fiscale, milieu-, sociale of loonmaatregelen worden getroffen die nadelig zijn voor ons land. De ineenstorting van de prijzen die hand in hand gaat met de huidige economische crisis heeft die dubbele bewustwording niet veranderd. Het consumptiegedrag verandert en de noodzaak blijft om naast fossiele energiebronnen ook alternatieve energiebronnen te ontwikkelen. De petroleumindustrie draagt bij tot die inspanning, in het bijzonder door energiebesparende investeringen en gedragingen te promoten. We herinneren er echter aan dat koolwaterstoffen nog decennialang het grootste deel van de behoeften zullen dekken, gezien ze efficiënt kunnen gebruikt worden in allerhande toepassingen. De BPF blijft ijveren voor een betrouwbaar en stabiel wettelijk kader, de garantie voor een blijvende bevoorrading van onze maatschappij met kwaliteitsproducten. We wensen de kwaliteitsvolle dialoog met de overheden in stand te houden, zodat we de politieke wereld kunnen helpen bij het treffen van evenwichtige maatregelen, waardoor het behoud en de ontwikkeling van een industriële activiteit wordt gegarandeerd die nog altijd, zowel voor de energiebevoorrading als voor de competitiviteit van het land, onmisbaar is. De overheid moet bereid blijven te luisteren naar de petroleumbedrijven die economische activiteit en toegevoegde waarde creëren. 2008 / 2009: een cruciale periode voor de wereldeconomie, met energie op de voorgrond Patrice Brès Voorzitter Op dit moment ondergaat onze sector meer dan ooit brutale prijsschommelingen die de sterke interacties tussen de wereldeconomie en de energiebevoorrading weerspiegelen. Door de lange klim en de toppen die de petroleumprijzen in de zomer van 2008 hebben bereikt, werden we ons bewust van grondstoffenschaarste op hetzelfde ogenblik dat de publieke opinie overtuigd geraakte van het belang van de milieu-uitdagingen. Jaarverslag 2008 11

DE INTERNATIONALE SITUATIE Jaarverslag 2008 12

100 Belgische Petroleum 70 Federatie 90 80 60 50 DE INTERNATIONALE SITUATIE 40 30 DE EVOLUTIE OP WERELDVLAK 20 10 DE PRIJS VAN RUWE OLIE 0 06 02 06 03 06 04 06 05 06 06 06 07 06 08 06 09 06 10 06 11 06 12 06 07 02 07 03 07 04 07 05 07 06 07 07 07 08 07 09 07 10 07 11 07 12 07 08 02 08 03 08 04 08 05 08 06 08 07 08 08 08 09 08 10 08 11 08 12 08 09 02 09 03 09 Figuur 2: Prijs van de aardolie (Brent) in /bbl 100 90 80 constante euro lopende euro 70 60 50 40 30 20 10 0 79 05 80 81 06 82 12 83 12 84 03 85 07 86 07 87 10 88 12 89 10 90 12 91 11 92 12 93 11 94 12 95 12 96 12 97 12 98 12 99 08 00 12 12 02 12 03 26 10 04 09 05 02 05 06 23 11 07 03 07 08 06 09 Bron: Bulletin de l'industrie l Industrie Pétroliere en Ministerie Federale Overheidsdienst van Economische Economie Zaken Jaarverslag 2008 13

DE INTERNATIONALE SITUATIE DE EVOLUTIE PER SECTOR Tabel 1: Wereld: productie / verbruik / raffinagecapaciteit / reserves van ruwe aardolie in 2008 (miljard ton) Ruwe aardolie Gt Productie 2008 3,6 Verbruik 2008 (1) 3,9 Raffinagecapaciteit op //2009 4,3 Reserves op //2009 183,1 (1) voorlopig cijfer Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk) Jaarverslag 2008 14

DE INTERNATIONALE SITUATIE DE RESERVES Tabel 2: Wereldreserves van ruwe aardolie op 1 januari 2009 (miljard ton, %) Gt % Noord-Amerika 27,2 14,9 Zuid-Amerika 18,2 9,9 Afrika 16,0 8,7 Europa waarvan 15,3 8,4 West-Europa 1,7 0,9 Oost-Europa 13,6 7,5 Nabije Oosten waarvan 1,8 55,6 Saoedi-Arabië 36,4 19,9 Irak 15,7 8,6 Iran 18,6 10,1 Koeweit 14,2 7,7 Verre Oosten/Oceanië 4,6 2,5 TOTAAL WERELD 183,1 100,0 waarvan OPEC 128,8 70,3 Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk) Jaarverslag 2008 15

DE INTERNATIONALE SITUATIE DE PRODUCTIE Tabel 3: Wereldwijde productie van ruwe aardolie in 2008 (miljoen ton, %) Mt % Noord-Amerika 372,9 10,2 Zuid-Amerika 447,6 12,3 Afrika 462,4 12,7 Europa 837,1 23,0 West-Europa waarvan 204,0 5,6 Noorwegen 106,1 2,9 Verenigd Koninkrijk 69,9 1,9 Oost-Europa waarvan 633,1 17,4 Rusland 487,3 13,4 Nabije Oosten waarvan 1.153,5 31,7 Saoedi-Arabië 458,6 12,6 Irak 118,1 3,2 Iran 194,7 5,3 Koeweit 130,1 3,6 Verre Oosten / Oceanië 369,8 10,1 TOTAAL WERELD 3.643,3 100,0 waarvan OPEC 1.604,6 44,0 Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk) Jaarverslag 2008 16

DE INTERNATIONALE SITUATIE HET VERBRUIK Tabel 4: Evolutie van het verbruik van ruwe aardolie per geografische zone (miljoen ton, %) 1985 2008 (1) Mt % Mt % Noord-Amerika 788 28,0 990 25,1 Zuid-Amerika 209 7,4 360 9,1 Afrika 83 3,0 138 3,5 Europa 1.083 38,6 949 24,0 Nabije Oosten 145 5,2 316 8,0 Verre Oosten / Oceanië 499 17,8 1.195 30,3 TOTAAL WERELD 2.807 100,0 3.948 100,0 (1) geschatte cijfers Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk) DE RAFFINAGE Tabel 5: Evolutie van de raffinagecapaciteit in de wereld (miljoen ton, %) 1978 2007 2008 (1) WERELDCAPACITEIT (Mt) 3.921 4.267 4.279 waarvan (%) Noord-Amerika 25,1 22,8 22,7 Zuid-Amerika 10,6 9,5 9,5 Afrika 2,1 3,8 3,8 Europa waarvan 43,1 29,7 29,5 Rusland 16,6 6,4 6,3 Nabije Oosten 4,5 8,2 8,2 Verre Oosten/Oceanië 14,6 26,0 26,3 TOTAAL 100,0 100,0 100,0 (1) raffinagecapaciteit einde jaar Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk) Jaarverslag 2008 17

DE INTERNATIONALE SITUATIE Figuur 3: Bruto raffinagemarges (jaarlijks gemiddelde, /ton) 40 35 30 25 20 15 10 5 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 20 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk) Jaarverslag 2008 18

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË Jaarverslag 2008 19

0 1973 1985 2007 2008 (1) Belgische Petroleum Federatie DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË Grafiek 10 Figuur 4: Aardoliebalans van België in 2008 (1) (miljoen ton) 35 33,8 invoer uitvoer & verbruik 30 25 20 20,0 20,5 15 10 9,4 5 2,8 3,2 1,5 0 Invoer ruwe aardolie Invoer afgewerkte producten Invoer tussenproducten (2) Uitvoer afgewerkte producten Uitvoer tussenproducten (2) Bunkering schepen Binnenlands verbruik (3) Eigen verbruik raffinaderijen (1) voorlopige cijfers (2) een product of een combinatie van producten, afgeleid uit ruwe aardolie, dat bestemd is om een verdere behandeling te ondergaan in de raffinage-installaties (3) cijfers niet beschikbaar Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans Jaarverslag 2008 20

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË Tabel 6: Marktaandelen van de verschillende energiebronnen in België (%) 1973 2007 2008 (1) Vaste brandstoffen 25,5 7,8 7,9 Aardolie 59,0 39,2 39,0 Aardgas 15,5 25,4 25,3 Kernenergie - 21,4 20,3 Andere (primaire elektriciteit) - 1,2 1,7 Hernieuwbare energiebronnen en recuperatiebrandstoffen (2) - 5,0 5,8 TOTAAL 100,0 100,0 100,0 (1) geschatte cijfers (2) industriële, huishoudelijke en landbouwafvalstoffen, vaste biomassa, biogas, thermische zonne-energie Bron: Federale Overheidsdienst Economie DE EVOLUTIE VAN DE MAXIMUMPRIJZEN Tabel 7: Evolutie van de maximumprijzen van brandstoffen in België 1/1/2008 1/1/2009 Verschil (%) LOW 2008 TOP 2008 Verschil (%) Benzine 95 octaan ( /l) 1,470 1,105-24,8 1,109 1,610 45,2 Diesel ( /l) 1,187 0,934-21,3 0,938 1,469 56,6 Huisbrandolie ( /l) 0,7005 0,4255-39,3 0,4292 0,9540 122,3 Residuele stookolie (1% zwavel) ( /t) 490,27 221,37-54,8 224,46 680,73 203,3 Propaan in flessen ( /kg) 1,8870 1,5227-19,3 1,5227 1,9371 27,2 Bron: Federale Overheidsdienst Economie Jaarverslag 2008 21

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË Figuur 5: Brandstofprijzen in België en in de buurlanden op 15/12/2008 ( /1.000l) Grafiek 4: Brandstofprijzen in België en in de buurlanden op 15/12/2008 ( /1.000l) Benzine 95 octaan Diesel Huisbrandolie 1.600 1.600 1.200 1.400 1.200 1.000 800 600 1,155 1,084 1,091 1,247 0,911 0,990 1.400 1.200 1.000 800 600 0,965 0,997 1,026 1,9 0,844 1,126 1.000 800 600 400 0,4907 0,6068 0,5287 0,6370 0,4280 0,4699 400 400 200 200 200 0 0 BE FR DE NL LU UK BE FR DE NL LU UK 0 BE FR DE NL LU UK BTW Accijnzen Prijs excl. belastingen Bron: Weekly Oil Bulletin, Europese Commissie nr. 1.438 Jaarverslag 2008 22

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË Tabel 8: België: vergelijking van de gemiddelde maximumprijzen van de voornaamste brandstoffen, mét en zonder belastingen in 1975, 2007 en 2008 ( /l) jaarlijks gemiddelde maximumprijs MET BELASTINGEN jaarlijks gemiddelde maximumprijs ZONDER BELASTINGEN Benzine Diesel Huisbrandolie Benzine Diesel Huisbrandolie 1975 0,355 0,218 0,1195 0,144 0,137 0,16 2007 1,385 1,094 0,5820 0,545 0,574 0,4625 2007, zonder inflatie 0,463 0,366 0,1944 0,182 0,192 0,1545 2008 1,456 1,252 0,7602 0,618 0,717 0,6098 2008, zonder inflatie 0,466 0,400 0,2431 0,198 0,229 0,1950 Bron: Federale Overheidsdienst Economie en BPF Tabel 9: Evolutie van de maximumprijzen in België (jaarlijks gemiddelde, /l) 1998 2005 2006 2007 (1) 2008 (2) Benzine 95 octaan (excl. taksen) 0,224 0,467 0,526 0,545 0,618 (incl. taksen) 0,885 1,275 1,354 1,385 1,456 Diesel (excl. taksen) 0,223 0,510 0,562 0,574 0,717 (incl. taksen) 0,621 1,041 1,079 1,094 1,252 Huisbrandolie (excl. taksen) 0,1430 0,4075 0,4581 0,4625 0,6098 (incl. taksen) 0,1896 0,5155 0,5768 0,5820 0,7602 (1) vanaf 2007: benzine 10 ppm en diesel 10 ppm (i.p.v. 50 ppm; vanaf 2009: 10 ppm verplicht) (2) vanaf 2008: huisbrandolie 1.000 ppm verplicht (i.p.v. 2.000 ppm) Bron: Federale Overheidsdienst Economie Jaarverslag 2008 23

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË Grafiek Figuur 5 6: Brandstofnoteringen (Northwest Europe barges, high, basis kalenderdagen) (maandgemiddelde, $/MT) Tabel 10: Hoogste maximumprijzen van de voornaamste brandstoffen in België ( /l) 1.300 1.250 1.200 1.150 1.100 1.050 1.000 950 900 850 800 750 700 650 600 550 500 450 400 350 300 250 Benzine 95 octaan Diesel Huisbrandolie 04 03 04 05 04 07 04 09 04 11 04 05 03 05 05 05 07 05 09 05 11 05 06 03 06 05 06 07 06 09 06 11 06 07 03 07 05 07 07 07 09 07 11 07 08 03 08 05 08 07 08 09 08 11 08 09 03 09 1985 2008 2008 inflatie gezuiverd (1) Benzine 95 octaan 0,930 1,610 0,976 Diesel 0,714 1,469 0,895 Huisbrandolie 0,4799 0,9540 0,5783 (1) basisjaar 1974 / 1975 Bron: Federale Overheidsdienst Economie Bron: Federale Overheidsdienst Economie Bron: Ministerie van Economische Zaken Jaarverslag 2008 24

400 450 450 400 350 400 400 350 300 350 350 300 250 300 300 250 250 04 03 04 05 04 07 04 09 04 11 04 05 03 05 05 05 07 05 09 05 11 05 06 03 06 05 06 07 250 06 09 06 11 04 03 06 04 05 07 03 07 07 05 09 07 07 11 07 09 07 11 05 03 07 05 05 08 03 07 08 05 09 08 07 11 08 09 08 11 06 03 08 06 05 09 03 07 09 04 03 04 05 04 07 04 09 04 11 04 05 03 05 05 05 07 05 09 05 11 05 06 03 06 09 06 11 06 07 04 03 06 03 07 04 05 06 05 04 07 07 07 04 09 07 09 04 11 07 11 04 07 08 05 03 07 03 08 05 05 07 05 05 07 08 07 05 09 08 09 05 11 08 11 05 08 09 06 03 08 03 09 06 05 08 06 07 09 03 06 09 06 11 06 07 03 09 ron: Ministerie van Economische Zaken Bron: Ministerie van Economische Zaken Bron: Bron: Ministerie Ministerie van van Economische Zaken Zaken Belgische Petroleum Federatie DE 07 05 07PETROLEUMSECTOR 07 09 11 08 03 08 05 08 07 08 09 08 11 08 09 03 09 IN BELGIË Figuur 7: België: bij constante BTW & accijnstarieven sinds Figuur 8: België: bij constante BTW & accijnstarieven sinds fiek 6 1985 zou de maximumprijs van BENZINE Grafiek 795 Grafiek OCTAAN 6 1985 zou de maximumprijs van DIESEL Grafiek 0,203 7 /l 0,363 Grafiek /l Grafiek lager 6 zijn 6 op /07/2008, de datum van Grafiek lager Grafiek 7 zijn 7 op 27/5/2008, de datum van het record het record van de maximumprijs ( /l) van de maximumprijs ( /l) 1,610 0,279 0,611 1,5 1,247 1,5 0,249 1,2 1,2 1,610 1,610 0,279 0,279 0,611 0,611 1,5 1,5 1,247 1,247 0,249 0,249 1,469 0,255 0,331 1,610 0,279 0,611 1,5 1,5 1,266 1,247 0,253 0,249 1,2 1,2 1,469 1,469 0,255 0,255 0,331 0,331 1,5 1,266 1,266 1,2 0,253 0,253 1,469 0,255 0,331 0,908 0,182 0,278 0,099 0,349 0,153 0,567 0,278 0,9 0,9 0,153 0,6 0,5670,6 0,3 0,3 0,908 0,908 0,182 0,182 0,278 0,278 0,099 0,099 0,349 0,349 0,153 0,153 0,567 0,567 0,908 0,9 0,9 0,278 0,278 0,182 0,155 0,636 0,278 0,728 0,153 0,6 0,153 0,6 0,127 0,567 0,567 0,130 0,099 0,3 0,3 0,077 0,302 0,349 0,153 0,567 0,130 0,278 0,9 0,1550,9 0,155 0,155 0,728 0,153 0,636 0,636 0,728 0,728 0,6 0,6 0,567 0,127 0,127 0,130 0,130 0,3 0,3 0,077 0,077 0,302 0,302 0,130 0,130 0,9 0,155 0,155 0,728 0,728 0,6 0,3 0,155 0,636 0,728 0,127 0,130 0,077 0,302 0,0 0,0 Benzine 95 octaan van 07/05/1985 Benzine 95 octaan van /07/2008 0,0 0,0 Benzine 95 octaan van /07/2008 met belastingtarieven van 07/05/1985 0,0 0,0 Diesel van 07/05/1985 Diesel van 27/05/2008 0,0 Diesel van 27/05/2008 met belastingtarieven van 07/05/1985 BTW BTW Accijnzen Accijnzen Marge & distributiekosten Productprijs ex-raffinaderij Marge & distributiekosten Productprijs ex-raffinaderij Bron: BPF Bron: BPF 1,5 2,0 1,5 2,0 2,0 1,5 1,5 Jaarverslag 2008 25

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË DE GEVOELIGHEID VAN DE PRIJZEN VAN PETROLEUMPRODUCTEN Tabel 11: Effect van de evolutie van de dollarkoers op de maximumprijs van diesel in België ( /l) 1 = 1,5742 $ 27/05/2008 Dollarkoers 1 = 1 $ 1 = 0,8252 $ (= record low) 26/10/2000 Productprijs ex-raffinaderij 0,7289 1,1474 1,3905 Marge en distributiekosten 0,1545 0,1545 0,1545 Prijs zonder belastingen 0,8834 1,39 1,5450 Accijnzen + energiebijdragen 0,3308 0,3308 0,3308 Prijs zonder BTW 1,2142 1,6327 1,8758 BTW 0,2550 0,3429 0,3939 Maximumprijs 1,469 1,976 2,270 Variatie max.prijs t.o.v. 1 = 1,5742 $ 0,507 0,8 Bron: BPF Jaarverslag 2008 26

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË De pompprijs ten opzichte van de prijs van ruwe aardolie Tabel 12: Schommeling prijs van de ruwe aardolie en haar effect op de maximumprijs in België, voorbeeld van een verlaging TOP 2008 1 januari 2009 Verschil % Ruwe aardolie Noordzee Brent ( /bbl) 91,96 32,76-64 Maximumprijs huisbrandolie ( /l) 0,9540 0,4255-55 Maximumprijs diesel ( /l) 1,469 0,934-36 Maximumprijs benzine 95 octaan ( /l) 1,610 1,105-31 Bron: Federale Overheidsdienst Economie en Bulletin de l Industrie Pétrolière Tabel 13: Schommeling prijs van de ruwe aardolie en haar effect op de maximumprijs in België, voorbeeld van een verhoging 4 juli 2007 TOP 2008 Verschil % Ruwe aardolie Noordzee Brent ( /bbl) 53,64 91,96 71 Maximumprijs huisbrandolie ( /l) 0,5874 0,9540 62 Maximumprijs diesel ( /l) 1,100 1,469 34 Maximumprijs benzine 95 octaan ( /l) 1,426 1,610 13 Bron: Federale Overheidsdienst Economie en Bulletin de l Industrie Pétrolière Jaarverslag 2008 27

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË DE RAFFINAGE Tabel 14: Raffinagecapaciteiten van de Belgische raffinaderijen op 31 december (duizend ton/jaar) 1973 2007 2008 Distillatiecapaciteit 43.084 38.951 40.883 Krakingcapaciteit 3.220 8.063 8.767 Reformingcapaciteit 3.790 4.616 4.718 Bron: BPF Tabel 15: Hoeveelheid producten verwerkt in de Belgische raffinaderijen (duizend ton) 1973 2007 2008 Verwerking van ruwe aardolie 37.007 32.963 33.725 Tussenproducten (1) 241 5.460 4.535 TOTAAL 37.248 38.423 38.259 Verhouding verwerking aardolie / distillatiecapaciteit (%) 85,9 84,6 82,5 (1) een product of een combinatie van producten, afgeleid uit ruwe aardolie, dat bestemd is om een verdere behandeling te ondergaan in de raffinage-installaties Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans en BPF Jaarverslag 2008 28

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË Tabel 16: Nettoproductie van afgewerkte producten in België (duizend ton, %) kt Verschil % Aandeel % 1973 2007 2008 (1) 2008 / 1973 1973 2008 (1) Autobenzines 4.768 5.041 4.088-14,3 13,4 13,4 Vliegtuigbrandstoffen 1.111 1.751 1.878 69,1 3,1 6,2 Gasolie 12.054 12.836 10.900-9,6 33,9 35,8 Residuele stookolie 13.715 7.392 6.797-50,4 38,6 22,4 Vloeibare gassen 405 464 480 18,5 1,1 1,6 Bitumen 1.081 1.425 1.396 29,2 3,0 4,6 Nafta 1.682 1.607 1.919 14,1 4,7 6,3 Andere producten 694 2.510 2.960 326,5 2,0 9,7 ALLE PRODUCTEN 35.510 33.026 30.418-14,3 100,0 100,0 (1) wijziging van de reporting methode en invoering van een uitgebreidere petroleumbalans in 2008 Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans Jaarverslag 2008 29

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË DE BUITENLANDSE HANDEL Ruwe aardolie Tabel 17: Invoer van ruwe aardolie in België volgens regio van herkomst (duizend ton, %) kt Aandeel % 1973 2007 2008 1973 2007 2008 Midden Oosten waarvan 29.830 9.298 9.272 79,7 28,2 27,4 Saoedi-Arabië 15.927 4.703 4.404 42,6 14,3 13,0 Iran 7.221 4.117 4.179 19,3 12,5 12,4 Irak 818 450 671 2,2 1,4 2,0 Rusland 517 15.525 13.419 1,4 47,1 39,7 Noordzee waarvan 106 5.163 7.694 0,3 15,7 22,7 Verenigd Koninkrijk - 1.689 3.022-5,1 8,9 Noorwegen 106 3.349 4.253 0,3 10,2 12,6 Afrika waarvan 5.696 1.392 2.291 15,2 4,2 6,8 Nigeria 949 316 909 2,5 1,0 2,7 Venezuela 997 913 833 2,7 2,8 2,5 Andere 249 686 316 0,7 2,0 0,9 TOTAAL 37.395 32.976 33.825 100,0 100,0 100,0 waarvan OPEC 36.344 10.728 11.912 97,2 32,5 35,2 Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans Jaarverslag 2008 30

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË Afgewerkte producten Tabel 18: België: buitenlandse handel in afgewerkte producten in 1973, 2007 en 2008 (duizend ton) kt 1973 2007 2008 (1)+(2) Verschil (%) 2008 / 2007 TOTALE INVOER waarvan 8.024 17.326 20.039 15,7 Autobenzines 567 931 586-37,1 Gasolie 2.488 7.312 6.573-10,1 Residuele stookolie 2.879 7.002 7.102 1,4 TOTALE UITVOER waarvan 14.507 20.910 20.503-1,9 Autobenzines 2.560 4.625 3.444-25,5 Gasolie 4.817 8.703 7.581-12,9 Residuele stookolie 4.352 4.125 4.223 2,4 TOTALE MARITIEME BUNKERING waarvan 3.138 9.632 9.412-2,3 Gasolie 503 527 365-30,7 Residuele stookolie 2.615 9.105 9.037-0,7 Verhouding = uitvoer + bunkering invoer (1) voorlopige cijfers (2) wijziging van de reporting methode en invoering van een uitgebreidere petroleumbalans in 2008 Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans 2,2 1,8 1,5 Jaarverslag 2008 31

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË HET BINNENLANDS VERBRUIK Tabel 19: Levering van afgewerkte producten voor verbruik in België (duizend ton, %) kt 1973 2007 2008 (1) Autobenzines 2.573 1.394 Vliegtuigbrandstoffen 510 986 Diesel 1.251 6.462 Huisbrandolie 8.024 4.111 Residuele stookolie 9.661 1.5 Nafta (2) 1.655 2.064 Andere producten 2.031 2.807 ALLE PRODUCTEN 25.705 18.839 (1) cijfers niet beschikbaar (2) grondstof voor de petrochemie; het betreft hier de hoeveelheden nafta voor verbruik in België, geleverd door de petroleummaatschappijen en onderworpen aan de verplichte aangifte voor de statistiek van de Federale Overheidsdienst Economie Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans Jaarverslag 2008 32

20 20 100 % 80 7,4 5,2 34,3 0 100 14,9 100 % 30 46 81 Belgische Petroleum Federatie 2007 2008 (1) 80 80 DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË 0 60 60 60 70 21,8 54 40 40 40 11,0 Grafiek 8 20 Figuur 9: Aandeel van 14,9 de verschillende producten in het binnenlands verbruik (%) 0 2007 2008 (1) 100 % 7,4 5,2 34,3 80 5,4 Autobenzines Vliegtuigbrandstoffen Diesel Huisbrandolie 100 80 20 19 Figuur 10: Aandeel van benzine en diesel in het totaal Grafiek 9 verkochte volume motorbrandstoffen in België (%) 0 20 0 1973 1985 2007 2008 (1) 100 % 30 46 81 Diesel Benzine 80 60 40 21,8 Residuele stookolie Nafta (2) Andere producten Grafiek 10 60 40 60 40 70 54 5,4 Grafiek 9 20 11,0 14,9 100 % 35 30 46 81 0 2007 2008 (1) 30 80 (1) cijfers niet beschikbaar (2) grondstof voor de petrochemie; het betreft hier de hoeveelheden nafta voor verbruik in België, 25 geleverd door de petroleummaatschappijen en onderworpen aan de verplichte aangifte voor 70 de statistiek van de Federale Overheidsdienst Economie 60 Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans 20 54 40 15 33,8 20 0 20 19 0 1973 1985 2007 2008 (1) (1) cijfers niet beschikbaar Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans 20,0 20,5 20 19 Grafiek 10 10 5 3,2 9,4 Jaarverslag 2008 33

DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË Tabel 20: Verbruik van de voornaamste brandstoffen in België (duizend ton, %) 2007 2008 (1) Benzine 95 octaan 1.056 Benzine 98 octaan 338 Diesel 6.462 Huisbrandolie 4.111 (1) cijfers niet beschikbaar Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans Tabel 21: Evolutie van het aantal personenwagens in België, per type motorbrandstof, op 1 januari Benzine % Diesel % LPG % 1989 2.705.219 76 810.471 23 37.664 1 1999 2.762.005 62 1.634.348 37 42.044 1 2008 2.212.636 44 2.730.384 55 44.355 1 2009 2.126.907 42 2.887.684 57 41.387 1 Bron: Febiac Tabel 22: Evolutie van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens in België, per type motorbrandstof, op 1 januari Benzine % Diesel % LPG % 1989 294.304 68,9 132.321 31,0 547 0,1 1999 215.677 47,7 235.942 52,2 487 0,1 2008 120.121 22,9 404.302 77,0 368 0,1 2009 112.821 21,0 422.683 78,9 402 0,1 Bron: Febiac Jaarverslag 2008 34

de belangrijkste dossiers Jaarverslag 2008 35

de belangrijkste dossiers MILIEUBESCHERMING DE STRIJD TEGEN VERZURING EN OZON De emissies van de raffinaderijen De emissies van SO 2 en NOx door de Belgische petroleumraffinaderijen dalen stelselmatig, zoals blijkt uit tabel 23. De Vlaamse milieureglementering (VLAREM) onderwerpt de petroleumraffinaderijen vanaf 20 aan strenge bubble-emissiegrenswaarden. Dit is een van de voornaamste maatregelen die de overheid heeft genomen in het kader van de Europese richtlijn nationale emissieplafonds (NECD of National Emission Ceilings Directive). De petroleumraffinaderijen doen systematisch de nodige investeringen om in 20 aan de hun opgelegde emissielimieten te voldoen. Tabel 23: Emissies van SO 2 en NOx door de petroleumraffinaderijen (duizend ton) Reële emissies 1980 2005 2006 2007 2008 Doelstelling 20 SO 2 88 22 23,5 22,7 21 10 NOx - 8,3 7,8 7,7 6,1 6,5 Tabel 24: Bubble-emissiegrenswaarden SO 2 en NOx voor de petroleumraffinaderijen (mg/nm 3 ) Tot 31.12.2004 Vanaf 1.1.2005 Vanaf 1.1.20 SO 2 1.000 800 350 NOx 350 300 200 Bron: BPF Bron: BPF Jaarverslag 2008 36

de belangrijkste dossiers Voorstellen van de Vlaamse overheid om tegen 20 enerzijds bijkomende reductiemaatregelen van NOx op te leggen en anderzijds de emissienormen voor bestaande grote stookinstallaties aan te scherpen, kunnen niet op de goedkeuring van de sector rekenen. De Europese Commissie bereidt een wijziging (= verstrenging) voor van de richtlijn grote stookinstallaties, die in principe zou ingaan in 26. Ons inziens dient Vlaanderen daar niet op vooruit te lopen, temeer daar de huidige emissienormen slechts onlangs, in 2008, van kracht zijn geworden. Overigens had de Vlaamse regering bij haar aantreden te kennen gegeven dat ze zoveel mogelijk in de Europese pas zou lopen. Bijkomende NOx-maatregelen voor de petroleumraffinaderijen zijn op dit ogenblik niet te verantwoorden. Immers, de door de Vlaamse regering voor 20 vastgelegde bubble-emissiegrenswaarde vergt reeds een grote inspanning vanwege de sector en is een faire bijdrage tot de totale reductie van NOx waartoe elke maatschappelijke sector moet bijdragen. Tabel 25: België: maximale jaarlijkse emissies vanaf 20 (duizend ton/jaar, %) Totaal kt/j Vermindering t.o.v. 1990 (%) SO 2 99-73 NOx 176-48 VOS 139-58 NH 3 74-31 Bron: BPF DE VERMINDERING VAN DE BROEIKASGASEMISSIES EN HET SYSTEEM VERHANDELBARE EMISSIERECHTEN In december 2008 keurden de Europese Raad en het Europees Parlement de zogenaamde 20-20-20 doelstelling goed: tegen 2020 moet de Europese Unie, ten opzichte van 1990, 20 % minder broeikasgassen uitstoten, 20 % efficiënter omgaan met energie en het aandeel hernieuwbare energiebronnen verhogen tot 20 %. Tevens werd een gewijzigd emissiehandelssysteem opgezet, het zogenaamde ETS of Emission Trading Scheme, dat in voege treedt vanaf 23. De energie-intensieve bedrijven worden automatisch opgenomen in het Europese ETS. Als basisprincipe geldt dat zij de nodige broeikasgasemissierechten moeten aankopen. Daartoe zullen de lidstaten een veiling van die emissierechten organiseren. Er zijn echter, terecht, uitzonderingen voorzien. Vele sectoren concurreren immers met hun producten op een markt die veel ruimer is dan de Europese Unie. Zolang buiten Europa geen gelijkaardige maatregelen getroffen worden om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, dreigen onze Europese ETS-bedrijven opgezadeld te Jaarverslag 2008 37

de belangrijkste dossiers De hoeveelheid gratis toe te kennen rechten wordt per bedrijfssector objectief vastgelegd bij middel van benchmarking : elk bedrijf krijgt slechts het aantal emissierechten dat het zou nodig hebben indien het energie-efficiënt werkt. Op die manier ontstaat er een stimulans om maatregelen te nemen ter vermindering van de uitstoot vermits de ontbrekende rechten op de CO 2 -markt dienen aangekocht te worden. De klimaatplannen en de sector petroleumraffinage In Vlaanderen wordt in het kader van het convenant benchmarking energie-efficiëntie reeds jaren gewerkt met het concept benchmarking. In deze energiebeleidsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en energie-intensieve sectoren en bedrijven gaan o.a. de petroleumraffinaderijen de verbintenis aan om tot de wereldtop te blijven behoren op het gebied van energie-efficiëntie, of dit uiterlijk in 22 te realiseren. De benchmark of wereldtop wordt bepaald op basis van de wereldwijd 10 % beste raffinaderijen op het gebied van energie-efficiëntie. HET BODEMSANERINGSFONDS VOOR TANKSTATIONS (BOFAS) worden met een competitief nadeel ten opzichte van hun niet-europese concurrenten die geen emissierechten dienen aan te kopen. Dit zou als gevolg hebben dat de productie buiten Europa stijgt, en dat dus de ermee gepaard gaande CO 2 -uitstoot verplaatst wordt. Dit noemt men de koolstoflek ( carbon leakage ). Om dat tegen te gaan heeft de EU beslist om de energie-intensieve sectoren die onderworpen zijn aan internationale concurrentie buiten de EU, en dus aan koolstoflek, te beschermen: zij zullen tussen 23 en 2020 hun benodigde CO 2 -rechten nog steeds geheel of gedeeltelijk gratis krijgen. In het kader van het nieuwe samenwerkingsakkoord van 2007 werden nieuwe dossiers voor sanering overgemaakt aan BOFAS. Globaal zijn alle nieuwe aanvragen - 5.020 op 26 maart 2009 - definitief behandeld, waarvan er 3.748 werden goedgekeurd. Ondanks de dalende inkomsten door minder verbruik van motorbrandstoffen zal het geraamd budget van 400 miljoen euro van het Fonds voldoende zijn om het saneringsprogramma tot een goed einde te brengen. Voor verdere informatie, raadpleeg: www.bofas.be Jaarverslag 2008 38

de belangrijkste dossiers HET BODEMSANERINGSFONDS VOOR STOOKOLIETANKS VAN PARTICULIEREN (PREMAZ) Op vraag van de Minister van Klimaat en Energie, Paul Magnette, werd de oprichting van een bodemsaneringsfonds voor particulieren (stookolietanks) op gang gebracht. Dit in het kader van de Lente van het Leefmilieu. Volgens de federale overheid heeft dit fonds als doel (we citeren): het historisch passief te saneren; lekken tegen te gaan door tanks preventief te vervangen die niet conform zijn, met als doel een situatie te creëren waarin er zo goed als geen lekken meer voorkomen; voorwaarden te creëren opdat de verzekeraars een volledige dekking zouden kunnen aanbieden tegen de meest voordelige prijs. het werkingsgebied van het fonds moet worden afgestemd op de budgettaire return, geschat op de levensduur van het fonds; het werkingsgebied van het fonds moet beperkt blijven tot het gebruik van huisbrandolie voor verwarming door particulieren (individueel of collectief gebouw) en mag niet worden uitgebreid tot landbouw-, industriële of commerciële toepassingen; het fonds komt slechts tussen in zoverre de particulier (de aanvrager van een tussenkomst) de geldende reglementeringen eerbiedigt. Anderzijds vraagt de petroleumsector aan de overheid om de vereiste maatregelen te treffen om de bestaande gewestelijke regelgeving te eerbiedigen, inzake controle van de stookolietanks (bijvoorbeeld door een strenge opvolging van de VLAREMregelgeving, meer bepaald het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming ). Nog steeds volgens de federale overheid zal de realisatie van deze doelstellingen worden geconcretiseerd door de oprichting van een fonds in het kader van een samenwerkingsovereenkomst tussen de drie gewesten en de federale overheid en in overleg met de petroleumsector in het kader van een programmacontract. De BPF heeft de voorwaarden aangegeven die een dergelijk fonds verplicht zou moeten vervullen: de financiering moet door de programmaovereenkomst gegarandeerd worden, zoals voorzien door artikel 21 3, dat bepaalt dat in het geval van de oprichting van een bodemsaneringsfonds voor particulieren die houder zijn van een stookolietank, de eventuele bijdrage automatisch zal worden verrekend in de structuur van de maximumverkoopprijzen, vanaf de oprichting van dit fonds. De financiering moet dus volledig via een verplichte bijdrage verzekerd worden die in de structuur van de maximumprijs van huisbrandolie inbegrepen zit; deze bijdrage, die in euro per liter wordt uitgedrukt, moet eveneens zo beperkt mogelijk blijven; Jaarverslag 2008 39

de belangrijkste dossiers De discussie tussen de betrokken beroepsverenigingen (BPU, BRAFCO en BPF met de steun van Informazout) wordt verdergezet op basis van het BPF-standpunt van 8 oktober 2008. De petroleumsector heeft haar standpunt te kennen gegeven over de oprichting van dit fonds tijdens een ontmoeting met de federale en regionale overheden in december en in januari 2009. Het doel van de petroleumsector is om een gemeenschappelijk voorstel uit te werken met ASSURALIA, de beroepsvereniging voor verzekeringsondernemingen, opdat het bodemsaneringsfonds een uitbreiding zou toelaten van de verzekeringspolissen om de toekomstige risico s te dekken van stookolietanks bestemd voor verwarmingstoepassingen. DE Aanvaardingsplicht VAN GEBRUIKTE SMEEROLIE De regelgeving inzake de aanvaardingsplicht van gebruikte smeerolie, van kracht in de drie gewesten, voorziet de mogelijkheid om milieubeleidsovereenkomsten (MBO) af te sluiten tussen de sectorfederaties en de gewestregeringen. Op die manier kunnen de bedrijven die smeerolie op de markt brengen hun individuele verplichting om gebruikte smeerolie terug te nemen en te verwerken, omzetten in een collectieve aanpak. Met het Waals en het Vlaams Gewest werden reeds MBO s inzake gebruikte olie afgesloten. Het beheersorganisme VALORLUB vzw Het organisme VALORLUB vzw, dat de uitvoering van de MBO s inzake gebruikte olie beheert, is nu volledig operationeel. Eind 2008 zijn reeds een 70-tal aanvaardingsplichtige producenten en invoerders van smeerolie toegetreden tot VALORLUB, en onderschrijven hiermee de afgesloten MBO s. VALORLUB heeft in 2008 een uitgebreide mediacampagne gevoerd om zowel de particuliere als de professionele gebruiker van smeerolie aan te zetten zich op een gepaste wijze te ontdoen van afgewerkte olie. In 2008 werd ruimschoots aan de recyclage- en hergebruiksdoelstellingen voldaan: van de ingezamelde hoeveelheid gebruikte olie werd 98 % gerecycleerd en 2 % energetisch gevaloriseerd (de doelstelling recyclage bedraagt 85 % in Vlaanderen en 60 % in Wallonië). Met de verschillende gewesten en de intergemeentelijke verenigingen voor afvalbeheer werden gedetailleerde akkoorden gesloten inzake de door VALORLUB te vergoeden kosten voor het gebruik van hun inzamelsysteem. Een negatieve evolutie in de regelgeving is de goedkeuring, in december 2008, van een Waals afvaldecreet dat een nieuwe belasting invoert op het verschil tussen de ophalings- en recyclagedoelstellingen en de behaalde resultaten. Alle aanvaardingsplichtige sectoren hebben zich daar hevig, doch tevergeefs tegen verzet. Een en ander kan in detail geraadpleegd worden op de website: www.valorlub.be De onderhandelingen voor een MBO met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben ook in 2008 nog niet tot een akkoord geleid. Wij pleiten ervoor dat in dit gewest dezelfde principes zouden worden gehanteerd als in de andere gewesten. Jaarverslag 2008 40

de belangrijkste dossiers MEETNET LUCHTVERONTREINIGING PETROLEUMRAFFINADERIJEN Gezien de VLAREM-immissiemeetplicht van de petroleumraffinaderijen werd sinds 1995 een specifiek imissiemeetnet in de Antwerpse regio beheerd door de BPF. Eind december 2008 werd tussen de petroleumraffinaderijen, de BPF en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een overeenkomst gesloten waarbij de VMM het dagelijks beheer van de vijf meetstations overneemt. Een en ander betekent dat de VMM het onderhoud, de gegevenstransmissie, -verwerking en de noodzakelijke investeringsvoorstellen coördineert. De petroleumraffinaderijen blijven uiteindelijk collectief eigenaar van de gehele infrastructuur en dragen uiteraard, zoals in het verleden, de kosten voor de uitbating ervan. DISTRIBUTIE VAN LPG IN TANKSTATIONS IN VLAANDEREN De Vlaamse regering heeft de uitbatingsvereisten voor LPG-tankstations verstrengd, met als doelstelling de vermindering van de risico s voor personen en instellingen in de buurt van tankstations. Nieuwe LPG-tankstations moeten onmiddellijk voldoen aan de nieuwe vereisten, bestaande tankstations krijgen een overgangsperiode tot 29. In de praktijk blijkt echter dat de strengere vereisten nú reeds worden toegepast bij de hervergunning van bestaande installaties. Dit plaatst de betrokken bedrijven voor onoverkomelijke technische problemen en druist op zijn minst in tegen de geest van de regelgeving. Het is zorgwekkend te moeten vaststellen dat er in ons land geen eenduidige politiek gevoerd wordt inzake gasvormige motorbrandstof. Enerzijds wordt de bevolking, in de strijd tegen luchtverontreiniging en vermindering van CO 2 -uitstoot, door de overheid gestimuleerd om gasvormige motorbrandstoffen te gebruiken. Anderzijds wordt de verdeling van die brandstoffen tegengewerkt door de Vlaamse regelgeving. Stroomlijning van het gevoerde beleid is van essentieel belang. BIOBRANDSTOFFEN Wetgeving inzake biobrandstoffen De huidige Belgische regelgeving (wet op de biobrandstoffen van 10 juni 2006) zorgde voor de erkenning van een beperkt aantal nationale producenten van biocomponenten (3 producenten van FAME voor diesel, 4 producenten van ethanol voor benzine) en de toekenning van jaarlijkse productiequota aan die producenten. Het resultaat is een markt van biocomponenten die noch volledig vrij is, noch openstaat voor internationale mededinging. Jaarverslag 2008 41