Doorrekening Kindcentra 2020

Vergelijkbare documenten
Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo

Kengetallen voor kosten overheidstransacties

KINDCENTRA De uitwerking Regiegroep Kindcentra 2020

PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld)

Kansen voor topsector HTSM:

MKBA verlenging kwalificatieplicht

Kindcentra Gijs van Rozendaal, voorzitter regiegroep Kindcentra 2020

Analyse financiering voorstel Taskforce Kinderopvang/ Onderwijs

Uitwerking twee scenario s subsidie peuterspeelzaalwerk uitgevoerd door SKB (Bijlage 1)

Draagvlak onderzoek Parkeerbeleid

Ruimte voor groei in de kinderopvang. Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het

Actualisatie berekening basismobiliteit regio Achterhoek. Rapport

Kinderopvang in Nederland 2011: vraag en aanbod in evenwicht

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Kindcentra 2020 Gijs van Rozendaal, voorzitter regiegroep Kindcentra 2020

Verdieping leges Omgevingsvergunning

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen

In tabel is een berekening gemaakt van de ouderbijdrage van de peuterspeelzaal in de huidige situatie en in de nieuwe situatie bij de kinderopvang.

Politieke partijen over kinderopvang

Early Arts 23 mei 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage 3: Budget impactanalyse

EEN GOEDE START VOOR HET JONGE KIND

Kinderopvang tot 2015: krimp en yuppificatie zet door

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden

Factsheet kinderopvang januari 2013

Beleidscontext VVE + actualiteiten

Parkeeronderzoek Nijmegen rondom Opusgebouw

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kinderopvang in Helmond

Special. Het volledige onderzoek van SEO Economisch Onderzoek vindt u op Het (economisch) belang van kinderopvang

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht

Meet-up: een beter klimaat voor kinderopvang Over de kosten en baten van investeren in kinderen. Janneke Plantenga, Waarborgfonds, 2 november 2017

Harmonisatie: facts, figures en toekomstperspectief

Kenniskring GOAB regio Zuid-West

Cijfers kinderopvang derde kwartaal Tabel 1: Gemiddelde aantallen met kinderopvangtoeslag 12 2 e. 3 e. heel kwartaal kwartaal 2015

Handout Hoe worden wij een integraal kindcentrum?

Inzicht in voorzieningen in Nederland

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

De waarde van Kies nu voor Kinderen

Bijlagen bij raadsvoorstel m.b.t. harmonisatie peuterspeelzaalwerk met kinderopvang

Bijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio West- en Midden-Brabant

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

e kwartaal Kinderdagcentra Buitenschoolse opvang

Over verschillen, overeenkomsten en samenwerking. Schipluiden, 5 oktober 2016

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

Vraag en aanbod van sociaal-agogisch personeel

MKBA Amsterdamse aanpak statushouders November 2017

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

Toekomstverkenning peuterspeelzaalwerk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

Subject: FW: Verzoek doorrekenen scenario's motie van Meenen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland

Convenant Kindcentra

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

Feiten en cijfers over Kinderopvang

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland

Beleidsnotitie Aanbod voor peuters Gemeente Buren

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Friesland

Deelname-effecten van de invoering van het sociaal leenstelsel in de bachelor- en masterfase

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

Kostprijsvergelijking peuteropvang en dagopvang 2017

Winterswijk, 1 januari Beste ouders en verzorgers,

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

Minister Asscher: peuterspeelzaal onder de kinderopvang

KINDCENTRA 2020 HET INITIATIEF

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Voorschoolse voorzieningen

Gemeente Den Haag Kinderen doen mee!

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Berekening kinderopvangtoeslag 2013

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten

Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch

Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars?

Aanbod & Tarieven Kinderdagopvang 2015

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!

Sector Kinderopvang 2015: feiten, cijfers & ontwikkelingen

Update Quick Scan economische effecten gebiedsontwikkeling Kollum Buitenpost

Preview. Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang. Pedagogische doelen. Wat is kwaliteit?

Toegankelijkheid hoger onderwijs en de rol van studiefinanciering

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang 1 ;

concept indicatorenset Monitor Passend Onderwijs en Jeugdhulp

Portefeuillehouder: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie samenleving d.d. 30 oktober 2017 de Raad d.d.

Transcriptie:

Doorrekening Kindcentra 2020 Rapport Opdrachtgever: Regiegroep Kindcentra 2020 Rotterdam, 11 september 2015

Doorrekening Kindcentra 2020 Rapport Opdrachtgever: Regiegroep Kindcentra 2020 Ahmed Hamdi Sjerp van der Ploeg Jenny Verheijen Rotterdam, 11 september 2015

Over Ecorys Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren aan maatschappelijke thema s. Wij bieden wereldwijd onderzoek, advies en projectmanagement en zijn gespecialiseerd in economische, maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkeling. We richten ons met name op complexe markt-, beleids- en managementvraagstukken en bieden opdrachtgevers in de publieke, private en not-forprofitsectoren een uniek perspectief en hoogwaardige oplossingen. We zijn trots op onze 85-jarige bedrijfsgeschiedenis. Onze belangrijkste werkgebieden zijn: economie en concurrentiekracht; regio s, steden en vastgoed; energie en water; transport en mobiliteit; sociaal beleid, bestuur, onderwijs, en gezondheidszorg. Wij hechten grote waarde aan onze onafhankelijkheid, integriteit en samenwerkingspartners. Ecorys-medewerkers zijn betrokken experts met ruime ervaring in de academische wereld en adviespraktijk, die hun kennis en best practices binnen het bedrijf en met internationale samenwerkingspartners delen. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat, de internationale standaard voor milieumanagementsystemen. Onze doelen op het gebied van duurzame bedrijfsvoering zijn vertaald in ons bedrijfsbeleid en in praktische maatregelen gericht op mensen, milieu en opbrengst. Zo gebruiken we 100% groene stroom, kopen we onze CO₂-uitstoot af, stimuleren we het ov-gebruik onder onze medewerkers, en printen we onze documenten op FSCof PEFC-gecertificeerd papier. Door deze acties is onze CO₂-voetafdruk sinds 2007 met ca. 80% afgenomen. ECORYS Nederland B.V. Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Nederland T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E netherlands@ecorys.com K.v.K. nr. 24316726 W www.ecorys.nl 2 NL232-29974

Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding en opdrachtformulering 5 2 Algemene uitgangspunten van het model 6 2.1 Inleiding 6 2.2 Uitgangspunten 6 2.2.1 Uitgangspunten kosten huidig systeem 2014 6 2.2.2 Uitgangspunten kosten huidig systeem in 2020 en 2030 8 2.2.3 Uitgangspunten scenario s 8 3 Uitkomsten doorrekening huidig systeem 11 4 Uitkomsten doorrekening basisscenario s 13 4.1 Inleiding 13 4.2 Overzicht doorgerekende scenario s en uitkomsten 13 4.3 Uitkomsten per scenario 16 4.3.1 Scenario I - Kosteloze toegang publiek deel en ouderbijdrage voor private uren 16 4.3.2 Scenario II - Kosteloze toegang en hoog bereik voor het publieke deel en ouderbijdrage voor private uren 17 4.3.3 Scenario III - Ouderbijdrage voor zowel het publieke deel als voor private uren 18 4.4 Gevoeligheidsanalyses 19 Bijlage I Maatschappelijke effecten 20 Bijlage II Model doorrekening kosten 30 Grafische weergave model 31 Overzicht variabelen 33 3

1 Inleiding 1.1 Aanleiding en opdrachtformulering In het visiedocument Ontwikkel de toekomst licht de regiegroep Kindcentra 2020 haar visie op de toekomst van kindvoorzieningen uitgebreid toe. De regiegroep constateert dat de huidige wet -en regelgeving een aantal knelpunten kent die de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang belemmeren. Om verbetering aan te brengen in deze situatie staat de regiegroep een model voor ogen waarin Kindcentra, geïntegreerde voorzieningen bestaande uit de kinderopvanginstellingen, peuterspeelzalen en scholen voor primair onderwijs, voor een optimale ontwikkeling van 0 tot 12- jarigen zorgen. In Kindcentra wordt gewerkt volgens een gezamenlijke pedagogische en educatieve visie. Kinderen kunnen daarin hun talenten ontwikkelen en deze voorziening zorgt voor doorlopende ontwikkelingslijnen, dagarrangementen en kindnabije zorg. De huidige sectoren kinderopvang, peuterspeelzalen en onderwijs gaan op gelijkwaardige basis op in deze Kindcentra 2020 en vormen één nieuwe organisatie. In de Kindcentra wordt intensief wordt samengewerkt met de sectoren zorg en welzijn. Pedagogische professionals in deze Kindcentra 2020 werken vanuit het belang van de kinderen, met kennis vanuit verschillende disciplines. Dit nieuwe stelsel van kindvoorzieningen laat de keuzevrijheid van ouders in tact. Kinderen krijgen een naast de huidige leerplicht een ontwikkelrecht. De regiegroep heeft een aantal scenario s gedefinieerd en daar ook uitgangspunten bij geformuleerd (o.a. doelgroep, aantal uur per leeftijdsgroep). De opdracht voor deze studie is om die scenario s door te rekenen om daarmee de kosten te ramen. In dit rapport geven we inzicht van de resultaten van de doorrekeningen van de scenario s aangevuld met een aantal gevoeligheidsanalyses. Daarnaast presenteren we in bijlage I een inventarisatie van mogelijke maatschappelijke effecten van een stelsel van Kindcentra. 5

2 Algemene uitgangspunten van het model 2.1 Inleiding Het model om de kosten Kindcentra 2020 door te rekenen is opgebouwd in Excel. In bijlage 1 geven we een toelichting op de variabelen en relaties in het model. In deze paragraaf presenteren we een doorrekening van de kosten in een basisvariant met uitsplitsingen naar kostensoorten en wijze van financiering. Daarin onderscheiden we enerzijds de financiering door ouders en anderzijds de collectieve financiering door de overheid en werkgevers. Ook presenteren we een aantal gevoeligheidsanalyses om te laten zien wat het effect op de kosten is wanneer bepaalde aannamen worden aangepast. We presenteren vooraf de uitgangspunten van het door ons gekozen basismodel. Daarbij onderscheiden we de volgende varianten: Het huidige systeem (zonder Kindcentra en zonder toegangsrecht) in 2014, in 2020 en 2030. Het systeem met Kindcentra en publiek toegangsrecht in 2020 en 2030. 2.2 Uitgangspunten Voor de doorgerekende basisvarianten en scenario s hanteren we een set uitgangspunten over zowel de volume als de prijscomponent van het rekenmodel. We maken berekeningen van de huidige situatie in 2014, berekeningen voor 2020 en 2030 waarbij we conform afspraken met de regiegroep alleen de demografische ontwikkeling meenemen. We geven per soort berekening de gehanteerde uitgangspunten in tabelvorm weer. In alle berekeningen, dus van zowel het huidige systeem, als van de scenario s voor 2020 en 2030 is de gastouderopvang buiten beschouwing gelaten. 2.2.1 Uitgangspunten kosten huidig systeem 2014 Tabel 2-1 Uitgangspunten kosten huidig systeem 2014 Post Waarde Bron Uitgangspunten Algemeen Totaal aantal kinderen in de leeftijd 0-3 Totaal aantal kinderen in de leeftijd 4-11 711.973 1.524.144 CBS Statline, Bevolking per maand op 1 januari (peildatum 1 januari 2014) Uitgangspunten Kinderopvang Aantal kinderen naar dagopvang in de Brancheorganisatie Kinderopvang 260.000 leeftijd 0-3 (oktober 2014), Factsheet Aantal kinderen naar BSO in de leeftijd Kinderopvang 2014 280.000 4-11 440 uur (1 dag per week): 27% CBS Statline, Aantal dagen en uren Aantal uren opvang per jaar 0-3 jarigen 880 uur (2 dagen per week): 42% formele opvang per week 1.320 uur (3 dagen per 6

Post Waarde Bron week): 24% 1.980 uur (>3 dagen per week): 8% Aandeel kosten Kinderopvang voor overheid 27% Kosten voor overheid 753 miljoen Euro Brancheorganisatie Kinderopvang Aandeel kosten Kinderopvang voor (oktober 2014), Factsheet 36% werkgevers Kinderopvang 2014 Aandeel kosten Kinderopvang voor 37% ouders Aandeel personeelskosten van totale 69% kosten Brancheorganisatie Kinderopvang Aandeel locatiekosten van totale kosten 15% (2014), Brancherapport Aandeel overheadkosten van totale 15% kosten Uitgangspunten Peuterspeelzaal Kosten peuterspeelzaal in 2007 Kosten per kindplaats in 2007 408 miljoen Euro 1.731 Euro Regioplan (2007), Regelgeving en financiering kinderopvang en peuterspeelzalen Inflatie periode 2008-2014 13% CBS Statline, Consumentenprijzen; inflatie vanaf 1963 Aantal kindplaatsen 2014 63.353 Buitenhek (2014), Peuterspeelzaalwerk NL: Facts & Figures 2014 Aandeel kosten Peuterspeelzaal voor overheid Aandeel kosten Peuterspeelzaal voor ouders Uitgangspunten basisonderwijs (bao) Totale kosten po in 2012 VVE middelen in kosten bao 74% Regioplan (2007), Regelgeving en financiering kinderopvang en 26% peuterspeelzalen 9.703 miljoen Euro 361 miljoen Euro Aantal kinderen in bao in 2012 1.497.800 Totale inflatie periode 2012-2014 4% Aantal kinderen in bao in 2014 1.457.343 Aandeel kosten bao voor overheid 94% Aandeel kosten bao voor ouders 0% Aandeel kosten bao voor po instellingen 6% Aandeel personeelskosten van totale 81% kosten Aandeel locatiekosten van totale kosten 6% Aandeel overheadkosten van totale 12% kosten OCW (2014), OCW Kerncijfers 2009-2013 CBS Statline, Consumentenprijzen; inflatie vanaf 1963 OCW (2014), Data primair onderwijs OCW (2014), OCW Kerncijfers 2009-2013 OCW (2014), OCW Kerncijfers 2009-2013 Het aantal dagen dat kinderen gemiddeld gebruik maken van BSO is hetzelfde verdeeld als het gebruik van dagopvang bij 0-3 jarigen (dus: 27% 1 dag per week, 42% 2 dagen per week, 24% 3 dagen per week en 8% meer dan 3 dagen per week) 7

De procentuele verdeling van de kosten van peuterspeelzaal over personeelskosten, locatiekosten en overheadkosten is gelijkgesteld aan de verdeling van de kosten van Kinderopvang. 2.2.2 Uitgangspunten kosten huidig systeem in 2020 en 2030 Tabel 2-2 Uitgangspunten kosten huidig systeem in 2020 en 2030 Post Waarde Bron Uitgangspunten Algemeen Totaal aantal kinderen in de leeftijd 0-3 in 2020 735.653 Totaal aantal kinderen in de leeftijd 0-3 766.467 in 2030 CBS Statline, Bevolkingsprognose Totaal aantal kinderen in de leeftijd 4-11 2012-2060 1.463.690 in 2020 Totaal aantal kinderen in de leeftijd 4-11 1.512.750 in 2030 De personeelskosten en overheadkosten van het huidige systeem in 2020 en 2030 zijn berekend op basis van de gemiddelde kosten per kind in 2014 en het aantal kinderen in 2020 en 2030 volgens de CBS ramingen. Verondersteld is dat locatiekosten gelijk blijven. 2.2.3 Uitgangspunten scenario s In de doorgerekende scenario s zijn verschillende standaard uitgangspunten gebruikt. Deze worden weergegeven in de onderstaande tabel. De uitgangspunten per scenario en doorrekeningen worden gepresenteerd in hoofdstuk 3. Tabel 2-3 Algemene uitgangspunten berekening kosten in de scenario s Post Waarde Bron Uitgangspunten personeelskosten Verhouding aantal leid(st)ers / Aantal fte 1,6 FCB (2012), Factsheet Kinderopvang 2012 Aantal kinderen per leid(st)er 0 jaar: 4 1 jaar: 5 2 & 3 jaar: 8 4 t/m 11 jaar: 10 http://1ratio.nl/ Verdeling leid(st)ers naar MBO / HBO 100% MBO 0% HBO Aanname (deze variabele kan worden aangepast in het model) Overheadpercentage op gewerkte uren 17% Aanname MBO: 45.000 Euro Aanname Kosten per fte HBO: 51.300 Euro Aanname De kosten van kinderopvang en peuterspeelzaal werk zijn berekend op basis van een aanname van de verwachte deelname aan kinderopvang door invoering van het publieke toegangsrecht. De kinderen die in het huidige systeem naar kinderopvang gaan, doen dat met publiek toegangsrecht ook. 8

De overheadkosten zijn berekend op basis van de gemiddelde overheadkosten per kind en het verwachte aantal kinderen dat gebruik zal maken van het publiek toegangsrecht. De personeelskosten zijn berekend op de verwachte vraag naar opvang, en het aantal benodigde leid(st)ers. Zie uitgangspunten in tabel 2.3. Verder zijn nog de volgende aandachtspunten in acht te nemen betreffende de doorrekening van de scenario s: Berekening private uren In het model worden de private uren als volgt berekend; 1) Als eerste wordt gekeken hoeveel uren die, in de huidige situatie, als kinderopvang worden afgenomen buiten het publieke toegangsrecht vallen. Dit zijn potentieel de private uren. 2) Vervolgens wordt de kostprijs van kinderopvang per uur voor deze private uren berekend. Op basis van het verschil tussen wat ouders in de huidige situatie (gemiddeld) zelf moeten bekostigen per uur en de uurprijs voor private uren met publiek toegangsrecht wordt een prijselasticiteit van -0,33% toegepast. Dit betekend dat voor ieder % verschil tussen de uurprijzen, de vraag naar private opvang met 0,33% daalt. Op deze daling is een maximum van 50% gezet. VVE middelen De VVE middelen die door het Rijk worden verstrekt (circa 360 miljoen in 2014) zijn niet opgenomen in de kosten. BKR ratio in het basisonderwijs De gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs bedraagt in 2014 23,3 kinderen per klas (Kamerbrief OCW 2 februari 2015). We zijn daarom in de huidige berekeningen uitgegaan van een BKR van 23,3 i.p.v. 25. Met 1,47 miljoen leerlingen zijn daarvoor dus circa 61.000 fte aan leraren voor nodig (als we uitgaan van 1 fte leraar per klas). Er werken in het basisonderwijs circa 78.000 leraren (fte). Bijna 17.000 fte zou dan dus als niet-groepsgebonden ingezet worden in het basisonderwijs. Er werken meer mensen als leraar dan alleen de groepsleerkrachten omdat er extra handen nodig zijn in de vorm van remedial teachers, intern begeleiders, speciale begeleiding voor beter presterende leerlingen, vakleerkrachten voor muziek en gymnastiek enzovoorts. Voor de aanpassing in de groepsgrootte / BKR in scenario II gaan we ervan uit dat verhouding nietgroepsgebonden leraren ten opzichte van het aantal leerlingen gelijk blijft en dus niet wijzigt. De gedachte is namelijk dat interne begeleiding en remedial teaching bij een toename van de groepsgrootte niet afneemt. 9

3 Uitkomsten doorrekening huidig systeem In tabel 2.4 presenteren we doorrekeningen van het huidige systeem in 2014, 2020 en 2030 Tabel 3-1 Doorrekening basisvariant (in miljoenen Euro s) Kostenpost Systeem 2014 2014 volgens 2014 input bronnen modelberekening In 2020 In 2030 Totale kosten Kinderopvang 2.913 2.972 2.903 2.996 Basisonderwijs 9.410 9.410 9.060 9.344 Totale kosten 12.323 12.382 11.963 12.340 Uitsplitsing kosten kinderopvang* Personeelskosten 2.016 2.075 2.008 2.084 Locatiekosten 450 450 450 450 Overheadkosten 447 447 445 462 Financiering ouders 1.064 1.100 1.060 1.094 Financiering collectief 1.849 1.872 1.843 1.902 Kosten 0-3 jarigen 1.820 1.987 1.862 1.928 Kosten 4-11 jarigen 1.094 985 1.040 1.068 Gemiddelde uurprijs ( ) 7,4 6,5 7,3 7,2 Uitsplitsing kosten basisonderwijs Personeelskosten 7.651 7.651 7.347 7.593 Locatiekosten 590 590 590 590 Overheadkosten 1.169 1.169 1.123 1.161 Financiering ouders 0 0 0 0 Financiering collectief 9.410 9.410 9.060 9.344 Kosten totaal systeem naar financierende partijen Financiering ouders 1.064 1.100 1.060 1.094 Financiering collectief 11.259 11.282 10.903 11.246 Financiering ouders 9% 9% 9% 9% Financiering collectief 91% 91% 91% 91% *Inclusief kosten peuterspeelzaal in de berekening voor 2014 volgens input bronnen De demografische ontwikkelingen zullen niet erg veel invloed hebben op de aantallen kinderen in de leeftijdsgroep van 0 tot en met 12 jaar in 2020 en 2030. Dat maakt dat het huidige systeem van 2014 (zonder publiek toegangsrecht en Kindcentra) in 2020 en 2030 dus ook relatief weinig afwijkingen vertoont in totale kosten ten opzichte van de situatie in 2014. Het gaat om afwijkingen van ongeveer 100 miljoen op een kleine 3 miljard. Doorrekening Kindcentra 2020 11

4 Uitkomsten doorrekening basisscenario s 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk biedt inzicht in de uitkomsten van de doorrekening van verschillende scenario s zoals die door de opdrachtgever zijn gedefinieerd. In de eerste paragraaf wordt inzicht gegeven in de inhoud van de scenario s en de parameters waarop zij van elkaar verschillen. Ook wordt een eerste globale inzicht in de uitkomsten gegeven. In paragraaf 2 worden de gedetailleerde uitkomsten per scenario gepresenteerd. Paragraaf 3 geeft tenslotte nog inzicht in de uitgevoerde gevoeligheidsanalyse. Daarin wordt gevarieerd met de waarden van verschillende vaststaande parameters (zoals gepresenteerd in hoofdstuk 2) om zo de invloed van deze parameters op de uitkomsten vast te kunnen stellen. 4.2 Overzicht doorgerekende scenario s en uitkomsten De tabel op de volgende pagina geeft een overzicht van de verschillende doorgerekende scenario s wat betreft de opzet van Kindcentra 2020. Binnen de scenario s is gevarieerd met input op het gebied van: Omvang van het publieke toegangsrecht (aantal uren per jaar); Deelname percentages per leeftijdscategorie; Ouderbijdrage (%) voor de uren in het publieke toegangsrecht; Kind/beroepskracht-ratio in de BSO en het bassionderwijs; Aandeel integrale Kindcentra van totaal aantal instellingen; Efficiency van de leid(st)er bezetting; Efficiency van de kosten van de kinderopvang. 13

Tabel 4-1 Overzicht uitgangspunten per scenario Scenario Publiek toegangsrecht 0-3 4-11 jarigen jarigen Deelname% per leeftijd 2 en 3 0 jaar 1 jaar jaar 4-11 jaar Financiering Overheidsbijdrage private Ouderbijdrage publieke uren uren Kind/beroepskracht ratio Aandeel integrale Kindcentra (KC) Efficiency leidsterbezetting Efficiency kosten kinderopvang Scenario I Kosteloze toegang publiek deel en ouderbijdrage voor private uren 880 uur 500 uur 35% 55% 85% 30% 0% 60% BSO: 10 basisonderwijs: 23,3 0% 90% 0% Scenario II Kosteloze toegang en hoog bereik voor het publieke deel en ouderbijdrage voor 880 uur 500 uur 50% 85% 85% 85% 0% 60% BSO: 15 basisonderwijs : 23,3 80% 95% 10% private uren Scenario III Ouderbijdrage voor BSO: 10 zowel het publieke 880 uur 500 uur 30% 50% 85% 30% 15% 60% basisonderwijs : 25% 90% 10% deel als voor private 23,3 uren

In de onderstaande tabel zijn de hoofduitkomsten per scenario weergegeven. Uitgebreidere uitkomsten per scenario zijn te vinden in de volgende paragraaf. Tabel 4-2 Kosten totaal systeem en kinderopvang in 2020 (miljoenen Euro s) Scenario Huidig systeem Doorrekening kosten huidig systeem in 2020 Kosten Kosten Kosten totaal Kosten basisonderwijs kinderopvang kinderopvang systeem (incl. psz) 0-3 4-11 11.963 9.060 1.862 1.040 Scenario I Kosteloze toegang publiek deel en ouderbijdrage voor private uren Scenario II Kosteloze toegang publiek deel in combinatie met hoog bereik en ouderbijdrage voor private uren Scenario III Ouderbijdrage voor zowel het publieke deel als voor private uren 13.419 9.060 2.859 1.500 14.727 9.060 2.580 3.087 11.963 9.060 2.747 1.493 15

4.3 Uitkomsten per scenario 4.3.1 Scenario I - Kosteloze toegang publiek deel en ouderbijdrage voor private uren Tabel 4-3 Totale kosten van het systeem (kinderopvang & basisonderwijs) in scenario I (miljoenen Euro s) Verschil scenario met Huidig systeem (2014) Scenario huidig systeem 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Totale kosten Kinderopvang* 2.903 2.996 4.359 4.519 1.456 1.523 Basisonderwijs 9.060 9.344 9.060 9.344 0 0 Totale kosten 11.963 12.340 13.419 13.863 1.456 1.523 Totale kosten per financierende partij Financiering ouders 1.060 1.094 182 189-878 -905 Financiering collectief 10.903 11.246 13.237 13.674 2.334 2.428 Financiering ouders 9% 9% 1% 1% -8% -8% Financiering collectief 91% 91% 99% 99% 8% 8% * Inclusief kosten peuterspeelzaal in de berekeningen volgens huidig systeem (2014) Tabel 4-4 Deelname aan de kinderopvang in scenario I in totale (miljoenen) uren Huidig systeem (2014) Scenario Verschil scenario met huidig systeem 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Aantal uren (publiek + privaat) Dagopvang (0-3) 256 266 469 489 213 223 BSO (4-11) 143 148 246 254 103 106 Tabel 4-5 Kosten kinderopvang in scenario I (miljoenen Euro s) Huidig systeem Verschil scenario met Scenario (2014) huidig systeem 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Uitsplitsing kosten kinderopvang* Personeelskosten 2.008 2.084 3.228 3.361 1.456 1.523 Locatiekosten 450 450 450 450 0 0 Overige kosten 445 462 681 708 1.456 1.523 Totale kosten per financierende partij* Financiering ouders 1.060 1.094 182 189-878 -905 Financiering collectief 1.843 1.902 4.177 4.330 2.334 2.428 Kosten per leeftijdscategorie Dagopvang (0-3) 1.862 1.928 2.859 2.975 997 1.047 BSO (4-11) 1.040 1.068 1.500 1.544 459 476 Gemiddelde uurprijs (publiek en privaat)** Uurprijs ( ) 7,3 7,2 6,1 6,1-1,2-1,2 * Inclusief kosten peuterspeelzaal in de berekeningen volgens huidig systeem (2014)**De gemiddelde uurprijs is berekend op basis van de totale kosten en het totale aantal afgenomen uren (publiek + privaat)

4.3.2 Scenario II - Kosteloze toegang en hoog bereik voor het publieke deel en ouderbijdrage voor private uren Tabel 4-6 Totale kosten van het systeem (kinderopvang & basisonderwijs) in scenario II (miljoenen Euro s) Huidig systeem (2014) Scenario Verschil scenario met huidig systeem 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Totale kosten Kinderopvang 2.903 2.996 5.667 5.872 2.764 2.876 Basisonderwijs 9.060 9.344 9.060 9.344 0 0 Totale kosten 11.963 12.340 14.727 15.216 2.764 2.876 Totale kosten per financierende partij Financiering ouders 1.060 1.094 142 148-918 -946 Financiering collectief 10.903 11.246 14.585 15.069 3.682 3.822 Financiering ouders 9% 9% 1% 1% -8% -8% Financiering collectief 91% 91% 99% 99% 8% 8% * Inclusief kosten peuterspeelzaal in de berekeningen volgens huidig systeem (2014) Tabel 4-7 Deelname aan de kinderopvang in scenario II in totale (miljoenen) uren Huidig systeem (2014) Scenario Verschil scenario met huidig systeem 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Aantal uren (publiek + privaat) Dagopvang (0-3) 256 266 542 565 286 299 BSO (4-11) 143 148 648 670 505 522 Tabel 4-8 Kosten kinderopvang in scenario II (miljoenen Euro s) Huidig systeem (2014) Scenario Verschil scenario met huidig systeem 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Uitsplitsing kosten kinderopvang* Personeelskosten 2.008 2.084 4.023 4.183 2.015 2.099 Locatiekosten 450 450 414 414-36 -36 Overige kosten 445 462 1.230 1.275 785 813 Totale kosten per financierende partij* Financiering ouders 1.060 1.094 142 148-918 -946 Financiering collectief 1.843 1.902 5.525 5.725 3.682 3.822 Kosten per leeftijdscategorie Dagopvang (0-3) 1.862 1.928 2.580 2.687 718 759 BSO (4-11) 1.040 1.068 3.087 3.186 2.047 2.117 Gemiddelde uurprijs (publiek en privaat)** Uurprijs ( ) 7,3 7,2 4,8 4,8-2,5-2,5 * Inclusief kosten peuterspeelzaal in de berekeningen volgens huidig systeem (2014) **De gemiddelde uurprijs is berekend op basis van de totale kosten en het totale aantal afgenomen uren (publiek + privaat) 17

4.3.3 Scenario III - Ouderbijdrage voor zowel het publieke deel als voor private uren Tabel 4-9 Totale kosten van het systeem (kinderopvang & basisonderwijs) in scenario III (miljoenen Euro s) Huidig systeem (2014) Scenario Verschil scenario met huidig systeem 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Totale kosten Kinderopvang 2.903 2.996 4.240 4.396 1.337 1.400 Basisonderwijs 9.060 9.344 9.060 9.344 0 0 Totale kosten 11.963 12.340 13.300 13.740 1.337 1.400 Totale kosten per financierende partij Financiering ouders 1.060 1.094 749 777-311 -317 Financiering collectief 10.903 11.246 12.551 12.963 1.648 1.717 Financiering ouders 9% 9% 6% 6% -3% -3% Financiering collectief 91% 91% 94% 94% 3% 3% * Inclusief kosten peuterspeelzaal in de berekeningen volgens huidig systeem (2014) Tabel 4-10 Deelname aan de kinderopvang in scenario III in totale (miljoenen) uren Huidig systeem (2014) Scenario Verschil scenario met huidig systeem 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Aantal uren (publiek + privaat) Dagopvang (0-3) 256 266 452 472 197 206 BSO (4-11) 143 148 246 254 103 106 Tabel 4-11 Kosten kinderopvang in scenario III (miljoenen Euro s) Huidig systeem (2014) Scenario Verschil scenario met huidig systeem 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Uitsplitsing kosten kinderopvang* Personeelskosten 2.008 2.084 3.144 3.274 1.136 1.190 Locatiekosten 450 450 439 439-11 -11 Overige kosten 445 462 658 683 212 221 Totale kosten per financierende partij* Financiering ouders 1.060 1.094 749 777-311 -317 Financiering collectief 1.843 1.902 3.491 3.619 1.648 1.717 Kosten per leeftijdscategorie Dagopvang (0-3) 1.862 1.928 2.747 2.859 885 931 BSO (4-11) 1.040 1.068 1.493 1.537 452 469 Gemiddelde uurprijs (publiek en privaat)** Uurprijs ( ) 7,3 7,2 6,1 6,1-1,2-1,2 * Inclusief kosten peuterspeelzaal in de berekeningen volgens huidig systeem (2014) **De gemiddelde uurprijs is berekend op basis van de totale kosten en het totale aantal afgenomen uren (publiek + privaat)

4.4 Gevoeligheidsanalyses We hebben een aantal gevoeligheidsanalyses uitgevoerd om inzage te geven in de invloed van individuele, vaststaande, parameters op de uitkomsten van het model. Er is in de gevoeligheidsanalyse gevarieerd met de volgende parameters: 1. Daling overheadpercentage op gewerkte uren van 17% in basisdoorrekeningen naar 10% in de gevoeligheidsanalyse. We rekenen een variant door met een verlaagd overheadpercentage omdat we verwachten dat het overheadpercentage kan dalen naarmate het aantal opvanguren toeneemt. 2. In de basisdoorrekeningen van de scenario s is gerekend met 100% inzet van MBO ers in de kinderopvang en geen inzet van HBO ers. In de gevoeligheidsanalyse wordt gekeken naar de kosten van het systeem wanneer uitgegaan wordt van 80% MBO ers en 20% HBO ers. Om de invloed van input parameters (zie tabel 4.1) te bepalen, is een doorrekening met het model gemaakt worden waarin één bepaalde parameter is veranderd. De resultaten van de uitgevoerde gevoeligheidsanalyse worden gepresenteerd in de navolgende tabel. Tabel 4-12 Resultaten gevoeligheidsanalyses (berekend uitgaande van Scenario I) in miljoenen Euro s Doorrekening Scenario I Analyse 1 Analyse 2 (in 2020) Kosten opvang 4.359 4.113 4.447 Kosten basisonderwijs 9.060 9.060 9.060 Totale kosten systeem 13.419 13.173 13.507 Een verlaging van het overheadpercentage (analyse 1) van 17 naar 10 procent leidt dus tot en besparing van ongeveer 5,5 procent op de totale kosten van de opvang. Verder leidt het in de kinderopvang vervangen van 20 procent van de op MBO-niveau betaalde krachten door op HBO niveau betaalde krachten tot een totale kostenverhoging van ongeveer 2%. 19

Bijlage I Maatschappelijke effecten De invoering van Kindcentra 2020 brengt zoals blijkt extra kosten met zich mee. Naast de kosten is in het kader van deze opdracht ook gekeken naar de mogelijke opbrengsten of besparingen. In deze bijlage presenteren we een inventarisatie van de maatschappelijke effecten die van de invoering van Kindcentra 2020 verwacht kunnen worden. Deze effecten leiden mogelijk tot besparingen of inverdieneffecten. Het resultaat van de uitgevoerde inventarisatie en analyse is een kwalitatief overzicht van mogelijke effecten die leiden tot lagere kosten of hogere opbrengsten en de verdeling hiervan over verschillende partijen in de samenleving. De inventarisatie en analyse is uitgevoerd door deskresearch, interviews en een interactieve bijeenkomst (EffectenArena) met betrokkenen uit het veld (vanuit de kinderopvang, primair onderwijs, wetenschap, overheid en zorgsector). De kern van de visie Kindcentra 2020 is dat het vanuit het belang van een optimale ontwikkeling van kinderen nodig is om te werken vanuit integrale voorzieningen. In het plan voor Kindcentra 2020 staan twee onderdelen centraal: 1. het wettelijk mogelijk maken (maar niet verplicht stellen) van deze Kindcentra 2020: een nieuwe innovatieve pedagogische voorziening voor kinderen van 0-12 jaar aangeboden door één organisatie; 2. het realiseren van een toegangsrecht van een aantal uren per week voor alle kinderen bij alle pedagogische voorzieningen (bij een Kindcentra 2020 of bij een los van een school opererende dagopvang of buitenschoolse opvang). We bespreken hier de verschillende deeleffecten en de manier waarop deze tot veranderingen in financiële stromen kunnen leiden. Het gaat dan om mogelijke besparingen, opbrengsten of extra kosten. De omvang van de mogelijke effecten zijn niet berekend. In deze paragraaf geven we wel kwalitatief een eerste indicatie van de mogelijke omvang van de effecten. Per mogelijk effect kijken we daarbij naar twee aspecten: 1. Omvang van de groep waar een effect zich voordoet; 2. De impact van het effect op die groep. Per effect zijn de twee aspecten beoordeeld op een driepuntschaal: +++ grote groep / impact ++ gemiddelde groep / impact + kleine groep / impact Zo is bijvoorbeeld de inschatting dat de vermindering van het aantal vroegtijdig schoolverlaters relatief klein zal zijn. Het financiële effect (besparing) per vroegtijdig schoolverlater is echter relatief groot. Het totale effect, gebaseerd op de omvang van de groep en de impact per geval, zal daarmee gemiddeld zijn. Deze kwalitatieve analyse geeft op een snelle manier een eerst beeld van de mogelijke omvang van de inverdieneffecten. Uiteraard ontstaat hiermee slechts een grove inschatting en is deze niet hard empirisch onderbouwd. Voor de fase waarin dit traject zich nu bevindt biedt deze analyse echter wel relevant inzicht.

Effecten Betreffende groep Omvang Impact ten opzichte van de huidige situatie Groter bereik Kinderen 1 Versterking van taal + sociaal-emotionele ontwikkeling Sociaal achtergestelde Beperkte groep, bestaan Bij die groep kinderen die van kinderen met een achterstand kinderen of kinderen met al opvangmogelijkheden voorheen nog niet bereikt een taalachterstand voor. werden, maar met het + toegangsrecht wel is de impact groot +++ 2 Betere vaardigheden & verbeterde schoolprestaties Alle kinderen die nu niet Kleine groep, groot deel Bij die groep kinderen die 3 Hogere startkwalificaties (of minder dan 2 dagen) kinderen heeft wel al 2 eerst nog niet naar de 4 Betere kansen op de arbeidsmarkt naar de opvang gaan dagen opvang (KO of opvang ging verwachten gastouder) we een positief effect + ++ 5 Minder VSV en zittenblijvers daardoor ook minder Kinderen die eerder niet Kleine groep, VSV kan Tegengaan van VSV overlast en criminaliteit (zie ook doorwerking bij punt 14) naar de opvang gingen en afnemen, zittenblijvers is levert zeker voordelen op nu wel van alle tijd en afhankelijk (zie ook punt 14) van kwaliteit onderwijs +++ + Ouders 6 Dagverlenging van opvang kinderen (KO & PO) Werkende ouders kunnen Zal voor veel ouders Grote impact, want ouders langer werken opgaan kunnen extra uren werken +++ +++ 7 Ouders hebben meer tijd voor zelfontplooiing / participatie op de arbeidsmarkt Ouders die voorheen thuis bleven omdat opvang te duur was In potentie groot bereik vanwege het feit dat alle ouders in ieder geval gebruik (kunnen) maken van 2 dagen opvang +++ Bij die groep ouders waar de kinderen eerst nog niet naar de opvang gingen is de impact groot +++ Potentieel verdieneffect ++ + ++ +++ +++ 21

Effecten Betreffende groep Omvang Impact ten opzichte van de huidige situatie 8 Impuls tot verkrijgen mogelijkheid van inkomen Ouders die nu een Kleine groep, het betreft In potentie is de impact 9 Meer stabiliteit in huishouden uitkering genieten en ouders die nu een groot omdat een inkomen geen kans zagen te gaan uitkering krijgen en niet of leidt tot meer stabiliteit in werken en/of nu meer nauwelijks werken. Deze het huishouden, mindere kansen zien/krijgen tot groep krijgt nu meer afhankelijkheid van werken mogelijkheden. andere ondersteunende ++ organisaties en grotere socialere interactie/participatie +++ 10 Financieel effect door 880 uur gratis kinderopvang en Ouders die nu gebruik Betreft alle ouders die nu Betreft omvang van de 500 BSO. maken van BSOfaciliteiten ook al gebruik maken van huidige kosten die ouders en daarvoor kinderopvang en BSO en maken voor kinderopvang betalen. Bedrijven die nu daarvoor moeten betalen. (eerste 880 uur) en BSO een bijdrage aan +++ (500 uur) +++ kinderopvang betalen. Potentieel verdieneffect ++(+) +++ Maatschappij 11 Groter arbeidsaanbod op de arbeidsmarkt Werkgevers Betreft die ouders die nu niet werken omdat kinderopvang te duur is en straks wel gaan werken. Deze (beperkt in omvang) groep komt voor maximaal 2 dagen beschikbaar op de arbeidsmarkt. ++ 12 Uitkering kan stopgezet Rijksoverheid / Betreft waarschijnlijk een uitkeringsinstanties relatief kleine groep die nu een uitkering geniet en Zal per sector afhankelijk zijn. Daar waar sprake is van tekorten zal dit extra arbeidsaanbod omarmd worden. Voor andere sectoren zal er sprake zijn van verdringing op de arbeidsmarkt. ++ Stopzetten van uitkeringen kan grote besparingen opleveren ++ ++

Effecten Betreffende groep Omvang Impact ten opzichte van de huidige situatie straks, vanwege het +++ toegangsrecht, (meer) zal gaan werken. + 13 Minder zorgkosten voor de maatschappij, zie ook punt 8 Met name gemeenten en Kleine groep, betreft Impact kan groot zijn, en 9. (zie ook punt 29 en 30 betreffende de effecten op zorgverzekeraars probleemgezinnen maar zorgkosten zullen het welzijn van kinderen en de benodigde zorg aan waarvan de ouders nu niet snel vervallen als kinderen) inkomen kunnen gevolg van het verkrijgen genereren en daardoor van een inkomen en geen ondersteuning meer daardoor stabieler nodig hebben. huishouden. Een stabieler + huishouden is niet alleen gevolg van uitkering naar inkomen + 14 Voorkomen van maatschappelijke kosten in toekomst op Overheden, scholen Afhankelijk van de In potentie is de impact de gebieden van onderwijs (PO, VO en speciaal instellingen in de zorg omvang van de groep uit groot, scholen zijn minder onderwijs), zorg en veiligheid (zie punt 1 tot en met 5) punt 1 tot en met 5. capaciteit en middelen + kwijt aan probleemgevallen die extra ondersteuning vragen. +++ Potentieel verdieneffect + ++ 23

Effecten Betreffende groep Omvang Impact ten opzichte van de huidige situatie Aantrekkingskracht opvang verandert Ouders 15 Opvang van meer dan 2 dagen onevenredig duur Ouders (en in mindere Het aantal ouders dat Impact is groot als deze (perceptie) mate werkgevers) gebruik maakt van meer groep besluit minder te dan 4 dagdelen gaan werken als gevolg kinderopvang is beperkt. + van deze veranderende perceptie op opvang. +++ Maatschappij 16 2 dagen wordt de norm: perceptie op aantal dagen Zie punt 15. opvang veranderd Ouders en Maatschappij 17 Een deel van de ouders zal nu kiezen voor 2 dagen Zie punt 15. opvang ipv 3 of meer: dus minder werken 18 Stimulans voor (meer) parttime werken of in ieder geval Werkgevers en ouders In potentie geldt dit voor Moeilijk in te schatten. Het geen stimulans om de huidige norm van parttime werken alle huidige en gaat om het deel dat te doorbreken. Dit effect werkt door om de toekomstige werknemers ouders mogelijk minder beschikbaarheid van arbeid in de economie. met (jonge) kinderen. Aan gaan werken. de andere kant geldt ook +(+) dat reeds in de huidige situatie slechts een kleine groep ouders gebruik maakt van meer dan 4 dagdelen kinderopvang per week (zie ook punt 15) + Potentieel verdieneffect +(+) (NB: dit betreft een negatief effect, ofwel een afname van welvaart) +

Effecten Betreffende groep Omvang Impact ten opzichte van de huidige situatie Bundeling van activiteiten Ouders 19 Mogelijk (lichte) beperking in keuzevrijheid ouders voor Ouders Zeer beperkt, zal gaan om Beperkt, gaat naar opvang (door samengaan organisaties met andere plekken waar door fusie verwachting om een religie/overtuiging). Mogelijk kan dat ertoe leiden dat de keuzevrijheid kleine groep ouders die ouders verder zullen reizen voor opvang / school voor veranderd hier mogelijk hinder van hun kinderen. + gaat ondervinden + Kinderen 20 Meer stabiliteit in de klas (minder wisseling van Kinderen Heeft betrekking op alle Op dit moment nog niet gezichten voor een kind gedurende de dag) kinderen die naar een goed in te schatten. De Kindcentrum gaan impact zal afhankelijk zijn +++ van de mate waarin de stabiliteit in afzonderlijke klassen een knelpunt vormt en de mate waarin de afzonderlijk Kindcentra hierop inzetten.? 21 22 23 Inhoudelijk programma kan beter afgestemd worden en meer op maat geboden Vooral gedacht vanuit knip 0 tot 6 jaar spelenderwijs leren en een schoolsere leerlijn van 6 tot 12 jaar Betere kwaliteit onderwijs / versterken talentontwikkeling Kinderen Heeft betrekking op alle kinderen die naar een Kindcentrum gaan (al dan niet op 1 locatie) ++(+) Bundeling biedt mogelijkheden meer maatwerk te leveren en meer variatie in programma. Dit zou in potentie kunnen leiden tot een beter ontwikkeling van het kind. Potentieel verdieneffect + (keuzebeperking leidt niet direct tot een verandering in financiële stromen. In het geval ouders verder gaan reizen nemen hun kosten echter wel toe?? Impact van effect op dit moment echter moeilijk in 25

Effecten Betreffende groep Omvang Impact ten opzichte van de huidige situatie te schatten. Ook erg afhankelijk van de programma s op individuele Kindcentra? 30 Zie onder punt 29 bij Organisaties Personeel 24 Kan leiden tot meer innovatie in leerlijnen en Personeel Overal waar bundeling Lastig in te schatten, maar 25 (les)programma s van activiteiten ook leidt kan zowel voor de Biedt grotere mogelijkheid tot menging van tot meer interactie en kwaliteit van programma s functieniveaus (WO, HBO, MBO) afstemming tussen als de inhoudelijke personeel gericht op uitdaging voor het verbeteren leerlijnen en personeel goed zijn. (les)programma s. Meer Daardoor haal je meer uit functiemenging kan dit je werk versterken. Potentieel verdieneffect? Omvang effect op dit Impact van effect op dit moment echter moeilijk in moment echter moeilijk in te schatten. Ook erg te schatten. Ook erg afhankelijk van de afhankelijk van de programma s op programma s op individuele Kindcentra individuele Kindcentra?? 25 Biedt grotere mogelijkheid tot menging van Personeel Daar waar met voldoende Menging van + functieniveaus (WO, HBO, MBO) massa bundeling mogelijk functieniveaus kan is. Zal naar verwachting bijdragen aan betere om veel locaties kunnen kwaliteit van programma s gaan en meer inhoudelijke +++ uitdaging voor personeel

Effecten Betreffende groep Omvang Impact ten opzichte van de huidige situatie Potentieel verdieneffect Impact van effect op dit moment echter moeilijk in te schatten. Ook erg afhankelijk van de programma s op individuele Kindcentra? 26 Efficiëntere inzet personeel door optimalisatie Personeel en organisaties Daar waar met voldoende Moeilijk in te schatten, er + werkverdeling en ondersteuning op het juiste niveau massa bundeling mogelijk wordt al met relatief is. Zal naar verwachting weinig personeel gewerkt. om veel locaties kunnen + gaan ++ 27 Werkdruk? Omhoog of omlaag? Aandachtspunt, de Personeel Hangt af van de invulling Hangt af van de invulling + meningen verschillen hier sterk over van punt 26 van punt 26 Organisatie 28 Een deel van de (commerciële!) BSO s en BSO s en Met de komst van Leidt niet direct tot kinderopvanginstellingen gaat op in een publieke kinderopvanginstellingen Kindcentra zal een deel verdieneffecten. Het instelling (Kindcentra) van de BSO s en betreft een verschuiving kinderopvanginstellingen van activiteiten. geïntegreerd worden en een deel blijven bestaan als aparte instelling. 29 Betere en efficiëntere koppeling met zorginfrastructuur. Kinderen en instellingen in Efficiëntere inzet Beperkt. Er is al een +(+) + Daardoor positief effect op welzijn kinderen waardoor onderwijs en zorg personeel en op termijn bestaande 30 deels (duurdere) zorg/onderwijs interventies in de minder (zware) zorginfrastructuur die toekomst kunnen worden voorkomen. ondersteuningstrajecten kinderen ondersteunt. Dit voor kinderen. Kan effect betreft een lichte 27

Effecten Betreffende groep Omvang Impact ten opzichte van de huidige situatie mogelijk een grote groep verbetering van deze kinderen betreffen infrastructuur + +++ Potentieel verdieneffect

29

Bijlage II Model doorrekening kosten Het rekenmodel is opgebouwd uit verschillende type factoren/variabelen en relaties: Type factoren Uitleg Variabele met een waarde afkomstig van een externe bron (zie voor een overzicht van gebruikte bronnen paragraaf 3.3). Waarde kan in het model niet worden aangepast. Variabele waarvan de waarde door de gebruiker van het model kan worden bepaald. Deze input variabelen krijgen een plek op het dashboard zodat met de waarden gevarieerd kan worden. Variabele waarvan de waarde afhankelijk is van andere variabelen in het model. De waarde van deze variabelen kan in het model niet direct worden aangepast. Variabele waarvan de waarde specifiek samenhangt met een gekozen scenario (zie paragraaf 1.1 voor een overzicht van de verschillende scenario s ). Het gaat hierbij om de verwachte efficiency die met de verschillende scenario s te behalen is. Uiteindelijke uitkomst van het model; de kosten van het systeem (Kindcentra, kinderopvang, peuterspeelzalen en po-instellingen) gegeven de gekozen input waarden. relaties Positieve relatie: De input variabele beweegt dezelfde richting op als de output variabele (beide variabelen nemen af of toe) Tegengestelde relatie : De input variabele en output variabele bewegen beide een andere kant op (als de input variabele toeneemt neemt de output variabele af en vice versa). Efficiency: Verwachte invloed van een scenario op de efficiency van het personeel, locatiekosten of overheadkosten.

Grafische weergave model 31

Overzicht variabelen Input variabelen (harde data) Aantal kinderen in de leeftijd 0-3: Totaal aantal kinderen in de leeftijdscategorie 0-3 en totaal aantal kinderen dat in aanmerking komt voor dagopvang in een kinderopvang, peuterspeelzaal of Kindcentrum. In het Excel model wordt verder onderscheid gemaakt tussen kinderen van 0 jaar, 1 jaar en 2/3 jaar. Aantal kinderen in de leeftijd 4-11: Totaal aantal kinderen in de leeftijdscategorie 4-11 en totaal aantal kinderen dat in aanmerking komt voor toegangsrecht tot BSO of opvang in een Kindcentrum. Gemiddelde overhead kosten per instelling: De gemiddelde overheadkosten per instelling. Gemiddelde locatiekosten per locatie: De gemiddelde kosten voor een locatie (per locatie). Input variabelen (te bepalen) Aandeel instellingen dat ervoor kiest een Kindcentrum te worden: Aandeel van alle instellingen in de uitgangssituatie (huidig aantal locaties van kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en poinstellingen) dat ervoor kiest een Kindcentrum te worden. Aantal uren publiek toegangsrecht: Jaarlijks aantal uren dat kinderen gebruik kunnen maken van publiek toegangsrecht. In het Excel model wordt onderscheid gemaakt tussen het aantal uren publiek toegangsrecht voor 0-3 jarigen en 4-11 jarigen. Gemiddeld aantal uren private opvang bovenop publieke opvang: Gemiddeld aantal uren private opvang bij kinderen die, naast de publieke uren, ook gebruik maken van privaat gefinancierde uren. Ouderbijdrage voor publiek toegangsrecht: De ouderbijdrage (Euro s) die gevraagd wordt voor het publiek toegangsrecht. Totale private kosten: Kosten van het totale systeem die voor rekening van ouders komen. Overheidsbijdrage private opvang: De bijdrage (Euro s) die de overheid levert voor de (private) opvang bovenop het publiek toegangsrecht. Inclusief werkgeversbijdrage (zie ook uitgangspunten in paragraaf 3.2). Leid(st)er/Kind ratio Kindcentra: De leid(st)er/kind ratio die toegepast kan worden in Kindcentra. In het Excel model wordt onderscheid gemaakt tussen de ratio s van 0 jarigen, 1 jarigen, 2/3 jarigen en 4/11 jarigen. Leid(st)er/Kind ratio niet-kindcentra: De leid(st)er/kind ratio die toegepast kan worden in niet- Kindcentra (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen). In het Excel model wordt onderscheid gemaakt tussen de ratio s van 0 jarigen, 1 jarigen, 2/3 jarigen en 4/11 jarigen. Leraar/Kind ratio Kindcentra: De leraar/kind ratio die in Kindcentra kan worden toegepast. Leraar/Kind ratio niet-kindcentra: De leraar/kind ratio die in niet-kindcentra (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen) toegepast wordt. Maximale groepsgrootte Kindcentra: Maximale groepsgrootte binnen een Kindcentrum. In het Excel model wordt onderscheid gemaakt tussen de ratio s van 0 jarigen, 1 jarigen, 2/3 jarigen en 4/11 jarigen. Maximale groepsgrootte niet-kindcentra: Maximale groepsgrootte binnen een niet-kindcentrum (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen). In het Excel model wordt onderscheid gemaakt tussen de ratio s van 0 jarigen, 1 jarigen, 2/3 jarigen en 4/11 jarigen. Gewenste MBO/HBO ratio leid(st)ers Kindcentra: Gewenste verhouding tussen MBO leid(st)ers en HBO leid(st)ers in een Kindcentrum. 33

Gewenste MBO/HBO ratio leid(st)ers niet-kindcentra: Gewenste verhouding tussen MBO leid(st)ers en HBO leid(st)ers in een niet-kindcentrum (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen). Personeelskosten per leid(st)er of leraar: De gemiddelde personeelskosten per leid(st)er en leraar. In het Excel model wordt onderscheid gemaakt tussen de gemiddelde kosten voor MBO opgeleid personeel en HBO opgeleid personeel. Afhankelijke variabelen Aantal locaties Kindcentra: Aantal locaties dat onderdeel is van een Kindcentrum. Mogelijk vervallen ook locaties bij de vorming van Kindcentra omdat de samengaande instellingen op één fysieke locatie verder gaan. Het maximum aantal Kindcentra dat gevormd kan worden is gelijkgesteld aan het aantal po-instellingen (zie ook uitgangspunten in paragraaf 3.2). Aantal locaties niet-kindcentra: Aantal locaties niet-kindcentra (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen). Wanneer geen Kindcentra gevormd worden is dit aantal gelijk aan het huidige aantal locaties voor kinderdagopvang, peuterspeelzalen en po-instellingen. Aantal instellingen Kindcentra: Aantal Kindcentra instellingen (een instelling kan bestaan uit meerdere locaties wanneer alle onderdelen van het Kindcentrum zich niet op één locatie bevinden). Aantal kinderen naar Kindcentrum: Totaal aantal (unieke) kinderen dat gebruik maakt van het aanbod van Kindcentra. Aantal kinderen naar niet-kindcentrum: Totaal aantal (unieke) kinderen dat gebruik maakt van opvang of onderwijs in een niet-kindcentrum (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en poinstellingen die geen Kindcentrum vormen). Gemiddeld aantal kinderen per locatie: Het gemiddelde aantal kinderen dat op een locatie wordt opgevangen of onderwijs krijgt. Aantal kinderen publiek deel opvang: Aantal kinderen dat gebruik maakt van het publieke toegangsrecht. In het Excel model wordt onderscheid gemaakt in de verschillende leeftijdscategorieën van de kinderen. Aantal kinderen privaat deel opvang: Aantal kinderen dat, naast de publieke opvang, ook nog gebruik maakt van private opvang. In het Excel model wordt onderscheid gemaakt in de verschillende leeftijdscategorieën van de kinderen. Ouderbijdrage private opvang: De bijdrage (Euro s) die ouders moeten leveren voor de private opvang van hun kind(eren). Gemiddeld aantal uren per kind: Gemiddeld aantal uren dat een kind gebruik maakt van publiek en privaat toegangsrecht. In het Excel model wordt onderscheid gemaakt in de verschillende leeftijdscategorieën van de kinderen. Benodigd aantal MBO/HBO leid(st)ers Kindcentra: Benodigd aantal leid(st)ers op een Kindcentrum op basis van het aantal kinderen, maximale groepsgrootte en de leid(st)er/kind ratio. Benodigd aantal MBO/HBO leid(st)ers niet-kindcentra: Benodigd aantal leid(st)ers op een niet- Kindcentrum (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen) op basis van het aantal kinderen, maximale groepsgrootte en de leid(st)er/kind ratio. Benodigd aantal leraren Kindcentra: Benodigd aantal leraren op een Kindcentrum op basis van het aantal kinderen, maximale groepsgrootte en de leraar/kind ratio. Benodigd aantal leraren niet-kindcentra: Benodigd aantal leraren op een niet-kindcentrum (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen) op basis van het aantal kinderen, maximale groepsgrootte en de leraar/kind ratio. Locatiekosten Kindcentra: Totale locatiekosten van alle Kindcentra. Locatiekosten niet-kindcentra: Totale locatiekosten van alle niet-kindcentra (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen).

Personeelskosten Kindcentra: Totale personeelskosten van alle Kindcentra. Personeelskosten niet-kindcentra: Totale personeelskosten van alle niet-kindcentra (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen). Overheadkosten Kindcentra: Totale overheadkosten van alle Kindcentra. Overheadkosten niet-kindcentra: Totale overheadkosten van alle niet-kindcentra (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen). Totale kosten Kindcentra: Totale kosten van de Kindcentra. Optelsom personeelskosten, locatiekosten en overheadkosten. Totale kosten niet-kindcentra: Totale kosten van alle niet-kindcentra (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen). Optelsom personeelskosten, locatiekosten en overheadkosten. Scenario specifieke variabelen Efficiency personeel: Efficiency die door de vorming van Kindcentra kan worden behaald op het aantal leid(st)ers en leraren dat moet worden aangenomen. Efficiency locatie: Efficiency die door de vorming van Kindcentra kan worden behaald op de locatiekosten van instellingen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een vermindering van energie- of schoonmaakkosten. Efficiency overhead: Efficiency die door de vorming van Kindcentra kan worden behaald op de overheadkosten. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan besparingen op management. Uiteindelijke uitkomst van het model Totale kosten systeem: De uiteindelijke uitkomst van het model zijn de totale kosten van het hele systeem van Kindcentra, kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen. Deze kosten worden bepaald door de optelsom van de kosten van Kindcentra en de kosten van niet- Kindcentra (kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en po-instellingen die geen Kindcentrum vormen). 35

Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Nederland Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam Nederland T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E netherlands@ecorys.com W www.ecorys.nl Sound analysis, inspiring ideas BELGIË BULGARIJE HONGARIJE INDIA KROATIË - NEDERLAND POLEN RUSSISCHE FEDERATIE SPANJE TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK