Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Vergelijkbare documenten
Nederland = multiculturele/multi-etnische samenleving land waarin verschillende bevolkingsgroepen met verschillende culturen naast elkaar leven.

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4, Nederland, een multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer De multiculturele samenleving,methode Luijsterburg

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4, Nederland, een multiculturele samenleving

5,9. Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Vreemdelingenbeleid: Centraal hierin staat de vraag of er een ruim dan wel restrictief (= terughoudend) beleid van toelating moet worden gevoerd.

Samenvatting Maatschappijleer nederland, een multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Nederland, een multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

Multicultureel: in de samenleving kunnen meerdere groepen worden onderscheiden met onderling verschillende culturele kenmerken.

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

7.2. Samenvatting door een scholier 1455 woorden 21 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme Samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

6,4. Antwoorden door een scholier 1268 woorden 14 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Aardrijkskunde Mobiliteit en Migratie t/m blz 53

Samenvatting Maatschappijleer pluriforme samenleving

6,7. Samenvatting door een scholier 2371 woorden 17 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5, Nederland, een multiculturele samenleving.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 pluriforme samenleving

Maatschappijleer H5 Pluriformiteit

Samenvatting Maatschappijleer Nederland, een multiculturele samenleving

Praktische opdracht Maatschappijleer Integratie

Samenvatting Maatschappijleer De multiculturele samenleving Par 1, 2, 3

7,7. Werkstuk door een scholier 2122 woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Wat is het probleem?

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 10 t/m 12

MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5, Allemaal anders

Opdracht Maatschappijleer Integratie en immigratie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme samenleving. Samenvatting Maatschappijleer hoofdstuk 4 Pluriforme samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme samenleving

7,3. Samenvatting door S woorden 1 april keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

Asielzoekers in Nederland

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Pluriforme samenleving

Antwoorden Maatschappijleer Pluriforme samenleving

7,9. Samenvatting door K woorden 23 oktober keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 2

maatschappijwetenschappen (pilot)

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Abou Jahjah: Nederland weer multicultureel

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5

5,8. Samenvatting door Sietske 2402 woorden 9 januari keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. Hoofdstuk 1

Werkstuk Levensbeschouwing Allochtonen als zondebok

Multiculturele samenleving vmbo-kgt34

6, Samenvatting door een scholier 1344 woorden 19 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Hoe is de multiculturele samenleving ontstaan?

Multiculturele Samenleving

Proeftoets periode 4 vwo

2,8. Samenvatting door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

Maatschappijleer SE4 Pluriforme samenleving

Allochtone Nederlandse ouderen: de onverwachte oude dag in Nederland

Praktische opdracht Maatschappijleer Het asielbeleid

De politieke situatie in Oost-Europa leidt tot politieke decompartimentering: staten vallen uiteen in

VRAGEN OVER HET ARTKEL HET MULTICULTURELE DRAMA

De Sociaal maatschappelijke dimensie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

MAATSCHAPPIJKUNDE VMBO BB

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur

Scholengroep Amnesty International Nijmegen WERKBLADEN - 2

Begrippenlijst Maatschappijleer Paragraaf 5 t/m 8: Pluriforme samenleving

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Bijlagen bij hoofdstuk 11 Opvattingen van autochtonen en allochtonen over de multietnische

Interculturaliteit binnen welzijn en gezondheid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Het OCMW en de vluchtelingencrisis

De feiten: arbeidsmigratie door de jaren heen

Maatschappijleer 2/K/6 Toelichtingen bij exameneenheid De multiculturele samenleving

PTA maatschappijleer 1&2 KBL Bohemen cohort

Hoe kan de integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving het beste gestalte krijgen?

Werkstuk Nederlands Vluchtelingen

Opgave 3 Een nieuwe klassenmaatschappij?

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel)

Het onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft.

Diversiteit & Identiteit Wijkracht 28/11/2017

Hoofdstuk. Migratie. in België

Werkstuk Aardrijkskunde Asielzoekers en vluchtelingen

Vluchtig Nieuws. vluchtelingenkrant. Speciale editie uitgave 24 maart 2017 onder redactie van groep 6 CBS Het Kompas

Eindexamen filosofie vwo I

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten

Eerst even wat moeilijke woorden uitleggen:

7,2. Het probleem: Praktische-opdracht door een scholier 2150 woorden 15 december keer beoordeeld. Maatschappijleer.

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II

Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat

Examen HAVO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl)

Samenvatting Aardrijkskunde Domein politiek ruimte

MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving Samenvatting door een scholier 4331 woorden 9 november 2005 5,6 210 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 2 De Multiculturele samenleving 2.3 wat is de multiculturele samenleving? Waarom noemen we onze samenleving een multiculturele samenleving? Omdat er veel verschillinde mensen met verschillende culturen in één land wonen. Geef een omschrijving van de begrippen etnische groep, etniciteit, migratie. Etnische groep: een groep mensen die zichzelf ziet als een aparte groep en die ook door anderen als een aparte groep wordt beschouwd op grond van hun etniciteit. Etniciteit: culturele kenmerken en gedragingen van een grote groep mensen die van generatie op generatie wordt overgedragen en die wordt versterkt door besef van gemeenschappelijke afkomst. Etniciteit komt onder andere tot uiting in kenmerken als religie, taal, kleding, omgangsvormen, waarden en normen. Migratie: is dat je naar een ander land verhuist. 2.4 Spraakverwarring Spraakverwarring kan ontstaan doordat mensen afkomstig van een ander land in Nederland in hun eigen taal blijven praten maar ook in het benamen van deze etnische groepen. Autochtoon: is een inwoner van ons land die hier zijn wortels heeft. Al generaties lang woont zijn familie hier. Vreemdeling of buitenlander: een bezoeker van ons land dat niet onze nationaliteit heeft. Bijv. Toeristen, asielzoekers en buitenlanders die hier werken of studeren. (de meeste hiervan zijn uit Turkije Marokko Allochtoon: is iemand die zich op grond van ras of andere duidelijke zichtbare kenmerken onderscheidt van de oorspronkelijke inwoners van het land. West Europeanen die naar Nederland verhuizen noemen wij Pagina 1 van 17

geen allochtonen. Kinderen van allochtonen die hier goed Nederlands spreken en de Nederlandse nationaliteit hebben noemen we ook allochtonen pas na generaties veranderd dat. Gastarbeider: mensen die uit andere landen zijn gekomen om hier te werken (vooral afkomstig uit het Middellandse Zee gebied). Etnische groepen: etnische groepen zijn vaal allochtonen. Minderheden: alle groepen in de samenleving die zich onderscheiden doordat ze op een of andere manier zijn achtergesteld. (hieronder vallen homoseksuelen en huismannen) 2. 5 Nieuwe sociale politieke vraagstukken Vooral mensen van allochtone afkomst hebben te maken met een achterstand op sociaal-economisch gebied. Dat blijkt uit: - hoog percentage werkeloosheid onder allochtonen - relatief slechte woonsituatie - achterstand in opleidingsniveau Ook krijgen zij soms negatieve reacties op hun gebruiken en kan dit zich uiten in discriminatie. Daarnaast hebben zij moeite met het aanpassen aan de Nederlandse samenleving. Er ontstaat een minderheidsvorming doordat ze slecht en beperkte toegang tot materiele en immateriële zaken toegang hebben zoals: - macht - welvaart - welzijn - status - respect Deze minderheidvorming leidt tot twee belangrijke sociale en politieke vragen: - Op welke manier moet er een optimale verhouding tussen de verschillende groepen en culturen in één samenleving worden bereikt en discriminatie bestreden? - Hoe kan het probleem van de sociale ongelijkheid worden aangepakt? Op grond van deze vragen zal de overheid een minderheidsbeleid moeten voeren. De overheid zal een vreemdelingenbeleid moeten voeren. Centraal daarin staat de vraag of er ruim dan wel restrictief ( = terughoudend) beleid van toelating moet worden gevoerd. Er zijn veel succesvolle ingeburgerde allochtonen, bijv. de Italianen met hun restaurants en de chinezen. Zij hebben een goede opleiding gehad, ze hebben goede banen en goede inkomens. Pagina 2 van 17

Daarnaast heeft het onze samenleving verrijkt. In de jaren zestig zorgden de gastarbeiders dat er voldoende arbeidskrachten waren. Onze eetcultuur is ook helemaal veranderd, veel allochtonen hebben een plaatsje veroverd in ons Nederlands muziekleven en in de literatuur. Hoofdstuk 3 Waarom zijn er vreemdelingen in Nederland? 3.3 Een historische benadering Door de eeuwen heen zijn er altijd al buitenlanders geweest, vaak vanwege godsdienstige of politieke redenen. Zij zochten hun toevlucht hier omdat ons land bekend stond om zijn tolerante houding. Deze tolerante houding wordt verklaard doordat Nederlanders hier eigenbelang bij zouden hebben. - Namelijk in 1300 de komst van de joden in de geldhandel, bij hen kon je geld lenen. - In 1585 viel de Antwerpen in handen van de hertog van Parma waardoor een groot deel van de Antwerpse naar Amsterdam vluchtte. Hun komst zorgde voor nieuwe impulsen tot ontwikkeling van de Gouden Eeuw in Noord-Nederland. Zij brachten handelsrelaties mee. - Na 1685, toen het Edict van Nantes werd herroepen, vluchtten veel hugenoten uit Frankrijk naar de Nederlanden, zij zorgde voor zijde en fluweelweverijen en hoedenmakerijen. - na begin 17e eeuw kwamen er veel joden uit Portugal naar Nederland en tussen 1635 en 1800 komen nog meer joden uit Midden en Oost- Europa. - In de 19e eeuw komen ook nog veel Duisters. - Begin 20e eeuw kende Nederland weinig migratie alleen in de Limburgse mijnen. - Tussen 1920 en 1940 liet Nederland maar beperkt vluchtelingen toe. - Na de Tweede Wereldoorlog nam de migratie flink toe. In die tijd kwamen vooral inwoners van voormalige koloniën van Nederland zoals uit Nederlands- Indie en de Antillen. Na 1960 kwamen er steeds meer migranten, het migratiesaldo steeg. Er kwamen vooral werkkrachten uit de landen rond de Middellandse Zee. Na 1970 kwamen er veel Surinamers. Vanaf de jaren tachtig komen er ook veel vluchtelingen naar Nederland. 3.4 gevolgen van migratie In het verleden weinig problemen met nieuwkomers. Een belangrijke oorzaak, geen hecht Nederland. - niemand voelt zich echt Nederlanders - er is geen geloof wat de meerderheid gelooft Meeste buitenlanders assimileerden (opgaan in de autochtone bevolking) snel, de regering was daar ook vaak soepel in. Positieve veranderingen door nieuwkomers: - Impulsen geven aan ontwikkeling wetenschap, handel en nijverheid. (meer vroeger) - Impulsen op het gebied van muziek, mode, literatuur, sport en eten. (meer nu) - Het besef dat er veel culturen zijn, waardoor we onze eigen waarden en normen kritisch bekijken en relativeren. - Door de komst van gastarbeiders werd het tekort aan arbeidkrachten opgeheven waardoor onze Pagina 3 van 17

economie weer kon groeien - De kinderen van de allochtonen zorgen er voor er een evenwichtigere opbouw van de bevolking waardoor de vergrijzing minder snel verloopt. Negatieve veranderingen: - discriminatie - problemen met huisvestiging - problemen met onderwijs - botsende cultuurverschillen - Een gevolg van de bovenstaande de opkomst van extreem rechtse groeperingen. 3.5 Waarom migreren mensen? Migratiemotieven: - de ecologische en economische situatie: eco: geen bestaansmogelijkheden, in woestijnen zonder water kun je niks verbouwen economische: geen werk in eigen land kunnen vinden - Politieke situatie Je vlucht omdat je vervolgd wordt omwille van politieke of godsdienstige redenen, of in een land waar oorlog is weg willen - persoonlijke situatie Gezinsvorming of hereniging. Bij alle migratiemotieven kunnen zowel push als pull factoren een belangrijke rol spelen. Onder push factoren verstaan we factoren in het land van de migrant die hem ertoe brengen naar elders te reizen. - hongersnood, armoede - geen middelen van bestaan - vervolge worden, vrijheid en leven zijn in gevaar Onder pull factoren verstaan we factoren in het migratieland, die mensen van buiten aantrekken. - een regering nodigt vluchtelingen uit vanwege humanitaire overwegingen - een gastland kan uit economische overwegingen buitenlandse werknemers aantrekken - De rijkdom en welvaart trekt mensen uit arme landen aan. - De gastarbeider nodigt zijn gezinsleden uit zich bij hen te voegen. Een nieuw feit is dat de migratiemogelijkheden in deze tijd enorm vergroot zijn ten opzichte van vroeger. Door de moderne massamedia is er in heel de wereld informatie over wat de westerse landen de migranten te bieden hebben En door de moderne vervoermiddelen is het makkelijk om op een betaalbare manier over de wereld te reizen Pagina 4 van 17

Hierdoor is migratie een blijvend verschijnsel De belangrijkste groepen van migranten in Nederland De migratie naar ons land na WO II vindt voor een belangrijk deel een oorzaak in ons koloniaal verleden. Indische Nederlanders, Molukkers en Surinamers kwamen bij het onafhankelijk worden van hun land naar Nederland, daar speelde zowel politieke als economische redenen. Indische Nederlanders Er woonden sinds de tijd van VOC veel Nederlanders in Indonesië. Sommige waren werkzaam in overheidsdienst, anderen hadden eigen bedrijven. Lange tijd hadden ze zich verzet tegen de onafhankelijkheid. Na een felle strijd die Soekarno voerde om onafhankelijk te worden voelden veel Nederlanders zich onzeker over hun lot, dus keerde ze terug naar hun moederland. Molukkers Veel Molukkse mannen vochten bij het Nederlands- Indische leger tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders. Ze voelden zich erg verbonden met het Nederlands koningshuis en waren protestants. De meeste Indonesiërs zijn moslim en zagen Nederlanders als onderdrukker en ook de molukkers omdat zij de Nederlanders hielpen. De Nederlandse regering had de Molukse soldaten een zelfstandige republiek beloofd, maar dat ging niet door. Daarom koos de regering van NL er voor om de Molukse militaire in dienst te nemen en naar Nederland te halen met hun gezinnen. In eerste instantie bleven de Molukkers in kampen wonen om hun eigen cultuur te behouden. Toen duidelijk werd in 1970 dat de Nederlandse regering haar woord niet kon houden, kwamen er rellen, gijzelingsacties etc. Surinamers In de jaren 50 en 60 kwam ze uit betere milieu s voor hun studie. Halverwege de jaren 70 kwamen er nog meer omdat in hun eigen land de spanningen hoog opliepen vanwege de onafhankelijkheid. Er was een slechte economische situatie en ook waren er veel tegenstellingen tussen de creoolse en hindoestaanse bevolkingsgroepen. Toen sergeant Bouterse in 1980 een militaire staatsgreep pleegde kwamen er nog veel meer Surinamers naar Nederland, deze keer als politieke vluchtelingen. Antillianen Eerst kwamen er vooral veel studenten die hier hun studie voltooide en daarna terug keerde. Maar toen in de jaren 70 op de Antillen de werkgelegenheid af nam kwamen er ook veel werkzoekende naar Nederland. Dat waren vooral jongeren uit de lagere sociaal-economische klassen. Vanaf de jaren 60 tot de oliecrisis in 1973 is er sprake van arbeidmigratie. Toen was er in Nederland een tekort aan laaggeschoolde arbeidskrachten. Werknemers wierven toen arbeiders uit Turkije, Marokko en Pagina 5 van 17

ook een beetje uit Spanje, Italië. Eerst kwamen er alleen de arbeiders later mochten ze van de overheid hun gezinnen over laten komen. Na de olie crisis en de daarop volgende economische crisis nam de migratie af. Nu komen er bijna alleen nog maar vluchtelingen en asielzoekers. Op grond van het Vluchtelingen verdrag van Genève moeten mensen die in hun eigen land op grond van: - Godsdienstige of politieke redenen - Op grond van ras, of een bepaalde sociale groep - Of vluchten voor oorlogsgevaar Daarom moeten ze toegelaten worden In de jaren 90 kwamen er toen veel vluchtelingen uit Joegoslavië 3.7 De groei van etnische groepen in ons land groei of daling allochtone bevolking - gezinnen van ethische groepen hebben gemiddeld meer kinderen, Dit cijfer is overigens aan het dalen - Gezinshereniging is aan het afnemen, dat komt omdat dat proces praktisch voltooid is. - Gezinsvorming, het komt nog steeds voor om een huwelijkspartner over te laten komen naar Nederland - Nu zijn er relatief veel jongeren die straks gezinnen gaan vormen dat kon tot een groei van de groep allochtonen leiden - Er zijn nog steeds genoeg landen met oorlogen en of crisissen waardoor vluchtelingen komen - Er zijn weinig mensen die terug gaan, er is bijna geen sprake van retour migratie. Hoofdstuk 4 Verblijfstitel voor vreemdelingen 4.3 De buitenlander en de wet Sinds 1992 is de paspoortcontrole aan de binnengrenzen van de EU opgeheven Buitenlanders uit de landen van de EU en de VS hoeven alleen maar een geldig paspoort te laten zien hier. Andere buitenlanders moeten ook een visum laten zien. Ook zijn er nog bepaalde toelatingseisen waar ze moeten voldoen: genoeg geld hebben voor hun verblijf en terugreis. En er is een limiet gesteld aan hoe lang ze mogen blijven, namelijk drie maanden. Na die drie maanden moeten ze zich melden bij de vreemdelingenpolitie. 4.4 Wie is Nederlander? Wie Nederlander is mag zonder voorwaarden in NL verblijven en mag nooit uitgezet worden. Nederlanderschap door: - geboren uit NL vader en NL moeder - door geboorte als derde generatie kind - Gebruik optieregeling. Voor personen tussen de 18 en 25 die in NL zijn geboren en hier altijd hebben Pagina 6 van 17

gewoond. Door afleggen van verklaring Nederlander worden. - Naturalisatie. Een meerderjarige die hier min. 5 jaar heeft gewoond, die voldoende is ingeburgerd, geen crimineel verleden en een geldige verblijfstitel heeft. 4.5 Uitgangspunten voor het vreemdelingenbeleid de wetgeving heeft zich gebaseerd op: - UVRM universele verklaring van de rechten van de mens - EVRM Europese verklaring van de rechten van de mens - VVG vluchtelingenverdrag van Genève - Fundament van onze grondwet UVRM In 1948 ondertekend door bijna alle landen van de wereld. Het is een plechtige belofte door regeringsleiders EVRM Een uitwerking van de UVRM VVG In 1952 ondertekend door veel landen. Het belangrijkste, de definitie wat we onder vluchteling verstaan. 4.6 Verblijfstitels voor vreemdelingen zakelijke aard Verdrag van Schengen Voor onderdanen uit de landen van de EU. Die regelt het vrije verkeer en vestiging van personen in de EU. Ze mogen een langere tijd in andere landen van de EU wonen en werken. Na drie maanden moeten ze zich melden en een vergunning aanvragen, die ze krijgen omdat ze over voldoende geld beschikken Verblijfsvergunning Wie langer dan drie maanden in ons land wil verblijven moet binnen 8 dagen na aankomst in NL zorgen voor een vergunning tot verblijf (VTV). Die krijg je alleen als je in je eigen land een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) hebt gekregen. De vergunning is eerst voor een jaar en kan verlengd worden. Hij wordt geven voor: -studie -werk -gezinshereniging /vorming hij wordt ingetrokken bij: - schending van openbare orde en rust - ontbreken van voldoende middelen van bestaan Pagina 7 van 17

De vergunning van iemand die door eigen schuld werkeloos wordt kan maar 1 keer worden verlengd Vergunning tot vestiging Je hebt hier 5 jaar legaal gewoond dan heb je aanspraak. Hij kan worden geweigerd door: - onzekerheid ver voldoende middelen van bestaan (na 10 jaar vervalt dit) - ernstige inbreuk op openbare orde en rust - of vanwege gevaar voor de nationale veiligheid Sinds 1975 is er een strengtoelatingsbeleid. Dat komt door: - toenemende werkeloosheid - woningnood - stijgende kosten sociale zekerheid - kosten asielbeleid - vrees voor toenemende spanningen tussen etnische minderheden Klemmende redenen van humanitaire aard (grondslag in VVG) Verblijf als vluchteling Procedure & uitkomst asielaanvraag; 1. Aanmelden als asielzoeker 2. Plaatsing in onderzoeks- of opvangcentrum 3. Er wordt onderzocht of de asielzoeker als vluchteling kan worden erkend. 4. Als dat kan -> persoon geplaatst in asielzoekerscentrum 5. Blijven; A-status: onbepaalde verblijfsmogelijkheid C-status: tijdelijke vergunning tot verblijf, afhankelijk van de ontwikkelingen in het land van herkomst. Gedoogden, ze krijgen geen verblijfvergunning maar mogen blijven om humanitaire redenen (VVTV) voorwaardelijke vergunning tot verblijf, kan elk moment ingetrokken worden wanneer het in het land van herkomst beter gaat. Verblijf als gezinslid Achtergebleven huwelijkspartner, minderjarige kinderen, en degene die met de hier verblijvende wil trouwen. Degene die al in Nederland is moet wel over genoeg middelen beschikken om iedereen te kunnen onderhouden. Wanneer het gaat om een huwelijk moet diegene ook een geschikt huis hebben. Na drie jaar mag je blijven. Illegalen Buitenlanders zie verblijven zonder verblijfstitel, ze komen uit economische motieven. Ze kosten geld doordat andere mensen geen plaats kunnen vinden op de arbeidsmarkt, en een deel zorgt voor toename van criminaliteit, en de kosten om ze uit te zetten. Verklaring geven voor het wijzigen van het vreemdelingenbeleid; Grote toestroom van de vluchtelingen. Pagina 8 van 17

3 Argumenten voor streng / restrictief vreemdelingenbeleid; 1. Kosten asielbeleid worden te hoog 2. Er is geen werk en woonruimte meer voor de asielzoekers 3. Nederlandse cultuur wordt bedreigd 3 Argumenten voor soepel / tolerant vreemdelingenbeleid; 1. Recht van gezinshereniging 2. Werkgelegenheid in bepaalde sectoren 3. Toenemend geweld in de wereld Hoofdstuk 5 Omschrijving begrip cultuur ; De totale leefwijze van een groep zoals die tot uiting komt in de normen en waarden, de gewoonten, regels, tradities, rituelen, symbolen en de kunst. Dit komt tot uiting in normen en waarden. Cultuur zijn relatief; Plaats- en tijdgebonden: passen zich voortdurend aan, aan de omstandigheden van dat moment, bijv. politiek of economische veranderingen. Omschrijving begrip acculturatie ; Door contacten met andere culturen verandert de eigen cultuur. Door tv en computer krijgen wij Amerikaanse cultuur elementen, ook Mac Cultuur is altijd tijd en plaatsgebonden, het is relatief, ze veranderen voortdurend en zijn niet aangeboren maar aangeleerd. Wat is het verschil tussen normen en waarden?; Normen zijn specifieke gedragsregels die voortkomen uit de waarden en waarden zijn wat de mensen nastrevenswaard en waardevol vinden. Onderscheid tussen de dominante cultuur en de subcultuur; De dominante cultuur heeft het meeste invloed op de samenleving en de subcultuur is een eigen cultuur met een band met de dominante cultuur. Waarom is cultuur niet aangeboren, maar aangeleerd? ; Door het socialisatieproces: kinderen wordt geleerd welke normen en waarden, gewoontes enz., in de groep waarin ze leven, belangrijk worden gevonden. Internalisatie: geen twijfel over of ze uit eigen overtuiging handelen als ze dingen gaan doen die passen binnen de cultuur. Voorbeelden geven van cultuurverschillen binnen één etnische bevolkingsgroep; * Gelovig - Niet gelovig = katholiek protestants * Hippie - Geen hippie Pagina 9 van 17

* Verschil platteland stad * Sociaal milieu * Jongerenculturen Verschillen tussen (sub-) culturen van etnische minderheden en de dominante cultuur; etnische minderheden: zeer groepsgericht meestal dominante cultuur: individueel gericht Omschrijving begrip positiegedrag ; Je gedraagt je binnen een groep zoals de groep verwacht, behorende bij jouw positie. 3 Dimensies in het begrip cultuur; 1. Ideële dimensie ->niet tastbaar: - ideeën over mens en samenleving - godsdienstige opvattingen 2. Normerende dimensie -> uit ideeën ontstaan gewoontes, wetten en strafbepalingen 3. Kunst -> weergave van ideeën en normen Mensen die zich niet aan de belangrijkste normen van de cultuur van hun groep vertonen afwijkend, deviant gedrag. Sociale controle binnen een groep. Hoofdstuk 6 Wat is sociale categorisatie ; Het indelen van groepen o.b.v. kenmerken van de groep. Man- vrouw, jongere oudere, allochtoon, geeft direct een beeld. Etnocentrisme Je acht mensen uit een ander cultuur minderwaardig Wat is stereotypering ; De beeldvorming over het gedrag en de mentaliteit van leden van een andere groep, vaak erg vereenvoudigd en generaliserend. 3 Oorzaken/redenen voor stereotypering ; 1. Socialisatieproces: - Welke stereotiepe beelden in de opvoeding meegekregen? - Omgeving, media, milieu waar je uitkomt 2. Behoefte aan het creëren van een eigen positieve identiteit -> positief eigenbeeld door eigen groep gunstig te laten afsteken t.o.v. andere groepen. 3. Angst voor het vreemde (Xenofobie): iets vreemds kan bedreigend zijn als je daardoor je eigen normen en waarden ter discussie gesteld kunnen worden. Vooroordelen Pagina 10 van 17

Je hebt een mening over de ander die niet gebaseerd is op feiten en kennis. Gevolg van negatieve beeldvorming; Ontstaan van voor oordelen -> leiden tot discriminatie en racisme Omschrijving begrip discriminatie ; Het onterecht verschillend (of juist gelijk) behandelen van personen of groepen. Institutionele discriminatie Regelingen zijn bewust of onbewust zo gemaakt dat ze bepaalde bevolkingsgroepen systematisch minder kansen geven. Racisme Is discriminatie gekoppeld aan het uiterlijk en met name de huidskleur van mensen, ook spelen sterotypering en vooroordelen hier een grote rol. Ze beschouwen bepaalde mensen als minderwaardig Nieuw racisme Hier gaat het niet om raciale verschillen, maar de opvatting dat binnen 1 samenleving verschillende culturen niet met elkaar kunnen samenleven. Discriminatie leid vaak tot achterstand en die achterstand leid dan weer tot negative beeldvorming, er ontstaat een vicieuze cirkel die moeilijk doorbroken kan. Het meganisme van het selffulling prophecy gaat werken. Mogelijke maatschappelijke en persoonlijke gevolgen van discriminatie; * Minder kans op de arbeids- en woningmarkt * Ontstaan van het gevoel gekwetst en bedreigd te zijn * Ontstaan van spanningen tussen bevolkingsgroepen Sociale onderklasse Ongeschoolden met tijdelijke baantjes en arbeidsongeschikten en arbeidsongeschikten met lage inkomens Een ondergeschikte culturele positie hangt samen met: Positietoewijzing De samenleving zorgt ervoor dat elke groep zijn plaats toegewezen krijgt. Positieverwerving De minderheden zorgen ervoor dat ze een bepaalde plaats in de samenleving verwerven Fundamentalisme Een dogmatisch en compromisloos vasthouden aan religieuze en politieke principes en regels die worden gezien als enige waarheid Verklaringen voor het ontstaan van fundamentalistische bewegingen: - verzet tegen westerse modernisering - het zoeken naar een eigen culturele identiteit - bron van inspiratie voor verzet tegen armoede en werkeloosheid Pagina 11 van 17

Slechte beeldvorming over de islam in Nederland: - in extreem rechtse kringen wordt beweerd dat de moslims NL gaan overnemen. - Mensen denken dat de islam gewelddadig en intolerant is - Over de positie van de vrouw, mensen denken dat de man meerdere vrouwen mag hebben - Moslims zouden dieren mishandelen - Moslims zouden zich niet willen aanpassen in de Nederlandse samenleving Hoofdstuk 7 2 Visies in beoordeling van cultuurverschillen; 1. Cultureel relativisme: Gedrag van andere mensen vanuit hun cultuur begrijpen - volstrekt onbevangen kijk op andere culturen - waarden en normen zijn relatief 2. Universalisme: Algemeen waarden zouden voor iedereen gelden, ongeacht de cultuur waarvan hij deel uitmaakt. Omschrijving van de 4 samenlevingsmodellen; 1. Segregatiemodel: Duidelijke fysieke en sociale scheiding van etnische minderheden van de dominante cultuur op basis van ongelijkheid. 2. Multiculturele samenleving: Verschillende etnische groepen krijgen toegang tot het sociale, economische en politieke leven, gelijkwaardig, mét behoud van de eigen cultuur. 3. Assimilatiemodel: De nieuwkomers nemen de cultuur van de dominante groep volledig over-> eigen cultuur verdwijnt grotendeels. 4. Melting-pot: De etnische groepen en de autochtone bevolking binnen een staat versmelten cultureel en fysiek tot een nieuwe bevolkingsgroep. Hoofdstuk 8 Omschrijving sociale stratificatie ; gelaagdheid in de samenleving Indeling aangeven van gelaagdheid in de samenleving; * Onderklasse * Werknemers- of arbeidersklasse * Professionele middenklasse van hoogopgeleide werknemers * Ondernemersklasse * Bovenlaag van kapitaalbezitters en topbestuurders 3 Verschillende verklaringen van maatschappelijke ongelijkheid; 1. Verschil in inkomen 2. Verschil in opleiding 3. Discriminatie van bepaalde groepen Omschrijving van begrip sociale mobiliteit ; Het stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder van de ene klasse naar de andere. Pagina 12 van 17

Verschil tussen intergenerationele en intragenerationele mobiliteit; Het stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder t.o.v. je eigen loopbaan of t.o.v. je ouders. Hoofdstuk 9 Maatschappelijke positie bepaald door: Onderwijs achterstand blijkt uit: * gemiddeld laag onderwijsniveau * relatief slechte prestaties in basisonderwijs * minder vaak doorstroming naar hoger onderwijs * veel drop-outs oorzaken vanuit de samenleving (positietoewijzing): * institutionele discriminatie * leermiddelen en toetsen teveel gericht op Nederlandse leerlingen * onderwijs houdt onvoldoende rekening met niet-nederlandstalige leerlingen oorzaken vanuit de etnische minderheden (positieverwerving): * onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal * geringe vooropleiding en geringe sociaal-economische status * onbekendheid met Nederlands onderwijssysteem * slechte woonomstandigheden maatregelen van de overheid: * onderwijsvoorrangsbeleid * NT2-cursussen * internationale schakelopleidingen * onderwijs in eigen cultuur en taal (ná officiële schooltijd) * intercultureel onderwijs Arbeidsmarkt achterstand blijkt uit: * hoge werkeloosheid * langdurige werkeloosheid * lagere functies * veel tijdelijke dienstverbanden oorzaken vanuit de samenleving (positietoewijzing): * mechanisering en automatisering neemt ongeschoold werk over * diploma-inflatie * discriminatie werkgever * institutionele discriminatie oorzaken vanuit de etnische minderheden (positieverwerving): * laag opleidingsniveau * onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal Pagina 13 van 17

* niet-vertrouwd zijn met de Nederlandse sollicitatieprocedures * ontbreken van een invloedrijk netwerk van informele sociale contacten maatregelen van de overheid: * positieve actie ->positieve discriminatie * meldingsplicht; hoeveel allochtonen zijn in dienst bij een bedrijf? * WBEAA (Wet Bevordering Evenredige Arbeidsdeelname Allochtonen) Huisvesting achterstand blijkt uit: * concentratie in oudere woonwijken (slecht onderhoud) * te kleine woonruimten oorzaken vanuit de samenleving (positietoewijzing): * toewijzingsbeleid woningbouwvereniging * spreidingsbeleid van de gemeente * weerstanden van de lokale bevolking oorzaken vanuit de etnische minderheden (positieverwerving): * behoefte aan contacten met leden van eigen groep maatregelen van de overheid: * verbod op gemeentelijk verspreidingsbeleid * opheffing discriminerende belemmeringen bij woningtoewijzing ontstaan één nieuwe cultuur o.b.v. de verschillende oude culturen. Hoofdstuk 10 Minderhedenbeleid t/m de jaren 90: * jaren 50: snelle assimilatie Indische Nederlanders aparte huisvesting Molukkers * jaren 60: geen minderhedenbeleid i.v.m. tijdelijk verblijf van de gastarbeiders * jaren 70: gezinshereniging en gezinsvorming * na 1975: tweesporenbeleid (= integratie met behoud van de eigen cultuur * jaren 80: bestrijding discriminatie en racisme bevordering politieke participatie meer aandacht voor sociaal economische achterstandspositie * jaren 90: inburgeringscontract (= verplicht Nederlandse taal leren en maatschappelijke oriëntatie) Oorzaken veranderingen in minderhedenbeleid; 1. Opkomst discriminatie en racisme 2. Komst gastarbeiders 3. Komst verschillende etnische minderheden Voorbeelden geven van concrete maatregelen om sociale mobiliteit en maatschappelijke positie te bevorderen m.b.t.; Pagina 14 van 17

ONDERWIJS: * Onderwijsvoorrangsbeleid (extra middelen voor scholen met hoog percentage leerlingen van etnische afkomst) * Opstapprojecten en schakelklassen (via aangepast onderwijs achterstand wegwerken) * Nederlands-als-tweede-taal * Intercultureel onderwijs (gemakkelijker contact met andere culturen in de samenleving) ARBEID: * Meldingsplicht van bedrijven over hoeveel werknemers ze in dienst hebben van etnische afkomst. * Positieve actie (overheid laat zien dat het zelf etnische minderheden in dienst neemt) WONEN: * Verbod op gemeentelijk verspreidingsbeleid * Weghalen van een aantal discriminerende belemmeringen bij woningtoewijzing POLITIEK: * Vreemdelingen hebben ook grondrechten * Actief en passief strafrecht op lokaal niveau (gemeenten) Hoofdstuk 11 Standpunten van de politieke partijen m.b.t. het minderhedenbeleid; PvdA: Voorstanders van immigratie, er moeten voorzieningen worden genomen voor opvang en integratie van vreemdelingen. Leren van Nederlandse taal, extra scholing moet worden bevorderd. Vreemdelingen moeten kunnen deelnemen aan het politieke proces. CDA: Naastenliefde. Verplicht leren van de Nederlandse taal. Bestrijding illegalen. Criminele vreemdelingen moeten sneller het land uitgezet kunnen worden. VVD: Garantie grondrechten voor allochtonen. Hulp bij integratie. Plicht tot volgen van onderwijs. Voorstander inburgeringscontract. Economische vluchtelingen moet geen toegang krijgen tot ons land. D 66: Opvangbeleid gericht op snelle integratie. Individueel bekijken van vluchtelingen, geen toelatingsquota. Groen Links: Nederland moet meer buitenlanders opnemen; internationale samenwerking in toelatingsbeleid is noodzakelijk. Recht op gezinsvorming en -hereniging moet blijven bestaan. Klein Rechts: Voorkomen van gettovorming. Bedrijven moeten belasting gaan betalen als ze weigeren allochtonen in dienst te nemen. Basiseducatieplicht. Betere doorstroming hogere vormen van onderwijs. Gezinsvorming en -hereniging bij voorkeur in land van herkomst. Pagina 15 van 17

SGP: Subsidiëring moskeeën moet worden afgewezen (anti-christelijk). Toelatingseisen strenger. Extreem Rechts: Multiculturele samenleving moet gestopt worden. Multiculturele huwelijken moeten zo snel mogelijk worden beëindigd. Werkeloze buitenlanders moeten max. 6 maanden na laatste werkdag remigreren. Asielzoekers moeten op aanwezigheid van besmettelijke ziektes gecontroleerd worden. Begrippenlijst Multiculturele samenleving 1. Waarden: datgene wat mensen nastrevenswaard en waardevol vinden normen: specifieke gedragsregels die voortkomen uit waarden 2. Etniciteit: de culturele kenmerken en gedragingen van een groep mensen die van generatie op generatie worden overgedragen en die wordt versterkt door het besef van gemeenschappelijke afkomst/herkomst 3. Allochtoon: iemand die zich op grond van ras of andere duidelijk zichtbare kenmerken onderscheidt van de oorspronkelijke inwoners van ons land 4. Socialisatieproces: aanpassen aan je omgeving (opvoeding: taal, gedragingen, gewoonten en geloof) verantwoordelijk; ouders familie school TV 5. Acculturatie: door contacten met andere culturen verandert de eigen cultuur 6. Assimilatie: opgaan in de autochtone bevolking 7. Segregatie: duidelijke fysieke en sociale scheiding van etnische minderheden van de dominante groep 8. Integratie: geen achterstandpositie meer, maar met behoud van eigen cultuur (sprake van bij assimilatiemodel en de multiculturele samenleving) 9. Internalisatie: bepaalde normen en waarden worden overgenomen, uit eigen overtuiging zodat je je gedraagt naar de verwachtingen van een groep 10. Subcultuur: afgeleid van de dominante cultuur maar wijkt in sommige opzichten duidelijk af 11. Positiegedrag: je gedraagt je zoals bij jouw positie in de groep hoort 12. Deviant gedrag: (=afwijkend gedrag) er wordt niet gehouden aan de belangrijkste normen van de cultuur van hun groep 13. Sociale controle: binnen een cultuur wordt het gedrag van leden van de groep gewaardeerd of afgekeurd door de rest Pagina 16 van 17

14. Sociale categorisatie: indelen in groepen 15. Xenofobie: angst gebaseerd op niet aanwezige gevaren voor het vreemde 16. Vooroordeel: een mening over een ander die niet gebaseerd is op feiten en kennis maar op basis van stereotypering 17. Stereotypering: beeldvorming over het gedrag en de mentaliteit van leden van een andere groep sterk vereenvoudigd en generaliserend 18. Etnocentrisme: uitgaan van de eigen normen en waarden (cultuur) en dit vergelijken met andere culturen 19. Discriminatie: het onterecht verschillend (of juist gelijk) behandelen van personen of groepen 20. Institutionele discriminatie: organisatie/instelling discrimineert; regelingen zo gemaakt dat ze bepaalde bevolkingsgroepen minder kans geven 21. Nieuw racisme: opvatting dat binnen één samenleving verschillende culturen niet met elkaar kunnen samenleven of dat de ene cultuur er als minderwaardig aan de andere cultuur wordt beschouwd 22. Self-fulfilling prophecy: discriminatie leidt tot achterstand en zo weer tot nieuwe negatieve beeldvorming -> vicieuze cirkel die nog moeilijker te doorbreken is 23. Cultureel relativisme: elke cultuur beschouwen vanuit de eigen traditie, geschiedenis, normen en waarden (=cultuur) 24. Universalisme: algemene waarden zouden voor iedereen moeten gelden ongeacht de cultuur waarvan hij deel uitmaakt 25. Sociale stratificatie: gelaagdheid in de samenleving 26. Sociale mobiliteit: het stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder van de ene naar de andere klasse 27. Intergenerationele mobiliteit: de stijging of daling op de maatschappelijke ladder t.o.v. je ouders 28. Intragenerationele mobiliteit: de stijging of daling op de maatschappelijke ladder gedurende je eigen loopbaan 29. Etnische onderklasse: onderklasse waarin de etnische groepen oververtegenwoordigd zijn Pagina 17 van 17