Informatie Stage 2 ( )

Vergelijkbare documenten
Stagemap Stage 1 CONTACTGEGEVENS: Student: Stagebegeleider: Stagementor:.. Medestudent (indien in duo):. Stagecoördinatie:

STAGEOPDRACHT PW: WERELDORIËNTATIE en WISKUNDIGE INITIATIE en PW BEWEGING

STAGEOPDRACHT Verkennen, verbinden, verrijken

STAGEOPDRACHT S/PROCESGERICHT WERKEN: WERELDORIËNTATIE EN WISKUNDIGE INITIATIE EN S/PROCESGERICHT WERKEN: BEWEGING

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

STAGEOPDRACHT PROCESGERICHT WERKEN: WERELDORIËNTATIE EN WISKUNDIGE INITIATIE EN PROCESGERICHT WERKEN: BEWEGING

Resultaten van goede stagebegeleiding in het SMART-stageconcept

1 COMPETENTIEVELD 1: LERAARS BEWEGEN VOOR KINDEREN

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

Overzicht van de presentatie. 1. Situering van de opleiding en de curriculumhervorming

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

BaLO welkom

VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059)

10 oktober samen met MENTOREN

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Basiscompetenties, opleidingsspecifieke accenten en attitudes KdG

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK GEWOON BASISONDERWIJS: KLEUTERONDERWIJS. 1.1 U1. Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader

VERSLAG VAN DE DOORLICHTING ZONDER JURIDISCHE CONSEQUENTIES GO! Basisschool Vogelzang (2221)

3 oktober samen met MENTOREN

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

De student toont weinig interesse in. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool.

Mentorenvorming 22 maart 2018

ook te vinden op de praktijkwebsite

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

TOELICHTING BEGELEIDINGS- EN EVALUATIEFORMULIER Schoolstage

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

STAGEOPDRACHT PROCESGERICHT WERKEN: SPEL EN EXPLORATIE START FEBRUARI DEELOPDRACHT VERKENNEN, VERBINDEN, VERRIJKEN

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK DEELTIJDS BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS M.U.V. DOORLICHTINGSEENHEDEN EN DIE BESTAAN UIT EEN E

STAGEOPDRACHT PROCESGERICHT WERKEN: SPEL EN EXPLORATIE DEELOPDRACHT VERKENNEN, VERBINDEN, VERRIJKEN

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

Mentorenvorming 21 maart 2019

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

* schrappen wat niet past

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Mentor on the Move. 2 oktober 2015

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

STEEKKAART VERWACHTINGEN OLOD AFSTUDEERSTAGE

Onderzoekende School Bachelorproef in co-creatie door studenten kleuteronderwijs en basisscholen

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK LAGER ONDERWIJS

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

educatieve bachelor kleuteronderwijs Assessment Stage 1 Rubrics MATIG, (NET) NIET VOLDOENDE (RUIM) ONVOLDOENDE VOLDOENDE (ZEER) GOED

G.V.Basisschool Hamont-Lo

FORMULIER MENTOREN bachelor kleuteronderwijs tweede opleidingsfase (2 BaKO) m.i.v. semester 5

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien.

lerarenopleiding Brabant Diest Heverlee Opleidingsfase naam student:

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni.

Aantekenformulier van het assessment PDG

Assessment Stage 1 Rubrics (versie ) MATIG, (NET) NIET VOLDOENDE (RUIM) ONVOLDOENDE VOLDOENDE (ZEER) GOED

Attitudes. Stage tweede programmajaar. Naam student: School: Datum stage: Mentor(en): Leeftijd kleuters:

zorgvisie Heilige familie Lagere school

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

Mentorenvorming 1BaKO 06/11/2018

LEERLIJN STAGE BcLK Legende:

Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017

ONTWIKKELINGSSCHALEN

pedagogie van het jonge kind

Bachelor lager onderwijs Praktijk 1 BaLO. Academiejaar

Visie Op Stage Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs (avondonderwijs)

breidt zijn professionele grondhouding uit: is kritisch ingesteld, creatief, organisatorisch sterk en flexibel

AVONDTRAJECT LER BaSO MDT 1 & 2 PRAKTIJK 1 Synthesedocument MENTOR

PEDAGOGISCH PROJECT VBS SINT-LUTGARDIS

ALGEMENE FUNCTIEGEGEVENS. Kinderbegeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang. Functiebeschrijving

De lessen/activiteiten die de stagiair zelfstandig realiseert en vooraf kan voorbereiden, moeten schriftelijk worden voorbereid.

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Competentiemanagement bij de federale overheid

Visie op de didactische stage

WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO

ONTWIKKELINGSSCHALEN

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR

kempelscan K1-fase Eerste semester

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Transcriptie:

Informatie Stage 2 (2019-2020) Wat vooraf ging Studenten die Stage 2 doen, zijn geslaagd voor Stage 1. Daarin lag de klemtoon op het leren kennen van de kinderen in al hun diversiteit, hun spel en het realiseren van kwaliteitsvolle interacties met kleuters: zowel taalbevorderende, denkbevorderende als relatiebevorderende interacties. De student leerde om duidelijk aanwezig te zijn tussen kinderen, in te spelen op wat kinderen boeit én zelf te boeien, en te vertrekken vanuit het geloof in de mogelijkheden van elk kind. Daarnaast verkende student de vorige stageschool in brede zin (samenwerking met ouders, collega s, ) vanuit een open en nieuwsgierige houding en leerde hij informele contacten met ouders te hebben. Op vlak van het stimuleren van ontwikkeling van kleuters, voorzag de student stimulerende impulsen in de vorm van begeleide en zelfstandige speelleerkansen 1, aanvankelijk in kleine groep en/of in teamteaching met een medestudent of mentor. Door hierop terug te blikken en zaken te herhalen, kon de student leren waar kinderen door geboeid zijn, hoe hij de betrokkenheid en het welbevinden van de kinderen gaandeweg beter kan bevorderen. Hij werd voor de kwaliteit van deze begeleide speelleerkansen of het verrijken van hoeken echter nog niet geëvalueerd. Focus en stageverwachtingen Stage 2 In Stage 2 beogen we als eindresultaat een student die in staat is om een krachtige leeromgeving te creëren voor alle kleuters. In zo n krachtige leeromgeving staan volgende principes centraal:: Deze focus is duidelijk aanwezig in de stageverwachtingen die de leidraad vormen voor de beoordeling van de student aan het einde van het academiejaar. De indicatoren op de volgende bladzijden vormen samen de toetssteen voor het behalen van Stage 2. We werken een rubric uit (volgt later) die kan ondersteunen bij de begeleiding en beoordeling van deze stageverwachtingen. Dit is een document waarin we voor elke indicator verschillende prestatieniveaus uitwerken (gaande van onvoldoende tot goed). 1 Begeleide speelleerkansen vragen, afhankelijk van de invulling, meestal een grote aanwezigheid van de kleuterleid(st)er. Ze worden klassikaal, in kleine groep of soms ook voor een individuele kleuter georganiseerd. Ze worden voorbereid vanuit het verkennen van noden bij kleuters (zowel naar interesse als ontwikkeling). Bij de start van de opleiding zal de student bepaalde begeleide speelleerkansen echter ook uitproberen in functie van het eigen leerproces. Een begeleide speelleerkans heeft een logische opbouw, waarbij steeds een aanzet, kern en een slot aanwezig is. Begeleide speelleerkansen worden voorbereid op een fiche voor begeleide speelleerkans. Zelfstandige speelleerkansen zijn activiteiten waarbij kleuters alleen aan de slag kunnen. De kleuterleid(st)er biedt aan en speelt in wanneer mogelijk, nodig en zinvol in functie van het welbevinden en de betrokkenheid van de kleuters. Het vertrekpunt is het creëren van rijke basishoeken waarin spontaan spel van kleuters zoveel mogelijk tot stand kan komen. Vanuit verkenning kan verrijkt worden, waarbij meer sturing vanuit de kleuterleid(st)er of het materiaal mogelijk is (bv. door het formuleren van een specifieke opdracht, zoals het uitvoeren van een stappenplan in de bouwhoek). Zelfstandige speelleerkansen worden voorbereid op een spelfiche.

STAGEVERWACHTINGEN STAGE 2 2019-2020 OLR 1: Systematisch, transparant en doelgericht inspelen op de betrokkenheid en het welbevinden van alle kinderen De student creëert een krachtige leeromgeving met of zonder belangstellingscentrum/thema door te verkennen, verbinden, verrijken De student merkt op wat kinderen bezighoudt om van daaruit een belangstellingscentrum/thema te kiezen. De student selecteert voor een bepaalde periode gevarieerde doelen (uit ODET en leerplannen) om zo een brede en harmonieuze ontwikkeling van kinderen na te streven. De student integreert rijke impressies en muzische expressiemogelijkheden bij het werken met BC/thema. De student nodigt kleuters uit om actief een bijdrage te leveren aan het uitwerken van een BC/thema en gaat met deze input aan de slag. Aansluitend bij (specifieke) onderwijsbehoeften van kinderen realiseert de student via zijn aanbod en interactie een krachtige leeromgeving De student werkt vanuit een procesgerichte aanpak gevarieerde spel- en speelleerkansen uit waarin hij doelen uit verschillende leergebieden geïntegreerd nastreeft. De student creëert vanuit een procesgerichte aanpak een rijk inhoudelijk aanbod. De student integreert de 4 muzische talen (beeld, muziek, drama, dans) in zijn interactie met kls. Aansluitend bij onderwijsbehoeften geformuleerd vanuit een brede gegevensverzameling, streeft de student passende leerdoelen (afgeleid uit ODET en leerplannen) na, opdat kinderen een volgende stap in hun ontwikkeling kunnen zetten. Om maximale ontwikkelkansen te creëren voor alle kinderen aansluitend bij hun onderwijsbehoeften, zet de student bewust differentiatiestrategieën naar product en proces in. Vanuit een procesgerichte aanpak realiseert de student een taal- en denkbevorderende interactie waarmee hij inspeelt op onderwijsbehoeften van kinderen (inclusief meertalige kinderen). De student brengt reeds vastgelegde maatregelen voor het realiseren van verhoogde zorg in de praktijk OLR 2: Warm en verbindend opvoeden De student realiseert een brede basiszorg en verhoogde zorg door het aanbieden van een krachtige leeromgeving waarin hij een positief, emanciperend, participatief, verbonden en duurzaam leefklimaat creëert. De student realiseert relatiebevorderende interacties met elk kind en de klasgroep, rekening houdend met hun behoeften. De student geeft positief en consequent leiding, rekening houdend met de eigenheid van elk kind. De student leeft waarden voor m.b.t. duurzaam samenleven en stimuleert deze waardenontwikkeling bij de kinderen. De student stimuleert het positief zelfbeeld en -bewustzijn van de kinderen. De student stimuleert de verbondenheid tussen de kinderen. OLR 4: Efficiënt en kindgericht organiseren De student organiseert zichzelf efficiënt De student is administratief in orde volgens de richtlijnen in de stagegids en andere relevante bronnen. De student voert administratieve taken correct uit en kan, waar nodig, ICT-toepassingen inzetten om zijn job efficiënt uit te voeren. De student structureert de krachtige leeromgeving De student sluit aan bij de (onderwijs)behoeften van kinderen via de organisatie van de krachtige leeromgeving. De student bewaart het overzicht over de volledige klasgroep en ruimte. OLR 5: Enthousiast en levenslang leren De student toont een onderzoekende en ondernemende houding De student durft experimenteren en leert uit fouten. De student staat open voor en gaat aan de slag met feedback over zijn professioneel handelen. De student maakt het eigen professioneel handelen bespreekbaar met mentor en medestudenten. De student stuurt zijn handelen door kritische reflectie en creatief praktijkonderzoek De student zoekt pro-actief naar kansen om te groeien. De student evalueert zijn aanpak kritisch en stuurt bij. De student maakt bewust en onderbouwd keuzes. De student is erop gericht correct, helder en gepast te communiceren.

OLR 6: Waarderend samenwerken met alle ouders/verzorgers De student realiseert een krachtige leeromgeving in verbondenheid en samenwerking met gezinnen. De student heeft informele contacten met ouders: hij beluistert actief het perspectief van ouders/verzorgers en spreekt vanuit objectieve observatiegegevens. De student communiceert helder, discreet en waarderend met en over ouders/verzorgers, zowel verbaal als non-verbaal. De student betrekt ouders/verzorgers actief en waarderend als partner bij een speelleerkans OLR 7: In team mee het schoolbeleid vormgeven De student ziet en benut kansen om zich in te schakelen in (de verdere ontwikkeling van) het schoolleven en -beleid. De student realiseert brede basiszorg en verhoogde zorg door in een krachtige leeromgeving samen te werken met medestudenten, de mentor en andere relevante professionals. Om voor elk kind een krachtige leeromgeving te realiseren, bespreekt de student met de mentor relevante aspecten (de beginsituatie van de kinderen zelf, te realiseren doelen, inrichting, aanbod, enz.) en documenteert hoe hij deze input meeneemt. De student werkt constructief samen met de mentor/ zorgco bij het uitvoeren van reeds vastgelegde maatregelen voor het realiseren van verhoogde zorg. De student communiceert waarderend en verbindend met betrokkenen op de school. OLR 8: Samenwerken met externe partners De student ziet en benut kansen om zich in te schakelen in de bestaande samenwerking met onderwijsbetrokken initiatieven, externe partners en de buurt en stemt zijn aanbod en begeleiding daarop af. De student houdt rekening met de bestaande samenwerking met schoolexterne partners. De student werkt constructief samen met de externe onderwijsbetrokkenen bij het uitvoeren van reeds vastgelegde maatregelen voor het realiseren van verhoogde zorg.

Wanneer is er stage voorzien? Voor stage 2 zijn volgende stagedagen voorzien in schooljaar 2019-2020: 8 lintstagedagen op dinsdag in het eerste semester (8/10, 15/10, 22/10, 12/11, 19/11, 26/11, 3/12, 10/12) 3,5 dagen blokstage eind januari (27 t.e.m. 30/01) 6 lintstagedagen op dinsdag in het tweede semester (3/03, 10/03, 17/03, 24/03, 21/04, 28/04) 10 dagen blokstage in mei (7 t.e.m. 20/05) Voor studenten uit het Switch- of VDAB-traject die (een equivalent van) stage 2 opnemen, zijn de lintstagedagen voorzien op donderdag. De concrete data zijn opgenomen in de stagejaarkalender die aan elke stageschool wordt bezorgd. Wat doen de studenten op stage? Algemene opbouw Stage 2 Alle studenten starten tijdens de twee eerste lintstagedagen met het verkennen in hun nieuwe stageschool en -klas om van daaruit tijdens latere lintstagedagen meer verantwoordelijkheid op te nemen in begeleidingsprocessen. Vanaf de derde lintstagedag (a) voorziet de student telkens 2 spel- en speelleerkansen aansluitend bij de kernprincipes van een krachtige leeromgeving, (b) verkent de student verder door observeren, meespelen en begeleiden in het aanbod van de mentor, (c) neemt de student stap voor stap routinemomenten over. Welke spel- en speelleerkansen de student in de praktijk realiseert, kan worden gevoed vanuit het eigen studieprogramma om zo de wisselwerking met de lessen betekenisvol te maken (zie verder bij stage-opdrachten). In de blokstages sluiten we aan bij wat in het olod Krachtige Leeromgeving wordt aangezet rond thematisch werken, gaande van werken in een rijke leeromgeving zonder thema (januari) tot het werken vanuit een belangstellingspunt of thema. Stageopdrachten: algemeen en specifiek Via de algemene opbouw en de invulling die hierboven is geschetst, werkt de student aan algemene stageopdrachten die horen bij stage 2 en die de studenten ondersteunen bij het gericht nastreven van de stageverwachtingen voor Stage 2. Bijvoorbeeld: studenten verzamelen gegevens over kleuters via observatie en gesprek (en noteren die in een document), volgen gericht drie kleuters om te komen tot een kleuterportret,. De richtlijnen bij deze opdrachten zullen via de stageopdrachten worden verduidelijkt. Elke student die stage 2 volgt, werkt aan deze opdrachten. Daarnaast kunnen ook specifieke stageopdrachten aan bod komen, aansluitend bij de opleidingsonderdelen die de student op dat moment in zijn/haar studieprogramma heeft en die de student kan gebruiken om van de praktijk te leren. In de tweede schijf van onze opleiding volgen niet alle studenten immers nog het modeltraject van de opleiding. De vakken die ze volgen verschillen soms bijvoorbeeld omdat ze nog vakken uit de eerste schijf moeten hernemen. De specifieke stageopdrachten kunnen dus verschillen per student. We onderscheiden twee soorten specifieke stageopdrachten: : o o Inspiratiefiches. Aansluitend bij de algemene richtlijn vanuit Stage 2 m.b.t. het wekelijks voorzien van spel- en speelleerkansen (en routines), wordt hiervoor voeding worden gegeven vanuit andere olods. Daartoe zijn inspiratiefiches uitgewerkt voor begeleide en zelfstandige speelleerkansen waarvan studenten didactische input kregen. Aanvullende opdrachten vanuit andere vakken. Naast het werken met inspiratiefiches kunnen olods nog een beperkt aantal stageopdrachten formuleren die niet rechtstreeks gerelateerd zijn aan het begeleiden van speelleerkansen. Mogelijke voorbeelden zijn bv. het uitwerken van een basishoek voor verschillende leeftijdsgroepen (vanuit Krachtige leeromgeving), een rijke bewegingshoek inrichten in de klas/zaal (vanuit Wereldverkenners), praktijkonderzoek (vanuit Reflectieve praktijk), enzovoort.

41 42 43 46 47 48 49 50 5 (ma-di-wo-do) 10 11 12 13 17 18 19-20-21 (do-vr-ma-di-wo-do-vr-ma-di-wo) L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 Blok jan. (3,5d) L9 L10 L11 L12 L13 L14 Blok mei (2w) Aanbod: 2 begeleide speelleerkansen per lintdag (afwisseling klassikaal/kleine groep over lintdagen heen) 1 zelfstandige speelleerkans/hoekverrijking per lintdag met spreiding over leergebieden (cf. inspiratielijst en -fiches) Aanbod: student voorziet het volledige aanbod met ruimte voor inbreng van kls Aanbod: 2 begeleide speelleerkansen per lintdag (afwisseling klassikaal/ kleine groep over lintdagen heen) 1 zelfstandige speelleerkans/ hoekverrijking per lintdag met spreiding over leergebieden (cf. inspiratielijst en -fiches) Aanbod: student voorziet het volledige aanbod met ruimte voor inbreng van kls) in BC van de mentor Routines geleidelijk aan overnemen vanaf L3 (tempo kan verschillen per student): Min. 2 van onderstaande vanaf L3, alle 4 vanaf L6 o Opruimen o Rij + jassen o Toiletmoment o Fruit-/drankmoment Onthaal: mogelijk vanaf L3 (gedifferentieerd) Afsluiten van de dag/boekentassen: mogelijk vanaf L3 (gedifferentieerd) themaloos Student neemt leiding en overzicht over hele groep op in BC van de mentor Student neemt alle routines over (opruimen, fruit, koek, toilet, jassen, speelplaatsrij) Onthaal en afsluiten van de dag in teamteaching eigen BC (input vanuit kls) Student neemt leiding en overzicht over hele groep op Schriftelijk werk ter ondersteuning van bovenstaande invulling Schriftelijk communiceren met ouders Informeel (mondeling) communiceren met ouders Kansen voor gesprekken met de mentor, zorgco, andere betrokkenen op school Dagelijkse reflecties en twee driehoeksgesprekken op jaarbasis Toezicht en schoolengagement Wie doet wat in Stage 2? Van studenten verwachten we uiteraard dat ze met het volle engagement hun stage tot een goed einde proberen te brengen. Daarbij verwachten we dat zij zich tonen als eigenaar van hun leerproces door bijvoorbeeld goed af te stemmen met begeleiders over de invulling van de opdrachten, door zich te informeren en actief te participeren in het klas- en schoolgebeuren, door aan de slag te gaan met feedback, enzovoort. Stagebegeleiders en klasmentoren nemen bij de begeleiding van studenten tijdens SMART-stages de volgende rollen op:

KLASMENTOR Studenten inspireren en hierover in gesprek gaan Onmiddellijke en duidelijke feedback geven ten aanzien van studenten en Smartbegeleider Zelfreflectie en zelfsturing bij studenten stimuleren met het oog op groei in competentie Leer- en participatiekansen bieden met ruimte voor experimenteren en fouten maken Informatie bieden om speelleerkansen / stageopdrachten voor te bereiden Teamteachen met de student Teamteachen tussen studenten onderling ondersteunen Afstemmen met Smart-begeleider en studenten over de invulling van de lintdagen op de Smart-school Een zichtbaar, aanwezig en bereikbaar aanspreekpunt zijn voor studenten en Smart-begeleiders Driehoeksgesprekken met de student en de Smartbegeleider voorbereiden en voeren BEGELEIDER - COACH SMART-BEGELEIDER Afstemmen met mentoren en studenten over de invulling van de lintdagen op de Smart-school Waarderende feedback, erkenning en vertrouwen geven ten aanzien van mentoren en studenten Zelfreflectie en zelfsturing bij studenten stimuleren met het oog op groei in competentie Studenten uitdagen om te zoeken naar leerkansen met ruimte voor experimenteren en fouten maken Tijdens het begeleidingstraject helderheid bieden over de op te volgen leer- en werkpunten in relatie tot de leerdoelen Samen met de student de link leggen tussen de praktijk en de inhouden van de opleiding Teamteachen ondersteunen tussen student en mentor enerzijds en tussen studenten onderling anderzijds Driehoeksgesprekken met de student en de klasmentor voorbereiden en voeren ACTIEF LID VAN SMART ALS PROFESSIONALISERENDE GEMEENSCHAP Reflecteren met studenten en Smart-begeleider rond concrete pedagogisch-didactische vragen die leven in de klas en op de Smartschool Vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid, een open en veilig leerklimaat voor de studenten creëren, op klas- en schoolniveau Kritisch constructief samenwerken aan de verdere uitbouw van Smart Zich professionaliseren tijdens de Smart-dagen Een sterk samenwerkingsklimaat vormgeven waarin Smartbegeleider en Smart-school samen studenten opleiden, met respect voor en vertrouwen in elkaars eigenheid en sterktes Open staan voor nieuwe inzichten en nieuwe aanpakken uitproberen naar aanleiding van de Smart-samenwerking Ondersteunen en versterken van mentoren in hun coachende rol ten aanzien van studenten Reflecteren met studenten, mentoren en het schoolteam rond concrete pedagogisch-didactische vragen die leven in de klas en op de Smart-school Vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid een open en veilig leerklimaat creëren voor studenten op klas- en schoolniveau Kritisch constructief samenwerken aan de verdere uitbouw van Smart Een actieve rol opnemen tijdens het leren met en van collega-smart-begeleiders Behartigen van onderlinge relaties binnen het Smartnetwerk Gericht zijn op delen en leren van elkaar over professionele groei van studenten BEOORDELAAR De eindsynthese (gebaseerd op begeleidingsgesprekken, Betrouwbaar evalueren van de stage van de student, feedback uit de stagemap en driehoeksgesprekken) van de uitgaande van de beoordelingscriteria Smartbegeleider bekijken en bespreken met de Opnemen van eindverantwoordelijkheid in de beoordeling, Smartbegeleider en (mede-)handtekenen. in verbinding met de student en in overleg met de Smartschool, conform de quoteringsregels die gelden in de opleiding Bijhouden van stagedossiers van studenten, conform de instructies van de opleiding ANKERFIGUUR BRUGGENBOUWER Een sterk samenwerkingsklimaat vormgeven waarin Smartbegeleider en Smart-school samen studenten opleiden, met respect voor en vertrouwen in elkaars eigenheid en sterktes Tijdig, duidelijk en transparant communiceren over de organisatie van de praktijk van de student Verbindend communiceren over de visie van de opleiding en de praktijk op de Smart-school Een zichtbaar, aanwezig en bereikbaar aanspreekpunt zijn voor studenten en scholen in de begeleiding van de studenten Contact en verdere informatie Stageverantwoordelijke: Ilse Ruys 09/234 88 15 ilse.ruys@arteveldehs.be Stagewebsite: www.arteveldehogeschool.be/smart