Verslag pfho Fysiek Domein Ons kenmerk: 15.0003618 Ontwerpverslag gezamenlijk pfho Fysiek Domein d.d. 27 mei 2015 Aanwezig: Mw. L. Boersen Mw. A. van den Berg Mw. N. van Ramshorst Mw. L. de Ridder Dhr. W. Jaeger Mw. N. van Vroonhoven (vz) Dhr. G. Pas Mw. M. Verbeek Dhr. E. Roest Dhr. T. Stam Dhr. T. Smit Dhr. H. Boland Dhr. M. Adriani Mw. M. van Meerten Mw. M. Sanderse Dhr. P. Eijking Mw. A. Heijstee Dhr. Tuning Dhr. J. Frijdal Dhr. Th. Reijn Gemeente Blaricum Gemeente Hilversum Gemeente Hilversum Gemeente Huizen Gemeente Huizen Gemeente Muiden Gemeente Wijdemeren Gemeente Wijdemeren Afwezig (met kennisgeving): Mw. A.M. Kennis, Mw. H. Timmerman en dhr. F. Voorink (Tijmen Smit is later aangesloten) Ambtelijk: Mw. E. Albertis Dhr. E. Bodar Mw. B. van Gelder Dhr. M. Maassen Mw. M. den Uijl (verslag) Dhr. R. Uijtjens Mw. M. Zivkovic-Laurenta 1. Opening en mededelingen - Het verslag van 18 februari jl. wordt ongewijzigd vastgesteld. - Besloten wordt punt 2 en 3 om te wisselen. 2. MIRT/MRA PRO 2a) MIRT Bereikbaarheid Oostkant Amsterdam Luc de Vries (Ministerie Infrastructuur & Milieu), kwartiermaker MIRT Oostkant Amsterdam geeft een presentatie.
De voorzitter geeft aan dat deze problematiek en de kansen van het MIRT-onderzoek vragen om actie, er is grote urgentie. Hierbij is een integrale aanvliegroute vereist. De samenhang tussen bereikbaarheid, economie en landschap staat centraal. Dhr. Reijn vult aan dat betrokkenheid van alle gemeenten van groot belang is, zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau. Tot op heden is dit nog onvoldoende. Dhr. De Vries stelt dat de samenhang tussen de pijlers nog niet optimaal is: wel is er energie en wil men stappen zetten, dit moet beter benut worden. De ambities wat betreft economische ontwikkeling zijn nog onduidelijk. Er is nog geen bovenregionale economische visie die gericht is op complementariteit van deelregio s. Wat betreft landschap: de samenhang en verbindingen van de landschappen wordt bedreigd. Er wordt vooral gereageerd op bedreigingen en ook hier ontbreekt een samenhangende strategie. Dit leidt tot mogelijke verrommeling. Er ontbreekt een overkoepelende organisatie die de kansen oppakt en bundelt. De conclusie die kan worden getrokken is dat de ambitie op het gebied van economie en landschap in het MIRT sterker geagendeerd moeten worden. Daarvoor is niet alleen het rijk verantwoordelijk, maar dienen zich ook regionale partijen te melden die zich hiervoor medeverantwoordelijk voelen. De voorzitter vraagt aan dhr. De Vries om ook in de komende periode aan te blijven geven waar de opgave ligt en wat geagendeerd moet worden. Dhr. Reijn zal hierbij de kleinere stuurgroep nauw betrekken. 2b) MRA PRO Mw. De Ridder geeft aan dat MRA PRO bezig is met het omzetten van de visie naar een uitvoeringsagenda. Gooi en Vechtstreek vervult samen met Almere en Amsterdam de trekkersrol. De ambitie is de MRA als internationaal concurrerend vestigingsmilieu te versterken: landschap en energietransitie zijn daarin cruciaal. Gewerkt wordt aan een stappenplan met uitvoeringszaken, waarin wordt gesteld wat nodig is om de ambitie waar te maken. Hierbij gaat het om Europees geld, investeringen en regionale en lokale acties. Het draagvlak op lokaal niveau is hierbij van groot belang. Op 4 juni komt de ambtelijke werkgroep hierover weer bijeen, op 20 augustus vindt er een bijeenkomst plaats tijdens SAIL voor MRA raadsleden. Mw. Sanderse brengt in dat MRA Landschap momenteel een denktank vormt onder het PRO. Gezocht wordt naar de juiste vorm die past bij de ambitie van de gehele metropool, rekening houdend met regionale verschillen. De voorzitter concludeert dat er op allerlei niveaus en in verschillende geledingen wordt gewerkt/en behoefte is aan visies en samenwerking. 3. Regionale samenwerkingsagenda De raden hebben aangegeven waar zij op focussen als het gaat om regionale samenwerking. Hierbij is de link gelegd met de identiteit van de regio. De oogst van de ambassadeurs is geordend en gegroepeerd. Dit levert een schematische weergave op, waar ook de drie niveaus van samenwerking in terug komen. De genoemde prioriteiten verschillen sterk in hun zwaartepunt van de samenwerking. Bij milieu en duurzaamheid wordt bijvoorbeeld gesproken om het duurzaamheidsbeleid regionaal te organiseren, dit is gezamenlijke bedrijfsvoering. De voorzitter stelt dat gebundelde belangbehartiging een belangrijk speerpunt vormt. Er lopen momenteel allerlei trajecten waarbij het van belang is dat de regio één boodschap uitdraagt. Belangenbehartiging en lobby vormt daarom een extra aandachtspunt in de RSA. Dhr. Jaeger doet een dringend beroep op de portefeuillehouders om de raden vooraan in het proces te blijven betrekken. Hetgeen vandaag wordt besproken is aanvulling en bespiegeling op het proces dat de raden doormaken. De raden worden gevraagd te zorgen voor concrete speerpunten, prioritering en agendasetting. De portefeuillehouders geven aan waar grote gaten vallen (wat zijn missende thema s), wat al in gang is gezet en wat de raden in procesmatige zin moeten aanleveren. Mw. De Ridder geeft aan dat het belangrijk is dat geschetst wordt waar momenteel aan wordt gewerkt en wat nu prioriteit heeft. Memo d.d. 19 augustus 2015, pagina 2
Mw. Van Ramshorst geeft inhoudelijk aan dat de spoorproblematiek/ gelijksvloerse kruisingen in deze weergave niet expliciet wordt genoemd, terwijl dit wel een belangrijk speerpunt is. Dhr. Pas stelt dat er een dilemma ontstaat. Er is veel winst behaald waar het gaat om het betrekken van de raden. Nu is het moment dat de portefeuillehouders e.e.a. uit moeten werken. Dhr. Jaeger reageert en stelt dat het nog te vroeg is. De raden moeten gevraagd worden specifieker te zijn. De zomerperiode leent zich om dit verzoek uit te zetten. Dhr. Tuning geeft aan dat de ambassadeurs goed werk doen, er is nu meer draagvlak en betrokkenheid bij raden. Het begint allemaal met de identiteit, deze leidt tot thema s die we gezamenlijk delen. Als regio kunnen we de vertaling maken vanuit het lijstje, we kunnen al een kapstok maken en na de zomer komen met een startnotitie. Dhr. Roest sluit hierbij aan en ziet de aangedragen punten als een goede start van discussie. Bij milieu en duurzaamheid zijn de speerpunten al in het pfho besproken. Dit moet vertaald worden in een actieprogramma. De raden moeten bereid zijn hieraan te werken. Dit leidt uiteindelijk tot een budget. Mw. Van Meerten geeft aan dat de raad behoefte heeft aan een processchets. Inzicht in hoe de besluitvorming gaat plaatsvinden en wanneer e.e.a. in de raad wordt besproken. Dhr. Jaeger brengt in dat de zaken die zijn ingebracht uiteenlopen in concreetheid. Een onderwerp als VANG is al concreet, maar als het gaat om het positioneren van de zorgsector, dit onderwerp behoeft een verdiepingsslag. Bij dit onderwerp moet een concrete opdracht worden gehaald. De voorzitter stelt voor een brief op te stellen aan de raden waarin een bespiegeling wordt meegegeven op hetgeen is aangedragen. Ook wordt gevraagd naar de visie van de raden op bepaalde zaken die al in gang zijn gezet en om bepaalde onderwerpen te concretiseren. Daarnaast wordt het besluitvormingsproces in beeld gebracht. Tenslotte wordt de financiële component van de RSA belicht en aangegeven dat in de begroting van 16 hier nog geen rekening mee is gehouden. Geconcludeerd wordt dat men het eerst eens moet zijn over de inhoud en dat dan de verdere discussie over financiën kan worden gevoerd. Bijdrage kan ook worden geleverd in ambtelijke capaciteit. Memo d.d. 19 augustus 2015, pagina 3
4. Begroting 2016 Mw. De Ridder vraagt om de opbrengsten van grondstoffen inzichtelijk te maken in de investeringen rondom VANG (Van Afval Naar Grondstof). 5. Overige regionale aangelegenheden Mw. Verbeek geeft aan dat het startmoment van de bestuurlijke denktank Floriade op 20 mei jl. heeft plaatsgevonden waarbij drie bestuurders vanuit de regio mw. Verbeek, dhr. Stam en dhr. Frijdal, directeur Fysiek Domein Eric Bodar en leden van de ambtelijke werkgroep aanwezig waren. De projectdirecteur Floriade, Henk Meijer, heeft een presentatie gegeven. De ambtelijke werkgroep gaat aan de slag om het abstracte en het ambitieniveau van de propositie Park van de Toekomst te concretiseren en beter af te stemmen op de doelen van de Floriade. Aan de bestuurlijke denktank wordt hierna voorgesteld om op basis van deze concretiseringsslag een advies uit te brengen, waarna de vervolgstappen kunnen worden ingezet. Hierbij worden ook de rol van de innovatieplatforms en het betrekken van het bedrijfsleven meegenomen. Eind september vindt er een bestuurlijke bijeenkomst plaats voor alle portefeuillehouders Fysiek Domein, samen met de projectorganisatie Floriade en bestuurders van de gemeente Almere. Mw. Sanderse vraagt welke mogelijkheden er zijn om invloed uit te oefenen op de Floriade. Mw. Verbeek antwoordt dat er een Adviesraad met stakeholders voor de Floriade komt. Vanuit de regio kan worden bezien of het nuttig is om daar deel van uit te maken. Dhr. Roest vraagt hoe de Floriade past in de RSA uitkomsten en hoe het staat met de financiën. De Floriade gaat veel geld kosten, hoe wordt hierop geanticipeerd. Dhr. Jaeger stelt dat de Floriade een voorbeeld is van een punt ter bespiegeling en ter uitwerking. Dhr. Tuning vult aan dat de raden gevraagd moeten worden of zij dit stuk uitvoering dat al loopt met ons onderschrijven. Dhr. Jaeger stelt dat dit kan door de Floriade mee te nemen als uitwerking/bespiegeling van de RSA uitkomsten. Dhr. Jaeger brengt de volgende onderwerpen in: - De commissie in Hilversum stelt 1,00 per inwoner, per jaar extra ter beschikking aan het GNR. Overige regiogemeenten worden opgeroepen hetzelfde te doen. - Naar aanleiding van het vorige pfho Fysiek Domein is een brief verstuurd aan de fractievoorzitters van Gedeputeerde Staten Noord-Holland die ten tijde bezig waren met de coalitieonderhandelingen. Deze brief is verstuurd namens de portefeuillehouders, getekend door de voorzitter Fysiek Domein. Naar aanleiding van deze brief heeft men zich in het algemeen bestuur afgevraagd of dit de juiste afzender betrof. Dhr. Jaeger geeft aan dit punt, en hoe hier in de toekomst mee om te gaan, te adresseren in het volgende ab. - Een tijd geleden heeft het college van Hilversum een brief verstuurd aan de overige colleges inzake het leveren van ambtelijke inzet aan de Regio. Kort daarna is een extra toelichting verstuurd. Dhr. Jaeger vraagt de colleges die nog niet hebben gereageerd op de brief alsnog te reageren. Gezocht wordt naar gedragenheid om het voorstel af te hechten. - Een deel van de capaciteit is bedoeld om het initiatief om cultuur op regionaal niveau te regelen in gang te zetten. Voorgesteld wordt om het onderwerp cultuur voorlopig in het pfho EZ te behandelen. Hier wordt positief op gereageerd. Op 22 juni a.s. vindt het tweede bestuurlijk overleg cultuur plaats. - Vanuit de provincie is 47.000 subsidie beschikbaar gesteld ten behoeve van cultuureducatie. Twee voorwaarden die worden gesteld zijn cofinanciering van 38.000 (15ct. per inwoner) en het aanstellen van een projectleider. Dit wordt op 22 juni in het cultuuroverleg besproken. Mw. Van Ramshorst voegt toe dat in het verleden vaker gesprekken zijn gevoerd met de provincie en dat de voorwaarden die toen werden gesteld niet pasten bij de ideeën vanuit de gemeenten. Voorgesteld wordt dat als dat nog zo is er een tegenvoorstel wordt gedaan aan de provincie, zodat het aanbod aansluit bij de behoefte. Mw. Boersen doet een dringend beroep om in de begroting een RSA-post op te nemen. Nu worden ad hoc gelden gevraagd. Voor de begroting van 16 moet naar een tijdelijke oplossing worden gezocht. In de begroting van 17 kan hier wel aandacht aan worden besteed. Memo d.d. 19 augustus 2015, pagina 4
Dhr. Pas geeft aan dat de eerste bijeenkomst met cultuurwethouders zeer positief is verlopen. Gewerkt wordt aan de versterking van de culturele infrastructuur waarbij de link wordt gelegd met recreatie en toerisme. Streven is één regionale agenda. De eerste inventarisatie staat uit, gezocht wordt naar quick wins, o.a. in het afstemmen van aanbod. De Regio wordt gevraagd een notitie op te stellen inzake de invloed van de nieuwe programma s van de Provincie Noord-Holland en het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. 6. Rondvraag en sluiting Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. Memo d.d. 19 augustus 2015, pagina 5