Handleiding Kennisbenutting



Vergelijkbare documenten
Handleiding Kennisbenutting

Handleiding Kennisbenutting

Handleiding Kennisbenutting

Handleiding Kennisbenutting

Handleiding Kennisbenutting

Handleiding Kennisbenutting. PPO Reviews februari 2014

Call for proposals. NRO Kennisbenutting Plus. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

Matchmakingsbijeenkomst NRO 10 oktober 2013

Open voor aanvragen: Creatieve industrie Kennis Innovatie Mapping (KIEM)

Schoolleiders innovatie ontwikkelfonds VO (SIOF) - Algemeen 2019

Call for proposals. NRO Kennisbenutting Plus. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

Presentatie Kennismarkt OCW 10 maart 2015 Ronde 1, sessie B: Verbinden van leren en werken in het MBO.

Contact met de media?

Lectoraat Vernieuwingsonderwijs

In het Pi7 consortium werken Pedologische scholen en instituten samen aan onderzoek binnen het domein gedrag.

Wat moeten onze kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs leren om klaar te zijn voor hun toekomst?

Stimulering Europees Onderzoek

1 Bezoekersbeurs. Call for proposals. Bezoekersbeurs. Den Haag, december 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Communicatieplan FICE NL

Leergang mbo Programma

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Call for proposals. Nationale Wetenschapsagenda. Den Haag, maart 2019 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingsschool 1 Informerend document voor de Alliantie / Notre Dame des Anges

12. Kennisbenutting door onderzoek

Stimulering Europees Onderzoek

Expertisecentrum handicap + studie ondersteunt hogescholen en universiteiten bij het toegankelijk maken van onderwijs voor studenten met een

REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE VAALS COMMUNICATIEPLAN

Terugzine. Samen kennis maken. Samenwerking in de groene kolom is uniek. Lezen en laten lezen! Win-win voor onderwijs en bedrijfsleven

W onen en W erken op het W eb in het ZML

Regeling ontwikkelen en gebruiken van streaming media in het MBO. Projectplan 1 / 5. Versienummer Datum september 2007

Jaarplan KWP Inleiding

Leergang bve Programma

Wetenschappelijke bijeenkomsten ALW

Al lid van een kennisgemeenschap?

Pedagogisch-didactische vormgeving van werkplekken in het initieel beroepsonderwijs: een internationale reviewstudie

Inhoud. Voorwoord van de voorzitter

Bijlage 2. Communicatieplan bij het inspectieproject opslagtanks PGS29. Petra van Zijst, 24 september Aanleiding

Kortlopend onderwijsonderzoek

NEDERLAND WORDT ANDERS LEARNING FROM LOWLANDS

Skills Heroes Factsheet wedstrijdopdrachtontwikkeling

Na inloggen zijn de artikelen vanaf 2008 fulltext te downloaden.

Hoe delen zorgorganisaties kennis?

Landelijke Database Nieuwe Business Modellen

Leergang bve Programma

Klanttevredenheid Informatiepunt Duurzaam Veilig Verkeer

Werkbladen Workshop zelfonderzoek project Hybride Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs (14 Oktober 2010)

Praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015

Nationale Wetenschapsagenda - Matchmakingbijeenkomsten

Woerdens Techniek Talent

Samenvatting eindrapport fase twee project Gedragswerk (schooljaar )

Jaarplan 2016 Het Groene Brein ROOTS

Roadmap Institute for Positive Health. April 2016 Stichting IPH

Een nieuwe toezichthouder is een kans.

Elly de Bruijn. Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden. Zaal 3 Tijdstip 11.00

STIMULERINGSREGELING VERNIEUWENDE HR-PROJECTEN

Onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk: samen apart

Werkexploratie en Ouderbetrokkenheid. Overzicht van het project werkexploratie

De leukste plek om te. leren. Versterken van het contact tussen docenten en coaches op de leerafdeling. Verbetering van de communicatie werkt!

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Stimuleringsfonds Open Access - publicaties

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen?

Reglement Stimuleringsregeling MediaMosa 2011:

PRAKTIJKGERICHT ONDERWIJSONDERZOEK IN WISSELWERKING

bestuursadvies communicatiestrategie public affairs interim-management

Terugzine. Samen kennis maken. Samenwerking in de groene kolom is uniek. Lezen en laten lezen! Win-win voor onderwijs en bedrijfsleven

Inleiding 9 Signaleren is het halve werk 9

PR-BEGELEIDING. Na initiatie van een evenement

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101

SAMEN OPLEIDEN: impact van leren in beeld. Meerjarenplan Opleiden in de School

Praktijkgericht W&T onderzoek door leerkrachten: een case study

Ouderbetrokkenheid bij Loopbaanoriëntatie

Regeling ontwikkelen en gebruiken van streaming media in het MBO projectplan Drenthe College 5 maart 2007

Sponsoren In het seizoen telde Volleybalvereniging Waterlanders achttien sponsoren, te weten:

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 6 juli 2012 Oprichten van een regieorgaan onderwijsonderzoek

V I S I E D O C U M E N T E X P E R T I S E C E N T R U M M E U B E L

Aanbestedingsdocument AKC Onderzoekprogramma: Onderzoek Thema: Ronde 6: Titel: Projectnummer: AKC Aanleiding 2. Context en hoofddoelen

Inhoud. Beleid en resultaten Op het gebied van lotgenotencontact Op het gebied van voorlichting Op het gebied van stimuleren van onderzoek

Heb je een vraag over

Mbo-instelling.. te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door, hierna te noemen: de instelling.

Inhoud. Voorwoord van de voorzitter

Kennismiddag 22 juni 2017

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 19 mei 2016 Betreft Beantwoording Kamervragen

Concours: talenten voortgezet onderwijs

Evaluatie Open Podium Jeugd e seizoen

stichting Er Zijn Inhoudsopgave: ANBI verantwoording 2013

Diaconaal Steunpunt. Per 1 januari is Derk Jan Poel met veel enthousiasme begonnen als opvolger van Dirk-Albert Prins.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

Regionaal Investeringsfonds mbo

Leraar24 Een online platform van, voor en door leraren met praktisch toepasbare video s en dossiers voor de lespraktijk of ter inspiratie.

Y-Publicaties Uitgeverij voor zorg welzijn sociale werkgelegenheid

Technische briefing Tweede Kamer. 27 juni 2017

Nulmeting ouderbetrokkenheid. Handleiding bij vragenlijsten ouderbetrokkenheid

Stimuleringsfonds Open Access - publicaties

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Bibliotheek en mbo werken samen aan digitale geletterdheid. Van visie naar praktijk

Hogescholen en Open Science: Naar meer impact van praktijkgericht. onderzoek, speech Thom de Graaf bij Seminar Verder bouwen aan open

NWA Route Jeugd in Ontwikkeling, Opvoeding en Onderwijs

Transcriptie:

Handleiding Kennisbenutting Praktijkgericht Onderzoek Beroepsonderwijs juni 2015

Inleiding Het NRO zet erop in om de resultaten van het door het NRO gefinancierde onderzoek maximaal ten goede te laten komen van onderwijspraktijk en -beleid. In onderzoeksvoorstellen moeten aanvragers daarom omschrijven hoe zij in hun project zullen werken aan kennisbenutting. In de handleidingen kennisbenutting zetten we op een rij wat het NRO van onderzoekers verwacht om tot brede kennisbenutting te komen en welke ondersteuning het NRO hierbij biedt. De handleidingen zijn bedoeld voor aanvragers en uitvoerders. Deze handleiding is gericht op de onderzoeksprojecten over het beroepsonderwijs, die onder verantwoordelijkheid vallen van de NRO Programmaraad voor het Praktijkgericht Onderzoek (PPO) 1. De publicatie is opgesteld in samenwerking met het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo). Ecbo is in opdracht van het NRO verantwoordelijk voor de kennisverspreiding van onderzoek naar het (middelbaar)beroepsonderwijs. Het NRO en ecbo vinden het belangrijk dat resultaten uit (wetenschappelijk) onderzoek hun weg vinden naar de mensen die ermee moeten werken in de onderwijspraktijk en het onderwijsbeleid. Het NRO gebruikt hiervoor de term kennisbenutting, ecbo de term kennisverspreiding. De praktijkgerichte onderzoeksprojecten van het NRO over het beroepsonderwijs worden samen met een of meer onderwijsinstellingen uit het beroepsonderwijs opgezet en uitgevoerd. Doel hiervan is dat de uitkomsten van de projecten direct bij dragen aan de verbetering en vernieuwing van het onderwijs op de betrokken instellingen. In hun onderzoeksvoorstellen moeten de consortia van onderzoekers en instellingen omschrijven hoe zij dit gaan aanpakken. Het NRO wil graag nog een stap verder zetten. We streven ernaar dat niet alleen de in het onderzoek deelnemende onderwijsinstellingen, maar ook zoveel mogelijk andere partijen profiteren van de uitkomsten van de projecten. Deze andere partijen zullen in veel gevallen andere onderwijsinstellingen zijn. Maar mogelijk zijn er ook andere doelgroepen die baat kunnen hebben bij de resultaten van een onderzoeksproject. Te denken valt aan beleidsambtenaren bij gemeente, provincie en rijk, uitgeverijen, onderwijsadviesbureaus en lerarenopleidingen. Aanvragers moeten daarom in hun onderzoeksvoorstel ook omschrijven hoe ze aan deze brede verspreiding van hun resultaten willen werken. In deze Handleiding geven we adviezen. De teksten in deze handleiding worden afgewisseld met korte en van onderzoeksprojecten waarvan resultaten werden verspreid en benut. Deze en zijn bedoeld ter illustratie en inspiratie. We hopen met deze en te kunnen laten zien op welke wijze het NRO en ecbo samen met onderzoekers aan kennisbenutting werken. Ieder hoofdstuk sluit af met een samenvatting van de inspanningen die het NRO van uitvoerders verwacht. Het NRO en ecbo hebben als doel een steviger verbinding tussen onderzoek, praktijk en beleid. We realiseren ons dat vele stappen nodig zijn om dat te bereiken. Deze handleiding is er slechts een van. We staan open voor reacties en ervaringen. Inhoud: 1 Breed verspreiden 3 2 Gericht overdragen 8 3 Overleg met het NRO 10 1 Voor het beleidsgericht en het fundamenteel onderzoek heeft het NRO andere handleidingen beschikbaar. Deze zijn te vinden op de website van het NRO.

foto: AOC Raad 3 1 Breed verspreiden De resultaten van de praktijkgerichte onderzoeksprojecten beroepsonderwijs komen in de eerste plaats ten goede aan de onderwijsinstellingen in het consortium. Dit wordt deels al lopende het onderzoeksproject bereikt, doordat het onderzoek samen met deze onderwijsinstellingen wordt uitgevoerd. Ook het gezamenlijk opstellen van publicaties en het ontwikkelen van producten, bevordert het uiteindelijke gebruik van de resultaten en producten door de scholen in het consortium. 2 Het NRO streeft ernaar ook zoveel mogelijk partijen buiten het consortium te laten profiteren van de onderzoeksprojecten. Het breed verspreiden van de resultaten kan hieraan bijdragen. Hoe meer mensen op de hoogte worden gebracht van de nieuwe inzichten, des te groter de kans dat deze inzichten ook toegepast worden. 2 De website www.onderzoekenderwijs.nl kan consortia hierin ondersteunen. Deze website biedt een hulpmiddel om ervoor te zorgen dat de scholen die aan het onderzoek meedoen daadwerkelijk aan de slag gaan met de resultaten van het onderzoek. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door Anje Ros van de KPC-groep. Dit gebeurt onder meer door een of meer artikelen in wetenschappelijke tijdschriften en door presentaties op wetenschappelijke conferenties. Langs deze weg worden met name vakgenoten en wetenschappers uit aanverwante disciplines geïnformeerd. Het NRO verwacht dat uitvoerders het NRO tijdig informeren over (wetenschappelijke) publicaties en presentaties. We maken er graag melding van op onze website en in onze nieuwsbrief, en we kunnen eventueel helpen bij open access publiceren. Om ook doelgroepen uit praktijk en beleid te bereiken, dienen de onderzoeksresultaten in andere vormen en via andere kanalen verspreid te worden. Veel docenten, praktijkopleiders en beleidsambtenaren lezen immers geen wetenschappelijke tijdschriften en bezoeken geen wetenschappelijke conferenties. Te denken valt aan: 1. Toegankelijke samenvattingen in databanken met resultaten van onderwijsonderzoek. >

2. Toegankelijke artikelen/berichten in vakbladen, nieuwsbrieven, algemene media, websites en sociale media. 3. Verspreiding van filmpjes, handreikingen, checklists of andere producten die uit het onderzoek zijn voortgekomen. 4. Presentaties op conferenties en andere bijeenkomsten voor doelgroepen uit praktijk en beleid. Ad 1) Toegankelijke samenvattingen Diverse organisaties in Nederland spannen zich in om resultaten van onderwijsonderzoek op toegankelijke wijze over te dragen aan de onderwijspraktijk. Deze organisaties gebruiken onder meer databanken, waarin onderzoeksresultaten kunnen worden terug gevonden, veelal in de vorm van een toegankelijke samenvatting. Voor het beroepsonderwijs beheert ecbo de databank bvekennis.nl en het digitale platform canonberoepsonderwijs.nl. De canon bevat artikelen voor de onderwijspraktijk over wat bekend is uit onderzoek. Onderzoeksrapporten, beleidsdocumenten en onderzoeksproducten over het beroepsonderwijs zijn te vinden in bvekennis.nl. Deze kunnen in de vorm van een artikel ook ondergebracht worden in de canon. Het NRO verwacht van uitvoerders dat zij in de slotfase van hun project een toegankelijke samenvatting maken met aanbevelingen voor praktijk en beleid. Deze samenvatting wordt opgenomen in de Kennisbank van het NRO, verwerkt in een dossier op Leraar24 en aangeboden aan andere relevante databanken, websites of digitale platforms, zoals de Canon beroepsonderwijs. > 4 Het NRO heeft een eigen Kennisbank met samenvattingen van NRO-projecten en is op de website Leraar24 verantwoordelijk voor de toegankelijke dossiers over onderzoeksresultaten. Animatie over Hybride leeromgevingen Van 2008 tot 2012 werkten onderzoekers Ilya Zitter en Aimee Hoeve van ecbo met partners uit het mbo aan het project Hybride leeromgevingen in het beroepsonderwijs. Doel van het project was een betere aansluiting tussen wat studenten in het beroepsonderwijs leren en wat er van hen als beroepsbeoefenaren wordt gevraagd op de arbeidsmarkt. In een hybride leeromgeving kan dat worden gerealiseerd: een verweving van schools leren en werkplekleren in één leeromge- ving. Dit vraagt om een betere samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Op de scholen die meededen aan het project werd een dergelijke leeromgeving verder ontwikkeld: de Middelbare Horeca School van het Koning Willem I College, het Alfa-college (Atelier Het Nieuwe Bouwen) en de Hanzehogeschool (bureau NoorderRuimte en Atelier Alfa/Hanze). De onderzoekers zorgden met artikelen, blogs, filmpjes, presentaties op congressen en seminars voor verdere verspreiding van hun kennis over hybride leeromgevingen, en organiseerden samen met partners uit het mbo een debat en twee themabijeenkomsten om het gesprek met de buitenwereld aan te gaan. Verslagen van de bijeenkomsten werden gepubliceerd op de website van ecbo. Ook buiten Nederland en Europa was er belangstelling. Ze maakten onder meer de toegankelijke publicaties Hybride leeromgevingen: het verweven van leer- en werkprocessen en Leren in hybride leeromgevingen. En een animatie over hybride leeromgevingen, waarin het concept in een paar minuten uitgelegd wordt.

Ad 2) Publiciteit in algemene media en vakbladen Ook publiciteit in vakbladen en algemene media kan benutting bevorderen. Deze kanalen hebben een groot bereik. Potentiële gebruikers van onderwijsonderzoek leggen bij naar aanleiding van de berichtgeving contact met onderzoekers of vragen een artikel of eindrapport op. Dit kan het begin zijn van toepassing van resultaten. De voorlichter en de beleidsmedewerker kennisbenutting van het NRO ondersteunen bij publiciteit over onderzoeksresultaten. Dit gebeurt onder meer door het opstellen en versturen van persberichten. De publiciteit wordt voorbereid met de onderzoekers en afgestemd met de voorlichters van de instellingen waar onderzoekers werkzaam zijn. Het gaat om publiciteit voor diverse doelgroepen en via diverse kanalen: Persberichten. Deze worden door het NRO verzonden aan nieuwsbriefabonnees. Dat zijn onder anderen journalisten en voorlichters, schoolleiders, leerkrachten, stafmedewerkers, adviseurs, onderwijsorganisaties en onderzoekers. De persberichten worden op de websites van het NRO geplaatst, opgenomen in de tweewekelijkse digitale nieuwsbrief van ecbo en via Twitter verspreid. Uitvoerders kunnen de persberichten ook zelf verspreiden via de kanalen van hun instellingen. Artikelen en interviews in algemene media, zowel geschreven pers als radio en eventueel televisie. Deze kunnen het resultaat zijn van een door het NRO verzonden persbericht, of van een actieve mediabenadering. Artikelen op Kennislink, een website die veel geraadpleegd wordt door docenten en scholieren. Het is de meest bezochte populairwetenschappelijke website in het Nederlandse taalgebied. Publicaties in vakbladen, nieuwsbrieven en op de websites van vakbladen en organisaties als: ecbo Flits, ecbo Signaal, Vakblad Profiel, de MBO krant, Back Stage, Didactief, Van 12 tot 18, Talent, HJK, Jeugd in school en wereld, Volgens Bartjens, Zone, Praxisbulletin, JSW, Plein Primair, Vives, 4W: Weten Wat Werkt en Waarom, Lezen, EDventure. Publicaties in de bladen, nieuwsbrieven en op de websites van koepelorganisaties, raden en onderwijsvakbonden. Ad 3) Verspreiding van producten Praktijkgerichte onderzoeksproject leiden tot een of meer producten. Te denken valt aan een handreiking, checklist, (animatie)film, lessenpakket of educatief spel. Soms zijn producten in de eerste plaats gericht op de onderwijsinstellingen binnen het consortium. Maar het is de bedoeling dat het product, al dan niet met de aanpassingen, ook geschikt is voor brede verspreiding naar andere onderwijsinstellingen. Dit kan bereikt worden door in alle publicaties, samenvattingen en berichten een link op te nemen naar het product. Het is bij voorkeur te downloaden, of anders kosteloos op te vragen. Het NRO verwacht van uitvoerders dat het product geschikt gemaakt wordt voor een dergelijke brede verspreiding. Ad 4) Presentaties op conferenties en andere bijeenkomsten Presentaties en ontmoetingen op bijeenkomsten voor doelgroepen uit praktijk en beleid kunnen kennisbenutting bevorderen. Het NRO en ecbo organiseren dergelijke bijeenkomsten waar uitvoerders resultaten presenteren aan en in gesprek gaan met docenten, praktijkopleiders, schoolleiders, stafmedewerkers, beleidmakers en andere geïnteresseerden. Er is bij in het najaar een jaarlijkse NRO-conferentie en een (twee)jaarlijkse Mbo Onderzoeksdag en in het voorjaar een NRO-Kennisnet conferentie over ICT in het onderwijs. Ook andere organisaties verzorgen jaarlijks tientallen conferen- > 5

ties, studiedagen, workshops of lezingen over onderwijsonderzoek voor doelgroepen uit praktijk en beleid. Het NRO verwacht van uitvoerders dat ze zoeken naar geschikte bijeenkomsten om hun resultaten te presenteren. De presentaties worden bij voorkeur door (een duo van) onderzoekers en vertegenwoordigers van de onderwijsinstellingen uit het consortium gezamenlijk voorbereid en uitgevoerd. Wat verwacht het NRO van uitvoerders om brede verspreiding mogelijk te maken: Uitvoerders informeren het NRO als er (wetenschappelijke) publicaties of presentaties op stapel staan. Het NRO maakt hiervan, in overleg met de onderzoekers, onder meer melding op de website en in nieuwsbrieven. Uitvoerders leveren in de slotfase van hun project een korte, toegankelijke samenvatting van onderzoeksresultaten met aanbevelingen voor praktijk en beleid. Deze samenvatting wordt opgenomen in de databank van het NRO en aangeboden aan andere relevante databanken. Uitvoerders bieden het eindproduct bij ecbo aan voor opname in www.bvekennis.nl. Uitvoerders werken mee aan het opstellen van een nieuwsbericht en overleg over het moment van verspreiding. Uitvoerders maken de producten die uit het project voort komen geschikt voor bredere verspreiding. Uitvoerders presenteren hun onderzoek op conferenties of andere bijeenkomsten voor doelgroepen uit de onderwijspraktijk en het onderwijsbeleid. 6 Handreiking om schooluitval in het vmbo te voorkomen Pedagoog Mariëtte Lusse ontwikkelde een aanpak die vmbo-scholen helpt het contact en de samenwerking met ouders te versterken. Schooluitval voorkomen is het uiteindelijke doel van de aanpak. In haar ontwerpgerichte promotieonderzoek Een kwestie van vertrouwen (2013) toont Lusse de effectiviteit aan van de door haar ontwikkelde aanpak. Ze verwerkte haar inzichten in een overzichtelijke handreiking voor scholen. Hierin staan de tien succesfactoren op een rij voor het verbeteren van het contact tussen school en ouders. Een testversie van de handreiking liet ze beoordelen door scholen, adviesorganisaties en beleidmakers. De aanpak van Lusse zorgt voor een vroegtijdige kennismaking met alle ouders. Die maakt het makkelijker voor school en ouders om samen op te treden bij eventuele problemen. Lusse concludeert dat meer aandacht nodig is voor succes en goed gedrag op school. Als ouders trots zijn op hun kinderen, vergroot dat het zelfvertrouwen van de kinderen, wat weer gunstig is voor hun schoolresultaten. Verder moet de school stimuleren dat ouders en kind thuis praten over hoe het gaat op school, stelt Lusse. Lusse voerde haar onderzoek uit op vijftien scholen in Rotterdam-Zuid. Deze regio kent de grootste schooluitval van Nederland. Hoewel scholen het hier als lastig ervaren om contact met de ouders te leggen, laat het onderzoek zien dat het de scholen desondanks lukt (bijna) alle ouders te bereiken. Bij uitgeverij Coutinho is een publieksversie van Lusses onderzoek verschenen, bedoeld voor scholen (vmbo en mbo), lerarenopleidingen en opleidingen pedagogiek. In dit boek ligt de nadruk op de inzichten en producten voor de praktijk. Vertegenwoordigers van scholen, adviesorganisaties en opleidingen zijn door Lusse betrokken bij deze publieksversie. Mariëtte Lusse werkt als hoofddocent aan de Hogeschool Rotterdam. Daar leidt zij bij het Kenniscentrum Talentontwikkeling onderzoek rond het thema ouders.

7 2 Onderzoeksresultaten 2 Gericht gericht overdragen Door brede verspreiding van onderzoeksresultaten en producten worden algemene en grote doelgroepen bereikt. Uitkomsten van een project kunnen ook relevant zijn voor een specifieke en kleinere doelgroep. Uitvoerders kunnen dergelijke groepen het beste bereiken met een gerichte, eventueel zelfs persoonlijke overdracht. Dit begint met de vraag: welke organisatie of instelling zou in het bijzonder bereikt moeten worden met de uitkomsten van ons onderzoek; voor wie of voor welke groep professionals zijn de uitkomsten bij uitstek relevant? Mogelijk is deze specifieke doelgroep al bij aanvang van het onderzoek geïdentificeerd en maakt ze zelfs deel uit van het consortium. Maar de doelgroep kan ook lopende het project in beeld komen, bij door een tussentijdse presentatie over het onderzoek (zie hoofdstuk 1 en hoofdstuk 3 over bijeenkomsten voor onderwijsprofessionals uit praktijk en beleid). Uitvoerders kunnen in verschillende fasen van het onderzoek contact leggen met specifieke doelgroepen om vrijblijvend te informeren of er bij de genoemde partij inderdaad belangstelling bestaat voor de onderzoeksresultaten. Vervolgens kan een korte samenvatting worden opgestuurd, waarin de belangrijkste resultaten of voorlopige uitkomsten van het onderzoek op een rij staan. Daarna kan bekeken worden hoe de resultaten bij de juiste personen in de organisatie terecht kunnen komen. >

Te denken valt aan: Het geven van een presentatie of workshop aan een kleine groep beleidsambtenaren bij rijk, provincie of gemeente. Het opstellen van een factsheet met puntsgewijs de aanbevelingen voor de betreffende organisatie of instelling. Het organiseren van een minisymposium. Een-op-eengesprekken met een directeur of beleidsverantwoordelijke. Ook deze activiteiten worden bij voorkeur door (een duo van) onderzoekers en vertegenwoordigers van de onderwijsinstellingen uit het consortium gezamenlijk voorbereid en uitgevoerd. In nauw overleg met een vertegenwoordig van de doelgroep. De tijdsinvestering voor deze gerichte overdracht is relatief groot en voor projecten met een beperkte omvang en looptijd daarom mogelijk niet haalbaar. 8 De activiteiten voor deze specifieke doelgroepen dienen te worden gefinancierd uit het budget dat binnen het onderzoeksproject is gereserveerd voor kennisbenutting. Als dit bedrag onvoldoende blijkt, is het mogelijk om na overleg met het NRO extra financiering aan te vragen bij het NRO (Kennisbenutting Plus). Voorwaarde is dat de doelgroep bereid is bij te dragen, financieel of in natura (inzet van mankracht, beschikbaar stellen van ruimtes of materialen). Wat verwacht het NRO van uitvoerders om het gericht overdragen van resultaten mogelijk te maken: Uitvoerders benaderen mogelijke specifieke doelgroepen. Als de uitkomsten van het project zich lenen voor vertaling in een (nieuwe) activiteit of (nieuw) product voor een specifieke doelgroep, dragen uitvoerders bij aan het ontwikkelen en presenteren hiervan. Kamervragen MBO dreigt te verschoolsen Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) in Nederland raakt te ver af van de beroepspraktijk. Die conclusie trok prof. Loek Nieuwenhuis op grond van internationaal literatuuronderzoek in 2012, gefinancierd door NWO. NWO en ecbo stelden samen een persbericht op, dat breed verspreid werd onder (vak)media. Dagblad Trouw nam een interview af met Nieuwenhuis. De gratis krant Spits pakte onder de kop Monteur voor de klas uit met een vraaggesprek op de voorpagina. In het NOS Radio 1 Journaal mocht Nieuwenhuis zijn aanbevelingen geven. Naar aanleiding van de publiciteit stelde PvdA-kamerlid Tanja Jadnanansing Kamervragen over het onderwerp. De vragen werden met hulp van Nieuwenhuis beantwoord. Verder verscheen er een interview op ScienceGuide en kwamen de onderzoeksresultaten terecht op specialistische websites, Werkplekleren. net, Beleidsonderzoek, Vakgilde, SOS Vakmanschap Samenwerkende Organisaties Specialistisch Vakmanschap, en Het Nieuwe Beroepsonderwijs. Loek Nieuwenhuis werkt als hoogleraar Leven lang leren op de werkplek bij het Welten-Instituut.

foto: AOC Raad 9 3 Overleg met het NRO Gedurende de looptijd van het onderzoek kunnen uitvoerders contact opnemen met de beleidsmedewerker kennisbenutting van het NRO, de secretaris van de PPO of de voorlichter van het NRO om vragen voor te leggen over kennisbenutting. Dit kan bij zijn als het onderzoek een fase bereikt waarin (voorlopige) resultaten kunnen worden gedeeld. Het NRO belegt met uitvoerders van onderzoeksprojecten ook vaste overlegmomenten over kennisbenutting. Overleg Kennisbenutting Halverwege het onderzoeksproject wordt op initiatief van het NRO een (telefonisch) overleg belegd over kennisbenutting (en de voortgang van het onderzoek). Tijdens dit overleg wordt, aan de hand van de paragraaf over kennisbenutting in het onderzoeksvoorstel, besproken hoeveel zicht er al is op resultaten en toepassing, of er al gedacht kan worden aan het overdragen van eerste resultaten of het voorbereiden van kennisbenuttingsactiviteiten en welke contacten er zijn met partners in praktijk en beleid. De uitvoerders maken een beknopt verslag van dit overleg in een door het NRO aangeleverd format. Als er al eerste activiteiten op het gebied van kennisbenutting kunnen worden gepland, leggen uitvoerders in het verslag vast wanneer, hoe en door wie deze worden uitgevoerd. Plan van aanpak Kennisbenutting In de slotfase van het onderzoeksproject vraagt het NRO uitvoerders een plan van aanpak kennisbenutting te maken. De paragraaf kennisbenutting in het onderzoeksvoorstel, het verslag van het overleg kennisbenutting met het NRO en de adviezen in deze handleiding vormen het startpunt van dit plan. >

In het plan wordt in maximaal 2 A4-tjes omschreven welke activiteiten/werkzaamheden nodig zijn om tot een brede en succesvolle kennisbenutting te komen, wanneer deze plaatsvinden, wie verantwoordelijk is voor de uitvoering, wat de geschatte kosten zijn en of deze kosten passen binnen het budget voor kennisbenutting. Eventueel staan in dit plan ook de mogelijkheden genoemd voor cofinanciering van activiteiten/producten door (toekomstige) gebruikers en voor samenwerking met deze gebruikers. Het plan bevat verder een toegankelijke samenvatting van de uitkomsten, bedoeld voor databanken (zie hoofdstuk 1, punt 1). Deze samenvatting bevat adviezen voor praktijk en/of beleid en een link naar ontwikkelde producten. Het plan wordt opgestuurd aan het NRO en door het NRO telefonisch of schriftelijk becommentarieerd. In deze reactie wordt ook toegelicht wat het NRO voor het project kan doen om kennis verspreiding te bevorderen, en welke rol ecbo hierin kan spelen. Het plan van aanpak kennisbenutting staat los van de administratieve eindrapportage die uitvoerders na afronding van het project voor het NRO maken. Bijeenkomsten Het NRO belegt jaarlijks (interne) bijeenkomsten voor onderzoekers en praktijkpartners uit de consortia. Deze zijn bedoeld voor onderlinge kennismaking en voor het uitwisselen van ervaringen (zie ook hoofdstuk 1, punt 4). Dit gebeurt bij bij de start van het onderzoek. Bij deze bijeenkomsten is ook vaak een vertegenwoordiger van het ministerie van OCW aanwezig. Training Het NRO verzorgt een keer per jaar een training van een dag voor een groep van maximaal 15 onderzoekers. Tijdens deze training leren onderzoekers hoe zij hun onderzoek op een toegankelijke en overtuigende manier kunnen presenteren. Een aantal maanden voordat de training wordt georganiseerd, krijgen onderzoekers een uitnodiging. De training is niet verplicht. Wat verwacht het NRO van uitvoerders op het gebied van overleg over kennisbenutting: Uitvoerders zijn beschikbaar voor het (telefonisch) overleg kennisbenutting halverwege de looptijd van het onderzoek. Uitvoerders maken in de slotfase van het onderzoeksproject een plan van aanpak kennisbenutting en zijn beschikbaar voor overleg over het plan. Uitvoerders nemen deel aan NRO-bijeenkomsten. 10

Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) foto: AOC Raad Postadres: Postbus 93461, 2509 AL Den Haag Bezoekadres: Laan van Nieuw Oost Indië 300, 2593 CE Den Haag Website: www.nro.nl Linda Sontag, secretaris Programmaraad Praktijkgericht Onderzoek (PPO) 070 344 0941 l.sontag@nwo.nl Marion Stenneke, beleidsmedewerker kennisbenutting 070 344 0929 m.stenneke@nwo.nl Annemarijke Jolmers, voorlichter 070 344 0969 a.jolmers@nwo.nl Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo) Postadres: Postbus 1585, 5200 BP, s Hertogenbosch Bezoekadres: Stationsplein 14, 5211 AP, s Hertogenbosch Website: www.ecbo.nl Team kennisverspreiding ecbo: José van den Berg 06 512 070 93 jose.vandenberg@ecbo.nl Elke van Doorn elke.vandoorn@ecbo.nl Annemiek Cox 06 239 237 98 annemiek.cox@ecbo.nl Ilona Koning 06 132 196 05 ilona.koning@ecbo.nl