FUnilb Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing Bosma Transport en Opslag B.V. Energielaan 8 8447 SB HEERENVEEN Grou, 1 augustus 2018 2018 0 2 AUG, Ons kenmerk Afdeling Behandeld door Uw kenmerk : 2018-FUM0-0027285 : Front- Midoffice : L.G. / +31 566 75 03 00 : Olo-nr. 3580097 Betreft : toezending beschikking Bosma Transport & Opslag B.V., Energielaan 8 Heerenveen Geachte heer, mevrouw, Hierbij zenden wij u een exemplaar van onze beschikking van 1 augustus 2018, kenmerk 2018-FUM00027285, op uw aanvraag om omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het opslaan van maximaal 10 ton klasse 4.1. producten in Limited Quality. Tevens zenden wij u een exemplaar van de aanvraag retour. Voorts zenden wij u een exemplaar van de kennisgeving. Voor informatie over de termijn van terinzagelegging en het indienen van een beroepschrift verwijzen wij u naar de inhoud van de kennisgeving. Namens het college van Gedgiluteerde Staten van de Provincie Fryslán, Lincra-Gerb-ens Administratief juridisch medewerker Bijlage(n) 3 Postbus 3347, 8901 DH Leeuwarden J.W. de Visserwei 10, 9001 ZE Grou 0566 750 300 info@fumo.n1 www.fumo.n1 NL93 RABO 0135 5152 38 BTW nr NL 8526.08.263.8.01 KvK nr 5749 9470
ir Omgevingsdienst Groningen OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan : Bosma Transport & Opslag B.V. voor : het opslaan van maximaal 10 ton klasse 4.1.producten in Limited Quantity activiteiten : milieuneutraal locatie : Energielaan 8, 8447 ST Heerenveen kenmerk bevoegd gezag : OLOnr. 3580097 veranderen kenmerk Omgevingsdienst bevoegd gezag Groningen :Z2018-00004561 :provincie Fryslán
BESLUIT Onderwerp Op 1 april 2018 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Bosma Transport & Opslag B.V.. Het betreft het opslaan van maximaal 10 ton Klasse 4.1 producten in "limited quantity". De aanvraag heeft betrekking op de locatie Energielaan 8 te Heerenveen. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 3580097. Besluit Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslán besluit: 1. vergunning te verlenen voor de volgende activiteit: Milieuneutraal veranderen van de inrichting (artikel 2.1 lid 1 onder e jo. art. 3.10 lid 3 Wabo); 2. dat de volgende stukken deel uitmaken van de vergunning; Aanvraagformulier olonummer 3580097; 3. 3580097_1529432648154_Plattegrond_compartimentering_incl_klasse_4.1.pdf; voor zover de vergunningaanvraag niet in overeenstemming is met de gestelde voorschriften, voorschriften bepalend te laten zijn; 4. de vergunning te verlenen voor onbepaalde tijd. Inwerkingtreding Deze vergunning treedt in werking op de dag na bekendmaking. toezending de Bekendmaking gebeurt door (=verzenddatum). Bezwaar Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden bij Gedeputeerde Staten binnen zes weken na de dag van bekendmaking bezwaar maken door het indienen van een gemotiveerd bezwaarschrift. Als onverwijlde spoed dit vereist, kan ook een verzoek om voorlopige voorziening worden gedaan bij van de Rechtbank Noord -Nederland (Postbus 150, 9700AD Groningen). de voorzieningenrechter Ondertekening Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslán, namens dezen, Directeur Omgevingsdienst Groningen verzending Verzonden op: 2-8-2018 Een exemplaar van dit besluit is verzonden aan: Bosma Transport en Opslag B.V., Energielaan 8, 8447 ST Heerenveen; College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerenveen; Burgemeester van de gemeente Heerenveen, Postbus 15.000, 8440 GA Heerenveen; Bestuur van de Veiligheidsregio Fryslán, Postbus 612, 8901 BK Leeuwarden; Inspectie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag; 2
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag; Inspectie voor de Leefomgeving en Transport, Postbus 16191, 2500 BD te Den Haag. 3
VOORSCHRIFTEN Inhoudsopgave 1. 4 5 VOORSCHRIFTENMILIEU...... 5 1.1 Uitgangspuntendocument
1. VOORSCHRIFTENMILIEU 1.1 Uitgangspuntendocument 1.1.1 Het goedgekeurde Uitgangspuntendocument (UPD) voor de inrichting dient, binnen zes maanden na verlening van deze beschikking, te worden geactualiseerd en ter goedkeuring worden toegezonden aan het bevoegd gezag. 5
INHOUDELIJKEOVERWEGINGEN Inhoudsopgave 1. PROCEDURELEASPECTEN... 7 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 2. 6 Publicatie aanvraag... 7 en... 7 Reguliere procedure beslistermijn 7 Volledigheid... en... 7 Bevoegd gezag vergunningplicht Adviezen... 8 Publicatie besluit... 8 9 Inhoudelijke overwegingen... 2.1 Milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting... 9
1. PROCEDURELEASPECTEN 1.1 Publicatie aanvraag Van de aanvraag is kennis gegeven door publicatie in het Friesch Dagblad en de Leeuwarder Courant. 1.2 Reguliere procedure en beslistermijn De beslissing op de aanvraag is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als bedoeld in paragraaf 3.2 Wabo. Binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag dient op de aanvraag te worden beslist. 1.3 Volledigheid De aanvraag is aan de hand van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) getoetst op volledigheid. De aanvraag bevatte onvoldoende gegevens voor een goede beoordeling van de gevolgen van het project voor de fysieke leefomgeving. Op 8 mei 201 8 is de aanvrager is in de gelegenheid gesteld om de aanvraag aan te vullen. De gevraagde gegevens zijn op 19 juni 2018 ontvangen. Na ontvangst van deze gegevens was de aanvraag volledig. De beslistermijn is opgeschort met de termijn die gebruikt is voor de aanvulling van de gegevens, namelijk met zes weken. 1.4 Bevoegd gezag en vergunningplicht De activiteiten van de inrichting vallen onder de volgende in Bijlage I onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (Bor) genoemde categorie: -4.4: Als categorieën vergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, van dit besluit, worden inrichtingen aangewezen: h. voor de opslag van andere gevaarlijke stoffen in verpakking dan genoemd in categorie 2.7, 3.6 of 4.4, onder g, uitgezonderd: 1. stoffen van de klasse 3, 5.1, 7 en 9 van het ADR; 2. stoffen van de klasse 4.1, verpakkingsgroep II en Ill, en klasse 4.2 en 4.3, verpakkingsgroep I, II en Ill, van het ADR; 3. stoffen van de klasse 6.2 van het ADR; 4. stoffen van de klasse 6.1 van het ADR, verpakkingsgroep ll en Ill; 5. stoffen van de klasse 6.1 van het ADR, verpakkingsgroep I tot 1.000 kg; 6. stoffen van de klasse 8, verpakkingsgroep I zonder aanvullend etiket nummer 6.1 en verpakkingsgroep II en Ill, van het ADR; 7. stoffen van de klasse 8, verpakkingsgroep I met aanvullend etiket nummer 6.1, van het ADR tot 1.000 kg; j. waar: 1. een opslagvoorziening voor verpakte gevaarlijke stoffen, anders dan kunstmeststoffen van meststoffengroep 1 of 2, of CMR-stoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 10.000 kg aanwezig is, of 2. op enig moment in een brandcompartiment tijdelijke opslag plaats vindt van in totaal meer dan 10.000 kg gevaarlijke stoffen in verpakking of CMR-stoffen in verpakking. Aangezien de inrichting een inrichting is waarop het Besluit risico's zware ongevallen 2015 van toepassing is, zijn gedeputeerde staten van Fryslán op grond van artikel 2.4 Wabo in samenhang met artikel 3.3 en bijlage I onderdeel C van het Bor bevoegd om te beslissen op de aanvraag. Wij zijn er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten met betrekking tot de fysieke leefomgeving aan de orde komen. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 7
1.5 Adviezen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.4 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advisering verzonden aan: de gemeente Heerenveen Veiligheidsregio Fryslán Naar aanleiding hiervan hebben wij advies ontvangen van Veiligheidsregio Fryslán, met kenmerk UlT/18010690/BRW/BR/RB. In de inhoudelijke overwegingen is aangegeven hoe wij dit advies bij onze besluitvorming hebben betrokken. 1.6 Publicatie besluit Van dit besluit wordt mededeling gedaan door publicatie in het Friesch Dagblad en de Leeuwarder Courant. 8
2. INHOUDELIJKEOVERWEGINGEN 2.1 Milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting Huidige vergunningsituatie Op 1 februari 2013, kenmerk OV-20110483/225315, hebben wij aan Bosma Transport & Opslag B.V. een revisievergunning ingevolge de Wabo verleend voor een inrichting voor transport en op- en overslag van met name chemicaliën, gelegen aan de Energielaan 8 te Heerenveen. De inrichting is gelegen op het perceel kadastraal bekend als NEKOO, sectie K, nummer 1029. Verder hebben wij voor de inrichting de volgende veranderingsvergunningen verleend: - Veranderingsvergunning d.d. 20 juli 2016, 2016-FUM0-0014478, voor het uitbreiden van de inrichting met een locatie aan de Eurolaan 13 te Heerenveen; - Veranderingsvergunning d.d. 2 februari 2017, 2016-FUM0-0017033, voor het uitbreiden van de inrichting met opslaghal D en het afstoten van de Eurolaan 13 en Innovatielaan 9 te Heerenveen. De voorschriften van de onderliggende (milieu)vergunningen zijn van overeenkomstige toepassing op de aangevraagde verandering, tenzij de aard van de vergunning en/of de aard van de verandering zich daartegen verzet. Tevens gelden de op de inrichting van toepassing zijnde voorschriften uit het Activiteitenbesluit. Toetsingskader In artikel 2.14 lid 5 Wabo wordt bepaald dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, derde lid, Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of van de werkwijze binnen de inrichting: niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning(en) is toegestaan; niet mer-plichtig is; en niet zal leiden tot een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend. Hieronder volgt de toetsing of aan deze voorwaarden is voldaan: Andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu De aangevraagde verandering heeft betrekking op de opslag van maximaal 10 ton ADR klasse 4.1 stoffen in "Limited Quantities". De totale opgeslagen hoeveelheid stoffen in de hal wijzigt niet, de aanwezige opslag van ADR Klasse 3 stoffen wordt verminderd met de aanwezige hoeveelheid ADR klasse 4.1. De opslag van klasse 4.1 stoffen heeft mogelijk gevolgen voor de externe veiligheid. Daarom is hieronder dit aspect nader beschouwd.daarbij is met name gekeken naar de eventuele gevolgen voor de, in de kwantitatieve risico analyse (QRA) beschreven, incidentenscenario's en of de aanwezige blusschuiminstallatie een eventuele beginnende brand kan bestrijden. De Veiligheidsregio schrijft in haar advies het volgende. De aanvraag beschrijft de opslag van max. 10 ton in LQ-verpakkingen in de bestaande opslaghal A. Opslaghal A is een PG515-opslagvoorziening met beschermingsniveau I met een opslagcapaciteit van maximaal 1.100 ton. 9
Beschermingsniveau 1 is gerealiseerd door een brandcompartiment met een WBDBOvan 60 minuten en een automatische Hi-Ex inside blusinstallatie. Door de opslag van 10 ton ADR 4.1 stoffen komt de opslag van 10 ton ADRstoffen in HalA te vervallen. Externeveiligheid Door in Hal A 10 ton aanadr-stoffen te wijzigen in 10 ton ADR 4.1 stoffen wijzigen ons inziens de uitgangspunten van de vigerende QRAniet. E.e.a.staat ook toegelicht in de bifiagen, behorende bij de aanvraag. Blusinstallatie In het inspectierapport blusschuitnsysteem en brandmeldinstallatie nr. RAP-18882-DBM-01-18, d.d. 7 juni 2018 (bijlage van de aanvraag)stelt een type A inspectie-instelling dat de ADR4.1 stoffen (voorverzadigde poetsdoeken) voldoen aan het gestelde in TB61Aom te kunnen worden opgeslagen in de met een schuimblusinstallatie beveiligde opslaghal A (zie rapport, tabel 2.5 opm. 1805.03). Hiermee heeft Bosmainvulling gegeven aan een van onze vragen/ adviezen zoals gesteld in ons voorgaande advies UlT/18010468/BRW/BR/RB, d.d. 25 april 2018. Het UPD((Jitgangspuntendocument) rev. 2.3 is niet aangepast. Wij adviseren om in de vergunning voor deze aanvraag een voorwaarde op te nemen dat het UPDmoet worden geactualiseerd. De opslaghal is voorzien van een brandbeveiligingsinstallatie met beschermingsniveau 1. De gewenste verandering betreft de opslag van stoffen die zijn ingedeeld in "klasse 4.1: brandbare vaste stoffen, zonder bijkomend gevaar". De reeds in de opslaghal aanwezige blusschuiminstallatie is in staat om ook een beginnende brand met deze stoffen adequaat te bestrijden. Dit is ook bevestigd door de inspectie-instelling die de installatie periodiek beoordeeld op de werking. Eenafschrift van het inspectierapport is als bijlage toegevoegd bij de aanvraag. Deze is ter informatie opgenomen en maakt geen deel uit van de beschikking. Doordat de totale hoeveelheid stoffen in opslag niet wijzigt en de aangevraagdeklasse 4.1 stoffen geen andere gevaren geven dan de reeds vergunde stoffen in opslag, is er geen aanleiding om het QRA aan te passen. Gelet op het bovenstaande heeft de aangevraagdewijziging voor wat betreft het aspect Externe Veiligheid geen andere of grotere nadelige gevolgen dan waarvoor reeds vergunning is verleend. Wij hebben in deze beschikking een voorschrift opgenomen, in aanvulling op voorschrift 17.3.1 van de revisievergunning van 1 februari 2013, kenmerk OV-20110483/225315. In voorschrift 17.3.1 is het opstellen van een UPDvereist. Met voorschrift 1.1.1 van deze beschikking is vastgelegd dat het opgestelde UPDmoet worden geactualiseerd. Voor de aspecten lucht, bodem, energie, water en geluid heeft de wijziging geen gevolgen. M.e.r.-plicht De voorgenomen verandering is niet opgenomen in bijlage C of bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage 1999. In de Provinciale Omgevingsverordening zijn geen aanvullende activiteiten opgenomen waarvoor een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. De activiteit is derhalve niet m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig. Andere inrichting 10
Eerder is een vergunning verleend voor een inrichting voor het transport en de op- en overslag van met name chemicaliën. Door de voorgenomen veranderingen zal dit niet veranderen. Conclusie De aangevraagdeopslag van klasse 4.1 stoffen leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Er is een voorschrift aan de vergunning toegevoegd, overeenkomstig het advies van de Veiligheidsregio Fryslán. 11