Voor de delegaties gaat hierbij de in hoofde genoemde oriënterende nota met het oog op de zitting van de Raad (Epsco) op 8 juli 2019.

Vergelijkbare documenten
6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en)

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 maart 2017 (OR. en)

8763/19 jwe/gra/sp 1 TREE.1.B

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

14391/15 van/gys/hh 1 DGB 3B

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

12671/17 van/asd/sp 1 DG D 2C

14182/16 cle/pau/mt 1 DG G 1A

13640/15 nes/ass/fb 1 DG E - 1C

2. Deze conclusies zijn op 14 februari 2019 aan de Groep sociale vraagstukken voorgelegd.

Hierbij gaan voor de delegaties de ontwerp-conclusies van de Raad waarover in de Groep sociale vraagstukken overeenstemming is bereikt.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

8808/19 van/gar/ev 1 TREE.1.B

9969/19 aer/tin/hh 1 GIP.1

De Raad wordt verzocht in zijn zitting van 7 maart 2016 de in de bijlage opgenomen ontwerpconclusies aan te nemen.

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 november 2006 (24.11) (OR. en) 15258/06 SAN 240. NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 februari 2017 (OR. en)

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2016 (OR. en)

1. Goedkeuring van de agenda

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 oktober 2010 (12.10) (OR. en) 14479/10 SOC 612 EDUC 158 ECOFIN 580 NOTA

17143/13 asd/hw 1 DPG

14722/16 eer/rts/sl 1 DG G 2B

Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 22 april 2015 (OR. en)

8034/17 rts/pau/ln 1 DG E - 1C

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

12071/18 mak/nes/cg 1 ECOMP.3.C.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 mei 2011 (31.05) (OR. en) 10405/11 SOC 418 ECOFIN 276 SAN 105

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2005 (13.06) (OR. en) 9803/05 SAN 99

PUBLIC. Brussel, 6 juni 2002 (28.06) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6955/02 LIMITE PV/CONS 12 SOC 129

Brussel, 6 november 2013 (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 15591/13 EDUC 414 AUDIO 106 TELECOM 279 PI 147 RECH 494

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN

6756/17 1 DPG. Raad van de Europese Unie Brussel, 6 maart 2017 (OR. en) 6756/17

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. bij de

10083/16 ons/pau/mt 1 DGG 1A

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 juni 2017 (OR. en)

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

6643/16 nuf/yen/hh 1 DG B 3A

WOENSDAG 5 DECEMBER 2007 (10.00 uur): WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 november 2002 (28.11) (OR. dk) 14167/02 ADD 8 SOC 509

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 maart 2017 (OR. en)

7495/17 tin/gra/sl 1 DGG 1A

EERSTE CONCURRENTIEVERMOGENCHECK-UP IN VOORBEREIDING

9650/17 pro/van/ln 1 DG G 1A

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

7749/19 voo/pau/sp 1 TREE 1.B

VOORLOPIGE AGENDA voor: de 2980e ZITTING VAN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE (WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID, VOLKSGEZONDHEID EN CONSUMENTENZAKEN)

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

PUBLIC 11172/16 1 DG G LIMITE NL. Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juli 2016 (OR. en) 11172/16 LIMITE PV/CONS 40 ECOFIN 702

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

9773/15 ons/pau/as 1 DGB 3B

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en)

Groenboek over pensioenen

9305/15 dep/sm/sm 1 DG B 3A

5776/17 dau/gar/ln 1 DG G 3 C

9452/16 dau/roe/sv 1 DG G 2B

7165/18 pro/gra/sv 1 DG B 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2017 (OR. en)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 december 2001 (19.12) (OR. fr) 15468/01 Interinstitutioneel dossier 2000/0177 (CNS) LIMITE PI 73

9632/15 ons/dau/hw 1 DG B 3A

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

7051/16 pro/ons/as 1 DGB 1 A

Niet-wetgeving 14798/18

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

10049/19 mey/gra/fb 1 ECOMP.2.B

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 april 2017 (OR. en)

15396/14 dau/jel/sv 1 DG G C 3

1. Goedkeuring van de voorlopige agenda. Niet-wetgevingswerkzaamheden. 2. (event.) Goedkeuring van de lijst van A-punten CM 4719/15 1 NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 januari 2009 (09.01) (OR. fr) 17438/1/08 REV 1 ATO 133

7461/18 pro/asd/fb 1 DG G 1B

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 februari 2016 (OR. en)

14469/16 nuf/gra/mt 1 DG E 2A

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2002 (OR. fr) 14887/02 OJ CONS 68 SOC 567 SAN 222 CONSOM 123

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 december 2016 (OR. en)

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 juni 2019 (OR. en) 10416/19 SOC 496 EMPL 384 ECOFIN 649 EDUC 328 SAN 310 GENDER 30 ANTIDISCRIM 20 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad De economie van welzijn - Oriënterende nota (ten behoeve van het ministerieel debat) Voor de delegaties gaat hierbij de in hoofde genoemde oriënterende nota met het oog op de zitting van de Raad (Epsco) op 8 juli 2019. 10416/19 mic/gar/ev 1

De economie van welzijn Aan de horizon van Europa dienen zich grote problemen en kansen aan door mondialisering, klimaatverandering, technologische ontwikkelingen, nieuwe vormen van werk en demografische veranderingen als gevolg van de stijgende levensverwachting en lage geboortecijfers. Veerkracht en het vermogen om zich op elk niveau van de samenleving - ook op overheids- en bedrijfsniveau - snel aan te passen aan veranderingen is belangrijker dan ooit. Om op deze ontwikkelingen te reageren en tot duurzame en inclusieve groei te komen in een snel veranderende omgeving, moeten we ons Europees sociaal model, dat een emanciperende werking heeft voor iedereen, promoten. In de steeds feller wordende wereldwijde concurrentiestrijd is dit ons comparatieve voordeel. De EU moet ernaar streven de meest competitieve economie met de grootste sociale bindingskracht ter wereld te zijn. Het debat over de sociale dimensie van de EU is al jaren gaande. De Epsco-ministers zijn het in grote lijnen eens over het belang van de sociale dimensie van de EU en de noodzaak om haar rol in het EU-beleid, ook in het kader van het Europees Semester, te versterken. Tegelijkertijd lijkt die sociale dimensie nog steeds enigszins ondergeschikt aan andere beleidsterreinen van de EU. De Europese Commissie heeft veel belangrijke initiatieven ontplooid ter bevordering van deze sociale dimensie, met de Europese pijler van sociale rechten als belangrijkste. Die laatste was een belangrijke mijlpaal om de sociale dimensie hoger op de beleidsagenda van de EU te krijgen en de economische en sociale dimensie nader tot elkaar te brengen. Om de discussie, die met de Europese pijler van sociale rechten op gang is gebracht, voort te zetten en te verdiepen, wil het Fins voorzitterschap een diepgaand beraad organiseren over de economie van welzijn en de elkaar versterkende verbanden tussen menselijk welzijn en duurzame economische groei. De in het Verdrag verankerde bestaansreden van de EU is het eerbiedigen van de menselijke waardigheid en het bevorderen van het welzijn van de mensen. 10416/19 mic/gar/ev 2

Menselijk welzijn en duurzame economische groei zijn niet met elkaar in tegenspraak. Uit uitgebreid onderzoek van de OESO over de economie van welzijn 1 blijkt dat menselijk welzijn en duurzame economische groei elkaar versterken. Het bevorderen van welzijn en het voorkomen van ziektes en sociale uitsluiting zijn van groot belang uit menselijk oogpunt, maar zijn ook essentieel om de toekomstige overheidsuitgaven te verminderen, de productiviteit te verhogen en om mensen langer te laten werken. Menselijk welzijn is een waarde op zich, maar tegelijkertijd van levensbelang voor de economie. Dit is de voornaamste claim van de economie van welzijn. De economie van welzijn is een breed concept dat betrekking heeft op beleidsmaatregelen op sociaal en werkgelegenheidsgebied, en op het gebied van gendergelijkheid, gezondheidszorg en onderwijs. Het belang van een horizontale benadering wordt daarbij benadrukt. Om het potentieel van de economie van welzijn ten volle te benutten is het essentieel om buiten de hokjes te denken en sectoren te laten samenwerken. Samenwerking versterkt de kennisbasis en biedt synergie en onontgonnen mogelijkheden die gebruikt moeten worden om zoveel mogelijk voordeel te halen uit de positieve langetermijneffecten van beleidsbeslissingen. Maatregelen ten behoeve van welzijn en sociaaleconomische kansen hebben soms pas op de lange termijn effect en het is vaak moeilijk te bepalen wat hun bijdrage aan de economie precies is. Dat maakt het lastig om investeringen in welzijn in het begrotingsbeleid op te nemen, zeker ten tijde van economische neergang. Dit kan weer leiden tot ernstige negatieve overloopeffecten en een verslechtering van de economische fundamentals. Het bbp is nuttig voor het meten van de marktproductie en het geven van een momentopname van de economie op een bepaald tijdstip, maar zegt niet alles over het welzijn van de bevolking. Voor op feiten gebaseerd beleid moeten diverse indicatoren, uitgebreide effectbeoordelingen en een langetermijnperspectief worden gebruikt. 1 Samenvatting van de OESO in doc. ST 10414/19 en het OESO Achtergronddocument in doc. ST 10414/19 ADD 1. 10416/19 mic/gar/ev 3

De economie van welzijn is een benadering die: - ons meer inzicht geeft in hoe welzijn de productiviteit doet toenemen, economische groei creëert, de werkgelegenheid verhoogt en de budgettaire houdbaarheid vergroot; - het belang van uitgebreide effectbeoordelingen benadrukt en zorgt voor een evaluatie van de invloed van wetgevings- en beleidsmaatregelen op het welzijn van de bevolking; - welzijn ziet als een waarde op zich en als een bron van maatschappelijke veerkracht en stabiliteit waar ook het bedrijfsleven baat bij heeft en die investeringen aantrekt. De EU heeft voor de economie van welzijn geen nieuwe vaardigheden of zelfs nieuwe structuren nodig, wel een beter gebruik van de bestaande. Belangrijk is te handelen op de gebieden waar de EU bevoegd is, zoals veiligheid en gezondheid op het werk en gendergelijkheid. Naast deze directe bevoegdheid heeft de EU op verschillende manieren invloed op het welzijn van de bevolking, door wetgeving - middels het Europees Semester - op andere beleidsgebieden zoals economie, werkgelegenheid, sociaal beleid en gezondheidszorg, en door het bevorderen en uitwisselen van beste praktijken. Het welzijn van mensen heeft aanzienlijke grensoverschrijdende overloopeffecten, en dat betreft niet alleen groei, maar ook economische en maatschappelijke stabiliteit. Daarmee is het essentieel voor de toekomst van de EU. Als niet blijkt dat de EU zorgt voor meer welzijn van haar bevolking, zal zij de steun van de bevolking verliezen. Een van de grootste uitdagingen voor de EU is de groeiende ongelijkheid tussen de lidstaten. Ongelijkheid leidt tot verlies van menselijk en economisch potentieel op zowel nationaal als EU niveau. Meer mogelijkheden voor opwaartse sociale mobiliteit ondersteunen de opwaartse sociale en economische convergentie die de EU nodig heeft. 10416/19 mic/gar/ev 4

De ministers wordt derhalve verzocht zich te buigen over de volgende vragen: 1) Hoe kijkt u aan tegen de versterking van de economie van welzijn als leidraad voor beleid en besluitvorming? 2) Hoe moet het beleid en de besluitvorming in de EU worden ontwikkeld om de band tussen economisch beleid en welzijnsbeleid te verstevigen? 3) De principes van de economie van welzijn in de hele EU meer ingang te doen vinden is een langetermijndoelstelling. Wat moeten de eerste stappen zijn? 10416/19 mic/gar/ev 5