NIEUWSBRIEF FEBRUARI 2012



Vergelijkbare documenten
NIEUWSBRIEF 15 - SOCIAAL SECRETARIAAT DIENSTBETOON

NIEUWE OPZEGTERMIJNEN VANAF Toepassing in de tijd van de nieuwe reglementering

Nieuwe ontslagregels 2012

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010

Out Sim. Handleiding te lezen voor gebruik

[ ] WERKGEVERS EN VAKBONDEN BEREIKEN EEN AKKOORD OVER HET EENHEIDSSTATUUT

A. Ontslag door werkgever. B. Ontslag door werknemer

Versie DEEL V Titel I Hoofdstuk X Afdeling I Gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudsopgave

BIJLAGE. Nieuwe regeling opzeggingstermijnen voor werknemers vanaf 2014

We zetten hieronder even de regels voor arbeiders en bedienden verder uiteen:

Nieuwe ontslagregels vanaf 2012 Een eerste stap in de harmonisering

expertise binnen handbereik Privégebruik firmawagens 2017 Inleiding Solidariteitsbijdrage / CO 2 -bijdrage Juridische dienst

DE CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS

[ ] CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS KAN TOT EEN BIJKOMENDE KOST VAN EUR LEIDEN

NIEUWSBRIEF DECEMBER 2014

3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden 27 maanden

Newsletter. Sociale actualiteit van April. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van April. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van Mei. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Mei. Solutions for Human Resources.

Stelsel van economische werkloosheid voor bedienden

Nieuwe ontslagregeling voor arbeiders en bedienden vanaf 01 januari 2012.

3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden 27 maanden

Versie DEEL V Titel I Hoofdstuk X Afdeling I Gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudsopgave

Newsletter. Sociale actualiteit van December. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van December

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW NOVEMBER 2012

Stelsel van economische werkloosheid voor bedienden

Het eenheidsstatuut: opzeggingstermijnen voor werknemers al in dienst vóór 1 januari 2014

Nr december 2015

Wet tot uitvoering van het IPA: een eerste toenadering tussen het statuut van arbeiders en bedienden

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW JULI 2013

AANVULLENDE VAKANTIE AAN HET BEGIN OF BIJ DE HERVATTING VAN DE ACTIVITEIT

INFORMATIESESSIE. Inhoud

Nr december 2016

WERK = WERK. naar een werknemersstatuut voor arbeiders en bedienden

KNIPPERLICHTEN Arbeidsrecht

1. Het begrip cataloguswaarde van de wagen wordt enigszins gewijzigd : o voor dieselwagens: cataloguswaarde x [5,5 + (CO2-95) x 0,1]% x 6/7

Instelling. Onderwerp. Datum

NIEUWSBRIEF 21 - SOCIAAL SECRETARIAAT DIENSTBETOON

Handleiding HiAnt. Firmawagens. Making HR Processes Flow

Berekening en FAQ voordeel van alle aard firmawagen

Newsletter. Sociale actualiteit van Augutus. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Augustus. Solutions for Human Resources.

OPZEGTERMIJNEN VANAF 1/1/2014

5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen

DE NIEUWE OPZEGGINGSTERMIJNEN EN DE AFSCHAFFING VAN DE CARENZDAG KRIJGEN EEN WETTELIJKE BASIS

BEMIDDELINGSVOORSTEL IPA EN HAAR UITVOERING

NIEUWSBRIEF JANUARI 2009

[ ] PROGRAMMAWET GEPUBLICEERD IN HET BELGISCH STAATSBLAD

Nieuwe ontslagregels vanaf 2014

Laatste aanpassing: 27/03/ Paritair Comité voor de non-ferro metalen

Versie DEEL III Titel I Hoofdstuk VIII Afdeling I Gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudsopgave

Newsletter. Sociale actualiteit van December Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van December. Solutions for Human Resources.

PC Advocaten Nieuwsbrief. Gelijkschakeling opzeggingstermijnen Arbeiders - Bedienden? Contact. ZZDe IPA-wet: nieuwe opzeggingstermijnen

Memo en actuele cijfers voor de werkgever Actuele bedragen op datum van 1 januari 2016

Eindejaarspremie. Verplichting tot betalen van een eindejaarspremie

Newsletter. Sociale actualiteit van April. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van April. Solutions for Human Resources.

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW JUNI 2010

LANGERE OPZEGTERMIJNEN VOOR DE ARBEIDERS IN DE BOUWSECTOR (PC 124) VANAF 1 JANUARI 2018

DE VERSCHILLENDE REGELINGEN INZAKE OUTPLACEMENT VANAF 1 JANUARI 2014

OPZEGTERMIJNEN VANAF 1/5/2018

VAA: berekeningswijze forfaitaire bedragen

Brugpensioen : hoofdelijke bijdragen en sociale inhoudingen. Belangrijke wijzigingen vanaf 1 april 2010

Sector van de vlasbereiding

Einde van de overeenkomst

VAA: berekeningswijze forfaitaire bedragen

Newsletter. Sociale actualiteit van November Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van November. Solutions for Human Resources.

NIEUWSBRIEF DECEMBER 2012

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW JANUARI 2012

NL ALD AUTOMOTIVE AUTOFISCALITEIT

Nr november 2015

Invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden - inzake de opzeggingstermijnen en proefperioden

NIEUWSBRIEF 1 - SOCIAAL SECRETARIAAT DIENSTBETOON

Bedrijfswagens. Bedrijfswagens Wetgeving. Chris Verleye Gedelegeerd Bestuurder

Newsletter. Sociale actualiteit van Maart. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Maart. Solutions for Human Resources.

Het nieuwe statuut en de regels rond opzeg

Persbericht. 1. De loonmarge: een koninklijk besluit ter bevordering van de werkgelegenheid en de preventieve bescherming van het concurrentievermogen

Personeelsadministratie

Extra s. Arbeiders en bedienden van de hotelnijverheid (Horeca) paritair comité 302. Rechtsbronnen. Het begrip extra

Wanneer een nieuw dienstvoertuig, eigendom van de federale of lokale politie, gebruikt wordt voor het woon-werkverkeer

1. Outplacement, waarover gaat het?

Newsletter. Sociale actualiteit van Oktober. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Oktober

Is uw bedrijfswagen nog langer een

VAA: berekeningswijze forfaitaire bedragen

VAA: berekeningswijze forfaitaire bedragen

Invullen C4 - document

VAA: berekeningswijze forfaitaire bedragen

Minister van Binnenlandse Zaken. Secretariaat van de Geïntegreerde Politie (SSGPI)

VAA: berekeningswijze forfaitaire bedragen

Instelling. Onderwerp. Datum

Paritair comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Terugwinning van allerlei producten

AFDELING 1 NIEUWE OPZEGGINGSTERMIJNEN

2. Beslissing om het stelsel toe te passen

en laatste punt wordt nagegaan hoe een erkenning als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering kan bekomen worden.

Groententeelt

Newsletter. Sociale actualiteit van Juli. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Juli. Solutions for Human Resources.

Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2016 betreffende de veralgemening van het sectorstelsel voor beroepsherinschakeling

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april

2010 PERSOLIS «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S sociaal secretariaat».

Fiscale actualiteit bedrijfsauto s 2010: een volledig overzicht*

Persbericht. Anti-crisismaatregelen: goedkeuring van een tweede pakket maatregelen van de minister van Werk om ontslagen te vermijden

Transcriptie:

NIEUWSBRIEF FEBRUARI 2012 EXTRA WERKGEVERSBIJDRAGE VOOR SECTOREN MET ONVOLDOENDE OPLEIDINGSINSPANNINGEN IN 2010 De lijst van sectoren die voor het jaar 2010 onvoldoende opleidingsinspanningen geleverd hebben, werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 13 januari 2012. In het Generatiepact werd vastgelegd dat de globale opleidingsinspanningen van alle werkgevers die onder de CAO-wet vallen minstens 1,9% van de totale loonmassa van die ondernemingen moeten bedragen. Volgens het onderzoek van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven bedroeg de globale opleidingsinspanning voor het jaar 2010 slechts 1,61% van de totale loonmassa. De doelstelling van 1,9% werd voor 2010 dus niet behaald. Als gevolg hiervan werd er een definitieve lijst opgesteld met sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen verricht hebben. Het gaat om die specifieke sectoren waar voor het jaar 2010 geen CAO gesloten is die voorziet in een jaarlijkse stijging van de opleidingsinspanningen met minstens 0,1% of in een jaarlijkse stijging van de participatiegraad aan vorming en opleiding met minstens 5%. De sectoren die op deze lijst voorkomen, zullen een extra werkgeversbijdrage van 0,05% moeten betalen aan de RSZ. Deze bijdrage zal gebruikt worden voor de financiering van het stelsel van het educatief verlof. De bijdrage wordt berekend op basis van het volledige jaarloon van de werknemers binnen de onderneming en de inning ervan zal in principe gebeuren samen met de RSZ-bijdragen van het eerste kwartaal van 2012. U kunt een lijst met de betrokken sectoren terugvinden in het Belgisch Staatsblad van 13 januari 2012. Wij willen hierbij tenslotte nog even vermelden dat enkele federaties van sectoren die in 2008 en 2009 op de lijst stonden hiertegen beroep aangetekend hebben bij de Raad van State. Het resultaat hiervan is nog niet gekend dus misschien volgt er voor deze jaren nog een aanpassing van de lijst. Bron: Ministerieel besluit van 12 januari 2012 tot vaststelling van de definitieve lijst voor het jaar 2010 van sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 3, 4, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, B.S. 13 januari 2012. OUTPLACEMENT BOUWARBEIDER VOOR DE HELFT TEN LASTE VAN DE WERKGEVER De verplichting tot ouplacement is ondertussen door de werkgever welgekend, dit is immers een maatregel om oudere werknemers bij ontslag te begeleiden naar een nieuwe job. Een werknemer die de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt op het moment van het ontslag, en minstens één jaar anciënniteit heeft - 1 -

binnen de onderneming, dient een outplacement aangeboden te worden. Dit is echter niet van toepassing op arbeiders die ontslagen worden omwille van dwingende redenen of brugpensioen. Voor arbeiders in de bouw geldt nog de aanvullende regel dat de werknemers uit categorie I en IA dit recht hebben vanaf hun 40 jaar. De werkgever hoort een aanbod te doen na het ontslag van de werknemer, dit dient te gebeuren binnen de 15 kalenderdagen na het einde van de overeenkomst. Het outplacement werd in het verleden volledig bekostigd door het Fonds voor Vakopleiding in de Bouw(FVB). Vanaf 1 april 2012 zal omwille van budgettaire reden de helft van de werkelijk gemaakte kosten ten laste komen van de werkgever. Eerst zal het outplacementbureau de volledige factuur richten aan de werkgever waarna men 50% zal kunnen terugvorderen van het FVB. WERKEN IN WEER EN WIND? De winter is nu echt volop gestart. Terwijl sommige Nederlanders reeds dromen van een elfsteden tocht, stellen sommige Belgische werkgevers zich terecht de vraag welke extra maatregelen ze moeten treffen bij deze koude temperaturen. En mogen zij de werknemers wel laten verder werken? Werken in gesloten werklokalen. In de gesloten en doorlopend bezette werklokalen moeten volgende minimumtemperaturen op zijn minst worden behaald: - Voor zeer licht werk, minstens 20 C - Voor licht werk, minstens 18 C - Voor halfzwaar licht werk, minstens 15 C - Voor zwaar werk, : 12 C De minimumtemperaturen moeten worden gemeten met een droge thermometer. Mits advies van uw arbeidsgeneeskundige dienst en na akkoord van de vakbondsafvaardiging (indien aanwezig) van het personeel, kan voor de werklokalen die met tussenpozen bezet zijn, worden afgeweken van bovenstaande temperaturen. Dit enkel op voorwaarde dat de werknemers zich regelmatig in een verwarmd lokaal kunnen gaan opwarmen en ze de gepaste beschermingsmiddelen krijgen. Werken in open lokalen of open lucht. In open werklokalen of werkplaatsen in open lucht moet de werkgever voorzien in voldoende verwarmingsinrichtingen telkens wanneer de temperatuur onder 5 C daalt.dit voor de periode tussen 1 november en 1 maart jaarlijks. Tevens moet de werkgever warme dranken aanbieden. Anders is het gesteld met de winkelbanken in open lucht dieonmiddellijk gelegen zijn aan of in de nabijheid van de winkel. Hier geldt een absoluut verbod om personeel te werk te stellen telkens als de buitentemperatuur beneden 5 C daalt. Bij temperaturen tussen 5 C en 10 C kan er onder bepaalde voorwaarden in open lucht worden gewerkt. Dit enkel indien: - Een voldoende krachtige verwarmingsinrichting wordt geplaatst; - Er een plankenvloer ligt die rechtstreeks contact met de grond verhindert; - De werkgever voorziet in een schuilplaats die hen zoveel mogelijk tegen weer en wind beschermt. Deze werknemers mogen bovendien niet werken vóór 8 uur of na 19 uur, niet langer dan 2 uur zonder onderbreking van ten minste één uur en niet meer dan 4 uren per dag. Kan de werkgever terugvallen op de tijdelijke werkloosheid slecht weer? In sommige gevallen (wordt geval per geval beoordeeld) is tijdelijke werkloosheid slecht weer mogelijk indien de werkgever de 1 e dag slecht weer tijdig elektronisch meldt aan de RVA en zijn betrokken - 2 -

arbeiders op voorhand daarvan verwittigt. In de bouwsector is een specifieke regeling van toepassing. In het geval er geen tijdelijke werkloosheid mogelijk is, zal de werknemer de verdere doorbetaling van het loon moeten garanderen ook al kan hij zijn personeel niet verder tewerk stellen. Bron: Artikel 64 tot 66 van het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming. NIEUWE OPZEGGINGSTERMIJNEN VANAF 1 JANUARI 2012 Vanaf 1 januari 2012 zijn de opzeggingstermijnen van de arbeiders en bedienden grondig aangepast. Deze wijzigingen houden verband met de toenadering tussen het arbeiders- en bediendenstatuut. Hieronder kunt u alvast de voornaamste wijzigingen terugvinden. 1. Arbeiders - Voor arbeiders die in dienst waren vóór 1 januari 2012 blijven de oude regels van toepassing, tenzij de sector zelf wijzigingen doorvoert. Heel wat sectoren hebben de opzeggingstermijnen immers aangepast voor alle werknemers; Voor de bouwsector (PC 124) gebeurden er geen aanpassingen, terwijl er voor bijv het PC 111 Metaal en het PSC 149.01 Elektriciens wel wijzigingen aan de opzeggingstermijnen komen - Voor arbeiders die in dienst zijn vanaf 1 januari 2012 zijn er in principe nieuwe opzeggingstermijnen van kracht (conform artikel 65 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten), tenzij de sector zelf wijzigingen uitgewerkt heeft. Omdat er op het vlak van de opzeggingstermijnen voor de bouwsector al lang een afwijkend stelsel van toepassing was, kunnen de bestaande opzeggingstermijnen in de bouw tot 31/12/2012 van toepassing blijven. Daarna verhogen ze met 15% Wij publiceren hierna de tabel met de opzeggingstermijnen die al lang in de bouwsector bestaat en tot 31/12/2012 van toepassing blijft. Anciënniteit PC 124 Bouwsector - Opzeggingstermijnen Opzeg gegeven vóór 31 december 2012 Opzegtermijn te geven door de werkgever Opzegtermijn te geven door de werknemer Van 0 tot 6 maanden 3 werkdagen 1 werkdag Van 6 maanden tot 3 jaar 14 dagen 7 dagen Van 3 jaar tot 20 jaar 28 dagen 14 dagen 20 jaar en meer 56 dagen 28 dagen Voor sectoren zoals het PC 111 - Metaal en het PSC 149.01 (Electriciens) komen er wel nieuwe opzeggingstermijnen. 2. Bedienden - Voor bedienden die in dienst waren vóór 1 januari 2012 blijven de oude regels van toepassing; Concreet betekent dit het volgende : Opzegging gegeven door de werkgever Wordt de opzegging door de werkgever gegeven, dan bedraagt de opzeggingstermijn 3 maanden per verworven of aangevatte periode van 5 jaar anciënniteit wanneer het jaarloon van de bediende niet hoger is dan EUR 31.467 (bedrag geldig in 2012) Overtreft het jaarlijks brutoloon van de bediende EUR 31.467, dan wordt de opzegging bepaald hetzij door een overeenkomst tussen de partijen, gesloten ten vroegste op het ogenblik waarop de opzegging - 3 -

wordt gegeven, hetzij door de rechter. Deze opzegging mag niet korter zijn dan 3 maanden per verworven of aangevatte periode van 5 jaar anciënniteit. In de praktijk wordt meestal de "formule-claeys" toegepast om deze termijn te bepalen. Overtreft het jaarlijks brutoloon van de bediende EUR 62.934, dan kan een overeenkomst tot bepaling van de duur van de door de werkgever na te leven opzeggingstermijn worden gesloten ten laatste op het ogenblik van de indiensttreding. Voor deze bedienden van wie loon het bedrag van EUR 62.934 overtreft, kan bijgevolg op twee ogenblikken een overeenkomst worden gesloten over de redelijke opzeggingstermijn: het ogenblik van de aanwerving en van de verbreking (minimum 3 maanden opzegging per begonnen schijf van 5 jaar anciënniteit). Opzegging gegeven door de bediende Wanneer de opzegging door de bediende wordt gegeven, bedraagt de opzeggingstermijn maximaal 3 maanden wanneer het jaarloon minder dan EUR 31.467 bedraagt. Dit maximum wordt op 4½ maanden gebracht wanneer het jaarloon tussen EUR 31.467 en EUR 62.934 ligt en op 6 maanden wanneer het jaarloon EUR 62.934 overschrijdt. Tegenopzegging gegeven door de bediende Geeft een bediende tijdens de opzeggingsperiode aan de werkgever een tegenopzegging, dan bedraagt de na te leven termijn van de tegenopzegging 1 maand indien het jaarloon niet hoger is dan 31.467 EUR en 2 maanden indien het jaarloon hoger is dan EUR 31.467 zonder EUR 62.934 te overschrijden. Indien het jaarloon hoger is dan EUR 62.934, wordt de duur van de tegenopzeggingstermijn vastgesteld bij overeenkomst die wordt gesloten vanaf het ogenblik dat het ontslag wordt gegeven, of door de rechter, zonder dat hij 4 maanden mag overschrijden. - Voor bedienden die van wie de arbeidsovereenkomst aanvangt na 1 januari 2012 moet het volgende onderscheid gemaakt worden: Opzegging gegeven door de werkgever â-ª Categorie 1: lagere bedienden: de huidige regels blijven van toepassing, dat wil zeggen 3 maanden opzeg per begonnen schijf van 5 jaar anciënnieit; â-ª Categorie 2: hogere bedienden met een brutojaarloon van meer dan EUR 31.467 (bedrag in 2012); de opzeggingstermijnen zijn uitgedrukt in kalenderdagen en zijn bij wet bepaald. Er zijn vanaf 1 januari 2012 geen onderhandelingen meer mogelijk; Anciënniteit minder dan 3 jaar in dienst 91 dagen 3 jaar tot minder dan 4 jaar in dienst 120 dagen 4 jaar tot minder dan 5 jaar in dienst 150 dagen 5 jaar tot minder dan 6 jaar in dienst 182 dagen minstens 6 jaar in dienst Termijn 30 dagen per begonnen jaar anciënniteit Bij niet-naleving van deze opzegtermijnen is een verbrekingsvergoeding verschuldigd. Nu de opzegtermijnen voor bedienden werden omgezet van maanden naar dagen, wordt het dagloon als volgt berekend: dagloon= (actueel maandloon x 3) /91 waarbij: het actuele loon ook de voordelen omvat die werden verworven krachtens de overeenkomst; voor het eventuele variabele gedeelte van het actuele loon het gemiddelde wordt genomen van de variabele vergoedingen over de 12 voorafgaande maanden. Het loon wordt dus berekend op een driemaandelijkse basis (maandloon x 3), en vervolgens gedeeld door het aantal dagen dat het kwartaal telt, namelijk 91. Voor het overige wordt niet geraakt aan de beginselen om de grondslag voor de verbrekingsvergoeding te berekenen. Onder "actueel loon" wordt verstaan het loon waarop de werknemer aanspraak kan maken op het moment waarop de overeenkomst wordt verbroken. Indien dit loon volledig of gedeeltelijk variabel is, zal rekening worden gehouden met het gemiddelde van deze variabele vergoedingen over de voorbije 12-4 -

maanden. Tot slot zullen alle voordelen worden toegevoegd die werden verworven krachtens de overeenkomst, alsook die voorzien zijn door een wet, een collectieve arbeidsovereenkomst of een eenzijdige verbintenis van de werkgever: eindejaarspremie (voor zover deze een verworven recht is), voordelen in natura omgezet in speciën, enz. Zodra het actuele maandloon bepaald is, moet dit worden omgezet in een dagloon (aan de hand van de bovenvermelde formule). â-ª Categorie 3: hoogste bedienden met een brutojaarloon hoger dan EUR 62.934 (bedrag in 2012): op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst afgesloten wordt en uiterlijk op het ogenblik van de indiensttreding, kan de opzeggingstermijn in overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer bepaald worden. De opzeggingstermijn mag in elk geval niet korter zijn dan de minimumtermijn (3 maanden per begonnen schijf van 5 jaar anciënniteit) Bij ontslag van alle hoogste bedienden zal er vanaf 1 januari 2012 tevens een extra bijdrage moeten betaald worden aan het sluitingsfonds, waarvoor een KB de juiste modaliteiten nog moet vastleggen. Ontslag door de werknemer Voor de bedienden voor wie de uitvoering van de arbeidsovereenkomst start na 31 december 2011, wordt de opzegtermijn als volgt bepaald: 45 dagen voor de bedienden die minder dan 5 jaar geleden werden aangeworven; 90 dagen voor de bedienden die tussen 5 en 10 jaar geleden werden aangeworven; 135 dagen voor de bedienden die langer dan 10 jaar geleden werden aangeworven; 180 dagen voor de bedienden die langer dan 15 jaar geleden werden aangeworven voor zover hun jaarloon groter is dan EUR 62.934. 3. Algemene bepalingen Voor arbeidsovereenkomsten die vanaf 1 januari 2012 afgesloten zijn, maar waarbij de werknemer voorheen ook al in dienst was bij dezelfde werkgever met een arbeidsovereenkomst die afgesloten was vóór 1 januari 2012, met een onderbreking van maximaal 7 kalenderdagen tussen beide overeenkomsten, mogen de opzeggingstermijnen van de oude regeling nog toegepast worden. Bij nieuwe arbeidsovereenkomsten vanaf 1 januari 2012 telt de anciënniteit als uitzendkracht bij dezelfde werkgever mee voor een maximumperiode van 1 jaar. De aanwerving moet onmiddellijk of met een onderbreking van maximaal 7 kalenderdagen, volgend op de uitzendarbeid. Het moet bovendien gaan om een identieke functie. De periode van tewerkstelling als uitzendkracht moet ononderbroken zijn waarbij periodes van inactiviteit van een week of minder ook beschouwd worden als periode van uitzendarbeid. Met betrekking tot de anciënniteit als uitzendkracht die in aanmerking moet worden genomen, bestaan er in sommige sectoren tevens bijkomende regels. Wettelijke referentie : Wet van 12 april 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en tot uitvoering van het interporfessioneel akkoord (B.S. 28/04/2011) PRIVÉGEBRUIK VAN BEDRIJFSWAGENS - NIEUWE BEREKENINGSWIJZE VAN HET FISCAAL VOORDEEL VANAF 1 JANUARI 2012. Wanneer een onderneming een bedrijfswagen kosteloos ter beschikking stelt van een werknemer of bedrijfsleider voor persoonlijk gebruik, ontstaat er hieruit een belastbaar voordeel alle aard in hoofde van de gebruiker. Dit voordeel alle aard is aan bedrijfsvoorheffing onderworpen. Tot eind 2011 werd dit voordeel berekend op basis van de CO2-uitstoot van de wagen, het type brandstof en het aantal privé-kilometers. Het aantal privé-kilometers werd vastgelegd op 5000 km of 7500 km, afhankelijk van het feit of de afstand tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling minder of meer dan 25 km bedraagt. Eind 2011 werd kenbaar gemaakt dat de regering Di Rupo I een nieuwe berekeningswijze zou opstellen waardoor het privaat gebruik van bedrijfswagens vanaf 2012 veelal - 5 -

duurder zal uitvallen. Met de publicatie van de nieuwe berekeningswijze in het Staatsblad van 30 december 2011 werd dit uiteindelijk bevestigd zodat wij voortaan enkel rekening moeten houden met de cataloguswaarde van het voertuig en zijn CO2-uitstoot voor het bepalen van het fiscaal voordeel. Eind januari werden er aan deze berekeningswijze nog enkele essentiële wijzigingen aangebracht, die vooral hun uitwerking gaan hebben vanaf 1 mei 2012. Vanaf dan zal er ook rekening met de ouderdom van het bedrijfsvoertuig moeten gehouden worden en worden enkele achterpoortjes en ontwijkingsmechanismen die de oorspronkelijke nieuwe reglementering niet voorzien had, volledig afgesloten. Deze nieuwe berekeningswijze is vanaf 1 januari 2012 zowel op werknemers als op zelfstandige bedrijfsleiders van toepassing. Opdat ons sociaal secretariaat het fiscaal voordeel correct kan berekenen, is het van essentieel belang dat u ons alle informatie over de bedrijfswagen (onder meer cataloguswaarde, brandstoftype, CO2-uitstoot en vanaf 1 mei 2012 ook de datum van eerste inschrijving van het voertuig) tijdig opgeeft. Berekeningsformule De nieuwe berekeningsformule voor het voordeel van alle aard ziet er als volgt uit : voor dieselwagens: cataloguswaarde x (5,5% + (CO2-95) x 0,1%) x 6/7 voor benzinewagens: cataloguswaarde x (5,5% + (CO2-115) x 0,1%) x 6/7 Definities Om deze formules te kunnen toepassen, houden we rekening met de volgende parameters: de cataloguswaarde: zijis gelijk aan de gefactureerde waarde, inclusief opties en BTW en zonder kortingen, verminderingen, ristorno s of rabats. Deze definitie is zowel van toepassing op nieuwe wagens, als op tweedehandswagens als op wagens in leasing; de CO2-uitstoot van de wagen. Dit is een gegeven dat wordt meegedeeld door de Directie Inschrijvingen Voertuigen van de FOD Financiën. Als de Directie geen gegevens over de CO2-uitstoot van een wagen bezit, hanteert ze de volgende gelijkstellingen: -voor een wagen met een benzine-, lpg- of aardgasmotor is de hoeveelheid uitgestoten CO2 gelijk aan die van een wagen die 205 gr/km uitstoot; - voor een wagen met een dieselmotor bedraagt de hoeveelheid uitgestoten CO2 195 gr/km. de referentie-uitstoot. Voor dieselwagens is deze gelijk aan 95 g/km en voor benzinewagens of wagens met een LPG- of aardgasmotor 115 g/km1. het CO2-basispercentage. Dit is gelijk aan5,5%. Dit wordt evenwel aangepast indien de CO2-uitstoot van de wagen hoger of lager ligt dan de referentie-uitstoot: verhoging of verlaging met 0,1% per gram CO2 (met een minimum van 4%2 en een maximum van 18%); Minimumbedrag Het bekomen voordeel van alle aard mag niet lager liggen dan 820 EUR per jaar (dit is het basisbedrag, dat elk jaar geïndexeerd wordt). Voor het inkomstenjaar 2012, aanslagjaar 2013 bedraagt het minimumbedrag 1.200 EUR op jaarbasis. Voorbeeld Een bediende heeft een bedrijfswagen (Audi A4-2.0 TDI120, diesel) met een CO2-uitstoot van 134 gram per kilometer. Hij woont op minder dan 25 kilometer van zijn werkplaats. De cataloguswaarde bedraagt 28.600 EUR. Volgens de vroegere formule zou het voordeel van alle aard voor deze werknemer in 2012 het volgende bedragen: 0,00245 x 134 g/km x 5.000 / 12 = 136,79 EUR per maandvolgens de nieuwe formule wordt dit: 28.600 EUR x (5,5% + (134-95) x 0,1%) x 6/7 / 12 = 192,03 euro per maand Bijdrage van de begunstigde Wanneer de werknemer of de bedrijfsleider een bijdrage betaalt voor het privégebruik van de bedrijfswagen, mag het bedrag van deze bijdrage in mindering gebracht worden van het voordeel van alle aard dat voortvloeit uit - 6 -

de bovenvermelde berekening. Wat betaalt de werkgever/de onderneming? Een deel van de kost van de bedrijfswagens zal ten laste genomen moeten worden door de werkgever of de onderneming die de wagen ter beschikking stelt. Hiervoor wordt een deel van het voordeel van alle aard als niet-aftrekbare kost of verworpen uitgave gezien. Deze verworpen uitgave bestaat uit de kosten van de bedrijfswagen ten belope van 17% van het bekomen voordeel van alle aard, zoals berekend volgens de bovenvermelde formule. Deze nieuwe bepaling is van toepassing bovenop de al bestaande aftrekbeperkingen op de met de bedrijfswagens verbonden kosten. Nieuwe berekeningswijze in functie van de ouderdom van de wagen (vanaf 1 mei 2012?) De nieuwe reglementering bevatte nog veel onduidelijkheden waardoor zogenaamde achterpoortjes open stonden. Meer bepaald stelde men begin januari 2012 vast dat er zich belastingsontwijkingen aan het ontwikkelen waren waarbij nieuwe wagens als tweedehandsauto s voorgesteld werden. Op die manier wordt de basis van de berekening van het voordeel kunstmatig naar beneden gehaald en worden belastingen ontweken. De strikte toepassing van de wet zou ook een verschil kunnen opleveren voor éénzelfde wagen die even oud is, wanneer de ene nieuw is aangekocht en de andere tweedehands. Tijdens de Ministerraad van dinsdag 24 januari 2012 werden deze achterpoortjes in de wetgeving gesloten. Voor de verduidelijking van de toepassing van de maatregel kan worden verwezen naar de tekst die de fiscus sinds 26 januari 2012 op zijn website heeft geplaatst en terug te vinden is via : http://www.minfin.fgov.be/portail2/nl/downloads/current/2012-01-26-voordeel-van-alle-aard-firmawagen.pdf. Het begrip cataloguswaarde voor nieuwe voertuigen en de begrenzingen verbonden aan de CO2-uitstoot, blijven ongewijzigd. Nieuw is echter de invulling van het begrip cataloguswaarde voor tweedehandse wagens en de uitbreiding van de formule voor de berekening van het voordeel alle aard (cataloguswaarde x CO2-coëfficiënt x 6/7) met een leeftijdscoëfficiënt. Onder voorbehoud van publicatie van de definitieve tekst in het Belgisch Staatsblad luidt de nieuwe wettekst als volgt: Onder cataloguswaarde wordt verstaan: 1 bij verwerving in nieuwe staat: de gefactureerde waarde inclusief opties en belasting over de toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno; 2 in de andere gevallen: de catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan particulieren, inclusief opties en belasting over de toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno. De cataloguswaarde wordt vermenigvuldigd met een percentage dat is bepaald in de onderstaande tabel, teneinde rekening te houden met de periode die is verstreken vanaf de datum van eerste inschrijving van het voertuig bij de Directie voor de Inschrijving van de Voertuigen: Periode verstreken sinds de eerste inschrijving van het voertuig (een begonnen maand telt voor een volledige maand). Bij de berekening van het voordeel in aanmerking te nemen percentage van de cataloguswaarde: van 0 tot 12 maanden 100% van 13 tot 24 maanden 94% van 25 tot 36 maanden 88% van 37 tot 48 maanden 82% - 7 -

van 49 tot 60 maanden 76% vanaf 61 maanden 70%. Onder voorbehoud van tijdige publicatie in het Belgisch Staatsblad zijn voorgaande wijzigingen van toepassing vanaf aanslagjaar 2013 (inkomsten 2012), met dien verstande dat de procentuele vermindering van het voordeel alle aard op basis van de leeftijd van de wagen pas vanaf 1 mei 2012 voor het eerst zal moeten toegepast worden. Wettelijke referentie Wet houdende diverse bepalingen van 28 december 2011, art. 39 2 + art. 49 (B.S. 30/12/2011-4e editie) 1 Deze referentie-uitstoot wordt jaarlijks bij koninklijk besluit vastgesteld. 2 Dit minimum zal steeds van toepassing zijn op voertuigen met een uitstoot van 0 gram CO2 per kilometer, zoals elektrische wagens. OPGELET MET TIJDELIJKE ECONOMISCHE WERKLOOSHEID. Sedert 1 januari 2012 moeten arbeiders een aanvullende vergoeding krijgen ingeval van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen, technische stoornis en slecht weer. Deze aanvullende vergoeding bedraagt minimum 2 euro per inactiviteitsdag gedekt door werkloosheidsuitkeringen. In principe komt de vergoeding ten laste van de werkgever, tenzij de sectorale regeling het anders bepaalt. In de bouwsector bestaat er sinds verschillende jaren een responsabiliseringsbijdrage wegens economische werkloosheid. Dit houdt in dat werkgevers die overmatig gebruik maken van het systeem van economische werkloosheid een extra bijdrage moeten betalen. Teneinde misbruiken tegen te gaan en in hun zoektocht naar extra inkomsten, heeft de regering een responsabiliseringsbijdrage ingevoerd voor alle werkgevers die overdreven gebruik maken van het systeem van economische werkloosheid. De wet houdende diverse bepalingen geeft de regering de bevoegdheid om de formule en de parameters voor de berekening van deze bijdrage vast te leggen voor de andere sectoren dan de bouwsector. De berekening voorzien in de bouwsector blijft zonder wijziging van toepassing. De RVA zal daarnaast strenger optreden en sneller oordelen dat er geen sprake meer is van economische werkloosheid. Controle door de RVA De RVA meldt dat de werkgever geen gebruik kan maken van de tijdelijke economische werkloosheid: wanneer het gebrek aan werk voortvloeit uit een gebrekkige organisatie van de onderneming of uit wanbeheer; wanneer het werkgebrek een structureel en dus geen tijdelijk karakter (meer) vertoont. De RVA zal de werkgevers in deze gevallen van het stelsel uitsluiten of de tijdelijke werkloosheid nog maar in beperkte mate aanvaarden. We willen u er dan ook op wijzen dat het gevaar dat u van het stelsel uitgesloten wordt, reëel is indien u: gelijktijdig verschillende opeenvolgende aanvragen indient; een bestaande periode van economische werkloosheid telkens automatisch verlengt. - 8 -

OVERZICHT MET AANPASSINGEN AAN BAREMA S PER 01/02/2012 klik hier: documenten/0212 voorlopig web(1).doc disclaimer De verstrekte informatie wordt u op vrijwillige basis verleend. We proberen steeds de juridische actualiteit met de grootste aandacht en zorgvuldigheid te behandelen. Gelet op onze middelenverbintenis als sociaal secretariaat, wijzen we elke aansprakelijkheid af voor schade van welke vorm dan ook die voortvloeit uit het gebruik van de aangeboden informatie. De aangeboden informatie is uitsluitend bestemd voor informatievergaring. Openbaarmaking, vermenigvuldiging, verspreiding en/of verstrekking van de op deze website verstrekte informatie aan derden buiten onze wil om, is niet toegestaan. - 9 -