Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Ongelijke onderwijskansen in Nederland: is het onderwijsstelsel de schuldige? Jaap Dronkers www.roa.unimaas.nl/cv/dronkers/nw_dronkers.htm
Proloog in de jaren 70 Zou de ongelijkheid in onderwijskansen nu kleiner zijn als de onderwijssocioloog van Kemenade in de jaren 70 de middenschool had kunnen realiseren? Doen de Scandinavische landen (gidslanden van jaren 70) het dankzij hun late selectie beter dan Nederland?
3 subvragen 1. Doet het Nederlandse voortgezet onderwijs het internationaal slecht wat betreft SES ongelijkheid? 2. Verkleinen middenschoolstelsels de SES ongelijkheid in het onderwijs? 3. Geldt dat ook voor de minder selecterende onderwijs typen in Nederland (middenschool; brede brugklassen)?
Nederland en Vlaanderen als uitzonderingen in Europa? Binnen EU behoort Nederland, samen met Finland en Vlaanderen, tot de hoogste scorende landen en heeft een gemiddeld SES-effect voor autochtone leerlingen. Maar: Eén Duitse deelstaat (niet Beieren) is ook een uitzondering. Beter presterende Nederlandse leerlingen scoren lager in vergelijking met beter presterende leerlingen uit andere OECD landen (vooral op basisschool, maar ook in VO) en het verschil groeit. Toegevoegde waarde Nederlands onderwijs daalt sinds 2000 met 1 punt per jaar (Duitsland stijging 2 p.j.) bronnen: CPB policy brief 2011/5; OECD, 2010; Prokic-Breuer & Dronkers, 2012.
Waarom hebben Nederland en Vlaanderen hoge scores en gemiddelde ongelijke kansen binnen Europa? Nederland heeft groot en gedifferentieerd beroepsonderwijs, waardoor vitaler en minder afvoerputje. Vlaanderen: cascade-model = hoog instromen in het voortgezet onderwijs en dan afstromen. Nederland: determinatie-model. Vlaamse scholen als middel in de taalstrijd en vorming nationale identiteit. Bron: Prokic-Breuer & Dronkers, 2012.
2 nieuwe ontwikkelingen in onderzoek onderwijsstelsels 1. Effecten van onderwijsstelsels analyseren zonder of met schoolkenmerken? OECD versus wetenschappers? Economen versus sociologen? Hanushek & Wößmann versus Dronkers, van der Velden & Dunne
2. Stelselkenmerken hebben tegengestelde effecten voor verschillende funckes van onderwijs (NWO- project NWO Program 2011-2015 Educational systems and four central function of education (Amsterdam/Maastricht)
Veel differentiatie & vroege selectie Geen differentiatie & late selectie Sterke SES-effecten Huidige consensus zwakke(re) SES-effecten Geen SESschoolcompositie Dus geen scholen! Alleen Systeemkenmerken Geen SES-schoolcompositie
Veel differentiatie &vroege selectie Geen differentiatie & late selectie Zwakke SES effecten Sterke SES-effecten Sterke schooleffecten SES-schoolcompositie+ zwakke schooleffecten SES-schoolcompositie+ bron: Dronkers, van der Velden & Dunne, 2012 Stelsel & schoolkenmerken
Verandering in uitkomsten met schoolkenmerken Uitkomsten veranderen als schoolkenmerken betrokken worden in de analyse: Prestaties op scholen met lage SES hoger in middenschool stelsel; Prestaties op scholen met hoge SES hoger in gedifferentieerd stelsel; Binnen scholen in gedifferentieerd stelsel: kleine SES-effecten, want selectie heeft al plaats gevonden. Binnen scholen in middenschool stelsel: grote SES-effecten, want selectie heeft nog niet plaats gevonden.
GedifferenKeerde onderwijsstelsels (tracking) en centrale examens zonder scholen Conclusie: middenschoolstelsels zonder centrale examens kleinste SES-effect, gedifferentieerde stelsels zonder examens grootste SES-effect (bron: Bol, Witschge, van de Werfhorst & Dronkers, 2013)
GedifferenKeerde onderwijsstelsels (tracking) en centrale examens met scholen Betere conclusie: in middenschoolstelsels zijn grotere SESeffecten, maar SES-effecten zijn kleiner als in gedifferentieerde onderwijsstelsels centrale examens bestaan (bron: Bol, Witschge, van de Werfhorst & Dronkers, 2013).
Geen voor iedereen goed of slecht onderwijsstelsel Middenschool stelsel verhoogt score van lage SES leerlingen, omdat zij een grotere kans hebben op scholen met betere SES-schoolcompositie. Maar middenschool stelsel verstopt individuele SESeffect binnen scholen: onzichtbaar zonder schoolkenmerken. Gedifferentieerd stelsel verhoogt score van hoge SES leerlingen, omdat zij een grotere kans hebben op een hoog onderwijs type en dus op scholen met betere SESschoolcompositie. Maar gedifferentieerd stelsel maakt individuele SES-effect tussen onderwijstypen zichtbaar, ook zonder schoolkenmerken.
Gelden deze uitkomsten ook binnen het Nederlands onderwijs? Drie nieuwe analyses met schoolloopbaan-data: 1. Wat is belangrijker voor selectie in voortgezet onderwijs: SES of vroege prestaties? 2. Wat is belangrijker voor prestaties in het voortgezet onderwijs: vroege prestaties, SESschoolcompositie, prestatie-schoolcompositie of onderwijs typen? 3. Heeft SES nog alleen maar invloed op prestaties binnen niet-selectieve onderwijs typen?
Wat is belangrijker voor selecke in onderwijs typen: SES of vroege prestakes? In alle onderwijs types zijn vroege schoolprestaties belangrijker dan SES, maar SES effect op vroege prestaties is hoog (.35). Bron: eigen berekening vocl 1989
Vroege prestakes, SES- of prestake- schoolcomposike of onderwijs typen goede voorspellers? Vroege schoolprestaties zijn beste voorspeller van latere prestaties, ongeacht controles. SES-compositie niet significant, na controle voor prestaties & SES. Prestatie-compositie niet significant na controle voor onderwijs type. Bovenstaande in strijd met de consensus dat veel differentiatie in voortgezet onderwijs met SES samenhangt. Bron: eigen berekening vocl 1989
HeeU SES nog alleen maar invloed op prestakes binnen niet- seleckeve onderwijs typen? Alleen SES-effecten binnen school typen met onvoltooide selectie. Sterke effecten van vroege schoolprestaties binnen alle schooltypen, maar het sterkst in school typen met onvoltooide selectie. Bovenstaande in strijd met consensus dat weinig differentiatie in voortgezet onderwijs minder ongelijkheid geeft. Bron: eigen berekening vocl 1989
Conclusies over onderwijsstelsels Onderwijsstelsels beïnvloeden onderwijsuitkomsten, maar niet voor iedereen op dezelfde wijze. Schoolkenmerken zijn belangrijker dan stelselkenmerken. Stelselkenmerken gaan via schoolkenmerken. Effecten van onderwijsstelsels zijn mede afhankelijk van andere aspecten: centrale examinering, selectie op prestaties ipv SES, doorlaatbaarheid. Effect van SES op vroege schoolprestaties is nog steeds substantieel en lijkt toe te nemen; de donkere zijde van meritocratie. Effectief in standgehouden sociale ongelijkheid in en door het onderwijs: onderwijs als maatschappelijk strijdperk.
Terugblik op de jaren 70 Als de middenschool in jaren 70 was ingevoerd, zou ongelijkheid niet kleiner zijn dan met Mammoetwet van jaren 90 die veel mogelijkheden voor stapelen & doorstroom (hoge doorlaatbaarheid door brede scholen-gemeenschappen) kende. Alle politici van toen hadden een beetje gelijk: Lage SES kinderen presteren beter in gedifferentieerd stelsel, als zij toegelaten worden tot hoger school type (CPN-er Marcus Bakker). Lage SES kinderen zijn beter af in middenschool stelsel, want zij hebben minder kans tot gelaten te worden tot hoger onderwijstype en doen het gemiddeld beter (PvdA-er van Kemenade). Middenschool stelsel leidt tot socialistische eenheidsworst (VVDster van Someren-Downer), want leerlingen in scholen met hoge SES scoren lager in middenschool stelsel.
Conclusies over de (onderwijs)sociologie Instituties zijn beïnvloedbaar, maar niet maakbaar. In (onderwijs)sociologie bestaan regelmatigheden (met name het Mattheuseffect), maar ook niet veel meer dan dat. Sociologie en astronomie hebben gemeen dat zij bijna volledig afhankelijk zijn van goede (veld)observaties en slimme theorieën, want serieuze experimenten zijn onmogelijk.
Literatuur - Bol, T., J. Witschge, H.G. van de Werfhorst & J. Dronkers. 2013. Curricular Tracking and Central Examinations: Counterbalancing the Impact of Social Background on Student Achievement in 36 Countries. AMCIS Working Paper 2013/1, UvA. - CPB Policy Brief 2011/5. - Dronkers, J., R. van der Velde & A. Dunne. 2012. Waarom autochtone leerlingen het beter doen in bepaalde onderwijssystemen of in bepaalde scholen. pp 284-310 in Cultuursociologie buiten de lijnen, Ignace Glorieux, Jessy Siongers & Wendy Smits (red.) Tielt: Lannoo - NWO Program 2011-2015. Educational systems and four central functions of education. Universiteit van Amsterdam/ Universiteit Maastricht - Prokic-Breuer, T. & J. Dronkers. 2012. The high performance of Dutch and Flemish 15-year-old native pupils: Explaining country differences in math scores between highly stratified educational systems Educational Research and Evaluation 18: 749-777 - OECD. 2010. PISA 2009 Results: Learning trends, Volume V. Parijs: OECD.
Appendices
Verschillen in taalvaardigheid scores van 15 jaar oude leerlingen in EU lid- staten Bron: PISA 2009, eigen berekening. Alleen autochtone leerlingen. OECD gemiddelde= 500; OECD stand. dev. leerlingen = 100
Appendix: Verschillen in sociaal- economische ongelijkheid (ESCS) in onderwijsprestakes tussen EU lid- staten Bron: PISA 2009, eigen berekening. Alleen autochtone leerlingen. Taalvaardigheid afhankelijke variabele. Gradient = ESCS parameter, in OLS regressies, afzonderlijk voor elk EU lid-staat.
Nederlandse Basisschool leerlingen internakonaal Bron: CPB Policy Brief 2011/5.
Bron: CPB Policy Brief 2011/5
Een hoge toegevoegde waarde voor Nederland en Vlaanderen? Bron: Prokic-Breuer & Dronkers, 2012
Gemiddelde sociale achtergrond ouders per curriculum niveau Bron: Prokic-Breuer & Dronkers, 2012