Let s celebrate hockey!

Vergelijkbare documenten
LES 3. GROEP: 3 t/m 8 HOCKEY.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

Nederlands dameselftal hockey

Voor de Jongste Jeugd van Hockeyclub Hisalis. Maart 2006 Anniek de Jong

4,8. Werkstuk door een scholier 1650 woorden 8 februari keer beoordeeld

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent:

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen

15 min. Stick Skills - Dominante hand hoog (3/4 de van de stick) - Andere hand helemaal bij het uiteinde van de stick

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

Hockey begeleiding Jongste Jeugd

Hockey spelregels. in een notendop

- Zijn er veel manieren om te scoren bij hockey? En wanneer is een doelpunt geldig?

Groep 3/4 - De leerlingen houden de hockeystick op de juiste manier vast. - De leerlingen kennen de regels wat betreft de veiligheid van hockey.

LES 3. GROEP 3 t/m 8 HANDBAL. DOELSTELLINGEN:

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL DOELSTELLINGEN:

Spelregels zestal hockey

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL. DOELSTELLINGEN:

Hockeyspelregels. in een notendop

Spelregels : Zestal Hockey Versie oktober 2011 Bron: KNHB / District Zuid JJ

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal DOELSTELLINGEN:

Spelregels zestal hockey

LES 42. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, springen, doelspelen

LES 39 GROEP: 3 t/m 8 Springen, Hardlopen, Doelspelen DOELSTELLINGEN:

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

(Spel)regels 3-tallen seizoen

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL.

Warming-up: Jagerbal. Partij: 6 : 6 op 2 grote doelen + keepers

Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal.

Club: vv Sweel. Tijd: 60 min. Aantal spelers: 8. Organisatie (tekening en accenten):

WELKOMSTBOEKJE JONGSTE JEUGD

Spelregels : Drietal Hockey Versie oktober 2011 Bron: KNHB / District Zuid JJ

Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2. Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Thema Aantal 24. Les. Beginopstelling veld

(Spel)regels 6-tallen seizoen

STARTVORM MET 2,3 OF 4 TIKKERS

Briefing spelbegeleiders Jongste Jeugd

- De leerling kan een medeleerling veilig heen en weer laten zwaaien.

Spelregels : Achttal Hockey Versie oktober 2011 Bron: KNHB / District Zuid JJ

We gaan er vanuit dat de B en C junioren een uur training krijgen en op grootveld met keeper spelen. Je training ziet er dan zo uit:

Standaard jaarplanning E pupillen en D jeugd (8-11 jaar)

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL

2. Basketbal 2: lummelen Nodig: 2 basketballen 3 (5 banken) 2 lintjes voor de lummels

Arbitrage : van 8-tal hockey naar 11-tal hockey Versie november 2010 Bron: KNHB / B.Bams

21 e Schoolhockey toernooi Donderdag 26 oktober Groep 5 t/m 8

Spelregels 3-tal, 6-tal en 8-talhockey bij de mini's

Basketbal. Bronvermelding. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik basketbal altijd al een leuk sport vond. Daarom leek het

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen.

Spelregels. Het begin- en eindsignaal van de wedstrijden wordt centraal aangegeven.

Oefenvormen - Het Oversteekspel

Les 1 Panna/Freestyle

Spelregels achttal hockey. Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen. Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Sporttoernooi. KoningsspelenPakket

STARTVORM MET 2,3 OF 4 TIKKERS

LES 37. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, springen, mikken. DOELSTELLINGEN:

Leskaarten muurkaatsen

Spelregels achttal hockey. Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen

oefening Dit doe je steeds 3 minuten, dan wisselen de spelers elkaar af.

Spelregels drietal hockey

Schoolpleinpret. Jongeren Op Gezond Gewicht. actief en betrokken

Reglement - Hockey

LES 26. GROEP: 3 t/m 8 Sportspelen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN:

(Spel)regels 3-tallen seizoen

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje

Leskaart les 5, ronde 3

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan

Spelregels Jongste Jeugd. Rijswijksche Hockey Club Seizoen

Koninklijke Belgische Hockey Bond vzw Association Royale Belge de Hockey asbl 6-TAL HOCKEY JONGENS: SPEL- EN GEDRAGSREGELS

Hockey, niet zo maar een sport "van zestalhockey naar achttalhockey''

Een spelbegeleider moet de spelregels handhaven, maar belangrijker is zorgen dat de kinderen plezier hebben.

Augustus DSC Kerkdriel De Leidraad Kanjers. Jeugdopleidingsplan DSC Kerkdriel

Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen

speelrichting speelrichting.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

TOUCH RUGBY WAT IS TOUCH RUGBY

Bouncebal. Voorbereiding voor hockeyvormen

Spelbegeleiding Jongste Jeugd. Vrijdag 18 november 2011

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

Zaalhockey jeugd-coaches

(Spel)regels 8-tallen seizoen

MINI-HOCKEY F-jeugd (3 tegen 3)

S.V. Kampong G/LG-Hockey Marije de Meij juli Samenvatting pilot aangepast Funkey

LES 15. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Stoeispelen, Tikspelen.

Spelregels elftallen. Korte uitleg van de belangrijkste regels voor spelers, coaches, trainers en ouders

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen

SPELREGELBOEKJE ZAALHOCKEY

(nodig: een basketbal, een basketbalring, een stopwatch)

Trainingsprogramma 2 e jaars F-pupillen

STARTVORM MET 2,3 OF 4 TIKKERS

Trainingsprogramma 1 e jaars F-pupillen

1 SPELREGELS 3-TALLEN 5m 5m 5m 2m 2m 2m speelrichting speelrichting 2m 2m 2m 5m 5m 5m 5m.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal, de basis.

Training vrijdag Circuittraining EWC F-pupillen

Spelregels. Het spelen van levend ganzenbord

Transcriptie:

Let s celebrate hockey! We gaan hockeyen in aanloop naar de Rabobank Hockey World Cup 2014! Info, spelregels en oefeningen om op school aan de slag te gaan

2

Inhoud Inleiding 4 Over de SWKGroep en de Rabobank Hockey World Cup 2014 6 Geschiedenis en hockeybegrippen 7 Basisregels hockey 9 Oefeningen warming-up 10 Hockey-oefeningen 13 Wedstrijdoefeningen 18 3

Hockeyen in aanloop naar het WK Hockey Spannend en spectaculair. Dat belooft het WK Hockey (Rabobank Hockey World Cup) van 31 mei tot en met 15 juni 2014 in Den Haag te worden. De SWKGroep en de KNHB bieden leerlingen van groep 5, 6, 7 en 8 de kans om bij dit unieke topsport evenement aanwezig te zijn. De basisschoolleerlingen krijgen een uitdagend programma aangeboden. Om extra sport en bewegen te stimuleren en de kinderen voor te bereiden op hun bezoek aan het WK Hockey heeft de SWKgroep voor de basisscholen en de organisaties die onderdeel zijn van de SWKGroep dit hockey spelregelboekje ontwikkeld. Met informatie, leuke weetjes, spelregels en hockey-oefeningen waarmee je op school aan de slag kunt. Met dit boekje leren de kinderen op een makkelijke manier de basisregels van hockey en kan de leerkracht leuke, uitdagende hockey-oefeningen aanbieden. Zo worden de kinderen op een leuke en sportieve manier voorbereid op hun bezoek aan het WK Hockey. SWKGroep stimuleert sport en bewegen Sport en bewegen is leuk voor kinderen. Maar ook heel belangrijk voor hun ontwikkeling. Bewegen prikkelt de hersenen en het helpt zintuigen verder te ontwikkelen. Door te sporten en bewegen krijgt een kind meer zelfvertrouwen en discipline. Een kind kan beter ontspannen en het concentratievermogen neemt toe. Sport, bewegen en gezonde voeding: de SWKGroep vindt dit als toonaangevende onderneming in kinderopvang en buurtwerk van groot belang. Daarom investeert zij in projecten op dit gebied. Er is een samenwerkingsverband met de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB) voor het WK Hockey (de Rabobank Hockey World Cup 2014). De SWKGroep wenst u en de kinderen heel veel hockeyplezier! 4

5

Over de SWKGroep en de Rabobank Hockey World Cup 2014 Over de SWKGroep Stichting SWKGroep is een toonaangevende onderneming in kinderopvang en buurtwerk in Nederland. In onze visie kan het beter in kinderopvang, onderwijs, zorg en welzijn. Voor kinderen, hun ouders, bewoners in de wijk en voor de branches. Vanuit deze visie ontwikkelen wij eigentijdse concepten. En we brengen deze in de praktijk. Alle organisaties binnen de SWKGroep hebben een maatschappelijke doelstelling. Eigen bedrijfsnaam en unieke bedrijfskenmerken blijven bestaan. Wij investeren in eigen kracht. Door het delen van elkaars kennis, ervaring en netwerk. Onze werkwijze is innovatief, kostenefficiënt, sociaal én gericht op kwaliteit en samenwerking. www.swkgroep.nl De volgende organisaties zijn onderdeel van de SWKGroep: Zoetermeer Randstad Over de Rabobank Hockey World Cup 2014 Den Haag, 31 mei tot en met 15 juni 2014. Let s celebrate hockey! Het WK Hockey brengt de beste hockeyers en hockeysters van de wereld in Nederland. Een topsportspektakel dat je niet mag missen! Veroveren de Oranje-vrouwen na Olympisch goud ook de wereldtitel? En pakken de Oranje-mannen WK-goud in eigen huis, net als in 1998? Er zijn maar liefst 76 wedstrijden en verschillende muziek- cultuur- en sport evenementen rondom de stadions. Nederland is als gastland al zeker van plaatsing. Tijdens het WK Hockey vormt het Kyocera Stadion, thuisbasis van ADO Den Haag, het hart van alle activiteiten. Dit moderne stadion, in gebruik genomen in 2007, heeft plaats voor 15.000 toeschouwers. Zij zitten door de unieke indeling overdekt en dicht bij het veld. www.rabobankhockeyworldcup2014.nl 6

Geschiedenis en hockeybegrippen Hockey is een oude sport. Al meer dan 5000 jaar geleden speelden rijke Perzen een soort hockey: polo. De spelers zaten op een paard en speelden met een lange stick. Omdat dit een dure sport was, gingen de minder rijken op zoek naar een manier om deze sport ook te spelen. Men ontwikkelde korte hockeysticks zodat het spel op de grond gespeeld kon worden. In 1891 werd de hockeysport geïntroduceerd in Nederland. Er werden steeds meer hockeyclubs opgericht en er werd een landelijke competitie gestart. Inmiddels zijn er 320 hockeyclubs en 231.025 hockeyers in Nederland. De hockeywedstrijd Hockey is een stick- en balspel dat op kunstgras wordt gespeeld. In een wedstrijd staan twee teams van elk elf spelers tegenover elkaar (de jongste jeugdteams bestaan uit minder spelers). Alle spelers hebben een stick, waarmee zij de bal slaan, pushen, flatsen of stoppen. Het doel van het spel is om zoveel mogelijk doelpunten te scoren. Een doelpunt is gescoord als de bal helemaal over de doellijn is gegaan. Een wedstrijd duurt 70 minuten: twee keer 35 minuten met daartussen een kwartier rust. De jongste jeugdteams (tot ongeveer 10 jaar) spelen twee keer 25 minuten. Wat voor kleding draag je? Als je een hockeywedstrijd speelt, draag je scheenbeschermers, hockeyschoenen, sportkleding en een bitje (om je tanden te beschermen). De keeper is extra kwetsbaar door de schoten op het doel met de harde bal. De keeper draagt daarom extra bescherming: speciale been- en voetbeschermers, een keepersbroek, een tok, een lichaamsbeschermer, een helm met halsbescheming en handschoenen. Dat kan je nog aanvullen met elleboog-, bovenarm- en schouderbescherming. 7

Hockeybegrippen Stick een hockeystick is een stok die aan de onderkant uitloopt in een krul (kromme haak). De krul heeft een bolle kant (aan de rechterkant) en een platte kant (aan de linkerkant). De bal mag alleen met de platte kant worden gespeeld. Hockeysticks zijn er in verschillende lengtes en gewichten en kunnen van hout of van kunststof zijn. Bal een hockeybal is niet heel groot, maar wel behoorlijk zwaar. Pas dus op dat je hem niet tegen je aan krijgt! Dat kan zeer doen én de bal gaat naar de tegenstander. Bitje tijdens het hockeyen moet iedereen een bitje in hebben. Zo zijn je tanden beschermd. Shoot je mag de bal alleen met je stick aanraken. Als de bal op je voeten komt, heet dat shoot, de bal is dan voor de tegenstander. Hoe speel je de bal? Pushen een duwbeweging met de stick tegen de bal. Flatsen de stick gaat met een veegbeweging over de grond tegen de bal aan. Slaan de stick gaat met een zwaaibeweging tegen de bal. Let op: de stick mag niet boven je schouders uitkomen! Dat is gevaarlijk én de bal gaat naar de tegenstander. Wist jij dat hockeyballen vroeger gemaakt werden van paardenhaar of kurk? vroeger werd gehockeyd in een blouse in plaats van een shirt? er in Nederland ruim 800 kunstgrasvelden zijn? de grootste hockeyclub Kampong uit Utrecht 2856 leden heeft? de provincie Noord-Brabant de meeste hockeyclubs heeft? er geen linkshandige hockeysticks bestaan? Maartje Paumen de meeste goals heeft gemaakt voor het Nederlands Elftal Dames, namelijk 139 (augustus 2013)? het Nederlands elftal Heren twee keer achter elkaar Olympisch kampioen is geweest? In 1996 en 2000. het Nederlands elftal Dames ook twee keer achter elkaar Olympisch kampioen is geworden én dit nog steeds is? In 2008 en 2012. 8

Basisregels van de hockeysport Bij hockey spelen twee teams tegen elkaar. Ieder team probeert zoveel mogelijk te scoren. Je mag de bal alleen met je stick aanraken. Waar moet je op letten als je een hockeystick gebruikt? Als je een hockeystick vastpakt, heb je je linkerhand bovenaan de stick vast en je rechterhand daaronder. Bij het duwen (pushen) tegen de bal heb je je handen wat verder uit elkaar. Je mag je stick niet gevaarlijk gebruiken of loslaten. Gevaarlijk gebruiken betekent: de stick boven je schouder, doorslaan of zwaaien met je stick. Waar moet je op letten als je tegen een ander team speelt? Je mag de ander niet aanraken of iemand aan de hockeystick of kleding vastpakken. Je mag niet duwen of je lichaam gebruiken om de bal af te pakken. Waar moet je op letten als je de bal speelt? Je mag de bal niet met de achterkant van je stick (bolle kant) spelen. Je mag niet gevaarlijk spelen, je mag de bal niet met je lichaam aanraken en je mag hem niet met opzet omhoog spelen. Bij een overtreding gaat de bal naar de tegenstander. Als je aan het hockeyen bent, is het belangrijk dat je je sportief gedraagt! Wees altijd vriendelijk tegen medespelers, tegenstander en de scheidsrechters. Ga voorzichtig met de spullen om. 9

Oefeningen warming-up Voor je aan de training begint, moeten je spieren warm zijn. Dan heb je minder kans op blessures. Begin hiervoor met één van onderstaande tikspellen. Om vervolgens het balgevoel te ontwikkelen met Annemaria koekoek. Bevrijdingstikkertje Opdracht: laat je niet tikken! Tikkers: wie is de spion? Er zijn drie vakken met in ieder vak één tikker. De kinderen lopen van vak naar vak, laat je hierbij niet tikken. Er is één spion om de getikten te bevrijden. De spion wordt voordat het spel begint in het geheim aangewezen door de leerkracht. Als je getikt bent, ga je met je benen wijd staan, stil als een standbeeld. Je bent weer vrij als de spion je aantikt. Als de tikkers weten wie de spion is, is het spel afgelopen. Aanwijzingen voor de spion Ga onopvallend ( onzichtbaar ) te werk met bevrijden. Als de tikkers weten dat jij de spion bent, is het spel afgelopen. Je kan worden getikt maar je bent nooit af (je mag wel even stil staan om je niet aan de tikker te verraden). voor de tikkers Let op wie er weer vrij komt, dan is de spion in de buurt! Variatie Speel het spel met twee spionnen. Je kunt ook met één vak werken in plaats van met drie vakken. De lopers en tikkers rennen dan door de hele ruimte. = lopers = tikkers = spion 10

Jagerbal Opdracht: ren naar de overkant zonder afgegooid te worden. Er zijn drie vakken met in ieder vak een koppel van twee tikkers met één bal. De lopers moeten naar de overkant rennen zonder afgegooid te worden. Niet afgegooid aan de overkant gekomen? Één punt voor de lopers. Probeer nu weer aan de andere kant te komen zonder afgegooid te worden. Ben je afgegooid? Één punt voor de tikkers. Ga terug naar de kant en probeer opnieuw naar de overkant te lopen zonder afgegooid te worden. Wie haalt de meeste punten? De lopers of de tikkers? Aanwijzingen voor de tikkers Niet met de bal lopen, alleen overspelen en op de lopers gooien. Zonder bal mag je wel lopen. Gooi lopers af door goed samen te werken. voor de lopers Goed de bal en de tikkers in de gaten houden. Variatie Lopers proberen de bal te onderscheppen en in een doel (bijvoorbeeld op een mat) te gooien Als dit lukt één punt voor de lopers. Tikkers en/of lopers mogen drie stappen met de bal zetten. = lopers = tikkers 11

Annemaria koekoek (overlopertje) met bal en stick Voor ontwikkeling van het balgevoel. Opdracht: loop met de bal aan je stick naar de overkant. Eén kind is de roeper en staat aan de ene kant van de ruimte. Alle andere kinderen staan aan de andere kant van de ruimte op de startlijn. De roeper staat met zijn rug naar de anderen gekeerd en roept: Annemaria koekoek!. Bij het woord koekoek draait de roeper zijn hoofd om en kijkt naar de andere kinderen. Tijdens het roepen van Annemaria lopen de andere kinderen zo snel mogelijk met de bal aan hun stick in de richting van de roeper. Wanneer de roeper zich na het uitspreken van koekoek weer omdraait, mag hij niemand zien bewegen. Als de roeper nog iemand ziet bewegen, moet diegene terug naar de startlijn. Annemaria koekoek kan langzaam of juist snel worden gezegd. De kinderen moeten dus zorgen dat ze, voordat de roeper klaar is met roepen, weer stilstaan. Het spel gaat verder totdat een van de kinderen aan de overkant is zonder dat de roeper hem heeft zien bewegen. Dit kind is de nieuwe roeper. = lopers = roeper 12

Hockey oefeningen Bij veel hockeyoefeningen wordt met pionnen gewerkt. Zijn deze niet beschikbaar gebruik dan lege flessen, bekertjes of iets anders. Tip: Als er op school of in het gymlokaal geen hockeysets beschikbaar zijn: via verschillende leveranciers zijn gemakkelijk complete kunststof hockeysets te bestellen. Deze sets zijn zeer schappelijk geprijsd en veilig in het gebruik (er zijn dan geen bitjes of scheenbeschermers nodig). Hoe goed kan jij al scoren? Maak met pionnen een aantal goaltjes naast elkaar met steeds minder tussenruimte (zie de tekening). De eerste goal is ongeveer drie meter breed en de laatste goal nog maar een paar centimeter. Je mag zelf bepalen hoeveel goals je in totaal neerzet. Bepaal met een andere pion de afstand waarvandaan ze op goal mogen slaan (het beginpunt). Advies is het beginpunt op drie tot vijf meter afstand van de goal. Elke keer als de bal in de goal komt, mag een kind door naar het goaltje ernaast. Is de bal mis? Dan begin je weer bij de eerste goal (de breedste goal). Wie lukt het om bij alle goals te scoren? Doel 1 Doel 2 Doel 3 Doel 4 = beginpunt = pion Benodigdheden voor elk kind een stick voor elk kind een bal per goaltje drie pionnen (twee voor de goal, één om de afstand te bepalen) 13

Eén tegen één op goal Zet met pionnen een goal uit van ongeveer drie meter breed. Ga zelf ongeveer acht meter vanaf de goal staan, zodat je tegenover de goal staat. De leerkracht staat nu in het midden (tegenover de goal) met de ballen. Links en rechts van de leerkracht staat een rij met kinderen. Om beurten speelt een kind uit de rechterrij tegen iemand uit de linkerrij. De kinderen kijken recht voor zich uit zodat ze niet weten wanneer zij de bal kunnen verwachten. De leerkracht brengt de bal in het spel door hem recht vooruit te rollen. Dit mag hard zijn of heel zacht (wissel dit af). Vanaf het moment dat de bal rolt, rennen de twee kinderen (één uit de linkerrij en één uit de rechterrij) naar de bal toe en spelen tegen elkaar (wedstrijdje één tegen één). Welk kind scoort als eerste? goal = kind = leerkracht = pion = beginpunt Benodigdheden minimaal twee sticks een aantal ballen een goal (zet twee pionnen neer als er geen goal is) twee pionnen als beginpunt 14

Twee tegen één Zet met pionnen een goal uit van ongeveer drie meter breed. Zet drie meter hier vanaf een vierkant uit van vier bij vier meter. In dit vierkant staat één kind, dit is de verdediger. Twee meter voor het vierkant staan twee rijen met kinderen. De voorste twee in de rij vormen een tweetal. Eén van de twee heeft de bal. Door samen goed over te spelen moeten ze proberen om door het vierkant heen langs de verdediger te komen. Lukt dit? Dan mogen ze ook nog scoren in de goal! goal = kind = verdediger = pion Benodigdheden minimaal drie sticks een aantal ballen een goal (zet twee pionnen neer als er geen goal is) pionnen voor het vierkant en het beginpunt 15

Slalomestafette Zet met pionnen twee dezelfde slaloms uit (een rijtje van pionnen achter elkaar). Verdeel de groep in tweeën. Zij strijden nu tegen elkaar, welke groep heeft als eerste de hele slalom afgelegd? Laat de kinderen om beurten heen en weer gaan (met de bal door de slalom heen). Zijn ze terug, dan mag de volgende uit de rij starten. = kind = pion Benodigdheden minimaal twee sticks (je geeft de stick door aan de volgende uit de rij) twee ballen een groot aantal pionnen 16

Slalomestafette Zet met pionnen een goal uit van ongeveer drie meter breed. Leg drie meter hiervandaan heel veel hoedjes (kleine pionnen) op de grond. Dit zijn de mijnen. De kinderen gaan om beurten met bal en stick richting goal. Ze moeten hiervoor wel eerst door het mijnenveld. Maar pas op! Want de mijnen mogen niet geraakt worden! Zijn ze voorbij de mijnen, dan mogen ze scoren in de goal. Als er een mijn wordt geraakt, ben je af. goal = kind = kleine pion = pion Benodigdheden minimaal één stick een aantal ballen een goal ((zet twee pionnen neer als er geen goal is) een groot aantal hoedjes/kleine pionnen 17

Wedstrijdoefeningen Speel een wedstrijdje om de training op een leuke manier af te sluiten. Door klein te beginnen, leren de kinderen snel hoe ze een wedstrijd moeten spelen. Drie tegen drie Zet een veld uit van ongeveer zes meter bij drie meter en zet aan beide kanten twee pionnen neer als goal. De twee teams van drie spelers gaan beiden aan een kant van het veld staan. Zij verdedigen hun goal en proberen aan de overkant te scoren. Het team dat de meeste doelpunten scoort, wint. goal = kind = pion goal Variant op drie tegen drie Zet een veld uit van ongeveer vier meter bij drie meter en zet aan beide kanten (op de drie meterkant) twee pionnen neer als goal. Je hebt drie teams van drie kinderen. Er staan twee teams van drie kinderen in het veld. Eén team van drie spelers staat buiten het veld te wachten. Op het moment dat een team een doelpunt tegen krijgt, moet het wisselen met het derde team. goal = kind = pion Tip Zorg dat het wisselen snel gaat zodat kinderen niet koud worden. goal 18

Zes tegen zes Als het drie tegen drie spelen goed gaat, speel je zes tegen zes. Zet een veld uit van ongeveer negen meter bij vijf meter en zet aan beide kanten twee pionnen neer als goal. De twee teams van zes spelers gaan beiden aan een kant van het veld staan. Zij verdedigen hun goal en proberen aan de overkant te scoren. Het team dat de meeste doelpunten scoort, wint. goal = kind = pion goal 19

Zoetermeer Randstad 20