Bouw van een skeletspier



Vergelijkbare documenten
Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm)

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?

Oefenvragen les 7. 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

Spierstelsel onderbeen en voet

Anatomie van de Spieren

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

5 Bot tussenstof bestaat behalve uit calciumzouten eveneens uit: a) Fibreuze vezels b) Elastische vezels c) Reticulaire vezels d) Collagene vezels 6

2 De romp. Zichtbare en palpabele oriëntatiepunten van de romp

Spierenbovensteextremiteit

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Spierenbovensteextremiteit

Belangrijkste spiergroepen

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:

Anatomie van de heup. j 1.1

Les Spierenondersteextremiteit. O: proximaal I : distaal

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder Anteflexie Retroflexie Abductie Adductie 46

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

VGN immobilisatieprotocollen

Spiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea

Uit: prometheus. Reina Welling WM/SM-theorieles 2. Transversale / frontale as = van links naar rechts = rekstok

Een fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum

SPORTMASSAGE les 1 woensdag Hoofdstuk 1. Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam

De spieren (structuur)

Skillslab handleiding

BODY & POWER. Handboek Anatomie voor Fitness

Henny Leentvaar (Sport)massage Pagina 1 van 7 spieren studie hulp

Sportmassage Theorie: samenvatting

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

Reina Welling WM/SM-theorieles 7. Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?)

Voet. Oriëntatiepunten van de voet 38. Voetrug en zijkanten van de voet 74. Voetskelet 42. Voetzool 82. Voetbeenderen 52. Ligamenten van de voet 88

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

Spieren van het bovenste membrum

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Krachttraining. Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij. Naam Klas Docent

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Linea intermedia Labium externum. Incisura ischiadica major. Spina ischiadica Incisura ischiadica minor Ramus ossis ischii. Ramus inferior ossis pubis

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom

Tricky pricks. Lenie Jacobs. 7 april Infiltratietechnieken voor de huisarts

Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie

MASSAGETHERAPEUT

Inhoud. Spiertrainer 3 Hals. 0 basis van de binnenzijde van de onderkaak etagegewijs bij de linea mylohyoidea

De uitdrukkingen profundus, internus, superficialis, externus worden gebruikt bij het herleiden naar de plaats van bv de spieren (vervoegingen)

Rol van de scapula in normale schouderfunctie

Lichamelijk onderzoek

Leerdoelen. Opbouw van het lichaam kennen. Botten, spieren, zenuwen, organen en centraal zenuwstelsel. Leren kijken naar je leerlingen

Project kreupelheid bij vleesvarkens

Myologie specifiek: schouder en arm musculatuur. Fysiologie Huid Nieren en urinewegen. Uit welke spieren bestaat de rotatorcuff?

Inleiding. Anatomie. Humerus

Reader Bowflex. Hogeschool van Amsterdam 09/2009

Skillslab handleiding

Anatomische terminologie

Wat is juist? Spec. Anat. en Fys. Path en Orthopedie. 1. Waarvan is de kuitbeenslagader een rechtstreekse aftakking?


Sportmassage Theorie: samenvatting

Krachttraining. Naam: Klas: Docent:

De plaatsbepalende uitdrukkingen (mediaal, lateraal etc.) worden altijd gebruikt ten opzichte van een ander lichaamsdeel.

Tentamen Structuur en functie van cel en weefsel (Vakcode 8W210) van uur

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Friday, January 12, :42

Informatie open branche-examen Supplementen maken basis

Inhoud. Spiertrainer 4 Romp

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit

Reader Pully. Hogeschool van Amsterdam 09/2009

Vorm en Functie UUGK-VOORBEELD

Bloktoets mei 2010 Pagina 2. Vraag 9. De substantia nigra produceert: 1. Acetylcholine 2. Dopamine 3. Noradrenaline

Bewegingsleer Deel III De romp en wervelkolom

Eind- en toetstermen SPORTMASSAGE EN VERZORGING

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

MASSAGETHERAPEUT

Bijscholing BorgInsole 1

Onstabiel gevoel Last bij stappen

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.

Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit


1. BEKKENGORDEL EN HEUP

ONDERZOEK KNIE. Datum onderzoek... Naam onderzoeker. SENSIBILITEIT Tintelingen. nee / ja. Lokalisatie...bovenbeen / knie / onderbeen / voet. Hobby s.

Massage: het lichaam. Het gespierde lichaam. Psychowerk

voetverzorging uit Bakens & Zadkine Informatie mbtstof Anatomie Voetverzorging eindtermen

Transcriptie:

Reina Welling WM/SM-theorieles 5 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer Bouw van een skeletspier faculty.etsu.edu Welke eigenschappen horen bij type I en welke bij type II spiervezels? Vooral bewegingsfunctie vs. houdingsfunctie Fast twitch vs. slow twitch Snel gerekruteerd vs. alleen gerekruteerd bij explosieve bewegingen Voornamelijk anaeroob vs. aeroob Voornamelijk glucose als energiebron vs. vetten Groter uithoudingsvermogen vs. snel vermoeibaar Rood vs. wit 1

Toets 1 Myologie: Algemeen (vervolg) Specifiek: spieren dorsale zijde onderbeen (cruris) en voet Osteologie: Wervelkolom en thorax Schoudergordel en bovenste extremiteit Uit: Prometheus Arthrologie: Wervelkolom en thorax faculty.etsu.edu Eén- of meerhoofdig één of meer oorsprongplaatsen Eén- of meerpezig één of meer insertieplaatsen Eén- of meerbuikig De spierbuik is verdeeld door tussenpezen Getand Mono-articulair spier loopt over 1 gewricht vb. vastus lateralis Bi-articulair spier loopt over 2 gewrichten vb. rectus femoris Poly-articulair spier loopt over meer dan 2 gewrichten vb. extensoren hand-voet 2

Agonist de werkende spier Antagonist De spier die de tegengestelde beweging maakt t.o.v. de werkende spier Synergisten samenwerkende spieren Naast samenwerkende spieren zijn er ook neutraliserende of fixerende spieren Statische contractie spier werkt maar er vindt geen zichtbare beweging plaats Dynamische contracties Concentrisch tegen de zwaartekracht in spier wordt korter en dikker Excentrisch met de zwaartekracht mee spier werkt, maar wordt langer en dunner Isometrische contractie spier werkt, maar er vindt geen zichtbare beweging plaats Isotonische contracties verkorting van de spier waarbij de spanning gelijk blijft komen in hun zuiverste vorm bijna niet voor Auxotonisch de spier verkort zich spanning verandert Actieve insufficiëntie de spier is niet in staat zich volledig te verkorten, terwijl het gewricht wel (passief) verder kan bewegen bij agonisten met concentrische arbeid en poly-articulaire spieren Passieve insufficiëntie de spier kan zich niet verder verlengen vaak bij poli-articulaire spieren Afhankelijk van fysiologische doorsnede (= doorsnede loodrecht op alle spiercellen) Afhankelijk van aantal actieve motorunits Afhankelijk van lengte spierbuik Afhankelijk van rangschikking spiervezels m. gastrocnemius Origo Caput mediale: achterkant mediale femur condyl Caput laterale: achterkant laterale femurcondyl Insertie via achillespees op de tuber calcanei Functie? 3

m. soleus m. tibialis posterior Origo achterzijde caput fibula, proximale deel fibula en arcus solei Insertie samen met gastrocnemius via achillespees aan tuber calcanei Functie? Origo binnen achterzijde van tibia en fibula, membrana interossea Insertie onderzijde os navicularis en ossa cuneiformia Functie plantairflexie en supinatie, ondersteuning lengtegewelf m. flexor digitorum Origo achtervlak tibia Insertie basis eindkootjes 2 e t/m 5 e teen Functie flexie tenen, plantairflexie en supinatie voet, ondersteuning lengtegewelf m. flexor hallucis Origo achtervlak fibula (onderste 2/3 deel) en membrana interossea Insertie basis eindkootje 1 e teen Functie plantair flexie en supinatie voet, ondersteuning voetgewelf plantairflexoren dorsaalflexoren - m. gastrocnemius - m. tibialis anterior - m. extensor digitorum - m. soleus - m. tibialis posterior - m. flexor digitorum - m. flexor hallucis - m. peroneus - m. peroneus brevis - m. extensor hallucis 4

supinatoren pronatoren - m. gastrocnemius - m. peroneus - m. soleus - m. peroneus brevis Ventraal - m. tibialis posterior - m. extensor digitorum Lateraal Mediaal - m. flexor digitorum - m. flexor hallucis - m. tibialis anterior Dorsaal Ventraal Ventraal Lateraal Mediaal Lateraal Mediaal Dorsaal Dorsaal Ventraal Lateraal Mediaal Dorsaal 5

chiropractie-stegeman.nl Hernia Nuclei Pulposi http://www.youtube.com/watch?v=zeolxmuek7 o Tussenwervelschijf (discus intervertebralis) bestaat uit: Annulus fibrosus: Een stevige, elastische bindweefselring. Nucleus pulposus: kern die is gevuld met een geleiachtige substantie. 6

clavicula scapula humerus radius ulna carpus metacarpus digiti manus Margo Angulus Fossa Spina Processus Superior (supra) Inferior (infra) Tuberculum Corpus = rand = hoek (denk aan angle) = groeve = doorn = uitsteeksel = bovenste = onderste = knobbel = lichaam (denk aan corps) Angulus superior Angulus inferior 7

olecranon caput radii tuberositas radii tuberositas ulnae corpus ulnae corpus radii processus styloideus vcmstatic.sabc.co.za Some lovers try positions that they cannot handle. (2-5-6-8-1-3-4-7) 8 6 7 5 4 3 2 1 ossa metacarpaliae proximale phalanx Pi-tri-lu-sca-haca-tra-tra (8-6-5-2-7-4-3-1) mediale phalanx distale phalanx Synchondrose tussen ribben en borstbeen soort kraakbeen? Gewrichten tussen ribben en borstwervels tussen sleutelbeen en handvat borstbeen (manubrium sterni) tussen de wervels onderling. specifiek: o atlas en achterhoofd: eigewricht o atlas en draaier: rol-draai gewricht flickrhivemind.net 8

Weefselsoort? Tussen de wervels onderling Rond kapsels van gewrichten mcbackup.org nvvn.org Cervicale wervelkolom ventraalflexie, dorsaalflexie, lateroflexie en rotaties Specifiek Atlas en achterhoofd transversale as: ante- en retroflexie (ja knikken) sagittale as: lateroflexie (beperkt) Atlas en axis longitudinale as: rotatie (nee schudden) Thoracale wervelkolom sagittale as: lateroflexie longitudinale as: rotatie transversale as: ventraalflexie en dorsaalflexie = beperkt Lumbale wervelkolom sagittale as: lateroflexie = beperkt longitudinale as: rotatie = beperkt transversale as: ventraalflexie en dorsaalflexie Bouw anulus fibrosus (stevig, buitenste laag) nucleus pulposus (zacht, geleiachtig) Functie schokopvang beweeglijkheid wervelkolom Beschadigingen scheurtjes uitstulping discus (hernia) http://www.youtube.com/watch?v=zeolxmuek7o 9

indofiles.org Zijn er misschien vragen? Verhaal over cellen, stofwisseling en de celmembraan, diffusie en osmose: http://www.freewebs.com/karel1234/cellen.htm Informatie over de wervelkolom: http://www.museumkennis.nl/nnm.dossiers/mu seumkennis/i003846.html Vormen van contractie: http://www.stichtingiton.nl/boeken/text_30.pdf 10