Brutobedrijfsresultaat (BBR)

Vergelijkbare documenten
Inkomensvoorwaarde 1 SITUERING 2 AANTONEN BEROEPSINKOMEN 1.1 WAAROM? 1.2 WAT? 2.1 WIE MOET VOLDOEN? DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

Behoud of verlies van steun bij wijzigingen

DE VLAAMSE MINISTER VAN INSTITUTIONELE HERVORMINGEN, HAVENS, LANDBOUW, ZEEVISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID

BETALINGSRECHTEN UIT DE VLAAMSE RESERVE

Overnamesteun 1 SITUERING 2 SELECTIE 2.1 UITLEG BEGRIPPEN DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Zeggenschap VLAANDEREN.

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

INTERREGIONALE LANDBOUWERS

GLB GEKOPPELDE STEUN

Documentatie. Varkenshouderij Actueel 2011

OVERNAME PERCELEN. Campagne 2019

Vrouwen en verbreding

VLIF investeringssteun. (focus verbreding)

INDIENEN EN WIJZIGEN VAN DE VERZAMELAANVRAAG

Bedrijfsleiderskring: Voorbeeld Boekjaar: 01/10/17

DIRECTE STEUN ALGEMEEN

Bedrijfseconomische boekhouding. Slimmer boeren met cijfers

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED: PRAKTISCH OP HET E-LOKET

PDPO III - maatregelen. Samenwerken i.f.v. VLIF-maatregelen

Betalingsrechten, reserve, jonge landbouwers

Vergroening ecologisch aandachtsgebied: praktisch op e-loket /

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN

De ondernemende mens centraal

VLIF maatregelen in PDPO III. Agriflanders 15 januari 2015

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

13/02/2012 WCOvoorbereiding Identificatie

VASTE BEHEEROVEREENKOMSTEN VLM

Vergroening ecologisch aandachtsgebied: praktisch op e-loket / Campagne 2017

BAS Melkvee Plus Q Voorbeeldrapport Melkvee

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

HET NIEUWE GLB BETALINGSRECHTEN EN BETALING VOOR JONGE LANDBOUWERS. Oostmalle 9 september 2014 Tine Van Eylen

12356 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

AANPLANTSUBSIDIE VOOR BOSLANDBOUWSYSTEMEN

Productierekening 2005

Bedrijfseconomische analyse

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

VLIF steun in PDPO III

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW

De waalse landbouw in cijfers

Opmaak van een winnend Bedrijfsplan

AgroFinancieel Melkvee

De waalse landbouw in cijfers

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18.

Stichting Katimo Roermond JAARVERSLAG Stichting Katimo. Spikkerweg KS Roermond KVK : Pagina 1

Slimmer lokaal vermarkten. Elke Rogge (ILVO) Cindy Boonen (Dept. Landbouw & Visserij)

Wijzigingen Gecombineerde opgave 2019 Wat is er gewijzigd in de Gecombineerde opgave 2019? U ziet in dit overzicht de wijzigingen per onderwerp.

BAS. Melkvee Plus. Q Fiscaal. Voorbeeldrapport Melkvee

BAS. Melkvee Plus. Q Bedrijfseconomisch. Voorbeeldrapport Melkvee

Topkoers 2009/2010. Voorbeeld bedrijf. Accon AVM

AgroFinancieel Melkvee

Financiële Analyse. D.E. Momelkveebedrijf. Pinkenlaan AB KOEDORP :52. Versie: Check FM 2_0 2017_06_11

EXTRA INFO OVER TEELTCODES

Tarieven 2016 Vlaamse gewest Controle van de biologische productiemethode. Producenten

De waalse landbouw in cijfers

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED: PRAKTISCH OP E-LOKET /

BAS. Melkvee Plus. Q Fiscaal. Voorbeeldrapport Melkvee

Afsluitingen. Afsluitingen. - inventaris vee - inventaris gewassen - inventaris algemeen - jaarinstellingen

Voorbeeld Melkvee 2014 Q4

producentenorganisaties (PO's) wettelijk kader Lea Elst

HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

Vlaanderen is landbouw HET LANDBOUW MONITORINGS- NETWERK / LMN. Een bedrijfseconomische boekhouding voor land- en tuinbouwers

over de ex-ante-evaluatie Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

O v e r z i c h t v a n d e b o e k h o u d k u n d i g e r e s u l t a t e n v a n l a n d - e n t u i n b o uw b e d r i j v e n

Impact vernieuwde GLB voor de sierteelt

Wetgeving inzake het Diamant Stelsel (gecoördineerde wettekst)

Inzicht in uw cijfers

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017

Onderbenutting toeslagrechten: campagne

Financiële Analyse. Frank de Boer. Aston Martinnlaan NB. Oud-Beijerland :56. Versie: Check FM 2_0 2016_09_05

Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF)

PUBLIEKE SECTOR. Bedrijfsschade Aangegeven bedrag Eenvoudige Risico s. Specifieke bepalingen

JAARREKENING Stichting Hof van Kijk Uit Oude Schulpweg NV Castricum

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF

AgroFinancieel Melkvee

Producentenorganisaties Brancheorganisaties

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED GROENBEDEKKING

Steun voor de oprichting van producentenorganisaties (PO's)

AARDAPPELEN FOCUS. van het Landbouwmonitoringsnetwerk INLEIDING INHOUD. 1. Inleiding 2. Aardappelteelt in Vlaanderen 3. Resultatenrekeningen

5. Samenvatting sector Melkveehouderij

De cijfers zijn exclusief BTW en subsidie zoals toeslagrechten. De specialisatie van de melkveehouderij

STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2016

boekhouding - belastingen - bedrijfsadvies Jaarverslag 2014 Stichting 070watt Pletterijkade SG 'S-GRAVENHAGE

Landbouwgevoeligheidsanalyse & Landbouweffectenrapport. Glastuinbouwconcentratie Sint-Katelijne-Waver. 5 januari 2010

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel N 246/2005 houdende wijziging van N 222/2004 Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten

Forfaitaire grondslagen van aanslag vastgesteld voor de chrysantentelers van Mechelen en Antwerpen p.v. Aanslagjaar 2007 (inkomsten van 2006)

Vereenvoudigd Business Plan en financieel plan Praktische gids voor uw ondernemingsproject FINTRO. GAAT VER, BLIJFT DICHTBIJ.

OPZ / PVT - JAARREKENING PER 31/12/2015. Voorgaand Code Boekjaar boekjaar Activa Vaste activa 20/ ,

1 Regionaliteit. Nieuwe wetgeving bio veevoeder van kracht

Stichting Noppes Midden-Holland te Beverwijk. BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (na resultaatbestemming) 31 december december 2017 ACTIVA

BEDRIJFSECONOMISCHE RESULTATEN VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

JAARREKENING Stichting Hof van Kijk Uit Oude Schulpweg NV Castricum

Transcriptie:

Brutobedrijfsresultaat (BBR) 1 SITUERING 1.1 WAT? BBR is de som van alle opbrengsten (bedrijfsopbrengsten en diverse opbrengsten) verminderd met alle operationele kosten. Hierbij moeten dan nog alle bedrijfsspecifieke premies bijgeteld worden (met uitzondering van de VLIF-steun). Om de berekening te vereenvoudigen werd er een tool uitgewerkt om snel het BBR te kunnen vaststellen, nl. de quickscan. 1.2 WAAROM? Het BBR is bepalend in een aantal VLIF-voorwaarden (opgenomen in het Besluit van de Vlaamse regering) om na te gaan of het landbouwbedrijf in aanmerking komt voor VLIF-steun. 1.2.1 Investeringssteun Voor investeringssteun gelden de volgende voorwaarden i.v.m. het BBR: - de landbouwer exploiteert een landbouwbedrijf dat een brutobedrijfsresultaat per bedrijfsleider aantoont van minimum 40.000 euro. Uiterlijk twee jaar na het afsluiten van de blokperiode waarin de aanvraag voor investeringssteun geregistreerd is, moet men kunnen aantonen dat aan deze voorwaarde is voldaan; - de landbouwer die een landbouwbedrijf exploiteert dat een brutobedrijfsresultaat aantoont van meer dan 800.000 euro kan vanaf dan geen investeringssteun meer verkrijgen tenzij voor investeringen die specifiek gericht zijn op de realisatie van een primaire energiebesparing en voor investeringen die specifiek gericht zijn op de vermindering van de emissies (zie lijst met subsidiabele VLIF-investeringen op de VLIF-website). De maximumnorm van 800.000 euro BBR geldt op het moment van de aanvraag. Als nadien door de uitgevoerde investeringen van deze aanvraag een BBR wordt geboekt van meer dan 800.000 euro (bijvoorbeeld door de bouw van een bijkomende stal), dan heeft dit geen invloed op de lopende aanvraag, maar wel op alle toekomstige VLIF-aanvragen.

1.2.2 Overnamesteun Voor overnamesteun gelden de volgende voorwaarden i.v.m. het BBR: - het landbouwbedrijf behaalt een brutobedrijfsresultaat per bedrijfsleider dat groter is dan 40.000 euro. Deze voorwaarde moet voldaan zijn op het moment van de overname op basis van het oorspronkelijk aantal bedrijfsleiders. Indien er na de overname één bedrijfsleider is bijgekomen, moet men binnen de 3 jaar na het afsluiten van de blokperiode waarin de aanvraag voor overnamesteun is geregistreerd, voldoen aan de voorwaarde rekening houdend met de bijkomende bedrijfsleider; - het landbouwbedrijf behaalt een brutobedrijfsresultaat per bedrijfsleider dat kleiner is dan 600.000 euro per bedrijfsleider. Deze voorwaarde moet voldaan zijn op het moment van de overname rekening houdend met de eventueel bijkomende bedrijfsleider. Aan deze voorwaarde moet men blijven voldoen gedurende de looptijd van de overnamesteun. Het BBR van het bedrijf waar de overname op gebeurt (op het tijdstip van de overname) bepaalt ook de hoogte van de overnamepremie. Brutobedrijfsresultaat Overnamepremie (40.000 euro 200.000 euro) 40.000 euro (200.000 euro 320.000 euro) 55.000 euro (320.000 euro ) 70.000 euro 1.2.3 Verbreding Indien een bedrijf aan verbreding doet, moet het BBR uit verbreding steeds ondergeschikt zijn aan het BBR uit de landbouwactiviteit en dit zowel voor overname- als voor investeringssteun. Voor wat wel en niet beschouwd wordt als omzet uit verbreding, wordt verwezen naar de fiche landbouwverbreding. 2 DE BEREKENING VAN HET BBR 2.1 DE QUICKSCAN Voor alle ondernemingen moet er initieel vertrokken worden van de quickscan. De quickscan vertrekt van beschikbare gegevens uit interne en externe databanken (teelten uit de verzamelaanvraag van percelen in gebruik op 31 mei en dieren/capaciteit uit Sanitel). Voor alle gangbare teelten en diercategorieën zijn er door het Departement Landbouw en Visserij bruto standaard saldi bepaald. Het bruto standaard saldo is de waarde van het bruto saldo dat overeenstemt met de gemiddelde situatie voor elk van de landbouwproducties. Het bruto saldo van een landbouwproductie is de geldwaarde van de bruto productie waarvan men bepaalde specifieke kosten aftrekt. Er wordt gewerkt met 5-jaarlijkse gemiddelden om zo uitzonderlijk goede of slechte opbrengstjaren uit te middelen.

Enkel in volgende gevallen kan afgeweken worden van de quickscan: - indien er grotendeels teelten of dieren worden aangehouden waarvoor er geen bruikbare BSS-en beschikbaar zijn (zoals kalkoenen, witloof, chrysanten en azalea); - indien er (veel) aan verbreding (bv thuisverkoop) wordt gedaan; - indien de landbouwer bezwaar indient nadat het (ongunstig) resultaat van de quickscan werd meegedeeld. Het BBR (bedrijfsopbrengsten directe of operationele kosten) kan dan afgeleid worden uit de resultaten van de bedrijfseconomische of fiscale boekhouding. In geval de landbouwer een rechtspersoon is, moet het BBR, in voorkomend geval, afgeleid worden uit de neergelegde jaarrekening. 2.2 BBR OP BASIS VAN EEN BEDRIJFSECONOMISCHE BOEKHOUDING 2.2.1 Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten zijn de opbrengsten van: - vermarkte landbouwproducten (graangewassen, contractteelten, voedergewassen ); - andere verkochte producten en bijproducten van het landbouwbedrijf; - vermarkte tuinbouwproducten (groenten, fruit, niet-eetbare tuinbouwproducten); - andere verkochte producten en bijproducten van het tuinbouwbedrijf; - melk en melkproducten; - vermarkte producten van de veehouderij (verkochte dieren: melkvee, jongvee, kalveren, mestvee, varkens, schapen, slacht- en soepkippen, eieren e.a.); - andere verkochte producten en bijproducten zoals mest, ontvangen dekgelden, vergoedingen voor het verzorgen van dieren van derden e.a. Worden ook als opbrengst beschouwd: - het verbruik in het huishouden en voordelen in natura tegen marktprijzen; - inventarisverschillen en voorraadwijzigingen van planten, plantopstand, vruchten, veebeslag, verwerkte hoeveproducten en bijproducten; - subsidies en premies (gekoppelde en ontkoppelde); - ontvangen seizoenspacht. Diverse opbrengsten worden niet meegerekend in het BBR. Dit zijn de opbrengsten van: - werk voor derden, verhuur bedrijfsgebouwen en materieel e.d. - buitengewone baten (of kosten): verkoop machines, installatiepremies VLIF, e.a.

VLIF-investeringspremies worden dus niet meegeteld bij de berekening van het BBR. 2.2.2 Directe of operationele kosten De directe of operationele of variabele kosten zijn de kosten van: - aangekocht voeder (kracht- en ruwvoeders, bijproducten, mineralen) bij derden; - andere kosten voor het vee (veeartskosten, te betalen dekkosten, melkcontrole, bijdragen veekwekerssyndicaten e.d.); - aangekocht zaaigoed en planten van bedrijfsvreemde goederen; - aangekochte meststoffen; - fytosanitaire producten, bewaarmiddelen; - brandstoffen, smeermiddelen e.d.; - tijdelijke huur van materieel en bedrijfsgebouwen; - loonwerk; - seizoenlonen en lonen van vaste arbeiders; - specifieke energie- en waterkosten; - specifieke kosten tuinbouwproductie (potgronden, potten, steun- en bindmateriaal, verpakkingsmateriaal e.a.); - verkoopkosten (veilingkosten, promotiebijdragen e.a.); - kosten voor mestafzet; - overige kosten: andere dan de voornoemde kosten. De klassieke pachtvergoedingen en de kosten voor cultuurcontracten worden beschouwd als vaste kosten en worden hier dus niet in mindering gebracht.

2.3 BBR OP BASIS VAN EEN FISCALE BOEKHOUDING Code fiscale boekhouding 70...... Omzet Omschrijving 60...... - aankopen 60940000 - voorraadwijzigingen (= Bruto winst) 74...... + andere bedrijfsopbrengsten (met uitzondering van VLIF-steun) 61...... - diensten en goederen 9900.... (= Bruto marge) 61002000 + huur 61077000 + (seizoen)pacht(-gronden) inclusief pacht en huur van gebouwen 618..... + alle vergoedingen (bezoldigingen) zaakvoerder(s) 61803100 - sociale bijdrage meewerkende echtgenoot 62...... - bezoldigingen, sociale lasten, van personeel (vaste en seizoenarbeiders) = BBR 2.4 BBR OP BASIS VAN DE JAARREKENING Voor rechtspersonen moet, in voorkomend geval, het BBR berekend worden op basis van de brutomarge die terug te vinden is op de neergelegde jaarrekening. Hierbij moet volgende berekeningswijze worden toegepast: BBR = brutomarge - loonkosten van alle personeel (zowel vaste arbeiders als seizoenarbeiders) + alle vergoedingen zaakvoerders + pacht (gewone pacht en seizoenpacht) inclusief pacht en huur van gebouwen. Disclaimer Het Vlaams Gewest heeft deze fiches met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld op basis van de meest actuele beschikbare informatie. Het Vlaams Gewest kan evenwel geen enkele garantie geven omtrent de juistheid of de volledigheid van de informatie in deze fiches. U mag deze informatie niet als een persoonlijk, professioneel of juridisch advies of een equivalent daarvan beschouwen. Het Vlaams Gewest/de Vlaamse Gemeenschap kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die u zou ondervinden door het gebruik van de informatie die in deze fiches /website is opgenomen.