BOL / BBL OPLEIDINGEN (Combi ) VERZORGENDE-IG // MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL / BBL NEDERLANDS 2F module 1 Taalbegrip en taalverzorging basisfase 2022 kwartiel 1 en 2 DOELSTELLINGEN: 1. Aan het einde van deze leereenheid kent de student: - de woordsoorten: o Lidwoord o Voorzetsel o Zelfstandig naamwoord o Bijvoeglijk naamwoord o Bijwoord o Infinitief o Voltooid deelwoord - de zinsdelen: o Werkwoordelijk gezegde o Persoonsvorm o Onderwerp o Lijdend voorwerp o Meewerkend voorwerp - de regels van de werkwoordvervoeging en - spelling in het Nederlands bij het gebruik van werkwoorden: o in de tegenwoordige tijd o in de verleden tijd o als voltooid deelwoord o als bijvoeglijk naamwoord - de regels van stijltoepassingen: o zij hun o dit/deze dat/die o als dan o jou/jouw u/uw mij (me)/mijn 1
- de spellingsregels in het Nederlands van: o aaneenschrijven van woorden o meervoudsvormen o accent- en tremawoorden o hoofdletters 2. Aan het einde van deze leereenheid kent de student tenminste 80% van de woordenschat die op 2F gebruikt worden. 3. Aan het einde van deze leereenheid kent de student tenminste 80% van de Nederlandse spreekwoorden en uitdrukkingen die op 2F gebruikt worden. 4. Aan het einde van deze leereenheid kan de student in een zin benoemen : - de woordsoorten: o Lidwoord o Voorzetsel o Zelfstandig naamwoord o Bijvoeglijk naamwoord o Bijwoord o Infinitief o Voltooid deelwoord - de zinsdelen: o Werkwoordelijk gezegde o Persoonsvorm o Onderwerp o Lijdend voorwerp o Meewerkend voorwerp 5. Aan het einde van deze leereenheid kan de student de regels van de werkwoordvervoeging en -spelling in het Nederlands correct toepassen bij het gebruik van werkwoorden: o in de tegenwoordige tijd o in de verleden tijd o als voltooid deelwoord o als bijvoeglijk naamwoord 6. Aan het einde van deze leereenheid kan de student de stijlregels toepassen, m.b.t. o zij hun o dit/deze dat/die o als dan o jou/jouw u/uw mij (me)/mijn 7. Aan het einde van deze leereenheid kan de student de Nederlandse spellingsregels correct toepassen bij: o aaneenschrijven van woorden o meervoudsvormen o accent- en tremawoorden o hoofdletters 2
LESUREN: BOL: - Kwartiel 1: 9 weken à 1,5 uur = 13,5 uren - Kwartiel 2: 9 weken à 1,5 uur = 13,5 uren Totaal: 27,0 uren BBL: - Kwartiel 1: 9 weken à 0,5 uur = 4,5 uren - Kwartiel 2: 9 weken à 0,5 uur = 4,5 uren Totaal: 9,0 uren BENODIGDE LITERATUUR, LICENTIES EN/OF ANDERE MATERIALEN - VIA Handboek Nederlands, Uitgeverij Deviant, Amersfoort, ISBN 978-94-90998-509 - www.studiemeter.nl - Licentie VIA Starttaal-online (24 maanden), ISBN 978-94-91699-016 - www.brenlessen.nl AFRONDINGSVORM: Deze leereenheid omvat twee kwartielen en wordt met één toets afgesloten. Deze leereenheid vormt een zelfstandige toetseenheid en wordt met een cijfer afgerond. Deze leereenheid kent de volgende afrondingsvormen - Digitale eindtoets 2F AFRONDINGSCRITERIA: Een toets is voldoende afgerond als de student tenminste heeft behaald. - mbo-niveau 3 (2F): 5,5 TOETSPROCEDURE GENERIEKE VAKKEN (o.a. NEDERLANDS): Een student kan elk studiejaar ten hoogste twee maal aan deze toets deelnemen. De toets wordt in overleg met de docent in een van de reguliere lessen afgelegd. Bij niet verschijnen of niet deelnemen na afspraak kan de student in het lopende studiejaar nog slechts eenmaal opnieuw aan dezelfde toets deelnemen. Als hij ook hier niet verschijnt of niet deelneemt, kan de student in het lopende studiejaar niet nogmaals dezelfde toets afleggen. Als de student bij de eerste aanbieding een onvoldoende heeft behaald, kan hij met de docent een afspraak maken om de toets nog één maal af te leggen (herkansing). Als ook deze tweede aanbieding tot een onvoldoende leidt, kan de student in het volgende studiejaar opnieuw twee keer aan deze zelfde toets deelnemen. VRIJSTELLINGEN: Een student kan een vrijstelling aanvragen voor alle examens van het generieke vak Nederlands 2F of voor de afzonderlijke examens hiervan. De student dient hiertoe een verzoek in bij de examencommissie van de sector Zorg en Welzijn. Dit verzoek doet hij samen met zijn leertrajectbegeleider. Hierbij gebruikt hij het formulier aanvragen vrijstelling uit het Aventus Handboek Examinering. De student is zelf verantwoordelijk voor de aanlevering van de bewijzen waarmee hij zijn verzoek wil onderbouwen. In zijn algemeenheid kan vrijstelling worden verleend als de student kan bewijzen dat hij eerder een mbo-examenonderdeel op 2F niveau heeft afgelegd en waarvan het resultaat voldoende is om voor de huidige opleiding voor het diploma te slagen. Wij adviseren de student altijd om vooraf met de docent Nederlands te overleggen of een verzoek al dan niet realistisch is. Uiteindelijk beslist de examencommissie van de sector Zorg en Welzijn. Een vrijstellingsverzoek dient altijd uiterlijk binnen vier maanden nadat de student met de opleiding is gestart te zijn ingediend. De student ontvangt uiterlijk drie weken na ontvangst van het verzoek de reactie van de examencommissie. 3
Inhoud van deze module: : VIAStarttaal-online > niveau 2F Bestudeer in je boek VIA Handboek Nederlands: Deel 1: GRAMMATICA: Hoofdstuk 1: Woordsoorten 1.1. Zelfstandig naamwoord 1.2. Lidwoord 1.3. Werkwoord 1.4. Bijvoeglijk naamwoord 1.5. Bijwoord 1.7. Voorzetsel Deel 1: GRAMMATICA: Hoofdstuk 2: Zinsdelen 2.1. Persoonsvorm 2.2. Onderwerp 2.3. Gezegde 2.3.1. Werkwoordelijk gezegde 2.4. Lijdend voorwerp 2.5. Meewerkend voorwerp Deel 2: SPELLING: Hoofdstuk 1: werkwoordsspelling 1.1.1 Werkwoordstam 1.2.1 Vervoegen in de tegenwoordige tij 1.3. Vervoegen in de verleden tijd 1.3.1 Vervoegen van sterke werkwoorden in de verleden tijd 1.3.2 Vervoegen van zwakke werkwoorden in de verleden tijd 1.3.3 TaXi KoFSCHiP 1.4. Andere werkwoordsvormen 1.4.1 Voltooid deelwoord 1.6. Samenvattend schema werkwoordsspelling Deel 2: SPELLING: Hoofdstuk 2: Algemene spelling 2.1. Hoofdletters (2e druk: 2.6) 2.1.1 Begin van de zin 2.1.2 Namen van personen 2.1.3 Organisaties, merken en producten 2.1.4 Aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken 2.1.5 Historische gebeurtenissen en kalendergebruiken 2.1.6 Religieuze en culturele verschillen 2.2. Meervoudsvormen (2e druk: 2.3) 2.2.1 Meervoud op -en (2e druk: 2.3.1) 2.2.2 Meervoud op -s (2e druk: 2.3.2) 2.2.3 Klankverandering (2e druk: 2.3.3) 2.6. Samenstellingen 2.6.1 Koppelteken 2.6.2 Tussenletters 2.8. Woordtekens 2.8.1 Trema " 2.8.2 Accenten ` ' 2.8.3 Apostrof ' 2.8.4 Liggend streepje - Bekijk op www.brenlessen.nl > NEDERLANDS > Taalverzorging Nuttige videolessen en handige tabellen 4
Maak op www.studiemeter.nl > ViaStarttaal-online > niveau 2F > Instaptoets Nadat je alle onderdelen hebt gemaakt, leg je het resultaat voor aan je docent. In overleg met de docent spreek je af voor welke onderdelen nog oefening noodzakelijk is. Van deze onderdelen maak je de oefeningen zoals hieronder aangegeven. Oefeningen o Stijl o Grammatica o Spelling o Werkwoordspelling o Woordenschat o Spreekwoorden en uitdrukkingen Kies hierbij bij voorkeur NIET de toevallige volgorde zoals die in ViaStarttaal-online wordt gebruikt, maar de volgorde zoals hieronder aangegeven. In dat geval heb je voordeel van de kennis die je in een eerdere oefening hebt opgedaan bij het maken van een volgende oefening. (didactische opbouw) Aanbevolen werkvolgorde: 1. Grammatica a. Woordsoorten b. Zinsdelen 2. Werkwoordspelling 3. Stijl 4. Spelling De onderdelen Woordenschat en Spreekwoorden en uitdrukkingen kunnen op elk moment worden geoefend. Deze maken geen deel uit van de zgn. didactische opbouw. Module-afronding: Alle niveau 3 opleidingen: www.studimeter.nl > ViaStarttaal-online > niveau 2F > EINDtoets BELANGRIJK 2F of 3F: Als jij aan het einde van jouw opleiding een mbo-niveau 4 diploma wenst te behalen, moet je alle examens Nederlands op 3F-niveau afleggen. Hieraan mag je deelnemen als je alle modules Nederlands eveneens op 3F-niveau voldoende hebt afgerond. Voor het behalen van een diploma op mbo-niveau 3 geldt dat je alle examens Nederlands op 2F-niveau aflegt. Hieraan mag je deelnemen als alle modules Nederlands eveneens op 2F-niveau voldoende hebt afgerond. 5