Samenvatting Geschiedenis Module 1

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Geschiedenis Module 1

Samenvatting Geschiedenis PTA Module 1 Hoofdstuk 1, 2, 3

De koloniale relatie Indonesië Nederland kerndeel antwoorden

Geschiedenis H1 Nederland en Indonesië.

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6: Imperialisme

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 17 Ω Over Indië en Suriname Ω Les 1: Van Batavia tot Jakarta Naam:

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Werkstuk Economie Indonesie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Historische context: Nederlands-Indië in de 19e eeuw

Wat denken de jongens? Trek een lijn naar het denk-wolkje. Het is niet eerlijk, ik ben arm en hij is rijk. Ik wil graag vrienden blijven

Memo 3 vmbo-kgt Hoofdstuk 1 Nederland en Indonesië Oriëntatie

Samenvatting Geschiedenis Onafhankelijkheid Indonesie

Hoofdstuk 1: Hoe ontwikkelde de VOC kooplieden tot bestuurders en wat zijn de gevolgen?

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Samenvatting Geschiedenis Module 8: Nederlands- Indië

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Praktische opdracht Geschiedenis VOC

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Praktische opdracht Geschiedenis Max Havelaar; Wat is er werkelijk gebeurd?

4 keer beoordeeld 31 oktober 2015

BB Leerweg. GS/Kerndeel 4: De koloniale relatie Indonesië Nederland. De kandidaat kan

Werkstuk Geschiedenis De oprichting, bloei en ondergang van de VOC

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Bronnenboekje examen VMBO-KB 2003

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Tijd van burgers en stoommachines Het moderne imperialisme

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Praktische opdracht Geschiedenis Nederlands-Indië

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

geschiedenis en staatsinrichting CSE BB

MULTATULI. Saïdjah en Adinda

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis en staatsinrichting CSE BB

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Indonesian Times blz. 4 toch niet vrij? en spotprent

Werkstuk Geschiedenis De betekenis van de VOC voor de Nederlandse economie en de wereldeconomie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Moderne Geschiedenis ABC

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk

!"#$%&'&(%)*#+&,-#./##

Werkstuk Geschiedenis VOC in de gouden eeuw

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

Opkomst en ondergang van de VOC

Samenvatting Geschiedenis NL en Indonesie

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

7. Het imperialisme De dominantie van het westen p

Geschiedenis van Suriname : de slavenhandel

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

: 8270 km2 (1/4e van Nederland).

Hoofdvraag: in hoeverre is Nederland geschiedkundig met de Molukken verbonden?

6,2. Werkstuk door een scholier 3032 woorden 9 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

Oprichting voc vmbo-kgt34

7,4. Samenvatting door een scholier 4665 woorden 28 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Samenvatting Havo-katern (Wolters Noordhoff)

Samenvatting Geschiedenis Examenstof 2002

Samenvatting Geschiedenis Examen 2007 Nederlands Indi (hoofdstuk 1 t/m 3)

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog

Samenvatting Gouden Eeuw ABC

5.1: Wat is kolonisatie/imperialisme en welke veranderingen brengt het mee?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Hoofdstuk 2b5. De prijs van vrijheid

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Veel Europese landen (vooral Engeland, Frankrijk, Portugal en Nederland) veroverden veel (overzeese) gebieden, kolonies. Waarom?

Samenvatting Geschiedenis Nederlands-Indië

Praktische opdracht Geschiedenis Afrika

Ontdek de Wereld. Hoofdstuk 1C7

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Vraag 1c. In welke plaatsen waren VOC- vestigingen in Nederland?...

Om aan die onderlinge concurrentie een einde te maken werd in 1602 de VOC (Verenigde Oostindische

Hoorcollege 2. Noord-Zuid Historische aspecten (2) Dekolonisatieprocessen

Samenvatting Geschiedenis Module 8: Hollanders in Indie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Geschiedenis geschiedenis samenvatting H4

Examen VBO-MAVO-C. Geschiedenis en staatsinrichting

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje b

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Voorbereidende les Primaire bronnen Van VOC tot de onafhankelijkheid van Indonesië

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

5,7. Samenvatting door een scholier 2681 woorden 4 februari keer beoordeeld. Geschiedenis. Geschiedenis samenvatting:

3,6. Samenvatting door een scholier 1458 woorden 7 februari keer beoordeeld. Geschiedenis. Jaartallen

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Transcriptie:

Samenvatting Geschiedenis Module 1 Samenvatting door een scholier 4778 woorden 7 jaar geleden 6,9 15 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo De tijd van burgers en stoommachines Eeuwenlang beschouwden de Nederlanders Indonesië als hun gebied. Nederland was vooral geïnteresseerd in de specerijen. In de 19e eeuw veranderde dat. In Europa ontstond toen een industriële samenleving. Het was ook het begin van een nieuw tijdperk in de Europese geschiedenis: de moderne tijd. Met de komst van fabrieken ontstond er grote belangstelling voor grondstoffen en afzetgebieden. Dat leidde in de 2e helft van de 19e eeuw tot een race om koloniën.; het moderne imperialisme. Ook Nederland deed hieraan mee; het probeerde zoveel mogelijk gebied in Indonesië onder controle te krijgen. Imperialisme: Europese landen stichten grote koloniale rijken. Nederland bezit Nederlands-Indie en Suriname. Indonesië hoort bij de 10 grootste landen ter wereld (3 landen hebben meer inwoners dan hun). Het land bestaat uit 13667 eilanden, waarvan er maar 6000 zijn bewoond. Sommige zijn zo klein dat ze zelfs geen naam hebben. Door de weelderige tropische begroeiing heeft Indonesië de bijnaam: de gordel van smaragd. 1e contacten tussen Nederland en Indonesië begon in 1595. Een vloot Nederlandse schepen kwamen aan op Java. Nederlanders verdreven de Portugezen en gingen Indonesië besturen. Vroeger heette Indonesië: Oost- Indië. Het grootste deel van Oost- Indië is een kolonie van Nederland geweest en heette toen Nederland- Indië. Pas na de 2e WO ging het gebied Indonesië heten. 1. De VOC in Indonesië Tijdens 1e reis naar Azië stierven veel matrozen door scheurbuik. Er was weinig bemanning en discipline. Op 12 februari 1596 kleine vloot oversteek van Afrika naar Java. Op 27 juni 1596 aan bij Bantam de belangrijkste handelsstad van Indonesië. De kooplieden wilden specerijen kopen, maar omdat ze steeds wachten tot de prijzen zouden dalen, visten ze achter het net. Met een klein beetje peper in de ruimen kwamen de schepen op 14 augustus 1597 weer aan op Texel. De reis had 2 jaar en 4 maanden geduurd. Schip verloren en van de 239 opvarenden waren er nog slechts 89 in leven. De opbrengsten van de peper dekten maar nauwelijks de kosten van de tocht. Leertekst: Lang was de Middellandse Zee het handelscentrum van Europa. Hier verhandelde Arabische kooplieden specerijen die ze uit het Verre Oosten hadden gehaald. In het rijke Europa was veel vraag naar deze kostbare oosterse kruiden. In de 14e eeuw onbetaalbaar. De Turken hadden toen belangrijke delen van het Midden-Oosten veroverd. De Arabieren moesten een hoge tol betalen als ze met hun handelswaar wilden passeren. Portugezen en Spanjaarden probeerden dat te omzeilen. In 1498 zeilde de Portugese ontdekkingsreiziger Vasco da Gamma als 1e vanuit Afrika, naar Azië. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-1-74100 Pagina 1 van 9

Ongeveer 100 jaar later (1595) waagden ook Nederlanders deze zeereisroute. De Nederlandse schepen moesten bij de VOC horen als ze tussen de oostkust van Afrika en de westkust van Amerika wilden varen. In 1602 werd de VOC opgericht wat leidde tot grote concurrentie met de Portugezen en wilden die macht niet zonder slag of stoot opgeven. Met Nederlands goed bewapende schepen verdreef de VOC de Portugezen en beheerste ze de belangrijkste scheepvaartroutes naar Azië. De VOC streefde naar een handelsmonopolie in specerijen; als enige het recht hebben om specerijen vanuit Indonesië naar Europa de verhandelen. Nootmuskaat en foelie, 2 specerijen van de muskaatnoot en kruidnagelen groeiden alleen op eilanden van de Molukken. Daar kon de VOC het handelsmonopolie redelijk handhaven. Op de specerij-eilanden stichtten op deze specerij-eilanden handelsposten. Voor peper was het een stuk lastiger om een monopolie te vestigen, want de peperplant groeide op te veel verschillende plaatsen om de handel erin te controleren. De VOC sloot met lokale vorsten handelscontracten af in ruil voor militaire steun. Maar de VOC betaalde vaak lagere prijzen dan andere Europese concurrenten. Als de bevolking specerijen aan een ander Europees land verkocht, organiseerde de VOC strafexpedities waarbij hard werd opgetreden (Hongitochten). Om een monopolie af te dwingen vernietigde de VOC de kruidnagelboompjes op alle eilanden, behalve op Ambon. Dat ene eiland was gemakkelijk te controleren. Ook de strafexpeditie van gouverneur-generaal J.P. Coen tegen de Banda-eilanden was een voorbeeld van de manier waarop de VOC haar monopolie vestigde. Hij heeft er voor gezorgd dat door zijn bikkelharde maatregelen de VOC tot bloei kwam. Op verschillende eilanden stichtten de Nederlanders handelsposten of factorijen; de bekendste was Batavia op West-Java. Vanuit Batavia zouden de Nederlandse bezittingen in Indonesië bestuurd worden. Alleen op de eilandengroep Molukken groeiden nootmuskaat en kruidnagel. De vorst van het Molukse eiland Tidore wilde geen contact met de VOC sluiten en leverde kruidnagelen aan de Portugezen. De vorst van Ternate valt samen met de Nederlanders Tidore aan (tussen 1600 en 1603). 2. Cultuurstelsel In 1815 waren Nederland, België en Luxemburg samen 1 land geworden, het Koninkrijk der Nederlanden, onder de Nederlandse koning Willem I. In 1830 kwam België in opstand, ze voelden zich achtergesteld en wilden een eigen land onder een eigen koning. De Nederlandse koning weigerde dat. Stuurde soldaten en uiteindelijk verloren de Nederlanders de strijd. De oorlog kosste de Nederlanders de schatkist vel geld. Er moet een manier gevonden worden om weer geld in de schatkist te krijgen. Leertekst Van 1602 tot 1798 was niet de Nederlandse regering maar de VOC de eigenaar van de Nederlandse bezittingen in Indonesië. De VOC was de grootste handelsmaatschappij ter wereld. De compagnie (VOC) maakte veel winst. Halverwege de 18e eeuw kwam daar verandering in. Op zee concurrentie van Engeland; de VOC ging verlies lijden. In 1798 hield de VOC op te bestaan, waarbij de Nederlandse regering alle bezittingen en schulden over nam. Zij gingen Indonesië zelf besturen en hoopten het gebied weer winstgevend te maken wat lang duurde. In 1830 bedacht de hoogste Nederlandse bestuurder in Indonesie, gouverneur generaal Van den Bosch, een plan; https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-1-74100 Pagina 2 van 9

het cultuurstelsel. Uitgangspunt van het plan was dat alle grond op Java van Nederland was. Een Javaanse boer die op die grond werkte, moest daar dus huur of pacht voor betalen; niet in geld maar met landbouwproducten. Er groeide veel rijst, maar daar had Nederland niets aan. Nederland verplichtte de boeren om een 5e deel van hun grond te gebruiken voor producten die in Europa verkocht konden worden, zoals: koffie, indigo, tabak en suiker. Door het cultuurstelsel kwam Nederland gratis aan producten die in Europa veel winst opleverden. Al in 1831 was er weer een batige slot voor Nederland. Het batig slot was de winst die voortkwam uit het cultuurstelsel in Nederland- Indie en ten goede kwam aan de Nederlandse schatkist (inkomsten weer hoger dan de uitgaven). Om winst te kunnen maken was de hulp van Indonesische vorsten erg belangrijk. Ze gaven opdrachten aan hun onderdanen. In Indonesië waren er 2 besturen. We noemen dat een dualistisch bestuursstelsel. Dit bestond uit het Nederlands bestuur (geleid door gouverneur-generaal) en het inlandse bestuur. De gouverneur-generaal werd geholpen door residenten (bestuurders van provincies). Het inlandse bestuur bestond uit vorsten die regeerden met de hulp van plaatselijke hoofden. Zij deden wat de Nederlandse regering wilde. Voor het volk waren de vorsten onafhankelijke heersers. Zij behielden hun waardigheid en respect. De Javaanse boeren moesten de vorst gehoorzamen. De voordelen voor Indonesië waren dat de grond die voorheen niet voor landbouw was gebruikt, werd nu geschikt gemaakt voor landbouw. Er werden kanalen gegraven, spoorwegen aangelegd en stuwdammen gebouwd. Er kwamen ook fabrieken. Op langere termijn zouden hierdoor de koopkracht en de welvaar van de Indonesiërs stijgen. De regent leidt een Nederlandse resident uit zijn paleis. De regent was verplicht om zijn linkerarm in de rechterarm van de resident te haken. Achter de regent staat een dienaar met een parasol, het teken van aanzien en macht. Indeling van het bestuur in Nederland- Indië Gouveneur-generaal Binnenland bestuur Vorsten van zelfbesturende landschappen 6 gouveneurs Eigen bestuursapparaat Residenten Assisten-residenten Regenten Controleurs Districtshoofden Aspirant-controleurs Onderdistrictshoofden Langere ambtenaren desahoofden MeMootje: Volgens de grondweg van 1815 had de koning het hoogste gezag over de koloniën. De Koning en de ministers deden in Nederland- Indië wat zij dachten dat goed was. De Staten-Generaal had geen enkele invloed op de gang van zaken in de koloniën. Dat veranderde pas door de grondwetswijziging in 1848. 3. Honger en ellende Met de woorden Er ligt roofstaat aan de zee, tussen Oost-Friesland en de Schelde, schreef Multatuli in zijn boek Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandse Handel-Maatschappij. Dit was een aanklacht tegen de uitbuiting van de Javaanse boer. De schrijver protesteert tegen de misstanden in de kolonie. Mutatuli kwam in 1838 in Indie aan. Hij had verschillende functies in het binnenlands bestuur en werd bestuurder van Lebak (provincie in West-Java). Al snel beschuldigde hij een inheemse vorst van machtsmisbruik. Zijn baas was het hier niet mee eens. Ook de gouverneur-generaal keurde zijn optreden af en wilde hem overplaatsen wat Multatuli niet accepteerde en zelf ontslag nam. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-1-74100 Pagina 3 van 9

In Nederland kwam er steeds meer kritiek op de slechte behandeling van de Javanan. In 1870 kwam er een einde aan het cultuurstelsel. Saidjahs buffel lezen blz. 10. Generaal Van den Bosch heeft op Java een nieuw stelsel ingevoerd. De Javanen zijn verplicht om op een deel van zijn velden producten voor de Europese markt te verbouwen. Die producten moet hij aan het gouvernement voor een redelijke prijs verkopen. Leertekst Voor de Nederlandse regering was de invoering van het cultuurstelsel een succes. Tussen 1850 en 1860 kwam 32% van de totale verdiensten van Nederland uit Indonesië wat voor de Nederlandse economie van grote waarde was. Vooral voor de Javanen was het een moeilijke tijd. Wanneer de grond van de boer ongeschikt was om exportproducten zoals suiker, koffie, indigo of tabak te verbouwen, betaalde hij op een andere manier pacht. Hij moest 66 dagen per jaar voor het Nederlandse bestuur herendiensten doen. Op deze manier kostte het bouwen van bestuursgebouwen of het aanleggen van wegen Nederland nauwelijks geld en ook had men zo (bijna) gratis werknemers voor grote plantages waarop het Nederlands bestuur exportproducten verbouwden en zelf de exploitant werd. Deze producten werden vervoerd en verkocht door de Nederlandse Handelsmaatschappij. Boeren kregen plantloon als hun land meer opbracht dan ze verplicht waren aan de Nederlanders te leveren. Wanneer er een eerlijk bestuur was, kon de boer voor het plantloon textiel of landbouwprodcuten kopen. De koopkracht en welvaart van de boeren kon dan groeien. De sociale tegenstellingen (arm rijk) werden door de cultuurstelsel steeds groter. Terwijl de massa van landarbeiders in grote armoede leefde, leefden de regenten als vorsten in prachtige paleizen. Wat maakte het cultuurstelsel zo zwaar voor de boeren? 1. In de praktijk moesten boeren vaak veel meer dan 66 dagen voor het bestuur werken. 2. Suikerfabriek hadden grote stukken land rond hun gebouwen nodig. Landbouwgronden van de voeren werd gewoon in beslag genomen en de boeren kregen ervoor een slechter stuk grond voor terug. 3. Sommige regenten dwongen de boeren meer dan een 5e deel van hun land te gebruiken voor het cultuurstelsel. De regenten kregen namelijk een percentage van de opbrengst: cultuurprocenten. 4. Een inlandse vorst kon de Javaanse boeren een soort belasting laten betalen om in zijn onderhoud te kunnen voorzien. 5. Het plantloon was vaak veel te laag. 6. De werkdruk voor de boeren werd veel hoger. Zij moesten veel tijd steken in de verbouw van verplichte gewassen en in herendiensten voor het bestuur. Daardoor hielden ze weinig tijd over om op hun eigen land voedsel te verbouwen, wat leidde tot hongersnoden. 4. De Javaanse boer Java is ongeveer drie keer zo groot als Nederland. Vanuit de lucht is het uitgestrekte lappendeken van groene rijstvelden, afgewisseld met vruchtbare, bruinrode aarde. Hier en daar dorpjes, palmbossen en rubber-, en suikerrietplantages. Een de kegelvormige vulkanen zijn begroeid met regenwouden. Vruchtbaarste en dichtst bevolkte eiland ter wereld (115 miljoen mensen). ¾ deel leeft op het platteland https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-1-74100 Pagina 4 van 9

Java heeft veel vulkanen. Zij vormen het landschap en gaven het eiland zijn vruchtbaarheid. Door de uitspuwende as en lava werden door zware regens over de heuvels en vlaktes verspreid (hierdoor kon de bodem zich steeds vernieuwen). 63% van Java is ontgonnen. Op andere eilanden is dit 15%. Een ander woord voor buffels zijn karbouwen. Een ander woord voor rijstevelden is sawa s. 5. De verdwijning van het cultuurstelse Generaal Van den Bosch vond dat de Javanen onverschillig en lui van aar waren. Het cultuurstelsel is een dwangstelsel Kinderen kan met niet iets met de zachte hand aanleren. Men dwingt ze tot het goede. Als ze er dan voordeel van hebben, dan pas doen ze het vrijwillig. Het plan wordt niet goed uitgevoerd. De Javanen voeren jaarlijks voor 40 miljoen gulden aan producten uit. De Javanen zijn niet rijk maar leven in armoede, ellende en hongersnood, aldus W.R. baron van Hoevell. In 1860 werd begonnen met het afschaffen van het cultuurstelsel. Officieel is het cultuurstel nooit opgeheven. Tussen 1860 en 1915 werd het verbouwen van cultuurproducten steeds verder afgeschaft. Dit begon met de producten die de regering weinig geld opleverden. De teruglopende winst was een economische reden voor het afschaffen. In de jaren zestig van de 19e eeuw verdween de verplichte verbouw van indigo en tabak. Maar ook bij winstgevende producten werd het cultuurstelsel afgeschaft. Door de suikerwet (1870) begon men met de afschaffing van de suikercultuur. In 1891 was deze geheel verdwenen. Niet alleen om economische redenen werd het cultuurstelsel afgeschaft, maar ook dat de Nederlanders bezwaar hadden tegen het dwangstelsel. Er moest een einde komen aan de uitbuiting van de Javaanse boeren. In 1848 was er in Nederland een nieuwe grondwet. Vanaf toen bepaalde het parlement de koloniale politie en niet de generaal. In het parlement overheersten de liberalen die voorstanders waren van particuliere ondernemingen, in alle vrijheid, konden handelen. Zij vonden dat de Nederlandse staat zich niet met de handel moest bemoeien. De rol zou dan ook voor de staan in de economie veel kleiner worden als het cultuurstelsel werd afgeschaft. Hoevell was van 1848 predikant en werkte op Java en werd in 1848 lid van de 2e Kamer in Nederland. Hij nam het op voor de boeren. Hoevell was in het begin voor aanpassing van het cultuurstelsel. Later hamerde hij erop dat het parlement wetten moest aannemen die het cultuurstelsel onmogelijk zouden maken. Hier had hij ook economische redenen voor. Liberalen wilden namelijk dat particuliere ondernemers in Nederland-Indie een bedrijf konden beginnen. De belangrijkste wet tegen het cultuurstelse was de Agrarische wet. Door deze wet konden Europese ondernemers nog ongebruikte grond van de regering pachten of rijstvelden van boeren huren. Op deze grond ontstonden grote particuliere bedrijven. Vooral Sumatra ontstonden veel grote landbouwondernemingen. Na het aannemen van de Agrarische wet kwamen er veel plantages in Indonesie, zoals theeplantages. Een groot probleem was dat ze voldoende arbeidskrachten moesten vinden. Sumatra was dun bevolkt en de inwoners wilden niet in dienst van Europese ondernemingen. De invoering van de contractarbeid loste die probleem op. Eerst waren het vooral Chinezen. 6. Nieuwe bedrijvigheid https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-1-74100 Pagina 5 van 9

Contractarbeiders werden koelies genoemd. Het contractloon was ongeveer 10 eurocent per dag. Meer dan de helft van de contractkoelies werd wel eens bestraft; wat meer op mishandeling leek. Vanaf 1870 kwamen er steeds meer, vooral Europes planters die zeer grote plantages bezatten of leidden. Op Java begonnen deze ondernemers met de productie van koffie, thee en cacao. Ook suikerfabrieken nam toe. Aan de dunbevolkte noordoostkust van Sumatra kwamen de grootste plantages. Ook de mijnbouw waren Eurpese ondernemers. De Mijnwet was al in 1850 actief. Dit gaf de particuliere ondernemers de kans delfstoffen te winnen. Op 2 eilandjes voor de oostkust van Sumatra werd tin ontdekt 1/5 deel van de wereld. In 1884 werd in het noorden van Sumatra aan de zuidgrens van Atjeh, olie ontdekt wat grote winsten opbracht. De ondernemers kregen problemen om arbeidskrachten te krijgen. De oplossing waren de Chinezen. Zij werden contractarbeiders of koelies genoemd. Later trokken ook veel bewoners van het dichtbevolkte Java naar de mijnen en plantages op andere eilanden. De koeriers werden slecht behandeld: - Zeer laag loon - Eentonig en zwaar werk - Ze werden streng gestraft bij lichte overtredingen - Kregen niet genoeg te eten. - Werkte 12 uur per dag en hadden slechts 2 dagen per maand vrij. - Zonder vergunning mochten zij de plantage niet verlaten (geldboetes en lijfstraffen opgelegd). - Op het weigeren van werk en op weglopen kwam gevangenisstraf. In 1880 veranderde hun situatie een beetje. In de nieuwe wet werden zaken zoals verzorging, voeding en betaling vastgelegd. Ondernemers kregen nog met het probleem te maken dat ze verzet kregen van de plaatselijke bevolking. Militaire steun en bescherming van het Nederlandse bestuur moesten de oplossing bieden. Het Nederlandse koloniale leger werd ingezet. 7. Steeds meer controle Vanaf 1870 was er een soort wedstrijd ontstaan tussen Europese landen. Elk land probeerde zoveel mogelijk land in Azie en Afrika te veroveren (modern imperialisme). In Azie stonden de Molukken, Java en een aantal kustplaatsen al onder Nederlands bestuur. Het imperialisme had ook te maken met de opkomende industrie in Europa. In de kolonies waren goedkope grondstoffen te vinden. In hoog tempo breidde het Nederlands bestuur zijn invloed uit. Het Koninklijk Nederland-Indisch Leger (KNIL) speelde daarbij een hoofdrol. Dit leger bestond vooral uit Indonesische soldaten. Op andere eilanden waren ondernemers voorstander van een sterk Nederlands gezag. De hardste strijd werd uitgevochten in het noorden van Sumatra. Hier lag Atjeh. Europese schepen die met grondstoffen vlak langs Atjeh voerden, werden vaak aangevallen door zeerovers uit dit gebied. De tabaksplanters in Deli en de oliemaatschappij aan de zuidgrens van Atjeh voelden zich ook bedreigd. Dit leidde tot het begin van de Atjeh-oorlogen. Het zou tot 1903 duren voordat de belangrijkste Atjese leiders zich aan KNIL-generaal van Heutsz overgaven. Rond 1910 stonden alle eilanden van Indonesië onder Nederlands bestuur. Men sprak dan ook vol trots over https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-1-74100 Pagina 6 van 9

Nederlands-Indië. Nederland kreeg steeds meer controle over de kolonies door een toename van het aantal Nederlanders iin Nederlands-Indië. Er kwamen ondernemers, planters, ambtenaren, militairen etc. Nederlandse les, laten bekeren tot het christendom, waarden en normen werden steeds meer door Nederlanders bepaald. 9 Een andere aanpak Dhr. C. Th. Van Deventer, advocaat in Nederland-Indië, was een van de weinigen die het niet eerlijk vond dat Nederlanders rijk werden en Indonesië arm bleven en schreef hier een artikel over. In dit artikel rekende hij voor hoe de Nederlandse schatkist boordevol geld zat dat afkomstig was uit de kolonie. Dat geld hoorde eigenlijk besteed te worden aan Indonesië en de Indonesische bevolking. Volgens de advocaat had Nederland ereschuld aan Indonesië. Rond 1900 veranderde de politie van Nederland ten opzichte van Indonesië. Er kwamen hoog opgeleide Nederlanders naar Nederlands-Indië. Veel van deze nieuwkomers vonden dat Nederland een ereschuld had. Een schuld van eeuwen onderdrukking en uitbuiting. Zo ontstond de ethische politie. De aanhangers van die aanpak wilden o.a. dat de Indonesiërs goed onderwijs kregen en zodoende konden ze in contact komen met de Westerse ideeën. Dat moest hen ooit in staat stellen om zichzelf te besturen. Nederland wilde beschaving en ontwikkeling brengen bij de Indonesische bevolking. De etnische politiek was feitelijk een excuus om Indonesië te onderwerpen aan het Nederlandse bestuur. Nederland zag zich als voogd van de Indonesiërs. De voogdijgedachte betekende dat het kind onder leiding van Nederland eens volwassen en vrij zou worden. In de troonrede van 1901 sprak de regering, voorgelezen door Wilhelmina, dat er echt veranderingen doorgevoerd zouden worden. In de desa s (dorpen) kwamen desascholen voor kinderen van boeren en arbeiders. Hier werd eenvoudig onderwijs gegeven (de kinderen leerden geen Nederlands). Voor de kinderen uit de middengroepen kwamen er scholen die aansloten op het westerse middelbare onderwijs. De Nederlandse regering werkte ook aan een verbetering van de infrastructuur. Vooral op Java en Sumatra werden spoorwegen aangelegd en werden wegen en bruggen gebouwd of verbeterd. Rond 1900 had Java al een spoorwegennet van 3000 kilometers. Door de verbeteringen konden naast personen en goederen ook poststukken makkelijker vervoerd worden. Door de uitvinding van de Telegraaf in 1895 konden berichten sneller worden doorgegeven of verspreid. Het merkwaardige van de ethische politie was dat het tegelijkertijd de Nederlandse expansie (uitbreiding van macht) diende. Nederlandse soldaten gingen naar alle uithoeken van het land om de Indonesiërs op te voeden. Daarmee werd meteen het Nederlandse gezag gevestigd.. Ethische politie en militaire expansie gingen hand in hand. 10. Indonesiërs willen meer De hoger geschoolde Indonesiërs waren ontevreden over het Nederlands bestuur. Ze hielden een tweederangspositie. Dit bleek bijvoorbeeld bij de oprichting van de Volksraad in 1918. Via deze raad zouden de Indonesiërs meer invloed op het bestuur krijgen. In de praktijk viel dit tegen. De Volksraad mocht het bestuur alleen maar adviseren. De leden hadden niet de macht om het Nederlandse bestuur ergens toe te dwingen. Dat kon de democratisch gekozen 2e Kamer in Nederland wel. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-1-74100 Pagina 7 van 9

Terwijl Indonesiërs op een westerse school of universiteit over democratie leerden, zagen ze dat hun eigen land niet democratisch bestuurd werd. Uit ontevreden ontwikkelde zich het nationalisme. Verschillende buitenlandse ontwikkelen versterkten het nationalisme onder de Indonesiërs. - In 1885 Brits-Indië een nationalistische partij opgericht - In 1905 had de Japanse vloot de Russische vloot verslagen. Daaruit bleek dat Japan economisch, maar vooral ook militair een sterk land was en voor het eerst in de geschiedenis overwon een Aziatisch leger een Europees leger. Japan werd een voorbeeld voor alle Aziatische volkeren. In 1912 richtte een aantal Indonesiërs de Sarekat Islam op. Deze beweging wilde de positie van Indonesische handelaren verbeteren. Het nationalisme was gematigd en de leden streefden niet naar onafhankelijkheid. Vanaf 1920 richtten nationalistische Indonesiërs ook politieke partijen op, zoals PKI, een communistische partij die de strijd aan ging met het Nederlands Bestuur. Na een opstand werden de leiders in 1926 gevangengezet. In 1927 richtten Soekarno en Hatta de PNI op. Deze wilde onafhankelijkheid voor Indonesië. Soekarno was een goed spreker en kreeg grote delen van het volk achter zich. Het Nederlands Bestuur voelde zich bedreigd door de successen en de leiders werden opgepakt en in de gevangenis gezet. Nu de radicale leiders gevangen zaten, kregen gematigde leiders weer een kans, zoals Soetardjo. Hij deed in 1936 een voorstel in de Volksraad. Hij stelde voor maar 1 vraag. Wij blijven gewoon met Nederland verbonden, maar is het mogelijk dat de Indonesiërs iets meer zelfstandigheid krijgen. De Volksraad was voor de peditie Soetardje, maar de Nederlandse regering wees het voorstel af omdat ze vonden dat Nederland-Indië nog niet rijp was voor zelfstandigheid; zelfs niet voor een klein beetje. Deze houding van de regering maakte dat steeds meer mensen zich tot het radicale nationalisme voelden aangetrokken. 11. De Japanse bezetting. In januari 1942 viel Japan Nederlands-Indië aan. In maart moest het KNIL zich overgeven. De Japanners begonnen alle Nederlanders te interneren; ze werden opgesloten in kampen. Veel Indonesiërs waren trots op dat Aziatische volk die zo snel een Europese kolonist wist te verslaan. Veel Indonesische nationalisten waren het niet eens met alle Japanse ideeën, maar ze waren wel blij dat de Nederlanders verslagen waren. De Japanners zeiden tot in de kleinste dorpen dat het in Azië onder hun leiding beter zou worden. Ze zouden weer baas over hun eigen gebied worden. Japanners, maar ook Indonesiërs, namen in het bestuur en in de bedrijven het werk van de Nederlanders over. Soekarno werd door de Japanners uit de gevangenis bevrijdt. Samen met een aantal andere nationalistische leiders besloot hij tot samenwerking met Japan waardoor hij uiteindelijk hoopte onafhankelijk te worden. Er werden massa- en jeugdbewegingen opgezet om de strijd tegen de westerse koloniale machten te ondersteunen. In 1943 richtten de Japanners de Troepen tot bescherming van het Vaderland op. Hierin werden jonge Indonesische nationalisten voorbereid op verzet tegen Amerika, Engeland of het Nederlandse leger. Toen Japan de oorlog dreigde te verliezen, kregen de Indonesische nationalisten meer vrijheden. De Japanse legerleiding beloofde te helpen Indonesië onafhankelijk te maken. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-1-74100 Pagina 8 van 9

Op 15 augustus 1945 moest Japan zich overgeven. Op 17 augustus 1945 riep Soekarno de Republiek Indonesië uit. Nederland erkende de Republiek Indonesië niet. Nederland was tijden de oorlog bezet door een bondgenoot van Japan; Duitsland. Nederland was natuurlijk zeer negatief over de samenwerking van nationalisten met Japan. De regering vergeleek dit met Nederlanders die samenwerkten met de Duitsers. Na de bevrijding van Nederland wilde de Nederlandse regering de band met Nederland-Indië herstellen In het begin was er echter geen Nederlandse bestuur of leger op Java. Het duurde weken door de eerste geallieerde soldaten op Java aankwamen. De nationalisten voelde zich sterk. Japan was verslagen en Amerikaanse, Engelse of Nederlandse soldaten waren nog niet gearriveerd. Er stond inmiddels een totaal van miljoenen jongen nationalisten, pemoeda s klaar om een nieuw Nederlands bestuur buiten de deur te houden. 12. De japanners Japan is een groot eilandenrijk in het oosten van Azie. Japan heeft ongeveer 127 miljoen inwoners. 65% woont in de stad en 35% op het platteland. Japan is gesticht in 660 voor Christus en nooit bezet geweest door een ander land. Japan is tegenwoordig een sterk geindustrialiseerd land en richt zich vooral op handel. Het Japanse leger is een verdedigingsleger, het is niet gericht op aanvallen. In de jaren dertig van de 20e eeuw begon Japan met de verovering van Zuidoost-Azie. In 1942 werd Nederland-Indie door Japan veroverd. De bezetting zou duren tot de Japanse nederlaag in augustus 1945. Op 6 augustus 1945 wierpen de Amerikanen een atoombom op Hiroshima. De verwoestiingen waren enorm. Op 9 augustus viel een atoombom op Nagasaki. Op 2 september 1945 gaf Japan zich over. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-1-74100 Pagina 9 van 9