Notitie verlenging Nota Erfgoed 2010-2013



Vergelijkbare documenten
Bijlagen Uitvoeringsprogramma Weardefol Fryslân

Weardefol Fryslân Uitvoeringsprogramma ruimtelijke kwaliteit, erfgoed en landschap

B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen

Jaarverslag mei stipe fan:

Onderwerp: Vaststelling van de "Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende en karakteristieke panden Stede Broec 2009".

Notitie Stand van zaken Brabantse monumenten

Monitor. Erfgoedinspectie. Monumenten en Archeologie

Welkom bij de discussieavond over het toekomstig monumentenbeleid

2 8 NOV Paraaf. Onderwerp Subsidieregeling Restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013

Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten

INFORMATIEBROCHURE. Regelingen voor eigenaren van gemeentelijke monumenten

1. Opbouw beleidstheorie(ën)

PROVINCIAAL BLAD. Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland

Postcode :. Plaats: Telefoon / mobiel :. FAX / .

UITVOERINGSBESLUIT FINANCIERING INSTANDHOUDING PROVINCIALE MONUMENTEN IN DRENTHE

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Subsidieverordening Cultureel erfgoed gemeente Eijsden-Margraten

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018

overwegende dat het gewenst is cultuurhistorische waarde te behouden en te beschermen in de gemeente Sittard-Geleen;

Subsidieregeling monumenten en klein erfgoed Sittard-Geleen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe

Subsidieregeling restauratie monumenten

3. het betreffende specifieke beoordelingskader, zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van dit Openstellingsbesluit.

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Gedeputeerde staten van Noord-Holland; Besluiten vast te stellen:

Raadsvergadering van 15 december 2011 Agendanummer: 6.3. Onderwerp: Uitgangspunten en randvoorwaarden gemeentelijk Monumentenbeleid.

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland

Leeuwarder Restauratiefonds

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Evaluatie en prioriteiten Cultuurhistorie. Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving

Bescherm monumenten en erfgoed. Remon Aarts, Wim Canninga Ruimtelijke Expertise / Omgevingskwaliteit Dinsdag 18 april 2017

Brim Toelichting op de nieuwe regeling. Renate Pekaar SCEZ 17 oktober 2012

Beleidsregel budget restauratie rijksmonumenten Groningen

Verzenddatum 2 7 NOV Paraaf ProyinqBSecretaris

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008.

UITVOERINGSBESLUIT FINANCIERING HERBESTEMMING KARAKTERISTIEK BEZIT IN DRENTHE

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten

PROVINCIAAL BLAD. Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten

Uitgegeven: 13 juli no. 28 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN

Onderzoek Gemeenteambtenaren 2013

Focusnotitie Monumenten

Titel 5 Stimuleringsregeling monumenten 2012

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2013 NR: 75

SML NGEKOMEN 0 3 DEC Paraaf Provinciesecretaris

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT Portefeuillehouder : A.

Algemene informatie Restauratiefinanciering

6) Cultuur en erfgoed

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Houtskoolschets Windstreek 2011

NOTA ERFGOED Provinciale beleidsvisie en uitvoeringsagenda voor: - monumenten; - archeologie; - cultuurhistorie

konsept Beslutelist gearkomste fan D.S. 21 oktober 2014 Ofwêzich: deputearre Kramer, deputearre frou Poepjes

Jaarverslag monumenten

Nr. 2005/116 5 januari 2006 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Begrotingswijziging Provinciale Staten Behandeling bij jaarstukken 2012

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Renswoude 2018 vast te stellen.

Erfgoedloket Groningen. voor eigenaren en bewoners van monumentale gebouwen in het aardbevingsgebied

VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling restauratiesubsidiesrijksmonumenten Noord-Holland 2015.

Onderwerp: Herbestemming kerk

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006;

Investeren in monumenten: Verdieping financieel kader

de Uitvoeringsregeling projectsubsidies ruimte te wijzigen als volgt:

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 8 maart 2017 / 19/2017. Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t.

Concordiacomplex Ede

Jaarverslag mei stipe fan:

Onderwerp: Aanwijzing voormalig synagogegebouwtje als gemeentelijk monument.

Monumenten in de gemeente Katwijk

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds

ERFGOED, ERFBETER, ERFBEST. Cultuurhistorische waarden: inventariseren, vastleggen en ontwerpen Februari 2012

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

Raadsinformatie monumentenzorg en archeologie

A&O ERFGOED PROVINCIE UTRECHT. 10 december 2015 Roland Blijdenstijn

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006

Uiteindelijk neemt het gemeentebestuur overwegende de drie adviezen het besluit een vergunning te verlenen of te weigeren.

Subsidieregeling instandhouding erfgoed Zaanstad Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad

Op basis van de Venrayse Instandhoudingverordening Monumenten

Subsidieverordening waardevolle panden gemeente Veere 2017

Behanneladvizen Presidium 13 mei 2015

SUBSIDIEREGELING INSTANDHOUDING ERFGOED GEMEENTE EDE. Tekst van de regeling

Datum : 13 december 2005 Nummer PS : PS2006ZCW03 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC002130i Portefeuillehouder : Kamp

Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed

Subsidieverordening isolatiemaatregelen woningen gemeente Harderwijk

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds

Investeren in het waddengebied is de moeite meer dan waard!

GEMEENTE HARLINGEN. Voorstel aan de gemeenteraad van Harlingen *GR * GR

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 1137

6) Cultuur en erfgoed

Over de voorliggende planningslijst kan verder nog het volgende worden opgemerkt:

Monitor gemeenten monumenten en archeologie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Transcriptie:

Notitie verlenging Nota Erfgoed 2010-2013 1. Inleiding Op 31 december 2013 is de looptijd van de Nota Erfgoed 2010-2013 afgelopen. Het beleid met betrekking tot monumenten, archeologie en cultuurhistorie zal opgenomen worden in de op te stellen integrale nieuwe Omgevingsvisie. Deze omgevingsvisie zal worden vergezeld van uitvoeringsprogramma s. Erfgoed maakt onlosmakelijk onderdeel uit van het provinciale beleid voor de fysiek ruimtelijke omgeving. Het opnemen van erfgoed in deze integrale visie is daarom logisch en past in de ambitie van het provinciebestuur om minder tijd aan beleidsnota s en meer aan uitvoering te besteden. De Omgevingsvisie zal naar verwachting in 2015 of 2016 worden vastgesteld door PS. Ook het opnemen van cultuurhistorie in de thematische structuurvisie Grutsk op e romte (hierna Grutsk) past in deze lijn. Omdat er geen aanleiding is om het erfgoedbeleid sterk te wijzigen wordt de Nota Erfgoed verlengd met 2 jaar totdat de Omgevingsvisie is vastgesteld. evaluatie en voorstellen De Nota Erfgoed wordt in hoofdstuk 2 geëvalueerd. Dit gebeurt voor het beleidsdoel en de verschillende onderdelen van de uitvoeringsagenda. Per onderdeel wordt afgesloten met een conclusie en een voorstel voor de te verlengen periode. De beoogde resultaten zijn grotendeels behaald. Op onderdelen is er aanleiding tot actualisatie en wijziging. De evaluatie omvat een beperkte externe raadpleging van het erfgoedveld. financiële kaders In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de benodigde middelen. Deze zijn al opgenomen in de meerjarenbegroting tot en met 2015. Er worden verder geen nieuwe middelen aangevraagd. De oorspronkelijke budgetten van de Nota Erfgoed 2010-2013 zijn eerder gewijzigd door bezuinigingen in het kader van het Uitvoeringsakkoord in 2011. Vanuit Wurkje foar Fryslân zijn en worden er middelen toegevoegd voor monumenten en karakteristieke gebouwen. Er is aanleiding om binnen de budgetten van erfgoed enkele verschuivingen aan te brengen. 2. Evaluatie en voorstellen Beleidsdoel Tekst Nota Erfgoed 2010-2013: Behoud en ontwikkeling van Friese archeologische, monumentale, cultuurhistorische elementen, patronen en structuren door: integratie van cultuurhistorische waarden in ruimtelijke plannen; koppelingen met gebiedsontwikkeling; het stimuleren van het particulier initiatief om in erfgoed te investeren; het leggen van verbindingen tussen cultuurhistorie en economie; het creëren van draagvlak en het vergroten van het publieksbereik van cultuurhistorische waarden. Evaluatie beleidsdoel Nut een noodzaak van het beleidsdoel zijn onveranderd gebleven. Beleidsdoelen zijn via uitvoeringsagenda uitgevoerd. Er zijn geen ontwikkelingen of andere aanleidingen om wijzigingen in het beleidsdoel aan te brengen. Voorstel: Handhaven beleidsdoel. 1

Uitvoeringsagenda In hoofdlijnen worden de onderdelen van de uitvoeringsagenda met de bijbehorende besluitpunten geëvalueerd. De resultaten, afwijkingen en ontwikkelingen worden aangegeven. De letter van het besluitpunt uit de nota correspondeert met de letter uit de evaluatie. Elk onderdeel wordt afgesloten met een conclusie en een voorstel. 2.1 Integratie van cultuurhistorische waarden in planvorming Tekst besluitpunten Nota Erfgoed 2010-2013: Het integreren van cultuurhistorie in planvorming wordt gestimuleerd en gereguleerd door: a. de Cultuurhistorische Kaart (CHK), waarin na waardering de cultuurhistorische waarden van provinciaal belang zijn benoemd; b. het Werkboek Landschap, Cultuurhistorie en Stedenbouw waarin de kernkwaliteiten van gebieden zijn benoemd; c. het verankeren van cultuurhistorie in provinciale plannen. Kosten en dekking: 25.000,-- jaarlijks beschikbaar stellen aan incidentele middelen voor onderhoud en beheer CHK. evaluatie a. De CHK is doorontwikkeld en kaarten met categorieën van provinciaal belang zijn opgenomen in de Verordening Romte als procesvereiste. Gemeenten dienen in hun ruimtelijke plannen aan te geven hoe ze met de aangegeven waarden zijn omgegaan. a. De website voor de CHK is vernieuwd en was bij de introductie het meest bezochte onderdeel van de provinciale website. De gebruiksvriendelijkheid is sterk vergroot en de informatie is fors uitgebreid. a. Er is bij gemeenten en in het veld behoefte aan de waardering van een aantal specifieke categorieën uit de CHK, dit betreft dijken, waterwegen en de dorpenatlas. b. De voorgenomen waardering van de CHK is opgegaan in de thematische structuurvisie Grutsk. Hierin zijn de landschappelijke en cultuurhistorische elementen en structuren van provinciaal belang geanalyseerd, geselecteerd als provinciaal belang en van een richtinggevend advies voorzien. Grutsk zal in maart 2014 als thematische structuurvisie worden vastgesteld. Het omvat een realisatieparagraaf en heeft een zelfbindende werking voor provinciale plannen en projecten. Het bevat een implementatietraject richting gemeenten. Hierbij ligt de nadruk op samenwerking en niet op sturing van bovenaf. Het ruimtelijke kwaliteitsteam heeft hierbij een adviserende en ondersteunende rol. Grutsk wordt als procesvereiste opgenomen in de Verordening Romte. a/b.bij de Kadernota is een amendement opgenomen voor digitalisering en ontsluiting van het Friese Erfgoed, waarvoor in totaal 5 mln voor beschikbaar is gesteld. Het onroerende erfgoed, zoals informatie van Grutsk en CHK zal hierin worden opgenomen. a. Cultuurhistorisch advies maakt deel uit van het provinciale ruimtelijke kwaliteitsteam dat t/m adviseert over ruimtelijke plannen van gemeenten maar ook over eigen provinciale c. plannen (zie verder onder 2.2). conclusie evaluatie De beoogde resultaten zijn bereikt en geven aanleiding tot het doorzetten van het beleid. Nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van Grutsk, digitalisering Fries erfgoed en de behoeftes m.b.t. de CHK geven aanleiding tot actualisatie van de besluitpunten. Voorstel tot wijziging besluitpunten a t/m c: Het integreren van cultuurhistorie in planvorming wordt gestimuleerd door: a. de implementatie van de thematische structuurvisie Grutsk op e romte; b. de Cultuurhistorische Kaart (CHK), die voor 3 categorieën zal worden verdiept en gewaardeerd; c. het opnemen van digitale cultuurhistorische informatie in het project Digitalisering 2

Fries Erfgoed. Kosten en dekking: Continueren van 15.000,-- voor onderhoud en beheer CHK. Voor de verdieping en waardering van de 3 categorieën kan ook een beroep worden gedaan op de budgetten voor ruimtelijke kwaliteit en krimp. 2.2 Gebiedsgerichte projecten Tekst besluitpunten Nota Erfgoed 2010-2013: a. Cultuurhistorie inbedden in provinciale integrale gebiedsplannen. b. Gebiedsgerichte ondersteuning voor projecten en activiteiten met betrekking tot objecten, structuren en kwaliteiten van provinciaal belang. c. Initiëren van gebiedsgerichte erfgoedprojecten; d. Opstarten Terpenproject met als belangrijkste onderdelen onderzoek, aankoop en beheer van terpen en voorlichting. Kosten en dekking: Behoudens het Terpenproject zijn er geen aanvullende middelen nodig. Dekking vindt plaats binnen het pmjp. Voor het doel Erfgoed is nog ongeveer 900.000,--beschikbaar en ongeveer 675.000,-- voor het doel archeologie. Voor het Terpenproject in 2010 225.000 en tussen 2011 en 2013 195.000 jaarlijks aan incidentele middelen beschikbaar stellen en dit toevoegen aan het doel archeologie binnen het pmjp. evaluatie a. Koppelingen van cultuurhistorie met gebiedsontwikkeling zijn gemaakt in landinrichtingsplannen zoals de Centrale As, N381, Haak om Leeuwarden, Friese Meren en Terpenproject. Dit gebeurde voor een belangrijk deel door advisering van het ruimtelijk kwaliteitsteam. Een groot ander deel hierin was de advisering archeologie waarbij er sprake was van een omvangrijke onderzoeks- en opgravingsopgave. a. Door de vaststelling van Grutsk ontstaat er een zelfbindende werking voor de eigen provinciale (gebieds)plannen en projecten waardoor de provincie verplicht is om rekening te houden met de cultuurhistorische structuren van provinciaal belang. b. De uitvoering van provinciaal beleid verloopt vanaf 2014 zoveel mogelijk via de streekagenda s. De zelfbindende werking van Grutsk geldt ook voor de streekagenda s. b/c Tientallen lokale en provinciale projecten en activiteiten die gericht zijn op structuren en objecten van provinciaal belang zijn geïnitieerd en ondersteund in het kader van het pmjp Landelijk gebied, vanuit de doelen cultuurhistorie en archeologie. Voorbeelden van deze projecten zijn: herstelprogramma Landgoederenlandschap Beetsterzwaag, Friese Waterlinie, onderzoek Roodbaardtuinen, herbestemming van de kerken van Kimswerd en Holwerd, herbestemmingsverkenningen van de vml. spoorremise Stiens en zuivelfabriek Oudega, archeologische steunpunten Rinsumageest (Klooster Klaarkamp) en Firdgum, reconstructie zodenhuis Firdgum, inzet vrijwilligers voor onderwaterarcheologie en het steilkantenonderzoek voor 7 terpen met open dagen. Gedurende de pmjp-periode is gemiddeld jaarlijks 386.429,-- aan het doel erfgoed besteedt en 100.000,-- aan het doel archeologie. Uit het voorgaande blijkt een duidelijke behoefte aan en draagvlak voor gebiedsgerichte ondersteuning van lokale projecten. Ook is er gelet op de ambities van het recent vastgestelde Grutsk behoefte aan het stimuleren van projecten die de cultuurhistorische structuren van provinciaal belang versterken. De looptijd van het pmjp eindigt in 2013. In het kader van het Uitvoeringsakkoord en de daarmee samenhangende bezuinigingen is besloten om voor de periode vanaf 2014 binnen andere budgetten ruimte te zoeken naar gebiedsgerichte ondersteuning van lokaal of provinciaal geïnitieerde projecten. Dit zou kunnen door binnen de erfgoedbudgetten hiervoor middelen vrij te maken. Voor cultuurhistorie is er parallel aan de middelen voor lokale projecten voor herstel landschap in het kader van de Nota Natuer en Lanlik gebiet, een budget van jaarlijks 200.000,-- (52% van oorspronkelijke budget) wenselijk. Gelet op de beperkte middelen zouden 3

boeken en onderzoek daarbij niet meer kunnen worden ondersteund. De uitvoering kan verlopen via de Streekagenda s, waarbij er dan een budget van 40.000,-- per streekplangebied is. Mochten er nog tekorten ontstaan dan biedt het budget ruimtelijke kwaliteit eventueel aanvullende dekking. Voor archeologie kan 66.000,-- (2/3 van oorspronkelijke budget) beschikbaar komen dat toegevoegd kan worden aan het tijdelijke budget voor archeologie (zie onder 2.6). De dekking van beide bedragen kan worden gevonden door een verschuiving vanuit het budget Deltaplan Fryske Tsjerken (zie 2.5). De kleinere budgetten betekent wel dat er voor projecten scherpere keuzes moeten worden gedaan. Grutsk kan hiervoor een basis bieden. c. Met het Rijk is/wordt samengewerkt aan een aantal gebiedprojecten in het kader van de rijksvisie Erfgoed en Ruimte. Dit betreft de projecten noordelijke strategie herbestemming, Masterplan Kust, Waddenzee en Landgoederenzone Beetsterzwaag. c. Het project noordelijke strategie herbestemming is een groot project dat is bedoeld om een impuls te geven aan herbestemming, Krimpgebieden hebben in het bijzonder aandacht. Er is een Kennispunt Herbestemming opgesteld samen met Drenthe en Groningen dat wordt uitgevoerd door de noordelijke steunpunten. Doel is om een strategie voor Noord-Nederland, met aandacht voor krimp, te ontwikkelen en daarnaast te makelen en schakelen tussen vraag en aanbod om zoveel mogelijk concrete herbestemmingen rond te krijgen. Ze zoeken hierin de samenwerking met andere partijen, gemeenten of doelgroepen zoals makelaars en ontwikkelaars. Dit project geeft ook invulling aan het project Erfgoedparels uit het Uitvoeringsprogramma Streekplan/Ruimtelijke kwaliteit en de Beleidsagenda Demografische Ontwikkelingen. d. Met het Rijk is een bestuursovereenkomst gesloten over het Terpenproject. Het project heeft de vorm van een pilot die loopt van 2011 juli 2014 waarin rijk en provincie samenwerken om kennis te delen en ervaring opdoen met verschillende instrumenten en duurzame instandhouding van kwetsbare Friese onbebouwde terpen in agrarisch gebruik. Door Rijk en provincie is elk 800.000,-- beschikbaar gesteld. Het budget van het project wordt beheerd door het Nationaal Restauratiefonds (NRF). Er is een tussentijdse evaluatie uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er concrete resultaten opgeleverd zijn m.b.t. de beschermende maatregelen en de kennis daarover. Er is één terp bij Berltsum aangekocht. In het plan voor de Gebiedsontwikkeling Franekeradeel - Harlingen is opgenomen dan zal worden gezocht naar geschikte terpen. Het project heeft ook geleerd dat bepaalde zaken veel complexer zijn dan gedacht en dat het ook meer tijd kost om het gewenste resultaat te bereiken. Zowel het Rijk als provincie zijn hier er optimistisch over dat dit alsnog gebeurd. Daarom is er in het Bestuurlijke Overleg met het Rijk van 11 oktober jl. is overeengekomen dat het Terpenproject met 4 jaar wordt verlengd tot juli 2018 en dat er over 2 jaar weer wordt geëvalueerd. Dit heeft geen financiële gevolgen. conclusie evaluatie De beoogde resultaten zijn grotendeels bereikt en geven aanleiding tot het doorzetten van het beleid. Voor het Terpenproject zijn concrete resultaten bereikt maar blijkt dat er meer tijd nodig is om alle beoogde resultaten te bereiken. Nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van Grutsk, de overgang van het pmjp naar streekagenda s, geven aanleiding tot actualisatie van de besluitpunten en het schuiven in budgetten om mogelijkheden te houden voor het stimuleren van gebiedsgerichte cultuurhistorische en archeologische projecten. Voorstel tot wijziging besluitpunten a t/m d: a. Doorwerking in provinciale gebiedsplannen en via de streekagenda s door de zelfbindende werking van Grutsk; b. Gebiedsgerichte ondersteuning van lokaal of provinciaal geïnitieerde projecten die de cultuurhistorische structuren van provinciaal belang (Grutsk) versterken. Hiervoor wordt een apart budget gecreëerd. Uitvoering vindt plaats via Streekagenda s. c. Het budget voor archeologie wordt uitgebreid voor archeologische projecten. d. Verlengen van het Terpenproject met 4 jaar tot juli 2018; 4

Kosten en dekking: Er wordt een nieuw budget Cultuurhistorie-Grutsk gecreëerd door 200.000,-- te verschuiven vanuit het budget Deltaplan Fryske Tsjerken. Er wordt 66.000 verschoven vanuit het budget Deltaplan Fryske Tsjerken naar het tijdelijke budget Archeologie 2.3 Financiële ondersteuning monumenten Tekst besluitpunten Nota Erfgoed 2010-2013: Financiële ondersteuning voor restauratie, onderhoud en bouwhistorisch onderzoek van monumenten waarbij uitgegaan wordt van de volgende hoofdlijnen. algemeen a. Gedeputeerde Staten werken een uitvoeringregeling uit en stellen jaarlijks een programma vast; b. Uitsluitend restauraties en werkzaamheden subsidiëren die het normale onderhoud te boven gaan, behoudens uitzonderingen onder i. en j. Voorwaarde is dat er ook voor het reguliere onderhoud een onderhoudsplan is opgesteld; c. Opstellen selectie door gedeputeerde staten met objecten of categorieën van provinciaal belang die in aanmerking kunnen komen voor subsidie. De tendersystematiek wordt vervangen door afhandeling op volgorde van binnenkomst. Voor de programma s onder e. en f. kunnen Gedeputeerde Staten voor een andere toedelingssystematiek kiezen. Jaarlijks wordt tenminste gemiddeld 400.000,-- voor kerkgebouwen bestemd; d. voor subsidiabele categorieën aansluiten op rijksbeleid waarbij gekozen wordt voor de meest kwetsbare categorieën. restauratie e. Voor de jaren 2010/2011 stellen Gedeputeerde Staten voor het bestrijden van de economische crisis en het wegwerken van restauratieachterstanden van rijksmonumenten een programma op waarin 1.392.094,-- aan gedecentraliseerde rijksmiddelen worden gekoppeld aan regionale middelen, waaronder provinciale middelen met een maximum van 696.047,--. Het maximale subsidiepercentage bedraagt 25% van de subsidiabele kosten; f. In het jaarlijkse programma wordt vanaf 2012 rekening gehouden met de nieuwe Monumentenwet waarbij er naar verwachting in gezamenlijke programma s tussen Rijk en provincies, door Rijk structureel gebiedsgericht restauratiebudget wordt ingezet. g. Naast de programma s onder e. en f. worden voor rijksmonumenten alleen aanvragen met een afgegeven rijkssubsidie (BRIM) gehonoreerd. h. Een subsidiepercentage van 15% voor rijksmonumenten en 35% voor niet-rijksmonumenten en een maximaal subsidiebedrag van 60.000,--. Voor de programma s onder e. en f. worden subsidiepercentages en maximale subsidiebedragen in het jaarprogramma nog nader door Gedeputeerde Staten vastgesteld. onderhoud en bouwhistorisch onderzoek i. In afwijking van b. subsidiëren onderhoud molens met rijksmonument-status en afstemmen op de BRIMregeling door alleen aanvragen met een afgegeven rijkssubsidie te honoreren waarbij subsidiebeschikking wordt verleend voor 6 jaar; j. In afwijking van b. subsidiëren onderhoud niet-rijksmonumenten alleen op basis van een periodiek instandhoudingsplan voor 6 jaar overeenkomstig de voorwaarden van de BRIM-regeling; k. Voor onderhoud kiezen voor een subsidiepercentage van 15% voor rijksmonumenten en 35% voor nietrijksmonumenten; l. bouwhistorisch onderzoek subsidiëren voor ten hoogste 50% van de kosten met een maximum van 5000,--. Kosten en dekking: Totale jaarlijkse kosten 896.701,--. 400.000,-- daarvan wordt aangevraagd in het kader van het Deltaplan Fryske Tsjerken (actiepunt 5). Het bedrag wordt eventueel verder aangevuld met betrekking tot kerkgebouwen in het kader van het Deltaplan Fryske Tsjerken (zie actiepunt 5). 391.673,-- (monumentenfonds) en 11.788,-- is gedekt door structurele middelen. Aanvullend is jaarlijks 95.411,-- aan incidentele middelen nodig. evaluatie a. GS hebben jaarlijks een uitvoeringregeling opgesteld. Er is er gedurende 2010 t/m 2013 10,4 mln (2010 2,3 mln + 2011 1,5 mln + 2012 2,9 mln + 2013 3,7 mln) beschikbaar gesteld voor ongeveer 300 monumenten. Dit heeft een geraamde investering van ruim 33 mln in monumenten opgewekt. (bron: NRF). Behoud en ontwikkeling van monumenten zijn hiermee substantieel gestimuleerd. Verder heeft dit ongeveer 500 manjaren werk opgeleverd (bron: NRF) wat een belangrijke impuls voor de bouw- en restauratiesector be- 5

tekent. Deze resultaten zijn veel hoger als beoogd in de nota erfgoed vanwege het sturctureel maken van de decentralisatie van rijksmiddelen, quick wins uit Wurkje foar Fryslân (zie hierna) en versnelling/herprioritering binnen de erfgoedbudgetten. a/f Naar aanleiding van de Modernisering Monumentenwet zijn de restauratiemiddelen vanaf 2012 structureel gedecentraliseerd van het Rijk naar de provincies. Hiervoor is een bestuursovereenkomst tussen het Rijk en IPO afgesloten. Fryslân heeft hiervoor jaarlijks een bedrag van 1,464 mln beschikbaar. De overeenkomst wordt in 2014 geëvalueerd. a. Bij de Kadernota begroting 2014 is er als zogenaamde quick win van de Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân, voor de jaren 2013 t/m 2015 3,7 mln aan extra middelen voor de subsidieregeling voor monumenten beschikbaar gesteld en 0,55 mln aan het Cultuurfonds voor Monumenten Fryslân. Dit levert 219 manjaren werk op. a. In de Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân is in de periode 2014-2017, 4,1 mln. beschikbaar gesteld voor restauratie, herbestemming en onderhoud van karakteristieke gebouwen (niet-rijksmonumenten), gebouwde landschapselementen en restauratieambacht. Er zal 2 mln worden toegevoegd aan de subsidieregeling en 2 mln aan het Cultuurfonds voor Monumenten Fryslân (zie 2.6). Er zal 0,1 mln worden besteed aan een inventarisatie karakteristieke gebouwen. Het doel is om particuliere investeringen voor deze groep monumenten te stimuleren door zoveel mogelijk eigenaren van karakteristieke gebouwen over de streep trekken. Hiermee wordt een financieel knelpunt bij gemeenten weggenomen en wordt het gemeentelijk monumentenbeleid gestimuleerd. Het subsidiepercentage zal 50% bedragen van de subsidiabele kosten. Woningen komen niet voor subsidie in aanmerking maar voor een lening uit het Cultuurfonds voor monumenten. Voor 2014 ligt voor de subsidieregeling de voorrang bij uitvoeringsgerede plannen, die worden gekozen in overleg met gemeenten en monumenteninstellingen. De verplichting tot gemeentelijke cofinanciering voor gemeentelijke monumenten komt te vervallen. Ook karakteristieke gebouwen van gemeenten die geen gemeentelijke monumenten hebben kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Voor de periode 2015 t/m 2017 worden de middelen weggezet voor gebouwen en bouwwerken die staan op een nieuw te maken quick scan inventarisatielijst van karakteristieke bouwwerken. Deze zal in 2014 worden gemaakt op basis van bestaande informatie (o.a. Monumenten Inventarisatie Project) en een beperkte aanvullende inventarisatie, in overleg met gemeenten. De inventarisatie wordt gedigitaliseerd en toegevoegd aan de Cultuurhistorische Kaart en het WFF project Digitalisering Fries erfgoed. Ook wordt in overleg met de gemeente een actieprogramma gestart om voorlichting te geven over deze regeling en het Cultuurfonds voor Monumenten. Kosten 0,1 mln. a. Resultaten van de investering van 4,1 mln voor karakteristieke gebouwen zullen zijn dat er 85 karakteristieke panden/bouwwerken in de periode 2014 t/m 2017 zullen zijn gerestaureerd en/of herbestemd. Na 2017 zijn dit jaarlijks structureel 15 panden door de revolverende werking van het cultuurfonds. Aan directe werkgelegenheid levert het 140 manjaren op t/m 2017. Na 2017, is dit jaarlijks structureel 12 door de revolverende werking van het cultuurfonds. Verder is een resultaat dat er een actuele inventarisatie is van karakteristieke bebouwing in alle Friese gemeenten. Tenslotte zullen er 60 leerlingen voor het restauratieambacht ingezet zijn. a. Monumentenwacht Fryslân voert jaarlijks een paar honderd inspecties uit aan rijksmonumenten. Hierbij wordt gekeken naar de staat van het casco en naar de algemene onderhoudstoestand. In 2012 bleek 46% van de casco s in redelijk tot goede staat en 10% in matig tot slechte staat. Qua algemene onderhoudstoestand was 30% van de geïnspecteerde monumenten in goede staat en 11% matig tot slecht onderhouden. Boerderijen staan er relatief het slechtst voor. Bedacht dient wel te worden dat niet alle rijksmonumenten aangesloten zijn bij de Monumentenwacht. Met name de onderhoudstoestand van monumenten in particulier bezit (vooral particuliere woningen en boerderijen) is daardoor minder goed in beeld. Steekproeven hebben wel aangetoond dat de monumenten die niet aangesloten zijn over het algemeen ook significant in slechtere staat verkeren dan wel aangesloten monumenten. Ook niet-rijksmonumenten zijn over het algemeen slechter onderhouden dan rijksmonumenten (Bron: Staat v Fryslân 2013). 6

a. Op grond van het Coalitieakkoord en Uitvoeringsakkoord is er een speciaal accent op herbestemming van karakteristieke gebouwen gelegd. Gelet op de beëindiging van het pmjp (zie 2.2) is er aanleiding om ook herbestemmingsverkenningen binnen deze regeling subsidiabel te stellen, een onderdeel hiervan bevat bouwhistorisch onderzoek. Dit laatste betreft een aanvulling op de subsidieregeling van het Rijk. In het kader van het Deltaplan Fryske Tsjerken is er voor kerkgebouwen aanleiding om naast herbestemming ook de transformatiekosten voor een nevenbestemming subsidiabel te stellen (zie 2.5). a. Duurzaamheid is één van de speerpunten van provinciaal beleid. Ook in de monumentenzorg liggen kansen voor energiebesparing. Het Programma Duorseme Ynnovaasjes geeft verschillende kansen die ook met monumentenzorg kunnen worden gecombineerd. Landelijk is er ook onderzoek en zijn er ervaringen bekend. Voldoende aanleiding om te onderzoeken of deze beide ook in de subsidieregeling met elkaar kunnen worden gecombineerd. a. Binnen de monumentenzorg is er een toenemende aandacht voor kwaliteitszorg. Door ontbrekende kennis of vaardigheden kan in sommige gevallen zodanig worden gehandeld dat monumenten schade oplopen. Op dit moment staat in de subsidieregeling dat een erkende architect de uitvoering dient te begeleiden. Landelijk is er een ontwikkeling van de certificering door de ERM. Tot op heden is dit echter slechts toegepast voor enkele grote aannemers en restauratiearchitecten en lijkt het door de procestijd en proceskosten niet zo geschikt voor de kleinere restauratiebedrijven, zoals die veel in Fryslân zijn. Een interessante ontwikkeling is de zgn. Gelderse Voet die laagdrempeliger werkt. Ook de Vereniging Restauratiebedrijven Noord is bezig met deze kwaliteitsborging. Het verdient aanbeveling om te onderzoeken hoe deze kwaliteitsborging verder in de subsidieregeling kan worden toegepast. a. In de afgelopen notaperiode is het Restauratie Opleidings Project (ROP) -Noord eenmalig gesubsidieerd om een nieuwe start met betere uitgangspunten mogelijk te maken. Dit project is er voor bedoeld de restauratiekennis ook voor de toekomst op peil te houden. Het project is succesvol gebleken in Fryslân. Tientallen leerlingen hebben het restauratie-vak geleerd. De subsidiering was eenmalig omdat het ROP primair als verantwoordelijkheid van onderwijs en bedrijfsleven wordt gezien. Wel is een verplichting opgenomen in de subsidiebeschikkingen dat het project met een leerlingbouwplaats moet worden uitgevoerd. Ook binnen Wurkje Foar Fryslân is dit een uitgangspunt. Er is daarom aanleiding dit beleidsmatig vast te leggen. b. Uitsluitend restauraties en werkzaamheden zijn gesubsidieerd die het normale onderhoud te boven gaan, behoudens uitzonderingen voor molens en gemeentelijke monumenten. In de verplichtingen bij de subsidiebeschikkingen is opgenomen dat er voor het reguliere onderhoud een onderhoudsplan is opgesteld. c. Er is een grove selectie van objecten of categorieën van provinciaal belang gemaakt. Als subsidiabele categorieën zijn de rijksmonumenten en gemeentelijk monumenten aangewezen. Voor herbestemming waren dat daarnaast ook de zogenaamde MIP-panden of panden die in het bestemmingsplan als karakteristiek of beeldbepalend waren aangemerkt. In het kader van de uitvoering van Wurkje foar Fryslân zal een quick scan inventarisatie karakteristieke gebouwen worden uitgevoerd. De tendersystematiek is vervangen door afhandeling op volgorde van binnenkomst. De categorie kerkgebouwen heeft veruit de meeste subsidie ontvangen. Uit een oogpunt van meer overzicht voor de restauratiebudgetten wordt het deel van het budget restauratie-/herbestemming van 364.000 verschoven vanuit het Deltaplan Fryske Tsjerken naar het budget Subsidie Monumenten (zie ook 2.5). d. Voor subsidiabele categorieën is aangesloten op rijksbeleid (Brim) en is gekozen voor de meest kwetsbare categorieën. Woonhuizen zijn uitgesloten. e. Voor het jaar 2010 zijn (toen nog) eenmalig gedecentraliseerde rijksmiddelen gekoppeld en provinciale middelen beschikbaar gesteld voor de restauratie van 8 topmonumenten die jarenlang tussen wal en schip waren gevallen door veranderende subsidieregelingen. h. In het geval van inzet van gedecentraliseerde restauratiemiddelen en het rijk dus geen subsidie voor restauratie heeft verstrekt, zijn subsidiepercentages tussen de 50% en 75% 7

gehanteerd met een maximum van 400.000. Een subsidiepercentage van 60% blijkt uit overleg met het veld het meest effectief. j. Gemeentelijke monumenten zijn gesubsidieerd met een subsidiepercentage van 35% op voorwaarde dat gemeenten hetzelfde bedrag subsidiëren en er een onderhoudsplan voor 6 jaar is ingediend. N.a.v. Wurkje foar Fryslân vervalt de verplichting tot gemeentelijke cofinanciering. k/l. voor onderhoud van rijksmonumentale molens is een subsidiepercentage van 15% gehanteerd. Bouwhistorisch onderzoek is gesubsidieerd voor ten hoogste 50% van de kosten. conclusie evaluatie De resultaten zijn door het toevoegen van extra middelen veel groter dan oorspronkelijk beoogd. Een blijvende inzet is nodig. Nieuwe ontwikkelingen door decentralisatie, het accent op herbestemming, Wurkje foar Fryslân, kwaliteitszorg, duurzaamheid, restauratieambacht en het einde van het pmjp, geven aanleiding tot actualisatie van de besluitpunten en het aanpassen van de budgetten. Voorstel tot wijziging: besluitpunten c, e, f, h. en j. worden vervangen door: c. In overleg met gemeenten uitvoeren van een quick scan inventarisatie van karakteristieke gebouwen (niet-rijksmonumenten) en gebouwde landschapselementen op basis van bestaande informatie (o.a. Monumenten Inventarisatie Project) en een beperkte aanvullende inventarisatie. Daarnaast zal worden onderzocht: - in hoeverre restauratie en herbestemming kan worden gecombineerd met energiebesparing waarbij er zo mogelijk ook gecombineerd kan worden met de provinciale subsidieverlening op het terrein van duurzaamheid; - de kwaliteitsborging bij planvorming en uitvoering verder kan worden verbeterd; e. In het jaarlijkse programma wordt rekening gehouden met de structurele decentralisatie van restauratiemiddelen. Verder is er een categorie voor herbestemming en opgenomen. Bij kerkgebouwen wordt ook nevenbestemming ondersteund. f. Er wordt rekening gehouden met een jaarlijks budget van tenminste 500.000 voor gemeentelijke monumenten en karakteristieke gebouwen. Voor 2014 zullen deze middelen worden ingezet voor uitvoeringsgerede plannen. Voor de periode 2015 t/m 2017 gebeurt dat op basis van de inventarisatielijst. Woningen kunnen geen subsidie krijgen maar wel een lening uit het Cultuurfonds voor Monumenten (zie 2.4). Restauraties en herbestemmingen worden uitgevoerd met een leerlingbouwplaats. h. Voor rijksmonumenten geldt een subsidiepercentage van 60% en maximaal subsidiebedrag van 400.000. Voor niet-rijksmonumenten geldt een subsidiepercentage van 50% en een maximaal subsidiebedrag van 200.000 zonder verplichting voor gemeentelijke cofinanciering. Het subsidiepercentage bij herbestemming bedraagt voor de transformatiekosten 50%. Nader zal worden bekeken of dit kan worden beperkt tot de onrendabele top van de herbestemming. Kosten en dekking: Totale jaarlijkse kosten 3.728.565 uit de volgende budgetten: - gedecentraliseerde rijksmiddelen: 1.463.888; - het structurele budget voor Subsidieregeling monumenten: 180.677; - het continueren van een tijdelijk budget voor restauratie monumenten: 584.000 waarvan 364.000 is toegevoegd vanuit het budget Deltaplan Fryske Tsjerken. - Wurkje foar Fryslân: 1.000.000 (quick win) + 500.000 (Investeringsagenda) 8

2.4 Cultuurfonds voor Monumenten Fryslân Tekst besluitpunten Nota Erfgoed 2010-2013: Samen met Friese gemeenten en het NRF zoeken naar partners om gezamenlijk het Cultuurfonds voor Monumenten (niet-rijksmonumenten) te voeden met aanvullende middelen. Kosten en dekking: Hiervoor zijn nog geen middelen geraamd. Indien er voldoende partners zijn gevonden om te investeren zal gekeken worden of er door verschuivingen binnen het programma Erfgoed ruimte kan worden gevonden. evaluatie Het Cultuurfonds voor Monumenten Fryslân is een revolverend fonds dat wordt beheerd door het Nationaal Restauratiefonds (NRF). Het is bedoeld voor restauratie en onderhoud van Friese karakteristieke niet-rijksmonumentale monumenten zoals gemeentelijke monumenten, karakteristiek panden die op de CHK staan en karakteristieke en beeldbepalende panden in beschermde gezichten. Eigenaren kunnen laagrentende leningen afsluiten. Dit fonds is vooral bedoeld voor eigenaren die voldoende kredietwaardig zijn om een lening af te sluiten. Woningen zijn een belangrijke doelgroep. Er is onvoldoende financieel draagvlak bij gemeenten om samen met de provincie het nagenoeg lege Cultuurfonds voor Monumenten te voeden. Bij de Kadernota in 2013 is er als onderdeel van de quick win voor monumentenzorg 500.000,-- beschikbaar gesteld voor het Cultuurfonds voor Monumenten voor het jaar 2013. Dit is een relatief bescheiden bedrag dat niet voldoende is om dit fonds structureel te laten revolveren. Over enkele jaren zal dit daarom weer leeg zijn. Daarom wordt in de Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân voor de periode 2014-2017, 2.000.000,-- beschikbaar gesteld voor het Cultuurfonds voor Monumenten Fryslân zodat dit voldoende is om structureel te revolveren voor de Friese monumenten (niet-rijksmonumenten) en naar verwachting niet leeg raakt. Voor de resultaten van deze impuls wordt verwezen naar 2.3. conclusie evaluatie Het beoogde resultaat om het Cultuurfonds te voeden is bereikt maar het is niet gelukt om dit samen met gemeenten te doen vanwege onvoldoende financieel draagvlak bij gemeenten. Door de toevoeging vanuit Wurkje foar Fryslân kan het Cultuurfonds naar verwachting structureel revolveren voor Fryslân en zal naar verwachting niet meer leeg raken. Voorstel tot wijziging/kosten en dekking: Cultuurfonds voor monumenten Fryslân wordt vanaf 2014 gedurende 4 jaar met 2.000.000, jaarlijks 500.000,-- versterkt met middelen uit de Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. 2.5 Deltaplan Fryske Tsjerken. Tekst besluitpunten Nota Erfgoed 2010-2013: Opstellen van een Deltaplan Fryske Tsjerken met de volgende uitgangspunten; a. een brede op samenwerking gerichte aanpak ; b. het stimuleren van draagvlak en particuliere en investeringen; c. het zoeken naar creatieve financieringsvormen en het zoeken naar nieuwe passende herbestemmingen. d. een aanvulling op de stimuleringsregeling voor restauraties en onderhoud; e. een stimuleringsregeling voor herbestemmingen en bijzondere projecten; f. versterking vangnetfunctie Stichting Alde Fryske Tsjerken; g. het realiseren van een website met alles over de Fryske Tsjerken. Kosten en dekking: Benodigde middelen bedragen 850.000,-- in 2010 en 880.000,-- in 2011 t/m 2013. Een deel wordt ondergebracht onder actiepunten 3 en 7: 400.000 voor restauratie en onderhoud en 80.000 voor een verhoging van de budgetsubsidie voor de SAFT. Verder zijn er middelen beschikbaar voor herbestemming en bijzondere projecten op grond van het pmjp, onder actiepunt 2. 9

evaluatie a. Er is een Deltaplan Fryske Tsjerken opgesteld. Naar aanleiding hiervan is een Deltateam en Deltaplatform Fryske Tsjerken ingesteld. Het Deltateam Fryske Tsjerken helpt lokale gemeenschappen in hun zoektocht naar een her- of nevenbestemming. Het team is met 25 in gesprek geweest waarbij er bijgedragen is aan 11 oplossingen en 9 mogelijke oplossingen. Het Kennispunt Herbestemming kan aanvullende kennis en diensten aanbieden (zie 2.2.c). Het Deltaplatform heeft geadviseerd over het beleid van de provincie met betrekking tot kerkgebouwen, er zijn ervaringen uitgewisseld en afspraken voor afstemming voor onderlinge acties gemaakt. Gelet op de problematiek is wel blijvende inzet wenselijk. b. Door het Deltateam en Deltaplatform en de inzet van subsidieregelingen uit het pmjp en de monumentenregeling is voor behoud en ontwikkeling van kerkgebouwen het draagvlak gestimuleerd en zijn particuliere investeringen uitgelokt. Door de jaarlijkse steun van het project Tsjerkepaad hebben duizenden mensen kerkgebouwen bezocht en zijn er activiteiten georganiseerd in kerkgebouwen. c. De Stichting Behoud en Herbestemming Religieus Erfgoed heeft in overleg met het Deltateam voor 2 kerkgebouwen een herbestemmingsverkenning uitgevoerd. d. Binnen de subsidieregeling monumenten (zie 2.3) is de categorie kerkgebouwen veruit de grootste categorie waaraan subsidies zijn besteed. Ten behoeve van meer overzicht in de subsidieregeling voor restauratie-/herbestemming is het wenselijk om 364.000,-- te verschuiven naar het budget Subsidie restauratie. In verband met het wegvallen van het pmjp is het wenselijk om de Subsidieregeling Monumenten ook open te stellen voor de financiële ondersteuning van nevenbestemmingen van kerkgebouwen en herbestemmingsverkenningen (zie 2.3). e. in de subsidieregeling monumenten is een speciale categorie voor herbestemming opgenomen en in het pmjp Landelijk Gebied her- of nevenbestemming van kerkgebouwen worden gestimuleerd. Uit beide budgetten zijn voor een tiental kerkgebouwen her- en nevenbestemming mogelijk gemaakt. f. Stichting Alde Fryske Tsjerken heeft jaarlijks 80.000 extra gekregen aan budgetsubsidie voor instandhouding en ondersteuning van het draagvlak (vrijwilligers, donateurs en activiteiten) van de bij hun in eigendom en beheer zijnde kerkgebouwen. De verhoging van de budgetsubsidie is structureel gemaakt. g. Er is een inventarisatie uitgevoerd van 140 al herbestemde kerkgebouwen in Fryslân met als doel de ideevorming voor kerkeigenaren en lokale gemeenschappen te bevorderen voor vrijkomende kerkgebouwen. Deze herbestemmingen zijn beschreven inclusief beelden en de inventarisatie is op de provinciale website te raadplegen. De instellingen in het Monumintehûs hebben een voorstel gemaakt voor het inrichten van een Kennispunt Fryske Tsjerken. Hieraan is ook een website gekoppeld door de combinatie met het project Digitalisering Fries Erfgoed (zie onder 2.1) en het Kennispunt herbestemming (zie 2.2). a-g Voor het Deltaplan Fryske Tsjerken zijn de afgelopen notaperiode veel inspanningen geleverd. Er zijn onder meer eenmalige investeringen gedaan om inventarisaties uit te voeren en een ondersteuningsstructuur op te zetten. Gelet op deze tijdelijke verhoogde inspanning kan de financiële inspanning voor de komende jaren worden verlaagd voor het Deltaplan. De ondersteuning van concrete restauraties en herbestemmingsprojecten wordt op peil gehouden en door de aanvullende middelen uit Wurkje foar Fryslân zelfs fors uitgebreid via de Subsidieregeling Monumenten (zie 2.3) en het Cultuurfonds voor Monumenten (zie 2.4). De financiële ruimte die door een verlaging ontstaat kan worden benut om enkele andere wenselijke aanpassingen die uit deze evaluatie voortvloeien financieel te dekken. Dat zijn: - het opvangen van de consequenties van het aflopen van het pmjp voor de doel cultuurhistorie en archeologie (zie 2.2). Hiervoor kan 200.000,-- verschuiven naar het nieuwe tijdelijk budget Cultuurhistorie Grutsk en 66.000,-- naar het tijdelijke budget archeologie. 10

- het creëren van een activiteiten budget voor vrijwilligerstichtingen zonder budgetsubsidie uit het Monumentenhuis (zie 2.7). Hiervoor kan 15.000 verschuiven naar het nieuwe tijdelijke budget Activiteiten Monumentenhuis. conclusie evaluatie De beoogde resultaten zijn grotendeels bereikt waardoor oplossingen voor vrijkomende kerkgebouwen zijn gevonden en draagvlak voor behoud is bereikt. Een blijvende inzet is gelet op de problematiek nodig. Het is nog niet gelukt om een website met alles over de kerken te realiseren. Dit zal in samenhang ontwikkeld moeten worden met de websites voor de Digitalisering Fries Erfgoed en het Kennispunt Herbestemming. De financiële inspanning kan door het aflopen van eenmalige investeringen worden verlaagd ten gunste van gewenste financiële ruimte voor andere erfgoedbudgetten. Voorstel tot wijziging: besluitpunten a, c en g worden vervangen door: a. een brede op samenwerking gerichte aanpak onder meer door het continueren van het Deltaplatform Fryske Tsjerken; c. het zoeken naar creatieve financieringsvormen en het zoeken naar nieuwe passende herbestemmingen onder meer door het continueren van het Deltateam Fryske Tsjerken. g. het realiseren van een Kennispunt Fryske Tsjerken. Kosten en dekking: Benodigde middelen bedragen jaarlijks 75.000,--. Het stimuleren van restauratie en herbestemming van kerkgebouwen wordt uitgevoerd via de stimuleringsregeling monumenten en het Cultuurfonds voor Monumenten. Hiervoor wordt 364.000,-- verschoven van het budget Deltaplan Fryske Tsjerken naar het budget Subsidie restauratie. De ondersteuning van de vangnetfunctie van de Stichting Alde Fryske Tsjerken wordt uitgevoerd via budgetsubsidies (2.7). Er wordt 200.000 verschoven naar het nieuwe tijdelijk budget Cultuurhistorie Grutsk en 66.000,-- naar het tijdelijke budget Archeologie. Er wordt 15.000 verschoven naar het nieuwe tijdelijke budget Activiteiten Monumentenhuis. 2.6 Voorlichting, onderzoek en bescherming archeologische waarden Tekst besluitpunten Nota Erfgoed 2010-2013: Kiezen voor een provinciale rol binnen de driehoek voorlichting, onderzoek en bescherming waarbij de volgende acties worden uitgevoerd: a. Doorontwikkelen van de FAMKE als onderdeel van de CHK; b. Ondersteuning wetenschappelijk archeologisch onderzoek; c. Opstellen Provinciale Onderzoeksagenda; d. Waar mogelijk afbouwen begeleiding non-destructief onderzoek; e. Continuering toetsing onomkeerbare ingrepen, hierbij afhankelijk van opstelling gemeenten meer of minder actieve opstelling kiezen zoals de aanwijzing van attentiegebieden; f. Voortzetten (wettelijke) adviserende taken; g. Stimuleren archeologie-vriendelijk beheer van waardevolle terreinen; h. In samenwerking met gemeenten komen tot Friese oplossingen voor specifieke archeologische beleidsvragen; i. Continueren inzet en ondersteuning archeologische steunpunten; j. Continueren en uitbouwen beleid ten aanzien van het Noordelijk Archeologisch Depot Nuis, met name m.b.t. technische eisen en doorontwikkeling als kennis- en voorlichtingscentrum; k. Continueren beleid ten aanzien van amateurarcheologie en realiseren efficiëntere verwerking van vondstmeldingen Kosten en dekking: De kosten bedragen jaarlijks 321.000,-- Dekking van jaarlijks 147.000,-- door uitkering provinciefonds (Malta-middelen) en 11

20.000,-- aan structurele middelen voor Frysk Erfskip (cultuurtoerisme). Jaarlijks 154.000,-- beschikbaar stellen aan incidentele middelen. resultaten, afwijkingen, ontwikkelingen en overwegingen a. De FAMKE is doorontwikkeld. Gemeentelijke verdieppingsslagen zijn/worden gedurende de notaperiode uitgevoerd in samenwerking met de gemeenten Sneek, Wymbritseradiel, Wûnseradiel, Harlingen, Littenseradiel, Terschelling, Opsterland en Heerenveen. b. Er is steun gegeven aan archeologische onderzoek in samenwerking met de RUG. Dit onderzoek is nodig voor de doorontwikkeling van FAMKE. Er is steilkantenonderzoek van 7 terpen verricht door de RUG. Er is veenontginnigsonderzoek verricht in Arkum en Wartena. Er is een terpzolenonderzoek verricht van de afgegraven terp van Saxenoord. Deze zijn deels met middelen uit het pmjp ondersteund. De open dagen bij deze opgravingen hebben veel belangstelling van bezoekers getrokken. De aanstelling van de provinciaal archeoloog als byzonder hoogleraar Terpenarcheologie bij de (RUG) voor een dag in de week is ondersteund waardoor archeologische onderzoek onderzoek wordt ondersteund. Voor het opvangen van de gevolgen van het aflopen van het pmjp (zie 2.2) wordt er 66.000,-- aan dit budget toegevoegd vanuit het budget Deltaplan Fryske Tsjerken (zie 2.5). c. Door de prioriteiten bij de andere actiepunten uit de uitvoeringsagenda, met name advisering over archeologisch onderzoek en opgravingen bij de provinciale wegenprojecten, is er nog geen Provinciale Onderzoeksagenda opgesteld. d. De primaire verantwoordelijkheid voor het archeologische onderzoek bij ingrepen (zgn. Malta-onderzoek) ligt door de wijziging van de Monumentenwet bij de gemeenten. Bij het Steunpunt Monumentenzorg is via de budgetsubsidie een product advisering archeologie geïntroduceerd. Dit bestaat uit eerste lijns advisering die onbetaald wordt uitgevoerd voor gemeenten en uit betaalde dienstverlening ten behoeve van de beoordeling van onderzoek of programma s van eisen in het geval van een proefsleuf of opgraving. e. Bestemmingsplannen worden getoetst op hoe de adviezen vanuit FAMKE zijn verwerkt. In het geval advisering door de provinciaal archeoloog in het bestemmingsplan is voorgeschreven, zijn adviezen uitgebracht. f. Wettelijke adviserende taken zoals de aanwijzing tot archeologische monument (bv. klooster Klaarkamp), zijn uitgevoerd. g. Het stimuleren van archeologisch-vriendelijk beheer van waardevolle terreinen is tot uitvoering gekomen via het Terpenproject, zie onder 2.2; h. Door de wijziging van de Monumentenwet zijn gemeenten primair verantwoordelijk voor archeologisch beleid binnen hun gemeente. Om dit te stimuleren is een gemeentlijke werkgroep archeologie gestart waarin de provincie een adviserende rol heeft. De werkgroep heeft een model-beleidsnota en model-verordering opgesteld. Er is tussen de gemeenten onderling en met de provincie nog geen overeenstemming bereikt over het bereiken van Friese oplossingen voor specifieke archeologische gemeentelijke beleidsvragen zoals de gevolgen van de veroorzaker betaald, excessieve kosten, en planschade. Het is wenselijk om de komende jaren dit overleg te continueren. i. De ondersteuning van de 8 archeologische steunpunten is gecontinueerd. In eerste instantie door het Fries Museum. Na de pensionering van de betrokken medewerker is deze taak door hen beëindigd en heeft de begeleiding op meer incidente basis plaatsgevonden vanuit de provinciale dienst. Voor 2014 is het voornemen dit weer structureel op te pakken. Gezocht zal worden naar de meest geschikte instelling hiervoor. Ondersteuning is gegeven voor een nieuw archeologisch steunpunt in Rinsumageest (klooster Klaarkamp). Gelet op de onderlinge samenhang wordt het specifieke structurele budget van 20.350 toegevoegd aan het structurele budget voor archeologie. j. Voor het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis is een stappenplan gemaakt met betrekking tot de technische eisen en de doorontwikkeling van het depot als kennis- en voorlichtingscentrum. Voor de ontwikkeling van de publieksfunctie is een plan gemaakt en is zijn middelen beschikbaar gesteld. 12

k. Contacten met amateurarcheologen hebben plaatsgevonden via de archeologische steunpunten en hun inzet bij archeologisch opgravingen bij provinciale projecten. Een deel van de vondstmeldingen zijn verwerkt in de FAMKE. conclusie evaluatie De beoogde resultaten zijn grotendeels bereikt en geven aanleiding tot het doorzetten van het beleid. Het opstellen van een POA is nog niet gelukt door een grotere dan geraamde inzet bij andere actiepunten uit de uitvoeringsagenda, met name advisering over archeologisch onderzoek/opgravingen bij provinciale wegenprojecten. Hier is meer tijd voor nodig. Ook het bereiken van Friese oplossingen voor specifieke archeologische gemeentelijke beleidsvraagstukken, heeft meer tijd nodig. Door het aflopen van het pmjp is er aanleiding om het tijdelijke budget te verhogen. Voorstel: besluitpunten blijven gehandhaafd. Kosten en dekking De kosten bedragen jaarlijks 326.000,-- Hiervoor is dekking uit het structurele budget van 170.302,-- voor Archeologie en archeologisch depot, waarbij het budget van 20.350 voor de begeleiding van de archeologische steunpunten naar dit budget is verschoven. Dekking vanuit de tijdelijke middelen is er voor 191.000,-- waarbij er ten behoeve van de opvang van het aflopen van het pmjp 66.000,-- aan dit budget wordt toegevoegd vanuit het budget Deltaplan Fryske Tsjerken. 2.7 Financieel ondersteunen van Steunfuncties Tekst besluitpunten Nota Erfgoed 2010-2013: a. Financiële ondersteuning Steunpunt Monumentenzorg en Monumentenwacht voortzetten op hetzelfde niveau; b. Ondersteuning Stichting Alde Fryske Tsjerken vergroten in het kader van het Deltaplan Fryske Tsjerken waarbij wordt uitgegaan van een verhoging met 80.000,--; c. Ondersteuning Stichting Fryske Mole verhogen met 9.389,-- per jaar; d. Na onderzoek een keuze maken voor een vorm van verdergaande samenwerking binnen het Monumintenhûs en met andere erfgoedorganisaties. De financiële ondersteuning van de budgetinstellingen wordt hierbij opnieuw beoordeeld; e. Te leveren producten eventueel aanpassen naar aanleiding van actuele ontwikkelingen in wetgeving of beleidsprioriteiten; Kosten en dekking De kosten bedragen 669.000,--. 702.000 is gedekt door structurele middelen in de meerjarenbegroting. Inbegrepen hierbij is een verschuiving van 45.000 van Frysk Erfskip (cultuurtoerisme) naar de Monumentenwacht als vervanging van een deel van het oorspronkelijke incidentele budget. De verhoging van 80.000 voor de Stichting Alde Fryske Tsjerken wordt aangevraagd in het kader van het Deltapan Fryske Tsjerken (actiepunt 5). Aanvullend 9.389 jaarlijks aan incidentele middelen beschikbaar stellen. evaluatie a. De financiële ondersteuning van de Monumentenwacht voor het stimuleren van periodieke inspecties van monumenten is voortgezet op hetzelfde niveau waarbij de Monumentenwacht de commerciële activiteiten heeft afgesplitst in de BV Monumentenadvies Noord. Voor het Steunpunt is het bedrag verhoogd. Het IPO heeft met het Rijk een bestuursovereenkomst afgesloten voor het structureel maken van de decentralisatie. De daarbij behorende verhoogde uitkering uit het provinciefonds wordt gebruikt voor het in 2013 gestarte Kennispunt Herbestemming. b. Stichting Alde Fryske Tsjerken heeft jaarlijks 80.000,-- extra gekregen aan budgetsubsidie. De verhoging van de budgetsubsidie is structureel gemaakt. Zie verder onder 2.5.f. 13

c. De provincie heeft samen met het Steunpunt Monumentenzorg meegewerkt aan een oplossing voor het secretariaat van de Stichting Fryske Mole. Ten behoeve hiervan is een deel van het budget van de Stichting Fryske Mole verschoven naar het Steunpunt Monumentenzorg. d. De tien erfgoedinstellingen in het Monumintehûs hebben een overeenkomst afgesloten om nauwer met elkaar samen te werken om de kwetsbaarheid van de organisaties te verminderen en de doelmatigheid en efficientie te verhogen. Er zijn 10 actiepunten voor samenwerking benoemd. d. In het kader van de evaluatie van de Nota erfgoed heeft het Platfoarm Fryske Monuminteorganisaasjes is aandacht gevraagd voor een werkbudget voor de zogenaamde flankerende instellingen (vrijwilligersstichtingen zonder budgetsubsidie zoals Stichting Staten en Stinzen en Boerderijenstichting) en voor (financiële) ruimte voor een initiatief voor een depot voor bouwfragmenten (zie 2.10). e. Productplannen zijn jaarlijks aangepast naar aanleiding van actuele ontwikkelingen en wetgeving of beleidsprioriteiten. conclusie evaluatie De beoogde resultaten zijn bereikt en geven aanleiding tot het doorzetten van het beleid. De reactie van de instellingen binnen het Monumintehûs geeft aanleiding om voor de kleine flankerende vrijwilligerstichtingen een klein werkbudget in te stellen en te onderzoeken of een initiatief voor een depot voor bouwfragmenten kan worden ondersteund. Voorstel tot wijziging: besluitpunten a t/m e worden vervangen door: a. Financiële ondersteuning Steunpunt Monumentenzorg, Stichting Alde Fryske Tsjerken, Monumentenwacht en Stichting Fryske Mole voortzetten op het huidige niveau; b. Het steunpunt Monumentenzorg ontvangt via de budgetsubsidie een werkbudget voor de vrijwilligersstichtingen zonder personeel en zonder budgetsubsidie van in totaal 15.000,--. Verder zal worden onderzocht zal worden of de provincie ondersteuning zal bieden voor een initiatief voor een depot voor bouwfragmenten. Kosten en dekking De kosten bedragen 756.539,--. Dit betreft het continueren van 741.539 aan structurele middelen en 15.000 voor een nieuw tijdelijk budget voor Activiteiten Monumentenhuis die vanuit het budget Deltaplan Fryske Tsjerken wordt verschoven. 14

2.8 Stimuleren van erfgoededucatie Tekst besluitpunten Nota Erfgoed 2010-2013: Continueren functie van coördinator erfgoededucatie met als taken: a. koppelen van vraag (basis- en voortgezet onderwijs) aan aanbod (educatief materiaal, erfgoedinstellingen); b. stimuleren van de structurele implementatie van erfgoededucatie in basis- en voortgezet onderwijs; c. stimuleren van het aanbod aan erfgoededucatie voor het basis- en voortgezet onderwijs, met name gericht op Fries erfgoed; d. positioneren van erfgoededucatie binnen cultuureducatie. Kosten en dekking De kosten bedragen 30.000,--. Jaarlijks 30.000,-- beschikbaar stellen aan incidentele middelen. Projectmatige ondersteuning is mogelijk via het pmjp. evaluatie In het kader van het Uitvoeringsakkoord is in het kader van de bezuinigingen besloten te stoppen met een apart project Coördinatie Erfgoededucatie. Vanaf 2005 is dit project ondersteund waardoor de positie van erfgoededucatie in het onderwijs verbeterd is. In 2012 is de coördinatie opgegaan in de coördinatie voor Cultuureducatie, dat door Keunstwurk wordt uitgevoerd. Beleidsmatige basis hiervoor is de beleidsnota Grinzen Oer voor cultuur, taal en onderwijs. Voor concrete activiteiten kan ondersteuning worden gevonden in het kader van de regeling Cultuurparticipatie. Conclusie evaluatie en voorstel tot wijziging Het actiepunt erfgoededucatie is met het Uitvoeringsakkoord vervallen en ondergebracht bij cultuureducatie. 2.9 Overige ontwikkelingen: Leeuwarden Culturele Hoofstad 2018 Een ontwikkeling die van belang is voor alle onderdelen van de uitvoeringsagenda is de uitverkiezing van Leeuwarden als Culturele Hoofdstad 2018. Er liggen veel kansen voor projecten op het gebied van landschap en cultuurhistorie. Het bidbook biedt al een aantal aanknopingspunten. Er worden kansen rond de volgende 5 thema s gezien die onderling sterk verweven en elkaar versterkend zijn. 1. Terpenlandschap; 2. Kerken, veranderende functie; 3. Greep op het water; 4. Relaties Europa, Stad, dorp; 5. Nieuwe architectuur in stad en landschap. Voorstel tot wijziging Actiepunt Erfgoededucatie (2.8) vervangen door Leeuwarden Kulturele Haadstêd 2018: Verkennen van de mogelijkheden om in overleg met de projectorganisatie KH2018 voor cultureel erfgoed aansprekende projecten te ontwikkelen, die opgenomen kunnen worden in de programmering van KH2018. Hierbij inbegrepen is het zoeken van de uitvoerbaarheid daarvan, middelen en partijen die het kunnen uitvoeren. 15

2.10 Verslag externe raadpleging De evaluatie omvatte een beperkte externe raadpleging van het erfgoedveld. raadpleging Platform Fryske Monuminte-organisaasjes op 11-9 en brief van 9-10-2013; bestuurlijk overleg op 11-10-2013 met Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Directie Cultureel Erfgoed van OCW; Friese netwerkdag Actualiteiten en ontwikkelingen monumentenzorg op 15-10 2013; Vragen die daarbij zijn gesteld zijn of men vindt dat het beleid de afgelopen notaperiode effectief is geweest en of er aanleiding is om het beleid en de uitvoeringsagenda te wijzigen. raadpleging Platform Fryske Monuminte-organisaasjes op 11 september 2013 en brief van 9 oktober 2013 Door het Platform werd aangegeven dat het beleidsdoel nog steeds beantwoordt aan de gedachten in het veld en dat de uitvoeringsagenda effectief is gebleken. Wel is nog het volgende aangegeven. - De instellingen in het Monumintehûs zonder personeel en budgetsubsidie zouden graag over een werkbudget beschikken van in totaal 17.000,--. Reactie: hierin is voorzien door voor deze zgn. flankerende instellingen jaarlijks een tijdelijk budget van 15.000 gecreëerd dat uitgevoerd wordt via de budgetsubsidie van Steunpunt Monumentenzorg. Een deel van de 17.000 werd al door de budgetinstellingen gezamenlijk opgebracht. Daarom wordt niet het gehele gevraagde bedrag gehonoreerd. - De monumentenorganisaties willen graag participeren in 2 uitwerkingen van moties met betrekking tot het Nuon-gelden. Dit betreft de digitalisering Fries Erfgoed en de aanpak karakteristieke gebouwen. Reactie: hierin is reeds en zal ook in de komende tijd worden voorzien. - Er wordt gehecht aan het blijvend subsidiabel stellen van de onrendabele top bij herbestemmingen haalbaarheidsonderzoeken. Reactie: hierin zal worden voorzien door deze categorieën subsidiabel te stellen. Onderzocht zal worden of bij herbestemming de subsidiabele kosten kunnen worden beperkt tot de onrendabele top. - Er wordt aandacht gevraagd aan de ondersteuning van projecten die tot 2014 nog door het pmjp worden ondersteund zoals boeken en themajaren. Reactie: er wordt een apart budget geopend voor cultuurhistorische projecten die de provinciale belangen van Grutsk versterken. Boeken zullen daartoe niet behoren. In verband met de doorgevoerde bezuinigingen is het noodzakelijk keuzes te maken. De uitvoering zal via de streekagenda s verlopen. - Een integrale benadering van de Omgevingsvisie en subsidieverlening is mooi maar de slagkracht van de huidige sectorale monumentenregeling zou niet verloren mogen gaan. Eén loket voor subsidies waar aanvragers in meedenkende sfeer kunnen worden geholpen wordt geadviseerd. Reactie: Het voornemen is om de monumentenregeling zoals die nu luidt voort te zetten en te onderzoeken of er op het gebied van duurzaamheid combinaties in de subsidieregelingen kunnen worden gelegd (duurzame monumentenzorg). Verder streeft de provincie naar het uitbouwen van een centrale Subsidie-eenheid zodat het door het platform gewenste centrale loket ontstaat. - Voor Leeuwarden Culturele Hoofdstad is aandacht voor het culturele erfgoed en voor de ondersteuning van projecten wenselijk. De monumentenorganisaties dragen hier graag aan bij. Reactie: Culturele Hoofdstad is een nieuw actiepunt in de te verlengen nota. De mogelijkheden zullen worden verkend om in overleg met de projectorganisatie Culturele Hoofdstad aansprekende projecten te ontwikkelen, die opgenomen kunnen worden in de programmering van KH2018. Hierbij inbegrepen is het zoeken van de uitvoerbaarheid daarvan, middelen en partijen die het kunnen uitvoeren. Onderzocht zal worden hoe daarin met de monumentenorganisaties opgetrokken kan worden. 16

- Het is wenselijk om meer aandacht te geven aan bedreigde historische interieurs. Reactie: historische interieurs zijn een onderdeel van de stimuleringsregeling monumenten. In 2013 is een meerjarig project van de nieuwe Stichting Friese Interieurs ondersteund dat ook doorloopt in 2014 en 2015 om hiervoor meer onderzoek te plegen. Ook zal de Monumentenwacht worden gestimuleerd om meer inspecties/instandhoudingsadviezen te verlenen voor historische interieurs. De eerste Friese inspectie daarin wordt voor een nader te kiezen boerderij door de provincie gesubsidieerd. - Aandacht wordt gevraagd voor (financiële ruimte) voor een initiatief voor een eventueel depot voor bouwfragmenten. Reactie: de gedachte is interessant. In de verlengingsnotitie wordt opgenomen dat nader zal worden onderzocht of de provincie hier een ondersteunende rol in zal spelen. bestuurlijk overleg op 11 oktober 2013 met Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Directie Cultureel Erfgoed van OCW Het Rijk gaf aan tevreden te zijn over de samenwerking. De uitvoering van de decentralisatie van de restauratiemiddelen verloopt goed, mede door de toevoegingen vanuit de Nuonmiddelen en de samenwerking met de RCE wat betreft berekening subsidiabele kosten. Er zijn verschillende samenwerkingsprojecten uit de Visie Erfgoed en Ruimte opgestart. Voor het Terpenproject is afgesproken dit met 4 jaar te verlengen en over 2 jaar opnieuw te evalueren. Het Rijk ziet geen aanleiding om wijzigingen in het Friese Erfgoedbeleid aan te brengen. Friese netwerkdag Actualiteiten en ontwikkelingen op het gebied van monumentenzorg op 15 oktober 2013. Onder meer is van gedachten gewisseld over de subsidieregeling monumenten en het overige erfgoedbeleid. Gemeenten en overige instellingen gaven aan dat ze op hoofdlijnen geen aanleiding zien tot wijziging van het beleid. Wel is het volgende afgesproken. - Provincie en gemeenten gaan goed communiceren over de mogelijkheden voor de subsidieregeling en het Cultuurfonds. Dat is belangrijk omdat voor eigenaren de gemeente meestal het primaire loket is. - De uit te voeren inventarisatie voor karakteristieke gebouwen en uitvoeringsgerede projecten voor 2014 zal in overleg met gemeenten plaatsvinden maar ook met de instellingen uit het Monumintehûs en met Hûs en Hiem. - Onderzocht zal worden of de categorie boerderijen die in monumentenmonitor relatief slecht scoort, nog speciale aandacht kan krijgen. - Aandacht werd gevraagd voor het onderhoud van kerktorens bij gemeentelijke stichtingen omdat het onderhoud bij molens wel wordt gesubsidieerd. Provinciale reactie was dat de categorie molens een uitzondering is omdat het voor deze doelgroep heel lastig is middelen te vinden en dat dit voor kerktorens over het algemeen gemakkelijker ligt. Ook ligt hier een grotere gemeentelijke verantwoordelijkheid. - Voor het overige erfgoed werd aandacht gevraagd voor het roerende erfgoed en het toezicht op gemeenten omdat het voorkomt dat bij gemeentelijke fusies op formaties voor erfgoed wordt bezuinigd. Voor het roerende erfgoed is al een initiatief gestart voor het digitaliseren en ontsluiten van het religieuze roerende erfgoed. Het toezicht op gemeenten zal betrokken worden in het totaal van het interbestuurlijke toezicht van provincies op gemeenten. 17

3. Middelen Naar aanleiding van de voorstellen uit hoofdstuk 2 wordt voorgesteld om binnen de erfgoedbudgetten een aantal wijzigingen door te voeren. Een aantal tijdelijke budgetten eindigen aan het einde van de coalitieperiode. Een verlenging van deze budgetten zal aangevraagd worden via de Kadernota voor de begroting 2016 in het kader van de nieuw op te stellen Omgevingsvisie. Voorstel: a. Voor het ondersteunen van gebiedsgerichte cultuurhistorische projecten wordt er een tijdelijk budget gecreëerd voor Cultuurhistorie in Grutsk. Hiervoor wordt 200.000,-- verschoven vanuit het budget Deltaplan Fryske Tsjerken. b. Voor het ondersteunen van gebiedsgerichte archeologische projecten wordt 66.000,-- verschoven van het budget kerken naar het budget onderzoek archeologische waarden. c. Ten behoeve van meer overzicht in de subsidieregeling voor restauratie- /herbestemming wordt er 379.000,-- verschoven van het budget kerken naar het budget Subsidie restauratie. d. Ten behoeve van overzichtelijke en flexibele inzet voor archeologie wordt het budget voor de begeleiding van de archeologische steunpunten van 20.350 verschoven naar het budget Archeologie en archeologische depot. e. Voor vrijwilligerstichtingen zonder budgetsubsidie uit het Monumintehûs wordt een tijdelijk budget van 15.000 gecreëerd. Dit bedrag wordt verschoven vanuit het budget Deltaplan Fryske Tsjerken. De voorgestelde wijzigingen zijn verwerkt in het onderstaande overzicht van budgetten. Het betreft wijzigingen binnen het programma zodat de benodigde begrotingswijziging door GS kan worden vastgesteld. budgetten Erfgoed Mutaties Begr. Lasten 2014 Lasten 2015 Lasten 2016 Lasten 2017 Archeologie en Archeologisch Depot (s) + 20.350 170.302 170.302 170.302 170.302 Cultuurtoerisme Archeologische steunpunten (verv.) - 20.350 St. Alde Fryske Tsjerken (s) 0 194.852 194.852 194.852 194.852 St. de Fryske Mole (s) 0 86.940 86.940 86.940 86.940 St. Monumentenwacht Friesland (s) 0 254.719 254.719 254.719 254.719 St. Steunpunt Monumentenzorg Frl (s) 0 205.028 205.028 205.028 205.028 Subsidieregeling Monumenten (s) 0 180.677 180.677 180.677 180.677 Cultuurhistorische kaart (t) 0 15.000 15.000 Subsidie restauratie en herbestemming (t) + 364.000 584.000 584.000 Deltaplan Fryske Tsjerken (t) - 645.000 75.000 75.000 Cultuurhistorie in Grutsk (t) + 200.000 200.000 200.000 Onderzoek archeologische waarden (incl. verdiepingsslagen) + 66.000 191.000 191.000 (t) Activiteiten Monumintehûs (t) + 15.000 15.000 15.000 Decentralisatie Uitkering Monumentenzorg (t) 0 1.463.888 1.463.888 Inzet NUON Monumentenregeling (t) 0 1.600.000 1.500.000 500.000 500.000 Inzet NUON Cultuurfonds Monumenten Fryslân (t) 0 500.000 500.000 500.000 500.000 18