Laat mij niet kiezen!? Wat jongeren nodig hebben, na de echtscheiding, om loyaal te blijven naar beide ouders.



Vergelijkbare documenten
Contextuele Therapie. Een inleiding

De meerwaarde van het contextueel denkkader binnen de ouderenzorg

Samen rouwen. Hoe u uw kind kunt helpen verlies draaglijk te maken

Inhoud Inleiding Puberteit: algemene ontwikkelingskenmerken Puberteit en adoptie 39

Kind & echtscheiding. Geen lid van het gezin? ook dan kun jij een kind steunen!

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen

DE OUDER-KIND RELATIE EEN KWALITATIEVE ANALYSE VAN GESPREKKEN MET AWEL

Positie van meerzijdige partijdigheid als hulpverlener. Hilde Delameillieure Foton

Kijk maar naar enkele reacties van leerlingen en ouders.

Inhoudsopgave. Inleiding. Als je een peuter en tussen 3 en 5 jaar bent. Als je een kleuter en tussen 6 en 8 jaar bent

NBVH Symposium 25 maart Ellen de Jong & Louis Crijns

Inhoud. Inleiding 7. Deel 1

Cambriana online hulpprogramma

Echtscheiding en kinderen

Scheiden doe je samen. Ieder kind reageert anders

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

PROTOCOL. School en echtscheiding

Emoties, wat is het signaal?

Kinderen op bezoek op de intensive care

Jouw Belang Jouw ouders bespreken gezamenlijk over én met jou wat jouw belang is. Zodat jouw ouders

RUZIE MET VRIENDEN, LIEFDESVERDRIET EN DE RELATIE TOT DE OUDERS AAN DE LIJN OF OP HET SCHERM BIJ AWEL.

WANNEER VERTEL JE HET AAN JE KINDEREN? Als de beslissing om te gaan scheiden eenmaal genomen is, dan kun je dit het beste zo snel mogelijk aan de

Van loslaten naar VERBINDEN: Hoe we mensen in rouw kunnen uitnodigen om verhalen te vertellen over wat hen dierbaar is.

E-LEARNING. Beroepsoriëntatie 2014/2015. HEART4HAPPINESS Eva Hendrix s

Scheiding en kinderen

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

Wat betekent scheiden voor een kind?

Pedagogisch contact. Verbondenheid door aanraken. De lichamelijkheid van pedagogisch contact. Simone Mark

Samenvatting. Workshop 3: Sociale Weerbaarheidstraining. Esther Bressers

Aseksualiteit.

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden.

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN. Folder Alcohol en opvoeding.indd :42:29

OUDERSCHAPSPLAN als. trait-d union

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

Rapport Kor-relatie- monitor

TOOLKIT ROUW EN VERDRIET

Pestprotocol BS de Kersenboom

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013

Alle gelukkige families lijken op elkaar, elke ongelukkige familie is ongelukkig op zijn eigen wijze. Tolstoj Anna Karenina

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Webinar. Thema: conflictscheiding

Van je moeder moet je het hebben, van je dochter kun je het krijgen! Mayke Smit & Alice Altink

Doelen relationele vorming

Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven

Voorkómen van huiselijk geweld

jongeren vanaf 12 jaar

Seksuele vorming: gave (op-)gave

Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding

Rijksuniversiteit Groningen

3. Rouw en verliesverwerking

Wat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt.

Verlies, verdriet en rouw

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

U wilt dan is Echtscheiding Plus uw juiste partner!

Week tegen de kindermishandeling. Thema: conflictscheiding

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland

De Budget Ster: omgaan met je schulden

Slecht nieuws goed communiceren

Wij hebben autisme. De impact van ASS op de gezinsleden en enkele overlevingstips. Anneke E. Eenhoorn

Omgangscentrum Drenthe

Schrijf je verhaal. zeven schrijfopdrachten

Kanker en Werk Begeleiding en Re-integratie Stap.nu in mogelijkheden

Wanneer is een probleem niet van één mens alleen?

Helen Dowling Instituut psychologische zorg bij kanker. Landelijke Contactdag Nier- en blaaskanker Amersfoort 5 april 2014

EEN DIERBARE VERLIEZEN

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden

Inhoud Inleiding: Het ouderschap na de scheiding Hoe kinderen de scheiding ervaren

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Mijn ouders zijn gescheiden. En ík dan?!

Voorwoord 7 Leeswijzer 9

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Onderzoek (v)echtscheidingen

Psychisch of Psychiatrie?

Protocol bij scheiding

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Gezinsinterventie Gezinsgesprekken voor gezinnen waarbij de ouder psychische problemen heeft

Zelfbeschadiging bij leerlingen Een inleiding

Over kalveren en vlinders

Scheiden doe je samen. Ieder kind reageert anders

Kinderen op bezoek op de Intensive Care

Veens trainingen. opkomen voor jezelf. samen leren. meer zelfvertrouwen. lotgenoten ontmoeten. durven vragen. een groter netwerk

een dierbare verliezen

DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen

Praten met familie Hulpverleners: Last of lust. Last / lastig. Lust. Stichting Labyrint-in Perspectief

Gecompliceerde rouw na verlies van een dierbare. basis-ggz

Training - Begeleiding - Coaching BALANS DE BAAS VOOR VROUWEN DIE MAMA ZIJN OF WORDEN

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Samen eenzaam. Frida den Hollander

Emoties, wat is het signaal?

narratieve zorg Elder empowering the elderly

Resultaten onderzoek seksualiteit

PAGINA BESTEMD VOOR DE INTERVIEWER. Interviewernummer : INTCODE. Module INTIMITEIT. (bij de vragenlijst volwassene lente 2002)

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

1. Een bijzonder gezin

Transcriptie:

Laat mij niet kiezen!? Wat jongeren nodig hebben, na de echtscheiding, om loyaal te blijven naar beide ouders. Charlotte Hendrickx Hogeschool van Amsterdam Pedagogiek Algemene Beroepen Variant Scriptie 9 juni, 2009 Studentnummer:221285 Eerste Assessor: Marion de Ras Tweede Assessor: Carine Ex

Voorwoord In deze scriptie heb ik onderzoek gedaan naar wat jongeren nodig hebben om na de scheiding van hun ouders niet in een gespleten loyaliteit terecht te komen. De scriptie is geschreven in opdracht van Cocky Roks-Maris en de opleiding Pedagogiek aan de Hogeschool van Amsterdam. Het onderzoek is uitsluitend verricht in de Orthopedagoge praktijk van Cocky Roks-Maris in Berlicum en bij Support huiswerkbegeleiding in Oss. Vanuit de voorwaarden van de opleiding heb ik zowel een literatuurstudie als een veldonderzoek verricht. In eerste instantie heb ik mij voornamelijk verdiept in de literatuur om vervolgens een gedegen kwalitatief onderzoek te starten. Allereerst wil ik Support, de jongeren en de ouders bedanken voor hun medewerking en inzet. Daarnaast heb ik voor het schrijven van deze scriptie veel steun gehad van mensen om mij heen. Ik wil hen erg bedanken. In het bijzonder wil ik Cocky bedanken voor haar opdracht en het vertrouwen in mij en wil ik Thijs, Renée, Anne en Jan bedanken voor hun morele steun en waardevolle adviezen. Amsterdam Juni, 2009 Charlotte Hendrickx 2

Inhoudsopgave Inleiding 5. Deel 1 Literatuuronderzoek 7. 2. Echtscheiding 8. 2.1 Algemene informatie echtscheiding 8. 2.2 Omschrijvingen echtscheiding 8. 2.3 Directe gevolgen van echtscheiding voor het kind 9. 3. Echtscheiding en jongeren 10. 3.1 Omschrijvingen jongeren 10. 3.2 Ontwikkelingsfase van jongeren 10. 3.3 Gevolgen van echtscheiding voor jongeren 11. 4. Loyaliteit 15. 4.1 De vier dimensies van Nagy 15. 4.2 Omschrijvingen loyaliteit 16. 5. Gespleten loyaliteit 18. 5.1 Omschrijvingen gespleten loyaliteit 18. 5.2 Gevolgen van een gespleten loyaliteit bij jongeren 19. 6. Hoe te werken aan een gespleten loyaliteit bij jongeren 20. 6.1 Het begeleiden van een gespleten loyaliteit 20. 6.2 Suggesties van jongeren zelf uit eerder onderzoek 22. 7. Conclusie literatuuronderzoek 24. 7.1 Samenvatting 24. 7.2 Beantwoorden onderzoeksvraag 25. 7.3 Kritische kijk op het literatuuronderzoek 26. Deel 2 Methodiek 28. 8. Procedure/ context van het onderzoek 29. 9. Meetinstrument 31. 10. Analyse 32. Deel 3 Veldonderzoek 33. 11. Demografische gegevens 34. 12. Analyse 35. 3

13. Beschreven resultaat 36. 13.1 Reactie op de scheiding 36. 13.2 Gesprekken met ouders 38. 13.3 Kiezen tussen ouders 40. 13.4 Relatie tussen de jongeren en hun ouders 41. 13.5 Wensen van jongeren 43. 13.6 Advies van jongeren 44. 14. Conclusie veldonderzoek 45. 14.1 Samenvatting 45. 14.2 Beantwoorden onderzoeksvraag 45. Conclusie 48. Samenvatting 54. Literatuurlijst 56. Bijlage 59. 4

Inleiding Deze scriptie is geschreven in opdracht van Cocky Roks-Maris. Zij heeft een eigen orthopedagogenpraktijk en is werkzaam bij Support, huiswerkbegeleiding. Binnen haar eigen praktijk en bij Support werkt zij met jongeren die sociaal-emotionele en/of leerproblemen hebben. Geregeld komt zij jongeren tegen van gescheiden ouders. Veel van deze jongere ervaren loyaliteitsproblemen ten opzichte van hun ouders. De vraag van de opdrachtgever was om te onderzoeken wat jongeren nodig hebben om na de scheiding naar beide ouders loyaal te kunnen blijven. De onderzoeksvraag die voortgekomen is uit de opdracht luidt als volgt: Wat hebben jongeren van gescheiden ouders nodig om zich loyaal op te kunnen blijven stellen naar beide ouders? Deelvragen daarbij zijn: Wat maakt loyaliteit zo n belangrijk thema voor jongeren na de echtscheiding van hun ouders? Hebben jongeren door het grote loyaliteitsgevoel ten opzichte van ouders het gevoel dat ze voor hen moeten zorgen? Zo ja, komen ze door dit verantwoordelijkheidsgevoel in conflict met de wensen en behoeften die zij op dat moment zelf hebben? Welk belang heeft het voor de jongere om te mogen rouwen over het verlies van het gezin na een echtscheiding van de ouders? Heeft het mogen rouwen om het verlies van het gezin invloed op de manier waarop jongeren daarna een band hebben met beide ouders? Begrippen uit de vraagstelling worden op de volgende wijze omschreven en gehanteerd in de verdere scriptie. Jongeren: 12 tot en met 18 jaar. Loyaliteit: Hierbij gaat het om de zijns-loyaliteit, wat de existentiële en asymmetrische band tussen ouders en kinderen inhoudt (Van den Eerenbeemt & Van Heusden, 1998). Deze band is volgens van de Eerenbeemt en van Heusden onlosmakelijk en verworven tijdens de geboorte van het kind, existentiële en asymmetrische. De zijnsloyaliteit is de unieke band tussen ouder en kind. Gespleten loyaliteit: Wanneer jongeren in een positie komen dat zij moeten kiezen tussen beide ouders; hiermee zijn ze trouw aan de ene ouder, wat gelijktijdig ontrouw 5

aan de andere ouder inhoudt (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994; Van den Eerenbeemt, 2004; Wijenbergen, 2004). Echtscheiding: Juridisch gezien is het moment van echtscheiding bij de gerechtelijke uitspraak dat het huwelijk is ontbonden. Toch kan het gevoel van het moment dat je ouders zijn gescheiden verschillen per kind; zo kan het de mededeling, het moment dat één ouder het gezin verlaat of de rechtzaak zijn (Hermanns, 1985). Cocky Roks-Maris is bekend met de theorie van Boszormenyi-Nagy. Mijn taak ten opzichte van het literatuuronderzoek is om deze theorie maar ook andere literatuur te raadplegen en vanuit de literatuur de onderzoeksvraag in te leiden. Het veldonderzoek is voor Cocky Roks-Maris relevant omdat het geheel toegespitst is op haar doelgroep en binnen haar eigen werkveld. De open interviews zullen plaatsvinden binnen haar praktijk of bij de huiswerkbegeleiding. De proefpersonen zijn allemaal cliënten van Cocky Roks-Maris. Hierbij is de toestemming van de ouders en volledige anonimiteit in acht genomen. De interviews worden volgens de stappen van D.B. Baarda, A.G.E. van der Meer- Middelburg, M.P.M. de Goede (1996) geanalyseerd, wat zal leiden tot de conclusie van het veldonderzoek. Naar aanleiding van het literatuuronderzoek en het veldonderzoek zal een conclusie getrokken kunnen worden en een aanbeveling ten aanzien van de oplossing van het probleem worden gedaan. In de scriptie is voor de leesbaarheid gekozen voor het woord hij, wat gelezen kan worden als hij/zij. De indeling van dit onderzoek is als volgt: hoofdstuk 1 geeft een inleiding op de probleemstelling. In deel 1 worden de resultaten van het literatuuronderzoek behandeld. In deel 2 zal de methodiek van het onderzoek worden besproken. In deel 3 staan de resultaten van het veldonderzoek centraal, om vervolgens af te sluiten met de conclusie. Aan het eind van deze scriptie kunt u een samenvatting vinden van de gehele scriptie. 6

Deel 1 Literatuuronderzoek 7

2. Echtscheiding. 2.1 Algemene informatie over echtscheiding. In de afgelopen 30 jaar is er veel veranderd in het gezinsleven in Nederland. Naast het traditionele gezinsleven (vader/ moeder en kinderen), zijn eenpersoonshuishoudens, éénoudergezinnen en ongehuwd samenwonenden geen uitzondering meer in Nederland. Een belangrijke aanleiding voor de verandering in de huishoudvorm is de toename van het aantal echtscheidingen. In de jaren 70 en 80 heeft een extreme toename van echtscheidingen plaatsgevonden. Daarna is het aantal scheidingen gestabiliseerd met een licht afnemende trend. In 1995 waren er 34.170 huwelijksontbindingen door echtscheiding, in 2008 waren er 32.080 (Centraal Bureau Statistiek -CBS). Uit recente cijfers van het CBS blijkt dat er tegenwoordig jaarlijks bijna 70.000 maal een ongehuwd samenwonen beëindigd wordt, waarbij 28.000 kinderen betrokken zijn. Daarnaast vinden er 40.000 echtscheidingen plaats, waar 35.000 kinderen bij betrokken zijn. 1 Dit betekent dat er jaarlijks veel kinderen geconfronteerd worden met de echtscheiding van hun ouders. 2.2 Omschrijvingen echtscheiding. Echtscheiding is vanuit verschillende invalshoeken beschreven. Zo luidt de juridische definitie: het moment van echtscheiding is de gerechtelijke uitspraak dat het huwelijk is ontbonden. Nog exacter is het moment waarop het vonnis is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente waar het huwelijk is gesloten(hermanns, 1985). Op verschillende echtscheidingssites wordt de volgende definitie vermeld: bij een echtscheiding wordt een burgerlijk huwelijk beëindigd. In de landen waar echtscheidingen toegestaan worden, worden alle juridische banden die de echtgenoten hebben verbroken en kan elkeen, als hij of zij dat wil, opnieuw met iemand in het burgerlijk huwelijk treden. 2 Anders ligt het bij de psychologische omschrijving en het moment dat de echtscheiding naar het idee van de betrokkenen gerealiseerd is. De beleving van het 1 http://www.conseo.nl/kindindeknel/2005/02/nieuwe-cijfers-van-het-cbs-overaantal.php 2 http://www.scheidendoejezo.nl/echtscheiding-definitie.html 8

moment van echtscheiding kan voor elk kind verschillen. Dit hoeft voor het kind geen verband te hebben met de juridische uitspraak. Dit moment kan het weggaan van een ouder uit het gezin zijn, of de mededeling van de ouders dat ze uit elkaar gaan. Soms zal de beleving van het moment van echtscheiding door het kind ook de rechtzaak zijn (Hermanns, 1985, blz. 7). 2.3 Directe gevolgen van echtscheiding voor het kind. De echtscheiding van ouders heeft grote invloed op het kind en zijn ontwikkeling. Na een echtscheiding tussen ouders breekt een turbulente periode aan, wat invloed heeft op de relatie die ouders hebben met hun kinderen. Over het algemeen geldt er tegenwoordig een co-ouderschap, wat inhoud dat beide ouders verantwoordelijk blijven voor de kinderen. Het merendeel van de kinderen is voor het grootste gedeelte van de week woonachtig bij de moeder. Desalniettemin blijven beide ouders verantwoordelijk voor de kinderen. Na een echtscheiding is een goed onderling contact tussen de ouders vaak problematisch. Volgens het CBS zijn in 2003 zo n elfduizend kinderen na de scheiding geconfronteerd met ouders die geen contact meer met elkaar hebben en worden zo n negentienduizend kinderen na de scheiding geconfronteerd met ouders die slecht contact met elkaar hebben. Er is een correlatie tussen de kwaliteit van contact tussen de ouders onderling en de kwaliteit van het contact tussen ouders en kinderen: wanneer de ouders goed contact met elkaar hebben, hebben de kinderen over het algemeen ook een goed contact met hun ouders. Wanneer de ouders geen contact hebben met elkaar, is het aantal kinderen dat geen contact heeft met vader of moeder aanzienlijk hoger (CBS, 2005) 9

3. Echtscheiding en jongeren. 3.1 Omschrijvingen jongeren. Jongeren hebben veel verschillende benamingen: ze worden ook wel jeugd, tieners, pubers of adolescenten genoemd. De definitie van deze doelgroep is vrij eenduidig; in deze ontwikkelingsfase groeien kinderen uit tot volwassen. De leeftijd waarop dit zich voltrekt verschilt in de literatuur (Feldman, 2005). De Wereldgezondheidsorganisatie definieert adolescentie als de periode van iemands leven tussen de 10 en de 19 jaar. 3 Jongere wordt in het Groot Woordenboek der Nederlandse taal, Van Dale, aangeduid als iemand van jeugdige leeftijd. Adolescentie daarentegen wordt omschreven als overgangsperiode tussen puberteit en volwassenheid, jeugdjaren (van 15 tot 20 jaar) (Van Dale, 1995). Wat de definities gemeenschappelijk hebben, is dat het gaat om een periode waarin kinderen uitgroeien tot volwassenen. Het eind van de kindertijd zou je ook kunnen aanduiden met het moment dat kinderen naar Voortgezet Onderwijs gaan, dat wil zeggen rond het twaalfde levensjaar. Juridisch ben je volwassen op 18-jarige leeftijd, op dat moment heb je passief en actief stemrecht en word je gezien als een onafhankelijk handelend rechtspersoon. Voor het onderzoek houd ik de leeftijdsperiode aan van 12 tot 18 jaar. Ik zal hen ook benoemen als jongeren. 3.2 Ontwikkelingsfase van jongeren. In deze ontwikkelingsfase gebeurt er veel met de jongeren, zowel fysiek als psychisch. Het lichaam van een puber verandert, de geslachtsrijping vindt plaats in de puberteit spelen de hormonen een grote rol in de ontwikkeling. Naast alle fysieke veranderingen krijgen de jongeren ook andere interesses. Vriendschappen worden belangrijker, er komt ook steeds meer nieuwsgierigheid naar de andere sekse. In de puberteit vinden de eerste liefdes plaats en gaan de jongeren zich meer seksueel ontwikkelen. Wisselende hormonen zorgen voor een wisselend humeur en wisselende gevoelens. De puberteit staat bekend als de periode waarin autonomie centraal staat en de jongeren zich losmaken van hun ouders. Dit kan gepaard gaan met veel strijd. Naast 3 http://www.vormen.org/informatie/kinderenjongeren/indexkj.html 10

dit alles is een veilig nest erg belangrijk voor de jongeren en dat geeft hen de veiligheid om hun zelfstandigheid te ontplooien en hun eigen identiteit te ontdekken (Feldman, 2005). 3.3 Gevolgen van echtscheiding voor jongeren. Een echtscheiding is voor het hele gezin een ingrijpende gebeurtenis. Ieder individu binnen het gezin verwerkt dat op zijn eigen manier. Hieronder zal ik vooral ingaan op de gevolgen van een echtscheiding voor jongeren. 3.3.1 De weerbaarheid van jongeren na de echtscheiding. In de literatuur wordt geschreven dat hoe ouder de kinderen worden, hoe beter zij bestand zijn tegen de gevolgen van een echtscheiding. Hiermee wordt voornamelijk gedoeld op het feit dat wanneer de echtscheiding van de ouders plaatsvindt, oudere kinderen gemakkelijker weerstand kunnen bieden tegen de spanningen en zich meer kunnen richten op hun eigen toekomst en ambities. Daarnaast zijn jongeren beter dan kinderen in staat om verschillende leefgebieden van elkaar te kunnen scheiden. Dit wil zeggen dat wanneer jongeren een tegenslag krijgen, in dit geval in het gezinsleven, dit niet direct van invloed hoeft te zijn op het schoolleven of op hun sociale leven (Teyber, 2003). Hoewel jongeren zich beter kunnen distantiëren van de spanningen tussen de ouders, verandert er door een scheiding voor hen ook veel in hun gezinsleven. Al die veranderingen en spanningen binnen het gezin kunnen veel impact hebben op de jongeren, hun ontwikkeling en leefwereld. De manier waarop jongeren reageren op een echtscheiding in deze periode kan erg verschillen per persoon. Er zijn echter wel een aantal kenmerkende reacties die je geregeld terug ziet. 3.3.1 De emoties van jongeren na een echtscheiding. Bij een echtscheiding komen veel verschillende gevoelens kijken en die gevoelens zijn voor iedereen verschillend. Toch kunnen we een aantal veel voorkomende emoties aangeven: verdriet, angst, boosheid, machteloosheid, verzet, eenzaamheid, schuldgevoel, opluchting, loyaliteit, zorg om hun ouders en verantwoordelijkheid (Jewett, 1984). 11

Sommige jongeren voelen zich verraden en reageren erg boos op de echtscheiding, vaak vluchten zij weg van de lastige thuissituatie en zoeken ze activiteiten buitenshuis. Doordat de jongeren dan weinig meer thuis zijn en contact met de ouders mijden is er weinig controle meer. Anderen sluiten zich volledig af en vertellen niet meer waar ze mee bezig zijn. De ouders krijgen dan gemakkelijk de indruk dat hun puber een goede manier heeft gevonden om met deze lastige situatie om te gaan. Er zijn jongeren die juist in deze periode veel onenigheid krijgen binnen het gezin, een erg wisselend humeur hebben of hun interesse verliezen in hun schoolwerk. Jongeren zoeken vaak steun bij leeftijdsgenoten en vinden deze ook. Sommige jongeren vinden hun troost in het gebruik van alcohol of drugs, vandalisme of crimineel gedrag. Dit kan onder invloed zijn van nieuwe vrienden, waarbij zij op dat moment hun troost denken te vinden. De bovengenoemde gedragingen kunnen zowel een symptoom zijn van puberteit als van de verwarring over de echtscheiding (Put, 2004). Naast het feit dat echtscheiding veel negatieve gevoelens en soms ook reacties bij jongeren teweeg kan brengen kunnen er ook positieve neveneffecten van de echtscheiding voorkomen. Veel jongeren zijn door de omstandigheden vaak zelfstandiger en weerbaarder geworden. 3.3.3 Het rouwproces na een echtscheiding. Het verdriet van jongeren na een echtscheiding kan jaren duren. De echtscheiding is een heftige gebeurtenis in hun leven. Ze kiezen hun eigen tijd en manier waarop zij dat willen verwerken. Sommige jongeren stellen hun eigen rouwproces uit om het rouwproces van de ouders op dat moment voorrang te geven. De jongere merkt dat zijn ouders in een moeilijke periode verkeren en hij wil hen niet extra belasten met zijn eigen verdriet. Wanneer het gezin weer in een stabieler vaarwater komt en de jongere zich weer thuis en veilig voelt, krijgt hij meer ruimte om het verdriet van de scheiding te verwerken. De invloed van vrienden en familie op het rouwproces kan erg groot zijn. Wanneer jongeren de ruimte krijgen om over hun verdriet te mogen praten, kunnen zij deze moeilijke periode een plaats geven in hun leven. Door het verdriet van de jongere te ontkennen of het op te willen lossen wordt hen de troost onthouden. Dit belemmert het verwerkingsproces van de jongeren. Dit heeft 12

weerslag op de manier waarop jongeren zich gaan gedragen, zo worden onder andere depressie, agressie en zelfmedelijden aangewakkerd (Put, 2004). In het rouwproces moet de jongere afscheid nemen van het gezin zoals dat altijd is geweest. Hierin hebben veel jongeren net na de scheiding de hoop en het verlangen op verzoening tussen de ouders. Uit onderzoek van J. Hermanns blijkt dat deze hoop op verzoening na 3 jaar een stuk minder is (Hermanns, 1985). 3.3.4 Welke (schadelijke) gevolgen kan een echtscheiding hebben voor de relatie tussen jongeren en ouders. Geregeld worden jongeren betrokken in de strijd tussen beide ouders. Dit leidt bijna altijd tot een loyaliteitsconflict. Zij hebben het gevoel partij te moeten kiezen of de voorkeur te moeten geven aan één van de ouders. In deze strijd worden jongeren gezien als een persoon met een eigen mening. Er wordt bijvoorbeeld aan de jongere gevraagd bij wie hij zou willen wonen na de echtscheiding. Dit is een moeilijke beslissing, omdat zij het gevoel krijgen door hun keuze voor de ene ouder de andere ouder te laten vallen. Het komt regelmatig voor dat de jongere in eerste instantie gekozen heeft voor bijvoorbeeld zijn moeder, maar na enkele jaren toch besluit om bij zijn vader te gaan wonen. Dit komt vaak voort uit de behoefte weer balans te vinden in de loyaliteit naar beide ouders (Van den Eerenbeemt, 2004). Een gespleten loyaliteit is een veel voorkomend probleem voor jongeren wanneer hun ouders zijn gescheiden. In hoofdstuk 4 wordt dit uitgebreider behandeld. Een van de andere gevolgen van een echtscheiding bij jongeren is parentificatie. Parentificatie ontstaat wanneer een kind zich identificeert of vereenzelvigt met de functie en de verantwoordelijkheid van zijn ouder, die verantwoordelijkheid op zijn eigen schouders neemt en de ouder- of partnerrol in het gezin gaat vervullen. Dan neemt het kind taken van een ouder over en ondersteunt deze in praktische situaties en in zijn of haar emotionele behoeftes (Put, 2004, blz. 78). De reden dat jongeren dit gaan doen is omdat ze het gevoel hebben volwassen genoeg te zijn om bepaalde verantwoordelijkheden te dragen en praktische zaken te kunnen overnemen. Hiermee proberen ze de ouder te steunen of te ontlasten. Over het algemeen wordt het gewaardeerd door de ouders wanneer jongeren deze 13

verantwoordelijkheden en taken overnemen. Deze waardering vinden de jongeren erg fijn om van hun ouders te krijgen. Een andere vorm van parentificatie is wanneer jongeren hun eigen zorgen, problemen en verdriet aan de kant zetten om zo hun ouders te ontlasten. Door parentificatie slaan jongeren vaak een fase in hun ontwikkeling over. In deze fase ontdekken ze juist hun identiteit en maken ze plezier, waarbij ze leren conflicten op te lossen. Wanneer de jongeren ouder zijn vinden ze het moeilijk om zich los te maken van de verantwoordelijkheid ten opzichte van hun ouders en kunnen ze zich schuldig gaan voelen wanneer zij zich wel los maken. Vaak hebben deze jongeren moeite met gelijkwaardige partnerrelaties omdat zij niet gewend zijn om affectie te ontvangen of om verantwoordelijkheid of gezag te delen. Parentificatie kan voorkomen worden wanneer ouders de kinderen opdrachten geven die passen bij hun leeftijd. Daarnaast is het belangrijk dat de ouders waardering geven aan de jongeren voor wat ze doen en dat zij als steunfiguur blijven fungeren voor hun kinderen (Put, 2004). 14

4. Loyaliteit. In de literatuur worden echtscheiding en loyaliteit regelmatig aan elkaar verbonden. Wanneer er over loyaliteiten wordt gesproken wordt er verwezen naar de theorie van Ivan Boszormenyi-Nagy. Nagy heeft zich in eerste instantie gespecialiseerd in de psychiatrie, is vervolgens werkzaam geweest als gezinstherapeut en heeft van daar uit de contextuele therapie ontworpen. Zijn theorie is voornamelijk psychologisch opgezet. Desalniettemin kan de contextuele benadering ook ingezet worden bij (complexe) opvoedsituaties, zoals bij de problematiek rondom de loyaliteiten van kinderen na de scheiding van hun ouders. 4.1 De vier dimensies van Nagy. Zoals gezegd heeft Nagy de contextuele therapie ontwikkeld, waarin loyaliteiten een belangrijke rol spelen. Het woord context geeft volgens Nagy aan dat er een dynamisch verband bestaat tussen een persoon en zijn of haar belangrijkste relaties. In zijn contextuele benadering onderscheidt Nagy vier verschillende dimensies: 1. Feiten Hierbij wordt uitgegaan van de invloed van aantoonbare waarheden en werkelijke gebeurtenissen in het leven van een persoon. Hiermee wordt bedoeld dat het waarheden of gebeurtenissen zijn die zijn aan te tonen en waar niet aan getwijfeld kan worden. Bijvoorbeeld: genetische wortels, lichamelijke gezondheid, erfelijke eigenschappen, maar ook gebeurtenissen als echtscheiding, adoptie, invaliditeit en werkloosheid. 2. Psychologie Deze dimensie richt zich op wat er zich ín een individu afspeelt aan behoeftes en motivatie. Je kunt hierbij denken aan de basale behoeftes, egosterkte, conditionering, afweermechanismen, bevrediging, fantasieën, dromen, inzichten, enzovoort. 3. Transactie Deze dimensie wordt gekenmerkt door de patronen van waarneembaar gedrag en communicatie tussen personen. Wanneer transacties worden beschreven, worden er geregeld termen gebruikt uit de systeemtheorie 4 en sociologie. Zoals: structuren, subsystemen, regels, feedbackmechanismen, rolverdeling, macht, enzovoort. 4 Systeemtheorie gaat er in het kort gezegd vanuit dat een mens pas daadwerkelijk begrepen kan worden in de context van zijn relaties. (http://www.systeemtheorie.nl/systeemtheorie.php) 15

4. Relationele ethiek Deze dimensie staat in het teken van de rechtvaardigheid van relaties. Hiermee wordt bedoeld dat er binnen een relatie een gepast evenwicht moet ontstaan tussen geven en nemen. De begrippen die bij deze dimensie regelmatig worden toegepast zijn: loyaliteit, vertrouwen, betrouwbaarheid en gerechtigde aanspraken. Bij deze dimensie wordt ook een belangrijke verbinding gelegd tussen de verworvenheden uit de vorige generatie en de invloed die dat heeft op het individu. Nagy kijkt naar de verworvenheden van de vorige generatie en op welke manier een individu deze meeneemt in zijn eigen levensloop en welke invloed dit zal hebben op de komende generaties (Vo Cahier 6, In het voetspoor van Ivan Nagy). De vier dimensies geven geen rangorde aan, maar staan allemaal op hetzelfde niveau. Ze werken op elkaar in en zijn in alle menselijke relaties aanwezig (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994). De eerste drie dimensies worden binnen de hulpverlening veelvuldig gebruikt. De vierde dimensie is een vernieuwende en verdiepende kijk binnen de hulpverlening. Deze dimensie kijkt verder dan het individu, de gebeurtenis en de manier waarop hij hierop heeft gereageerd. Bij de vierde dimensie wordt gekeken naar de relaties van een persoon en welke invloed deze hebben in de levensloop van het individu. Hierin staat het inzicht verkrijgen in de loyaliteiten van het individu voorop. 4.2 Omschrijvingen loyaliteit. Er zijn verschillende definities van loyaliteit. Er bestaat een algemene definitie en een specifieke. Van Dale, Het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, beschrijft loyaliteit als getrouwheid aan een verplichting of verbintenis; - (vandaar) oprechtheid, eerlijkheid (Van Dale, 1995). Loyaliteit betekent trouw en betrouwbaar zijn, voor elkaar opkomen in een relatie, wederzijds voor elkaar ertoe doen, op basis van wederzijdse verdiensten en verplichtingen. Hoe sterker de onderlinge band en hoe groter de wederzijdse verdiensten, des te sterker en verplichtend de onderlinge loyaliteit is en andersom (Van Mulligen, Gieles en Nieuwenbroek, 2001, blz. 153). Er zijn twee soorten loyaliteiten te onderscheiden; de horizontale en de verticale loyaliteit. Horizontale loyaliteit betreft bijvoorbeeld vriendschappen of relaties tussen partners: symmetrische relaties. Deze relaties zijn vervangbaar en kunnen beëindigd worden wanneer de relatie uit evenwicht is, wanneer er geen sprake meer is van gelijkwaardigheid tussen geven en nemen. 16

De verticale loyaliteit is de loyaliteit tussen ouders en kinderen, deze relatie is a- symmetrisch. Dat houdt in dat deze relatie niet te vervangen is (Van den Eerenbeemt, Van Heusden, 1998). De eerste definitie gaat meer om loyaal zijn in het algemeen. Voor het onderzoek is het van belang om de bijzondere band tussen ouders en kinderen te definiëren. Deze band noemt men ook wel loyaliteit en is, zoals hier boven beschreven, een verticale loyaliteit. De volgende definities beschrijven de verticale loyaliteit: De dynamische verplichte zorg van een lid voor de andere leden van de familie, dat is de definitie zoals Nagy die geeft. (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994, blz. 223) Else-Marie van den Eerenbeemt definieert het begrip loyaliteit als een ijzersterk bindmiddel in de ouder-kindrelatie. De relatie tussen ouder en kind is van meet af aan uniek (Van den Eerenbeemt, 2004, blz. 107). Jo Wijenberg beschrijft het begrip loyaliteit op de volgende manier: Het fundamentele uitgangspunt van loyaliteit blijft het gegeven dat loyaliteit ontstaat door de geboorte van kinderen en dat dit proces generaties lang doorgaat zolang er nakomelingen zijn (Wijenberg, 2004, blz. 51). Bij de laatste definities draait het om de onlosmakelijke loyaliteit tussen ouder en kind, deze loyaliteit word door Nagy ook wel zijns-loyaliteit genoemd. Deze loyaliteit kan niet bestempeld worden als goed of slecht, maar de loyaliteit tussen ouders en kinderen is ook niet te ontkennen. Een belangrijk kenmerk van zijns-loyaliteit is de onontkoombaarheid ervan: De wortels van deze zijns-loyaliteit gaan tot de oorsprong van existentiële, asymmetrische ouder-kind banden. Wat inhoudt dat ieder kind door de geboorte in een niet te ontkennen, onomkeerbare verhouding met zijn ouders is gekomen (Van den Eerenbeemt, Van Heusden, 1998, blz. 29). Zoals eerder genoemd is voor mijn scriptie-onderzoek de definitie van belang die slaat op de relatie tussen ouder en kind. Wanneer er in het onderzoek gesproken wordt over loyaliteit gaat het over de verticale zijns-loyaliteit zoals die hierboven is beschreven. 17

5. Gespleten loyaliteiten. De verticale loyaliteit kan erg in het geding komen wanneer ouders gaan scheiden. Dit kan een gespleten loyaliteit tot gevolg hebben. 5.1 Omschrijvingen gespleten loyaliteit. Er zijn verschillende definities te vinden over gespleten loyaliteit. In de grote lijn komen de definities met elkaar overeen, het verschil zit in de mate van detail. Een simpele uitleg over gespleten loyaliteit is die van Else-Marie van den Eerenbeemt: Wanneer kinderen moeten kiezen tussen hun ouders betekent de trouw aan de ene ouder ontrouw aan de andere ouder. Het gevolg hiervan is een gespleten loyaliteit. (Van den Eerenbeemt, 2004, blz.130). Ook Jo Wijenbergen gebruikt deze omschrijving: Gespleten loyaliteit houdt in dat kinderen gemanoeuvreerd worden om een keuze te maken tussen vader en moeder. (Wijenbergen, 2004, blz. 49). In het boek Geven en Nemen van Ivan Nagy wordt gespleten loyaliteit op een heel uitgebreide manier gedefinieerd: De moeilijke omstandigheid van gespleten loyaliteit doet zich voor wanneer een kind wordt gedwongen de liefde van de ene ouder te verkiezen ten koste van het verraden van zijn of haar andere ouder. Deze onheilspellende situatie ontstaat wanneer ouders door wederzijds wantrouwen en minachting volkomen uit elkaar zijn gegroeid. Het wantrouwen kan verschillende vormen aannemen, maar hoe subtieler de tekenen ervan, des te moeilijker kan het kind de moeilijke omstandigheden hanteren. Het verkrijgen van een attitude van basaal vertrouwen in de wereld van volwassenen is een fundamentele behoefte van kinderen. Slechts dan kan een kind reële attitudes van basaal wantrouwen weer in evenwicht brengen. Wanneer echter vertrouwen in een ouder onvermijdelijk wantrouwen jegens de ander oproept, sluit het vertrouwen in de een op zichzelf de mogelijkheid van het vertrouwen in de ander uit. (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994, blz. 475) De eerste definities zeggen in het kort wat een gespleten loyaliteit inhoud, maar het is wel wat simpel gesteld. Wanneer in het onderzoek word gesproken van gespleten loyaliteit houd ik de definitie aan van Boszormenyi-Nagy en Krasner aan. 18

5.2 Gevolgen van een gespleten loyaliteit bij jongeren. Het gevolg van een gespleten loyaliteit is dat jongeren beschadigd worden in hun vertrouwen. Jongeren vertrouwen vanuit hun zijns-loyaliteit op beide ouders. Wanneer je in een gespleten loyaliteit terecht komt weet je als jongere niet meer goed wie je kunt vertrouwen. Vanuit de loyaliteit naar de ouders is er vertrouwen in hen beiden, maar het feit dat de jongere het gevoel heeft één van de twee te moeten kiezen geeft een groot gevoel van wantrouwen ten opzichte van beide ouders. Veel jongeren worden in een gespleten loyaliteit bewust of onbewust gedwongen tot het maken van keuzes. Kiezen tussen hun vader en hun moeder is een onmogelijke opdracht. Kiezen is verliezen, dat is de les die jongeren leren uit een gespleten loyaliteit. Met als gevolg dat jongeren het moeilijk vinden om keuzes te maken in het algemeen, ook over simpele dingen. Een beschadigd vertrouwen van de jongeren is de basis voor een destructieve parentificatie. Destructieve parentificatie wordt gekenmerkt door een onopzettelijk, heimelijk patroon of aantal patronen tussen familieleden die een hechte relatie hebben, wat het wederzijds vertrouwen versterkt (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994, blz. 223). Dit kan leiden tot ernstige persoonlijkheidsproblemen en kan zelfs zelfdoding tot gevolg hebben. Hieronder staan een aantal (persoonlijkheids)problemen beschreven waar jongeren tegenaan lopen wanneer zij te maken hebben met een gespleten loyaliteit: - Beperkte emotionele en/of intellectuele ontwikkeling. - Egostoornissen, depressie, leerproblemen, narcisme, psychose. - Zelfdestructieve gedragspatronen. - Zelfdoding, geneigdheid tot ongelukken, zichzelf schade aandoen op sociaal vlak. - Delinquentie, schoolfobie, anorexia, verslaving, crimineel gedrag. - Seksuele ontoereikendheid. - Fysiologische beschadigingen als gevolg van psychosomatisch gedrag. - Het onvermogen om succes te accepteren. (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994, blz. 227) Een suïcidepoging of geslaagde suïcide heeft in de context van de gespleten loyaliteit vaak als reden dat een kind geen mogelijkheid meer ziet om zijn ouders met elkaar te verbinden. Dit kan leiden tot zeer intense spanningen. Geslaagde suïcide is de laatste poging van de jongeren de gespleten loyaliteit in zijn oorsprong op te lossen, door zich letterlijk uit deze moeilijke situatie te verwijderen. 19

6. Hoe te werken aan een gespleten loyaliteit bij jongeren. 6.1 Het begeleiden van een gespleten loyaliteit. Wanneer er binnen de begeleidingspraktijk jongeren zich voordoen die worstelen met een gespleten loyaliteit zijn er verschillende manieren om hiermee aan het werk te gaan. Hierbij richt ik mij niet op het individu maar op de problematiek, gespleten loyaliteit. In de literatuur zijn verschillende manieren beschreven om met de jongere te werken aan gespleten loyaliteit: meerzijdige partijdigheid, erkenning, hulpbronnen en toestaan van het rouwproces. Nagy beschrijft de meeste van deze manieren om te leren om gaan met een gespleten loyaliteit. Literatuurstudie geeft aan dat de manier van Nagy de oorsprong is van behandeling van gespleten loyaliteit binnen de hulpverlening. 6.1.1 Meerzijdige partijdigheid. Meerzijdige partijdigheid houdt in dat de hulpverlener achtereenvolgens en beurtelings achter de belangen van alle betrokken gaat staan. De hulpverlener begint met de belangen van de jongeren en maakt daarna verbinding met de ouders (Wijenberg, 2004, blz. 50). Anders gezegd: als hulpverlener kies je geen partij, noch voor de een, noch voor de ander. Het uitgangspunt is dat de hulpverlener een houding aanneemt waardoor het kind niet in die gespleten loyaliteit terecht komt. Door meerzijdig partijdig te blijven straalt de hulpverlener respect uit naar alle partijen en blijft neutraal als partij. Door deze houding maak je ruimte om een gesprek te voeren en kunnen alle betrokkenen, of alleen de jongere, hun woordje doen zonder daarvoor veroordeeld te worden. Vanuit deze positie maak je de gespleten loyaliteit bespreekbaar en ga je de dialoog aan. Een dialoog betekent hier een gesprek waarbij er wederzijds respect is voor elkaar en elkaars belangen (Van den Eerenbeemt, Van Heusden, 1998). 6.1.2 Erkenning. Ook dit begrip vindt zijn grondslag in de contextuele therapie. Erkenning betekent dat je de jongere in zijn existentiële context aanvaardt wordt, ofwel het bestaan van de jongere wordt bevestigt (Van Mulligen, Gieles en Nieuwenbroek, 2001). Het mooiste is wanneer de ouders deze erkenning en bevestiging aan de jongere kunnen tonen. Ieder kind verlangt naar de erkenning van zijn ouders over zijn bestaansrecht. Wanneer het kind op een spontane, krachtige en oprechte manier 20

wordt erkend door de ouder, noem je dat een verticale erkenning. Het is belangrijk om de ouders bij dit proces te betrekken, omdat zij deze vaardigheid ook moeten leren. Mocht de jongere deze erkenning (nog) niet krijgen van zijn ouders dan kan de hulpverlener deze erkenning ook zelf geven aan de jongere. De erkenning van de hulpverlener voor de jongere noemen we horizontale erkenning. Het geven van erkenning geeft de ruimte aan de jongere om positief te gaan handelen. Er zijn twee manieren waarop je iemand kan erkennen: - Je kan iemand erkennen voor zijn verdienste. - Het erkennen van het onrecht dat iemand is aangedaan. Beide gaan over de balans tussen geven en ontvangen. Wanneer onrecht en verdienste erkend worden heeft dat twee belangrijke gevolgen voor de jongere: zelfwaardering en zelfafbakening. Zelfwaardering krijgen ze doordat de erkenning hen het gevoel geeft dat ze ertoe doen voor de ander, en dat de loyaliteitsrelatie die je met elkaar hebt voor de ander betekenisvol is. Dit helpt hen zichzelf serieus te nemen. Zelfafbakening is het besef dat je terecht en met succes voor je eigen belangen kunt opkomen en zonder daarmee de belangen van een ander te negeren (Van Mulligen, Gieles en Nieuwenbroek, 2001). 6.1.3 Hulpbronnen. Wanneer jongeren problemen hebben met gespleten loyaliteit na de echtscheiding kunnen ze hulp inroepen van een professional. Deze hulpverlener gaat met de jongere aan het werk om te kijken hoe ze samen aan dit probleem kunnen werken. Naast het werken aan het probleem is het van belang dat de hulpverlener ook gaat kijken naar wat het gezin en zijn omgeving zèlf aankunnen. In het sociale netwerk van de jongere zitten altijd wel mensen, familie, vrienden die als hulpbron kunnen fungeren. Door je samen met de jongere te richten op de hulpbronnen, help je de jongere om zelf zijn hulpbronnen te gaan aanspreken op het moment dat hij daar behoefte aan heeft. Als de jongere geen erkenning van zijn ouders krijgt kan hij dat het beste via zijn hulpbronnen vinden, zonder dat hij dat hoeft te vragen van de hulpverlener. Het uitbreiden en bewust maken van de hulpbronnen van de jongere maakt het afsluiten van hulpverleningstraject gemakkelijker, omdat de jongere zijn hulpbronnen om zich heen heeft die de jongeren kunnen steunen en erkennen (Wijenberg, 2004). 21

6.1.4 Toestaan van een rouwproces. Zoals in hoofdstuk 2 is beschreven is een rouwproces voor jongeren erg belangrijk. Dit geeft hen de mogelijkheid om hun emoties te kunnen en mogen uiten. Wanneer ouders niet open zijn over de scheiding of niet eerlijk over wat er is gebeurd, ontnemen ze kinderen de gelegenheid tot rouwen. Doordat hun emoties niet worden erkend of hen zelfs worden ontnomen komen zij ook niet toe aan hun rouwproces. Door je eigen schuld in de situatie niet te erkennen veroorzaak je als ouder een moeilijke situatie voor het kind, waarbij het vertrouwen erg wordt geschaad. Door de jongere de ruimte te geven om te mogen rouwen kan het hem helpen de scheiding te aanvaarden in zijn leven. 6.2 Suggesties van jongeren zelf uit eerder onderzoek. In eerder onderzoek en gesprekken met kinderen/jongeren is ook onderzocht hoe zij zelf denken dat sommige situaties anders of beter hadden kunnen worden opgelost. Hieronder zijn verschillende suggesties van kinderen en jongeren uitgewerkt. 6.2.1 Contact met beide ouders Uit de interviews die Femke van der Gun en Lavinia de Jong met kinderen hebben gevoerd geeft bijna de helft van hun onderzoekseenheid aan dat ze het belangrijk vinden dat kinderen contact houden met beide ouders. De kinderen die dit aangaven hadden ook allemaal nog contact met beide ouders en moesten er niet aan denken dat het niet zo was. Over het verbieden van contact door de ene ouders met de andere ouder zeggen een aantal kinderen dat zij vinden dat ouders hen dat niet mogen verbieden. Het is van belang dat ouders hun kinderen de mogelijkheid bieden contact te hebben met hun beiden ouders (Van der Gun, De Jong, 2006;Hermanns, 1985). 6.2.2 Voorkom ouderlijke conflicten Wanneer ouders met elkaar in conflict raken hebben kinderen het gevoel tussen beide ouders in te staan. Kinderen ondervinden last van de conflicten en spanningen tussen de ouders. Zowel kinderen bij wie geen sprake was van conflicten, als kinderen waarbij dit wel het geval was, benadrukken in het interview hoe moeilijk het is wanneer ouders geen normale relatie met elkaar hebben (Van der Gun, De Jong, 2006). 22

6.2.3 Communicatie over de echtscheiding. In het onderzoek van Femke van der Gun en Lavinia de Jong zijn kinderen niet ontevreden over de communicatie tussen de ouders en de kinderen over de echtscheiding. Wel wordt er door veel kinderen benadrukt hoe belangrijk het is dat ouders met hun kinderen over de echtscheiding praten. Hierbij gaat het dan voornamelijk over het informeren over de echtscheiding, maar ook over luisteren naar de mening van de kinderen en wat zij moeilijk vinden aan de echtscheiding. Daarnaast geven kinderen in dit onderzoek ook nog duidelijk aan dat het niet alleen belangrijk is om in gesprek te gaan met je ouders, maar ook met derden; lotgenoten, vriendinnen, buren enzovoort (Put, 2004). 6.2.4 Elkaar in hun waarde kunnen laten. Wanneer ouders uit elkaar zijn dan komt het regelmatig voor dat zij kritiek krijgen op elkaar. Jongeren hebben het gevoel dat ze de ouder die bekritiseerd wordt moeten verdedigen. Dit kan heel verwarrend werken omdat zij over het algemeen denken: jullie hebben toch van elkaar gehouden?. Voor jongeren is het zwart maken van een ouder zeer pijnlijk. Zij vinden dit een lastige situatie om mee om te gaan; ze geven aan ouders het advies om elkaar in hun waarde laten (Hermanns, 1985). Jo Hermanns geeft aan in de conclusie van zijn onderzoek dat zich vele tegenstrijdigheden voordoen. Een deel van de tegenstrijdigheden zit in jongere zelf. Jongeren willen enerzijds goed geïnformeerd worden en goed worden voorbereid op de echtscheiding. Anderzijds willen ze zo min mogelijk weten over de situatie, om geen partij te hoeven kiezen. Hiermee proberen ze de schuldvraag te vermijden (Hermanns, 1985). 23

7. Conclusie literatuuronderzoek. 7.1 Samenvatting. Het aantal echtscheidingen is in de jaren 70 en 80 enorm gestegen. In de afgelopen jaren is dit vrij stabiel gebleven. Niettemin worden jaarlijks veel kinderen geconfronteerd met de echtscheiding van hun ouders. De echtscheiding wordt gevolgd door een roerige periode, waarin er veel geregeld moet worden. De veranderingen voor kinderen zijn na een echtscheiding groot. Jongeren worden in dit onderzoek gedefinieerd als personen tussen 12 en 18 jaar. De fase waarin jongeren zich bevinden wordt ook wel de puberteit genoemd. Dit is een turbulente periode, waarin er zowel fysiek als psychisch veel met de jongeren gebeurt. Uit literatuur blijkt dat jongeren weerbaarder zijn tegen een situatie van echtscheiding dan kinderen jonger dan 12 jaar. Dit komt omdat jongeren beter weerstand kunnen bieden tegen de spanningen in huis en zich meer richten op hun eigen toekomst en ambities. Toch zijn er ook bij jongeren gevolgen te zien van een echtscheiding. Wanneer ouders uit elkaar gaan kunnen er veel emoties opspelen. Daarom is een rouwproces na een echtscheiding een logisch fase. Het is van belang dat er ruimte is voor het rouwproces van de jongere om deze moeilijke gebeurtenis een plekje te kunnen geven. Na een echtscheiding kan de relatie tussen ouders en hun kinderen veranderen en ook schadelijke vormen aannemen. Twee van die vormen worden benoemd in het bovenstaande: gespleten loyaliteit en parentificatie. Nagy heeft de contextuele therapie ontwikkeld, waarin loyaliteit een belangrijke rol speelt. In de contextuele therapie zijn vier dimensies te onderscheiden: feiten, psychologie, transactie en relationele ethiek. Voor de definitie van loyaliteit wordt verwezen naar de zijns-loyaliteit die Nagy heeft geformuleerd, wat de onlosmakelijke loyaliteit tussen ouders en hun kinderen inhoudt. De zijns-loyaliteit komt terug in de vierde dimensie. Wanneer kinderen een keuze moeten maken tussen beide ouders spreek je van een gespleten loyaliteit. De gevolgen van een gespleten loyaliteit kunnen in het uiterste geval leiden tot zelfdoding. In minder extreme gevallen heeft het wantrouwen, angst om te kiezen en een destructieve parentificatie tot gevolg. Gespleten loyaliteit kan door een hulpverlener, volgens onder anderen Nagy, op verschillende manieren worden aangepakt. Allereerst is het van groot belang dat de hulpverlener zich meerzijdig partijdig opstelt. Ten tweede is het de taak van de hulpverlener om de ouders te helpen de jongere te erkennen in zijn bestaan. Ook de 24

hulpverlener heeft als functie om de jongeren te erkennen, ondanks het feit dat de erkenning van de ouders zwaarder weegt. Het uitbreiden van de hulpbronnen en toestaan van een rouwproces zijn de laatste mogelijkheden die vanuit de literatuur worden benoemd. Wanneer er sprake is van een gespleten loyaliteit is het van belang dat de hulpverlener kijkt naar de mogelijke samenwerking met de ouders. Contact met beide ouders, het voorkomen van ouderlijke conflicten, communicatie over de echtscheiding en elkaar in waarde laten zijn suggesties uit eerder onderzoek van kinderen om niet in een gespleten loyaliteit terecht te komen. 7.2 Beantwoorden onderzoeksvraag. De onderzoeksvraag was: Wat hebben jongeren van gescheiden ouders nodig om loyaal te kunnen blijven naar beide ouders? Deze vraag kan vanuit twee kanten beantwoord worden, enerzijds vanuit de hulpverlener, anderzijds uit eerder onderzoek. De suggesties voor de hulpverleners zijn grotendeels afkomstig uit de theorie van Nagy. Als hulpverlener kun je verschillende dingen doen om jongeren en mogelijk ouders te begeleiden bij een gespleten loyaliteit. Zo is de meerzijdig partijdigheid van belang om de jongere tijdens de hulpverlening niet in een gespleten loyaliteit te brengen. Erkenning van de jongere door de ouders is van groot belang. Mochten de ouders dit niet kunnen dan kan de hulpverlener dit in eerste instantie zelf doen. Inschakelen van hulpbronnen kan na de hulpverlening het vangnet van de jongere gaan bieden. Hier wordt tijdens de hulpverlening steeds meer naartoe gewerkt. De hulpverlener kan de ouders ook het belang van het rouwproces laten inzien, zodat de jongere de ruimte krijgt om te rouwen. Uit eerder onderzoek gaven kinderen zelf aan dat contact met beide ouders, het voorkomen van ouderlijke conflicten, de communicatie over de echtscheiding en elkaar in de waarde laten volgens hen manieren zijn die ouders kunnen hanteren om een gespleten loyaliteit bij hun kind te voorkomen. Op de deelvraag wat loyaliteit zo belangrijk maakt voor jongeren na de echtscheiding van hun ouders, is het volgende antwoord vanuit de literatuur te geven: De zijnsloyaliteit zoals Nagy die heeft beschreven geeft de onlosmakelijke band tussen ouders en kinderen weer. Dit geeft ook aan waarom het thema zo belangrijk is: het is een verticale loyaliteit en er valt niet aan te ontkomen. 25

Wanneer er een scheiding tussen de ouders plaatsvindt wordt deze loyaliteit een belangrijk thema, omdat het niet meer vanzelfsprekend is dat de jongere naar beiden loyaal kan zijn. De deelvraag naar het belang voor de jongere van het mogen rouwen om het verlies van het gezin na een echtscheiding van de ouders, kan worden beantwoord vanuit de literatuur. Wanneer een jongere de ruimte krijgt om te mogen rouwen kan deze (traumatische) gebeurtenis aanvaard worden. Je kunt stellen dat het rouwproces een fase is waar de jongere doorheen moet om tot acceptatie te komen en zo weer zijn leven op te pakken. Wanneer deze ruimte niet geboden wordt door de ouders of de jongere zelf, blijft deze met veel opgekropte gevoelens zitten. 7.3 kritische kijk op het literatuuronderzoek. Onderzoek en literatuur over jongeren en echtscheiding is erg schaars, wat mijn literatuurstudie er niet gemakkelijker op maakte. Een aantal gangbare onderzoeken zijn bovendien gedateerd. Wat het onderzoek naar deze doelgroep moeilijk maakt en wat in de literatuur ook wel regelmatig word aangegeven, is dat de verschijnselen van de puberteit en de gevolgen van echtscheiding soms moeilijk te onderscheiden zijn. Hierdoor zijn de gevolgen van een echtscheiding voor jongeren moeilijk te isoleren en dus te onderzoeken. Waar ik het in de literatuur niet mee eens ben is dat het voor jongeren gemakkelijker is dan voor jongere kinderen, omdat eerstgenoemde meer weerstand zouden kunnen bieden. Ik denk dat er duidelijke verschillen zijn hoe een echtscheiding ervaren wordt tussen kleine kinderen of jongeren. Van jongeren wordt ook verwacht dat zij meer hun eigen leven hebben en zich richten op de toekomst, terwijl dit in mijn optiek niet altijd het geval is en jongeren erg belemmerd kunnen worden door deze turbulente periode. Met de theorie van Nagy ben ik het over het algemeen eens. Zijn visie op loyaliteit geeft duidelijk de onlosmakelijke verbintenis tussen ouder en kind weer en tegelijkertijd geeft het de complexiteit van de gespleten loyaliteit aan. Met de contextuele therapie heeft Nagy een methode ontwikkeld wat het mogelijk maakt om met deze complexe gezinsproblematiek te werken. Vanuit de optiek van Nagy is de loyaliteit tussen ouder en kind onlosmakelijk. Hierbij zou ik vraagtekens willen zetten. Vanuit ethisch oogpunt zou het meest rechtvaardig zijn als deze loyaliteit niet verbroken zou kunnen worden. In de realiteit is deze ethiek echter niet altijd haalbaar. Er zijn een tal van voorbeelden te noemen van ouders en 26

kinderen die geen contact meer hebben en zelf zeggen dit prima te vinden. Vanuit deze optiek zou je kritisch kunnen zijn over de haalbaarheid van zijns-loyaliteit zoals Nagy hem heeft gesteld. Vanuit de literatuur wordt er ook over Nagy gesproken en naar hem verwezen. Het is jammer dat er niet verschillende visies zijn. De literatuur blijft over het algemeen beperkt tot de visie van Nagy; dit maakt de bespreking van het onderwerp soms ook wat eenzijdig. 27

Deel 2 Methodiek 28

8. Procedure/ context van het onderzoek. De populatie is bepaald door de hoeveelheid jongeren binnen de praktijk van Cocky Roks-Maris, Orthopedagogisch Samenwerkings Verband en bij Support: de huiswerkbegeleiding waar Cocky werkzaam is. De populatie bestaat uit 30 jongeren uit de praktijk van Cocky Roks-Maris en Support samen. Allereerst heb ik telefonisch contact gehad met alle gescheiden ouders die kinderen hadden bij Support of in de praktijk, om hen toestemming te vragen om hun zoon of dochter te benaderen. Hierbij heb ik de toestemming van beide ouders gehanteerd, om conflict tussen beiden te voorkomen. Daarna heb ik de jongeren van wie de ouders akkoord gingen in een persoonlijke brief gevraagd mee te werken aan mijn onderzoek. Hierbij heb ik volledige anonimiteit gegarandeerd. De jongeren mochten zelf aangeven of zij wilde deelnemen. Voor het onderzoek is er geen gebruik gemaakt van een steekproef. De onderzoeksgroep heeft bestaan uit zes jongeren, die bereid waren deel te nemen. De reden voor de kleine onderzoeksgroep is dat het onderwerp gevoelig kan liggen bij de jongeren, waardoor zij liever niet willen deelnemen. Daarnaast vond ik de toestemming van ouders van groot belang, maar ook deze toestemming werd niet altijd door beide ouders verleend (Verhoeven, 2007). De data van de respondenten werden verzameld door het afnemen van interviews, waarin gespleten loyaliteit centraal stond evenals de manier waarop jongeren hiermee om gaan. Het onderzoek heeft plaats gevonden in week 17, 2009, toen ik interviews heb afgenomen in de praktijk van Cocky en bij Support. Het is een kwalitatief onderzoek, waarbij ik gebruik heb gemaakt van een halfgestructureerd interview. Hiervoor heb ik een topiclijst gebruikt. Ik heb voor deze onderzoeksvorm gekozen omdat de problematiek die ik onderzoek complex is. Het is van belang dat ik meer diepgaande informatie krijg over de ervaringen van jongeren met de echtscheiding van hun ouders. Kwalitatief onderzoek heeft juist als doel om deze diepgaande informatie te achterhalen. Een nadeel van deze vorm van onderzoek is de beperkte generaliseerbaarheid. Dit alles 29