ulturele vorming en Identiteit voor Doven en Slechthorenden



Vergelijkbare documenten
ulturele vorming en Identiteit voor Doven en Slechthorenden

Leerroute 3 en 4. Modules met bijbehorende vakken/vakomschrijving Kerndoelen 1

Bernardusschool Praktische stroom, uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding

Zelfbewust in het leven staan? Siméa-congres 12 april 2019

1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso

- Aan het eind van deze fase is niveau 1F bereikt

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

Leerlijn Leergebiedoverstijgend Drechtster College

Promotie Cultuur en Maatschappij werkboek Waar woon je? (methode Cultuur & Maatschappij)

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

CKV Festival CKV festival 2012

ontwikkelingsperspectief

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

Dove Ouders Vlaanderen DOV

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

Visie op ouderbetrokkenheid

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting ET Emmen Tel:

Leerdoelen en kerndoelen

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

Ouders en onderwijsprofessionals in partnerschap?

Nota: de identiteit van het Kleurenorkest

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

Identiteit van de Koos Meindertsschool

voorbereiding Maatschappelijke Stage VERANTWOORDELIJKHEID IS EEN DEUGD

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 1: Communiceren en sociaal contact onderhouden

Samen Inspireren Ontdekken. Informatiegids. IKC de Plattenburg.

Eindgesprek: in de vorm van een panelgesprek

CREATIEF DENKEN in ONDERWIJS Worskhops, training, begeleiding en materialen.

Welbevinden van dove/slechthorende kinderen in groep 8

Participatieverslag Nieuw & Anders

NVA schoolaudiologie. Arrangementen, door Tamara Wakkee

vaardigheden - 21st century skills

Drents Archief. Het meisje met de hoepel. Groep 2 Thema-overzicht

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

DOEL. Informatie en weetjes over tweetalig en bicultureel opgroeien. Ontmoeting tussen ouders.

Het leven leren. De theorie en visie achter het levo lesmateriaal

EEN SCHOOL MET TALENTUITDAGEND ONDERWIJS

Betreft: Participeren en studeren in het buitenland. Knelpunten voor studenten met een functiebeperking

Vorm en inhoud geven aan burgerschap. MaatschapJIJ, passie voor vorming CNV Onderwijs, 30 januari 2013

Actief burgerschap en sociale integratie

Visiedocument. Actief Burgerschap. Januari 2010

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Groep: AGL fase 1 Vak: Culturele oriëntatie en creatieve expressie

Burgerschap: Aanbod per hoofddoel

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

Typering van de vakken die binnen het profiel Cognitief ZML en PRO worden aangeboden

DURVEN ZIEN ERVAREN DELEN HET CREATIEF PROCES IN 5 DISCIPLINES

Collectief aanbod Jeugd Houten

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

OBS De Dorpsakker Assendelft

Leerlijn voorbereiding op arbeid Drechtster College

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Op expeditie naar waarde(n)

Activiteiten ter verbetering van de. maatschappelijke rol van de Vlaams- Belgische Gebarentaal met het oog op. een grotere integratie van (vroeg)doven

Keurmerk: Duurzame school

Inhoudsopgave. Voorwoord Verwachtingen van klanttest De klanttest Ontwikkelplan

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Beter door de dag. met doofheid of hoorproblemen

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo)

Open huis. Verrassend nieuw onderwijs voor vmbo-t/havo leerlingen

PILOTONDERZOEK SOCIALE KWALITEIT. Alphons Laudyschool

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Leerjaar 4: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Cultuurbeleidsplan

En, wat hebben we deze les geleerd?

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

eindtermen basisonderwijs

Onderwijskundige doelen

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan

Inclusie Rating Scale voor Slechthorende Leerlingen

Beter door de dag met doofheid of hoorproblemen

Samenwerking. Betrokkenheid

Verschillen tussen leerlingen, leerkrachten en scholen Multiculturele school:

BELEIDSPLAN

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

HIDDEN TREASURES. Patronen zichtbaar maken. Naam: Klas:

P.1 Creëren van een veilig en stimulerend leerklimaat

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Zelfbewust en sociaal bewust leren, werken en leven DE BRUG NAAR DE TOEKOMST

Evolutie in het. Studiedag VGTC Hilde Nyffels 08 november 2008 Lessius Hogeschool, Antwerpen

VVKBuO scholen type 7

Gastcollege Grenzen van taal Vroegbehandeling Doof/Slechthorend - Kentalis Haren Juni 2018 Nina Osterloh

Wij medewerkers & wij leerlingen van Stad & Esch maken samen de plek waar ontdekken en leren als vanzelf gaat. Welkom 21e eeuw.

HUISWERKBELEID. Inhoudsopgave Inleiding Het doel van dit huiswerkbeleid Voorwaarden huiswerkbeleid... 2

Mediawijsheid protocol Basisschool Op t Hof

Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten

LANDSEXAMEN VWO

Visie op burgerschap en sociale integratie

Docentenhandleiding Educatieprogramma

Bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs

Cultuureducatie met Kwaliteit

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Transcriptie:

ulturele vorming en Identiteit voor Doven en Slechthorenden

Inhoudsopgave Inleiding 3 Culturele vorming en Identiteit voor Doven en Slechthorenden (CIDS): een waaier aan mogelijkheden 3 Het vak CIDS: praktische informatie 5 Aanpak en organisatie 8 Literatuur 9 Bijlage 1 Kerndoelen voortgezet speciaal onderwijs, uitstroomprofiel Arbeid 10 Leergebiedoverstijgende doelen 10 Leren leren 10 Leren taken uitvoeren 10 Leren functioneren in sociale situaties 11 Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief 11 Kerndoelen uitstroomprofiel Arbeid 12 Mens en maatschappij 12 Culturele oriëntatie en creatieve expressie 13 Voorbereiding op arbeid 13 Bijlage 2 Lessenoverzicht voortgezet onderwijs 15 Klas 1 15 Klas 2 19 Klas 3 23 Klas 4 27 Pagina 2 van 31

Inleiding Naar schatting 95% van de dove en slechthorende kinderen heeft horende ouders en familieleden. De ervaring van het niet (goed) kunnen horen, is onderscheidend in een samenleving die overwegend uit horenden bestaat. Dove en slechthorende kinderen voelen zich hierdoor vaak anders, soms ook eenzaam, en worden geconfronteerd met ervaringen die zij in hun naaste omgeving niet altijd kunnen delen. Het is daarom van belang dat dove en slechthorende kinderen/jongeren op een positieve wijze uitgedaagd worden om de (culturele) aspecten van het doof zijn en het slechthorend zijn te onderzoeken, om de ruimte te krijgen deze op te nemen, te internaliseren in hun identiteit en om ervaringen te delen. Hierdoor krijgen zij handvatten aangereikt om zich bewust te worden van hun mogelijkheden. Aanleiding Voorheen bood het onderwijs weinig mogelijkheden om dove en slechthorende leerlingen te leren over hun cultuur en identiteit. Er was het Leerplan Dovencultuur 1 en de Map Dovencultuur 2, beide ontwikkeld op initiatief van de expertisegroep Sprong Vooruit in opdracht van en met subsidie van het ministerie van OCW. Maar deze waren beperkt, alleen bestemd voor de bovenbouw van het basisonderwijs en voor het voortgezet onderwijs, en sloten niet langer aan bij de nieuwste ontwikkelingen en kerndoelen. Tijd voor een actualisering van de lessen voor het vak Culturele vorming en Identiteit voor Doven en Slechthorenden, CIDS. Nu zijn er CIDS-lessen ontwikkeld voor dove en slechthorende leerlingen van zes tot achttien jaar. Deze lessen kunnen worden gebruikt door leerkrachten en ambulant begeleiders om hen te leren over de betekenis van de cultuur van doven en slechthorenden en dragen bij aan de bewustwording van de eigen identiteit. De dove en slechthorende leerlingen leren in de wereld te staan en weten dat er ook een doven- en slechthorendengemeenschap is, waarin doven en slechthorenden elkaar tegenkomen. Sprong Vooruit hoopt dat de lessen zullen bijdragen aan een positieve ontwikkeling en het welbevinden van dove en slechthorende leerlingen. Culturele vorming en Identiteit voor Doven en Slechthorenden (CIDS): een waaier aan mogelijkheden Over het antwoord op de vraag wat cultuur is, wordt heel divers gedacht. In veel actuele cultuurdefinities gaat het om een patroon van fundamentele aannames, uitgevonden, ontdekt of ontwikkeld door een bepaalde groep om effectief te leren 1 Wallien, M., Drubbel, A. & Soeters, M. (2001). Leerplan Dovencultuur. 2 Map Dovencultuur (2008) Pagina 3 van 31

omgaan met haar problemen van externe aanpassingen en interne integratie 3. Het patroon wordt beschouwd als valide en daarom gedeeld, gedragen, doorgegeven en geleerd aan nieuwe groepsleden als een correcte manier van denken, waarnemen en voelen in relatie tot die problemen. Volgens Verheggen 4 gaat het om gedragspatronen en de manier en mate waarin een mens zich aanpast aan datgene wat wel dan niet gekend wordt. Wat de huidige opvattingen met elkaar gemeen hebben, is het idee dat cultuur een dynamisch begrip is. Deze actuele cultuurdefinities gaan ook op voor doven- en slechthorenden. Veel doven en slechthorenden treffen elkaar in de doven- en slechthorendengemeenschap met eigen patronen en gedragscodes. Vroeger was de dovengemeenschap min of meer besloten. Iedereen was welkom, mits men bereid was om op een doof toegankelijke en gebruikelijke manier met doven te communiceren, bijvoorbeeld door duidelijk articulatiegebruik/gebaren. Wie wel of niet doof was, was toen duidelijk: als je op een van de vijf dovenscholen in Nederland gezeten had en de Nederlandse Gebarentaal (NGT) gebruikte, was je zonder discussie Doof. Doof wordt bij voorkeur met een hoofdletter D geschreven om daarmee aan te geven dat het gaat om een minderheidsgroep van mensen die zelfbewust doof waren, met als ruggengraat de NGT 5. Tegenwoordig is er een veel grotere diversiteit. Het lijkt steeds minder belangrijk te zijn op welke school je zit (of gezeten hebt), of je doof of slechthorend bent of wanneer je doof bent geworden. Doven met een cochleair implantaat kunnen als slechthorenden gaan functioneren en er zijn slechthorenden die liever deel uitmaken van een dovengemeenschap. Het maakt minder uit of je een 'native signer' bent, en de NGT vloeiend beheerst of dat je liever op een andere manier communiceert. Alle vormen van multimodaal communiceren zijn nu gangbaar 6. Het is een gemeenschap waarin doven en slechthorenden elkaar tegenkomen en waaraan je kunt deelnemen en waar je je bij thuis kunt voelen. De continuïteit in de doven- en slechthorendendencultuur is dat het aan doven en slechthorenden een omgeving biedt waar de gehoorstatus en de manier waarop je daar mee omgaat geen enkele rol speelt in de overdracht van gewoonten en gebruiken. Qua identiteit vormen doven en slechthorenden geen homogene groep. Niet alle doven en slechthorenden willen deel uitmaken van de doven- en slechthorendengemeenschap. Er zijn er ook die zich thuis voelen in andere gemeenschappen en geen enkele behoefte hebben aan contacten met andere doven of slechthorenden. Veel doven en slechthorenden zoeken in welke gemeenschap zij zich in hun levensfase het meest thuis voelen. Wat doven en slechthorenden bindt, zijn de ervaringen dat zij minder goed kunnen horen. Hoe doven en slechthorenden hiermee omgaan, mee willen omgaan, en welke consequenties zij daaruit trekken, is een kwestie van bewustwording over en kennis hebben van mogelijkheden die aansluiten bij de eigen ontwikkeling. Om een eigen identiteit te ontwikkelen is het 3 Deze cultuurdefinitie baseert zich op het cultuurbegrip van Schein: a pattern of basic assumptions, invented, discovered, or developed by a given group as it learns to cope with its problems of external adaptions and internal integration (Schein, E.H. (1985). Organizational culture and leadership) 4 Verheggen, T. (2006). Cultuur bestaat niet. 5 Ook bijvoorbeeld kinderen van dove ouders waren welkom. 6 Multimodaal wil zeggen dat er sprake is van twee of meer modaliteiten: de oraal-auditieve (gesproken) en de visueel-manuele (met gebaren) en een tactiele. Pagina 4 van 31

verwerven van kennis en vaardigheden belangrijk. CIDS biedt de nodige kennis en vaardigheden zodat leerlingen zich bewust zijn van hun eigen kansen, mogelijkheden, meningen en perspectieven. Om duidelijk te maken dat het vak CIDS bedoeld is voor alle dove en slechthorende leerlingen en niet alleen voor degenen die deel (willen) uitmaken van de doven- en slechthorendengemeenschap is een neutrale term gekozen die de tot nu toe gebruikte term Dovencultuur vervangt. De naam CIDS (uitspraak kids ) is bedacht door Sprong Vooruit en binnen het lectoraat Dovenstudies aan de Hogeschool Utrecht uitgezet om na te gaan of de naam voldoet. Daar is positief op de naam gereageerd. Gardy van Gils, van het lectoraat Dovenstudies, heeft het CIDS-naamgebaar bedacht. In een filmpje op YouTube, http://www.youtube.com/watch?v=3patuaizqk4, legt zij het naamgebaar uit. Het vak CIDS: praktische informatie Algemene doelstelling CIDS stimuleert de ontwikkeling van een positief, reëel zelfbeeld. Het biedt kennis en inzicht in en maakt de leerlingen bewust van hun (multi)identiteit als dove/slechthorende persoon in een samenleving die overwegend uit horenden bestaat. Het biedt kansen voor contact en het delen van ervaringen met andere dove/slechthorende kinderen, jongeren en volwassenen. Het biedt kansen voor bondgenootschap met slechthorenden/doven en horenden. Dit alles met als doel het welbevinden en welzijn van dove en slechthorende leerlingen te bevorderen. Doelen CIDS-lessen De CIDS-lessen zijn erop gericht alle dove en slechthorende leerlingen tussen de zes en achttien jaar de mogelijkheid te bieden om als een volwaardig mens op te groeien en om hun eigen weg te vinden, zowel in de samenleving die overwegend is ingesteld op horend zijn als in de doven- en slechthorendengemeenschap, waarin gehoorverlies als minder relevant beschouwd wordt. De leerlingen krijgen kennis over de cultuur, cultuurdragers en hulpmiddelen die deel uitmaken van de cultuurontwikkeling. Doel van de lessen is het verstevigen van de identiteit van dove en slechthorende leerlingen. Ook geeft CIDS de leerlingen handvatten om te kunnen omgaan met hun doofheid/slechthorendheid in uiteenlopende situaties; CIDS wil een bijdrage leveren aan een positief kritisch vermogen en kennis en vaardigheden die hen weerbaar maken op een effectieve manier die bij hen past. Door de lessen wordt het zelfbewustzijn van de leerlingen versterkt en leren ze wie ze zijn. De lessen helpen hun om - ook later als volwassenen - hun eigen weg te vinden in de verschillende situaties en contexten waarin zij actief of passief participeren. Pagina 5 van 31

De inhoud van de CIDS-lessen sluit aan bij de doelen uit het Leerplan Dovencultuur 7 en de relevante kerndoelen voor het (v)so. Zie Bijlage 1 voor een overzicht van de doelen. De lesdoelen zijn altijd doof/slechthorend specifiek. De lessen beslaan zes domeinen: - Burgerschap Kennis en vaardigheden om als dove/slechthorende actief te participeren in de Nederlandse maatschappij. - Communicatie Kennis en vaardigheden om (met behulp van een tolk NGT/schrijftolk) als dove/slechthorende met bekenden en onbekenden te communiceren. - Geschiedenis Kennis van de geschiedenis van doven en slechthorenden in Nederland en wereldwijd. - Eigen identiteit Kennis en vaardigheden om een positief zelfbeeld en een eigen identiteit te ontwikkelen als dove/slechthorende in een maatschappij die overwegend uit horenden bestaat. - Hulpmiddelen en technieken Kennis over (nieuwe) hulpmiddelen en technieken, zowel algemeen als specifiek voor doven en slechthorenden ontwikkeld, en vaardigheden om deze te gebruiken. - Kunst, sport, cultuur en vrije tijd Kennis over doof/slechthorend specifieke kunst- en cultuuruitingen en mogelijkheden voor sport en vrijetijdsbesteding. Didactisch lesmodel De didactiek binnen de lessen is gebaseerd op het model van directe instructie 8, een model waarvan bekend is dat het goede leerresultaten geeft (zie bijvoorbeeld www.slo.nl/downloads/archief/leeromgevingen.pdf/, hoofdstuk 3). Centraal staat daarbij dat de leerlingen in elke les verteld wordt wat het doel van de les is, dat de benodigde voorkennis wordt geactiveerd en dat elke les wordt afgesloten met een inhoudelijke evaluatie waarin door de leerlingen wordt aangegeven of het gestelde doel al dan niet bereikt is. De lessen worden bij voorkeur klassikaal aangeboden zodat dove en slechthorende kinderen zich aan elkaar kunnen spiegelen. Het verdient aanbeveling om de ouders blijvend te informeren over dit onderwijsaanbod zodat zij als het ware mee kunnen groeien met hun kind en zij hun kind waar nodig kunnen faciliteren in zijn of haar behoeften. Te denken valt bijvoorbeeld aan het bezoeken van een theaterweek voor dove kinderen, of een kamp georganiseerd door SH-jong 9. 7 Wallien, M., Drubbel, A. & Soeters, M. (2001). Leerplan Dovencultuur. 8 Veenman, S. (1992). Effectieve instructie volgens het directe-instructiemodel. 9 Zie: www.shjong.nl Pagina 6 van 31

De leerkracht/ambulant begeleider De CIDS-lessen zijn bedoeld voor leerkrachten en ambulant begeleiders die onderwijs geven aan dove en (ernstig) slechthorende leerlingen in de groepen 3 t/m 8 van het regulier en speciaal basisonderwijs en in het v(s)o. In de werkwijzer is aangegeven welke specifieke lessen goed te gebruiken zijn door ambulant begeleiders in het regulier onderwijs. De leerkracht/ambulant begeleider die de CIDS-lessen geeft, wacht de bijzondere taak om dove en slechthorende leerlingen extra bagage mee te geven waarmee zij hun identiteit en hun eigen keuzes kunnen bepalen. Zij leren de leerlingen dat niet (goed) kunnen horen niet iets is waar je je voor moet schamen maar dat je jezelf kan en mag laten zien en dat je recht hebt op een eigen plek in de samenleving. Het succesvol aanbieden van CIDS-lessen vraagt van de leerkracht/ambulante begeleider dan ook een bezielende houding. Hij/zij staat open voor diversiteit en heeft zich verdiept in de verschillende aspecten van slechthorend zijn en doof zijn. De leerkracht/ambulant begeleider moedigt de leerlingen aan om onbekende terreinen te verkennen, daagt hen uit en gaat samen met hen op reis door een landschap met vele mogelijkheden. Het heeft de sterke voorkeur dat degene die met dit materiaal gaat werken zelf doof/slechthorend is, zodat hij/zij ook kan fungeren als positief rolmodel. Horende leerkrachten/ambulant begeleiders, die goed ingevoerd zijn en over veel deskundigheid beschikken over wat het betekent om doof/slechthorend te zijn en gemakkelijk kunnen communiceren met hun leerlingen, kunnen deze lessen ook aanbieden. Materiaalaanbod De CIDS-lessen worden digitaal beschikbaar gesteld. Er wordt aangesloten bij de digitale vaardigheden van de leerlingen en ondersteunend visueel materiaal kan via het digibord direct worden gebruikt. Werkwijzer De CIDS-lessen zijn per groep en per domein genummerd. In overzichten waarin per les de lesdoelen zijn aangegeven, kan de leerkracht/ambulant begeleider de gehele leerstof per groep overzien. Zie Bijlage 2. Hij/zij kan zelf een volgorde in de lessen aanbrengen die aansluit bij de actuele situatie van de groep/de leerling. In het lessenoverzicht is ook aangegeven welke lessen specifiek geschikt zijn voor dove en slechthorende leerlingen, welke lessen geschikt zijn voor ambulant begeleiders, welke lessen in het reguliere onderwijs aan de hele groep gegeven kunnen worden en wat een geschikt moment is voor de lessen. Per groep bestaan de CIDS-lessen uit: (speciaal) basisonderwijs groep 3: 10 lessen van een half uur groep 4: 15 lessen van een half uur groep 5: 18 lessen van een half uur Pagina 7 van 31

groep 6, 7, 8: 20 lessen van een half uur voortgezet (special) onderwijs, uitstroomprofiel Arbeid 10 lessen van een uur per leerjaar Aanpak en organisatie Na de toekenning van subsidie door OCW is ontwikkeling van de CIDS-lessen gestart. Hiertoe heeft Sprong Vooruit een stuurgroep samengesteld met daarin twee vertegenwoordigers van Sprong Vooruit en een vertegenwoordiger van de Hogeschool Utrecht Lectoraat Dovenstudies. Deze stuurgroep is gecoördineerd door duo decimo. De stuurgroep heeft de domeinen en de doelen van de lessen en het didactisch kader vastgesteld en vervolgens ontwikkelaars aangesteld om op basis van deze gegevens de lessen te maken. Deze lessen zijn beoordeeld door de stuurgroep en een lid van Sprong Vooruit en door duo decimo geredigeerd. Door de medewerking van de hieronder genoemde instanties en personen zijn de CIDSlessen gerealiseerd. Voor de (financiële) ondersteuning - het Ministerie van OCW Voor de inhoudelijke ondersteuning - Attendiz, Koninklijke Auris Groep, Koninklijke Kentalis - Lectoraat Dovenstudies, Hogeschool Utrecht, Gardy van Gils (MA), Annemiek Voor in t Holt (MA) en dr. Beppie van den Bogaerde - Sprong Vooruit, Annet de Klerk (MA), dr. Connie Fortgens en drs. Annelies van der Eijk Voor de ontwikkeling van het lesmateriaal - Saskia Jissink, (speciaal) basisonderwijs groep 3 tot en met 6 - Martijn Kamphuis, (speciaal) basisonderwijs groep 7 en 8 - Annieck van den Broek, voortgezet (speciaal) onderwijs groep 1 tot en met 4 Voor de ontwikkeling van de website - Mark en Michèlle van Vlerken, Vierkante Meter - Ronald van Raaphorst, Twensoc Voor de illustraties - Henk Kemperman, Kemperman Illustratief - Nederlands Gebarencentrum Pagina 8 van 31

Voor de redactie en coördinatie - Cockie Gerritsen en drs. Marijke van Grafhorst, duo decimo Literatuur Knoors, H. & De Klerk, A. (1999). De pedagogische waarde van aandacht voor dovencultuur. Reflecties over Dovencultuur, 77-93. Schein, E.H. (1985). Organizational culture and leadership. San Francisco: Jossey-Bass. Veenman, S. (1992). Effectieve instructie volgens het directe-instructiemodel. In: Pedagogische Studiën 1992 (69), 242-269. Verheggen, T. (2005). Proefschrift Culture Alt Delete On the misperception of culture in psychology. Heerlen: Open Universiteit Nederland. Vernooij, K. (2001). Draaiboek Doelgericht en planmatig op weg naar betere leerresultaten. Amersfoort: CPS. Wallien, M., Drubbel, A. & Soeters, M. (2001). Leerplan Dovencultuur. Rotterdam: CED/Het projectbureau. Kerndoelen speciaal onderwijs (2010). Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Map Dovencultuur (2008). Koninklijke Effatha Guyot Groep, Werkgroep Sprong Vooruit. Denk aan het milieu voor u print Pagina 9 van 31

Bijlage 1 Kerndoelen voortgezet speciaal onderwijs, uitstroomprofiel Arbeid Leergebiedoverstijgende doelen klas 1 klas 2 klas 3 klas 4 Leren leren 1. De leerling ontwikkelt een open en flexibele houding ten opzichte van de wereld om hem heen, mede in het kader van een leven lang leren. Les 1.K1 Les 2.B1 Les 2.E1 Les 2.G1 Les 2.H1 Les 3.B1 Les 3.C2 Les 3.H1 Les 4.B2 Les 4.C3 3. De leerling leert verschillende soorten informatie te zoeken, te beoordelen en te gebruiken. Les 1.B1 Les 3.C2 Les 3.K2 4. De leerling leert op basis van feiten een mening te vormen, deze adequaat te uiten en respectvol om te gaan met andere meningen. Les 1.G1 Les 1.K2 Les 2.G1 Les 2.G2 Les 2.H1 Les 3.E1 Les 4.C2 Leren taken uitvoeren 5. De leerling leert zich redzaam en weerbaar te gedragen bij de uitvoering van dagelijkse activiteiten. Les 1.B2 Les 1.C1 Les 1.E1 Les 1.E2 Les 2.H1 Les 3.H1 Les 4.C3 Pagina 10 van 31

Les 1.H1 Les 1.H2 6. De leerling leert op doelgerichte, planmatige en methodische wijze taken en activiteiten uit te voeren. 7. De leerling leert samen te werken aan een taak of activiteit. Les 3.K1 Les 4.C1 Les 4.K1 Les 1.B2 Les 3.C2 Les 4.C1 Les 4.K1 Les 4.E1 Leren functioneren in sociale situaties 8. De leerling leert op adequate wijze om te gaan met eigen gevoelens en wensen. Les 1.C1 Les 1.E1 Les 1.E2 Les 2.B2 Les 2.C1 Les 2.E1 Les 2.H3 Les 3.E1 Les 3.E2 9. De leerling leert respectvol en verantwoordelijk om te gaan met anderen. Les 1.C1 Les 2.C1 Les 2.E1 Les 2.H1 Les 3.H1 Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief 10. De leerling krijgt zicht op de eigen voorkeuren, interesses en toekomstwensen op het gebied van werken, wonen, vrije tijd en burgerschap. Les 2.H1 Les 3.C1 Les 4.B2 Les 4.C2 Les 4.C3 11. De leerling leert afwegingen en keuzes te Les 2.H2 Les 4.B2 Pagina 11 van 31

maken die leiden tot een passend persoonlijk toekomstperspectief, met realiseerbare mogelijkheden en kansen. Les 4.C2 Les 4.G1 Kerndoelen uitstroomprofiel Arbeid Mens en maatschappij 4. De leerling leert over het belang en de betekenis van werk voor zichzelf en oriënteert zich op de eigen plaats binnen een arbeidsorganisatie en op regelingen voor arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. 5. De leerling leert over verschillende mogelijkheden om de vrije tijd te besteden en verkent actief de eigen mogelijkheden om te participeren aan activiteiten in de vrije tijd. 6. De leerling leert over burgerschap in een democratische rechtsstaat zoals Nederland en leert de eigen rol als burger in te vullen, passend bij de eigen mogelijkheden. 7. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie is ontstaan, hoe het nu functioneert en hoe hij/zij zelf daarbij betrokken kan zijn. Les 1.B1 Les 1.B2 Les 2.C1 Les 3.K1 Les 3.K2 Les 3.C1 Les 4.C2 Les 4.C3 Les 2.B1 Les 3.B1 Les 4.B1 Les 4.B2 Les 4.E1 Les 4.E2 Les 4.E2 Pagina 12 van 31

8. De leerling leert perioden, gebeurtenissen en personen uit zijn eigen leven en leefomgeving te ordenen in de tijd. Les 2.H2 Les 2.H3 Les 3.G1 Les 3.G2 9. De leerling leert enkele belangrijke gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in de tijd te plaatsen. Les 1.G1 Les 2.G1 Les 2.G2 Les 3.G1 Les 3.G2 Les 4.G1 Culturele oriëntatie en creatieve expressie 1. De leerling oriënteert zich op het sociaalculturele aanbod in zijn omgeving, leert een voor hem/haar passende keuze te maken uit dit aanbod en leert actief deel te nemen aan culturele activiteiten. Les 2.K1 3. De leerling leert eigen creatief of kunstzinnig werk, alleen of met een groep, aan derden te presenteren. Les 2.B2 4. De leerling leert te vertellen en na te denken over eigen creatief of kunstzinnig werk en over het werk van anderen. Les 1.K1 Les 1.K2 Voorbereiding op arbeid 2. De leerling leert vaardigheden om werk te verwerven, te behouden en om van werk te veranderen. Les 4.C2 Les 4.C3 Pagina 13 van 31

3.1 De leerling leert samen te werken en te overleggen. 3.2. De leerling leert instructies en procedures op te volgen. 3.3. De leerling leert bij arbeidsmatige taken de juiste materialen en middelen op een doelmatige en doelgerichte manier in te zetten. 3.4. De leerling leert de eigen beroepsmatige werkzaamheden te plannen en te organiseren 4. De leerling ontwikkelt specifieke beroepsvaardigheden die passen bij de eigen keuzes, mogelijkheden en beperkingen. Les 4.C1 Les 4.K1 Les 4.C1 Les 4.K1 Les 4.H1 Les 4.C1 Les 4.K1 Les 4.C3 Les 4.H1 Pagina 14 van 31

Bijlage 2 Lessenoverzicht voortgezet onderwijs Klas 1 Les Titel Lesdoelen Doof Slechthorend AB Regulier Geschikt moment Burgerschap 1.B1 Mensenrechten - De leerlingen zijn zich bewust van het bestaan van de Rechten van de Mens. - De leerlingen hebben enige basiskennis over het ontstaan en de inhoud van de Rechten van de Mens. - De leerlingen kunnen de Rechten van de Mens op hun persoonlijke situatie toespitsen en uitleggen. x x x Na les 1.H2 1.B2 Jongerencommissie/ SH-Jong Communicatie 1.C1 Verschillend communiceren - De leerlingen weten van het bestaan van de JongerenCommissie en SH-Jong. - De leerlingen kunnen uitleggen wat een belangenorganisatie is. - De leerlingen kunnen zelf hun belangen in kaart brengen en deze aandragen bij een belangenorganisatie. hun eigen communicatie in verschillende situaties. hun eigen mogelijkheden als ze iets niet gehoord of begrepen hebben. x x x Na les 1.B1 x x x Pagina 15 van 31

Eigen identiteit 1.E1 Een nieuwe start - De leerlingen brengen in beeld hoe zij zich voelen op de middelbare school ten opzichte van de basisschool als dove/slechthorende leerling. - De leerlingen ontdekken wat maakt dat zij zich ergens wel of niet thuis voelen als dove/slechthorende leerling. - De leerlingen vormen voor zichzelf een beeld wat ze zelf kunnen doen om zich ergens thuis te voelen. de mogelijkheden die een nieuwe start biedt. - De leerlingen reflecteren op hun identiteit als dove/slechthorende jongere op de nieuwe school waar zij gestart zijn. x x x Start schooljaar 1.E2 Wat zie jij er mooi uit! Geschiedenis 1.G1 Versteend verdriet - De leerlingen leren dat mooi een subjectief begrip is. - De leerlingen beseffen dat zich niet hoeven te schamen voor hun hoorhulpmiddelen. - De leerlingen begrijpen dat ze zelf bepalen hoe ze omgaan met normen over wat mooi is. - De leerlingen zijn zich ervan bewust dat (dove) Joodse mensen tijdens de x x x x x x x Voor 4/5 mei Pagina 16 van 31

Hulpmiddelen en technieken Tweede Wereldoorlog vervolgd werden. - De leerlingen kennen het woord untermenschen en kunnen uitleggen wat hiermee bedoeld werd. - De leerlingen kennen de betekenis van het woord Shoah. - De leerlingen kunnen benoemen wat het overlijden van ongeveer 900 Nederlandse dove Joden voor gevolgen had voor de dovengemeenschap. - De leerlingen geven een eigen mening over het verhaal van Eduard Leuw. 1.H1 Tolken inzetten - De leerlingen weten hoe zij zelfstandig een tolk kunnen aanvragen en annuleren. - De leerlingen weten dat ze zowel een studenttolk als een gediplomeerde tolk kunnen inzetten en wat het verschil tussen beiden is. - De leerlingen kunnen zelf een tolk voor verschillende situaties aanvragen en weten op grond waarvan zij een bepaalde tolk kiezen. x x x 1.H2 Leefuren en onderwijsuren - De leerlingen weten dat ze recht hebben op tolkuren voor de leefsfeer, onderwijs en in de toekomst voor werk. - De leerlingen weten dat ze tolkuren kunnen aanvragen bij het UWV Werkbedrijf en Menzis, voor onderwijs, x x x Na les 1.H1 Pagina 17 van 31

Kunst, sport, cultuur en vrije tijd werk en de leefsfeer. - De leerlingen weten hoe ze deze tolkuren kunnen aanvragen en wat ze daarbij nodig hebben. - De leerlingen zijn op de hoogte van hun rechten met betrekking tot het aantal tolkuren per jaar. 1.K1 Harry Potter - De leerlingen ontdekken de overeenkomsten tussen Harry Potter s tovenaarswereld en de gemeenschap van doven en slechthorenden. de mogelijkheid tot identificatie met een verhaal of kunstuiting. - De leerlingen beseffen dat anders-zijn als positief en negatief ervaren kan worden. x x x Na les 1.C1 1.K2 Doven/ slechthorenden in film - De leerlingen maken kennis met de genres hearing cinema en deaf cinema. - De leerlingen weten van het bestaan van het filmfestival Deaf in the Picture. - De leerlingen bedenken hoe zij zelf een Deaf Cinema film zouden maken en welke aspecten zij hierin belangrijk vinden. x x x Na les 1.K1 Pagina 18 van 31

Klas 2 Les Titel Lesdoelen Doof Slechthorend AB Regulier Geschikt moment Burgerschap 2.B1 Inclusie - De leerlingen begrijpen de filosofie rondom exclusie en inclusie. - De leerlingen kunnen voorbeelden noemen van exclusie en inclusie waar zij zelf mee te maken hebben. - De leerlingen weten van het bestaan van de Salamanca-verklaring van 1994 en het hierop volgende VN-verdrag van 2006. x x x 2.B2 Dove/slechthorende wereld Communicatie hun uitzonderingspositie. de onbekendheid met doofheid/slechthorendheid onder horende mensen. - De leerlingen bedenken hoe de wereld eruit zou zien als de horenden een uitzondering zouden zijn. - De leerlingen maken een verslag over hoe zij denken dat een dove/slechthorende wereld eruit zou kunnen zien. Na les 2.B1 2.C1 Nieuwe mensen - De leerlingen bedenken of het voor hen belangrijk is of vrienden doof, x x x Na les Pagina 19 van 31

leren kennen Eigen identiteit slechthorend of horend zijn. - De leerlingen beargumenteren of ze zich enkel in de gemeenschap van doven en slechthorenden willen begeven, of juist ook in de horende samenleving. - De leerlingen bedenken of ze in een inclusieve situatie makkelijker nieuwe vrienden zouden kunnen maken. - De leerlingen leren manieren om nieuwe mensen te leren kennen. 2.E1/2.B1 2.E1 Cultuur en subcultuur Geschiedenis 2.G1 Inclusief onderwijs - De leerlingen weten globaal wat het begrip cultuur inhoudt. - De leerlingen kunnen enkele uitingen van cultuur herkennen. - De leerlingen kunnen enkele voorbeelden van subculturen benoemen. - De leerlingen kunnen aangeven tot welke subculturen zij zichzelf rekenen. - De leerlingen kennen globaal de geschiedenis van het exclusieve onderwijs. - De leerlingen weten waarom er speciaal onderwijs voor doven/slechthorenden is gekomen en kunnen een aantal voor- en nadelen benoemen. - De leerlingen weten waarom er geijverd x x x x x x x Na les 2.B1 Pagina 20 van 31

wordt voor inclusie en kunnen een aantal voor- en nadelen noemen. - De leerlingen kunnen beargumenteren waarom zij voor zichzelf kiezen voor speciaal voortgezet onderwijs of regulier voortgezet onderwijs. 2.G1 CI-ontwikkeling - De leerlingen kennen globaal de ontwikkeling van het cochleair implantaat. - De leerlingen weten dat CI s in het begin alleen bij volwassenen werden geïmplanteerd die later doof waren geworden. - De leerlingen kennen globaal de jaartallen die belangrijk waren in de ontwikkeling van het CI. - De leerlingen weten waarom kinderen steeds jonger worden geïmplanteerd. - De leerlingen weten dat steeds vaker CI s bilateraal geïmplanteerd worden. x x x Hulpmiddelen en technieken 2.H1 Omgaan met tolk en privacy - De leerlingen zijn op de hoogte van het bestaan van de tolkencode. - De leerlingen zijn op de hoogte van privacywetgeving gekoppeld aan het inzetten van tolken. - De leerlingen weten hoe ze zelf de tolksituatie zo optimaal mogelijk kunnen maken door afspraken met de tolk. - De leerlingen kunnen actie ondernemen x x x Pagina 21 van 31

2.H2 Ethiek: medische ingrepen 2.H3 De keuzen van ouders als de samenwerking met de tolk niet prettig verloopt. - De leerlingen weten dat ze vanaf 12 jaar mede inspraak hebben bij medische ingrepen (bijvoorbeeld de implantatie van een CI), maar dat hun ouders de uiteindelijke toestemming moeten geven. - De leerlingen weten dat ze vanaf 16 jaar zelf keuzen mogen maken op het gebied van medische ingrepen. de keuze waar ouders van dove kinderen voor staan op het gebied van het CI en kunnen een aantal afwegingen noemen. - De leerlingen weten dat hun ouders gestaan hebben voor ethische vraagstukken zoals CI-, taal- en schoolkeuze. - De leerlingen vormen zichzelf een mening over ethische vraagstukken over CI-, taal- en schoolkeuze en kunnen deze mening beargumenteren. x x x Na les 2.G2 x x x Na les 2.H2 Kunst, sport, cultuur en vrije tijd 2.K1 Proza en poëzie het doel van proza en poëzie als kunstuiting. x x x Na les 2.B2 Pagina 22 van 31

de dove/slechthorende bril waarmee proza en poëzie in NGT vaak wordt verteld. het gebruik van proza en poëzie in NGT om ervaringen te laten zien van doven/slechthorenden in een wereld die vooral uit horenden bestaat. Klas 3 AB Les Titel Lesdoel Doof Slechthorend Regulier Geschikt moment Burgerschap 3.B1 Paspoorten - De leerlingen weten van het bestaan van minderheidsgroepen die zich tot twee culturen rekenen. - De leerlingen realiseren zich dat zij onderdeel zijn van de maatschappij. de mogelijkheid zich in het netwerk van doven/slechthorenden netwerk te begeven, als lid van deze groep. x x x Na les 3.E2 Communicatie 3.C1 Welk beroep? - De leerlingen bedenken hoe communicatie verloopt in bepaalde beroepen. x x x Pagina 23 van 31

3.C2 Andere gebarentalen Eigen identiteit - De leerlingen bedenken concrete voorbeelden van voordelen die je hebt als doof/slechthorend persoon in een bepaald beroep. - De leerlingen bedenken concrete voorbeelden van aanpassingen die mogelijk zijn om een beroep toegankelijk te maken voor doven/slechthorenden. - De leerlingen brengen de mogelijkheden, voordelen, communicatie en eventuele aanpassingen in beeld van twee beroepen die zij interessant vinden. - De leerlingen verdiepen zich in de doven/slechthorendengemeenschappen van andere landen. - De leerlingen presenteren gevonden informatie op een visuele manier aan medeleerlingen. - De leerlingen vergelijken de positie van doven/slechthorenden in de landen waarover de presentaties gaan. x x x Afsluitende les 3.E1 Visies op doof - De leerlingen kunnen de betekenis uitleggen van de begrippen neonatale hoorscreening en visie. - De leerlingen weten wat de medische visie en culturele visie op doofheid inhouden. x x x Na les 3.G1 Pagina 24 van 31

3.E2 Hoe had je leven eruit gezien als je horend was geweest? Geschiedenis 3.G1 Oralisten en manualisten 3.G2 Onderwijs voor doven/slechthorenden - De leerlingen bedenken of hun leven er anders uit had gezien als ze horend waren geweest. de invloeden van het doof/slechthorend/horend zijn op de ontwikkeling van de identiteit. - De leerlingen filmen een zelfportret, waarin ze hun mening over doof/slechthorend/horend zijn verwerken. - De leerlingen kennen de begrippen oralisme en manualisme. - De leerlingen kunnen enkele namen noemen van belangrijke mensen met betrekking tot manualisme. - De leerlingen hebben weet van het congres van Milaan 1880 en het besluit over het oralisme. - De leerlingen vormen zich een mening over oralisme tegenover manualisme. hun eigen ontwikkeling met betrekking tot oralisme/manualisme en kunnen deze beschrijven. de Nederlandse scheiding binnen het onderwijs tussen doof en slechthorend. - De leerlingen weten dat in veel landen x x x Na les 3.C1 x x x x x x Na les 3.G1 Pagina 25 van 31

Hulpmiddelen en technieken dove en slechthorende kinderen gezamenlijk onderwijs hebben. - De leerlingen vormen zich een mening over het wel of niet samengaan in het onderwijs van dove en slechthorende kinderen. 3.H1 Zelf tolken hun tolkrol in diverse situaties. - De leerlingen kunnen benoemen hoe zij precies tolken voor andere mensen. - De leerlingen weten van het bestaan van dove tolken en hun functie. x x x Na les 3.K2 Kunst, sport, cultuur en vrije tijd 3.K1 Sporten - De leerlingen weten van het bestaan van sportverenigingen voor doven/slechthorenden. - De leerlingen kennen de voor- en nadelen van het sporten in een reguliere sportclub of in een sportclub voor doven en slechthorenden. - De leerlingen realiseren zich dat zij ook zelf het initiatief kunnen nemen om te sporten in groepsverband met andere doven en slechthorenden. - De leerlingen weten welke aanpassingen zij kunnen gebruiken als ze in een reguliere sportvereniging sporten. x x x Na les 3.B1 Pagina 26 van 31

3.K2 Deaflympics - De leerlingen weten dat de Deaflympics elke twee jaar plaatsvinden, zomer- en winterspelen om en om. - De leerlingen kunnen beargumenteren waarom Deaflympics belangrijk zijn voor doven/slechthorenden naast de gewone Olympische Spelen. - De leerlingen zijn zich bewust van de communicatie in International Sign Language op internationale dovenevenementen. x x x Na les 3.K1 Klas 4 Les Titel Lesdoel Doof Slechthorend AB Regulier Geschikt moment Burgerschap 4.B1 Belangen - De leerlingen weten van het bestaan van Dovenschap en NVVS die de belangen van dove/slechthorende mensen in Nederland behartigen. - De leerlingen weten van het bestaan van World Federation for the Deaf (WFD) en WFD Youth Section die de belangen van dove/slechthorende mensen internationaal behartigen. - De leerlingen weten voor welke belangen van dove/slechthorende x x x Pagina 27 van 31

4.B2 Frontrunners en IFHOHP Communicatie mensen Dovenschap en NVVS opkomen. - De leerlingen weten wat ze zelf kunnen bijdragen in de behartiging van belangen van dove/slechthorende mensen. - De leerlingen maken kennis met de trainingen voor jongerenkader die gericht zijn op doven/slechthorenden. - De leerlingen worden zich bewust dat zij zelf Frontrunners als dove/slechthorende jongere in de gemeenschap van doven/slechthorenden en de maatschappij kunnen zijn. x x x 4.C1 Project II - De leerlingen leren werken met een draaiboek en met actiepunten die gericht zijn op dove/slechthorende mensen. - De leerlingen bedenken hoe ze de PR rondom een activiteit kunnen vormgeven die gericht is op dove/slechthorende mensen. - De leerlingen ervaren hoe het is om zelf een Frontrunner te zijn bij het organiseren van een activiteit voor dove/slechthorende mensen. 4.C2 Solliciteren - De leerlingen weten dat de werkgever op de hoogte moet zijn dat ze x x Na les 4.K1 x x x Pagina 28 van 31

doof/slechthorend zijn voordat ze worden aangenomen. - De leerlingen weten dat een werkgever niet mag discrimineren op grond van een arbeidsbeperking. - Weten wat voor een werkgeven de voor-en nadelen van dove/slechthorende werknemers zijn - De leerlingen weten wanneer ze willen melden dat ze doof/slechthorend zijn tijdens een sollicitatieprocedure. - De leerlingen weten wat een Wajonguitkering is, en wat de voor- en nadelen zijn van deze uitkering. 4.C3 In een bedrijf - De leerlingen bedenken hoe voor hen een doof/slechthorend-vriendelijk bedrijf eruit ziet. - De leerlingen bedenken wat zij zelf kunnen bijdragen om een bedrijf doof/slechthorend-vriendelijk te maken. x x x Na les 4.C2 Eigen identiteit 4.E1 Waar hoor je bij? - De leerlingen kunnen zelf aangeven tot welke groepen zij zichzelf rekenen. - De leerlingen brengen in beeld hoe je lid wordt van een bepaalde groep. hoe zij omgaan met een groep die hen niet accepteert als lid. uitsluiting: als je een keuze maakt voor x x x Pagina 29 van 31

4.E2 Plaats in de maatschappij Geschiedenis 4.G1 Beroepsgeschiedenis doven/slechthorenden een bepaalde groep, sluit je dan iets/iemand uit en wie/wat dan? hun eigen rol in inclusie. - De leerlingen kennen enkele dove/slechthorende politici. - De leerlingen denken na over zichtbaarheid van dove/slechthorende mensen in de politiek en of dit gevolgen zou hebben voor algemene beeldvorming. - De leerlingen bedenken wat zij zouden willen veranderen als politicus. de (recente) beweging van voornamelijk beroepsonderwijs voor doven/slechthorenden naar open onderwijs en kansen: vrijwel elk beroep kan gekozen worden. - De leerlingen weten dat de mogelijkheid om nu verder door te leren is ontstaan o.a. doordat er (schrijf)tolken ingezet kunnen worden voor onderwijs en door betere hoorapparatuur, soloapparatuur. x x x x x x Hulpmiddelen en technieken 4.H1 Teamtolken - De leerlingen weten wat teamtolken is. - De leerlingen kunnen situaties x x x Pagina 30 van 31

Kunst, sport, cultuur en vrije tijd benoemen waarin twee tolken nodig zijn. - De leerlingen kennen de regelgeving rondom het aanvragen van twee tolken voor een tolkopdracht. - De leerlingen weten hoe ze buiten deze regelgeving om toch teamtolken kunnen aanvragen. 4.K1 Project I - De leerlingen leren hoe ze zelf een activiteit kunnen organiseren voor dove/slechthorende mensen. - De leerlingen leren een draaiboek opstellen met actiepunten die gericht zijn op dove/slechthorende mensen. - De leerlingen ervaren hoe het is om zelf een Frontrunner te zijn bij het organiseren van een activiteit voor dove/slechthorende mensen. x x Na les 4.B2 Pagina 31 van 31