Jaarrekening 217
INHOUDSOPGAVE Pagina 5.1 Jaarrekening 217 5.1.1 Balans per 31 december 217 5.1.2 Resultatenrekening over 217 5.1.3 Kasstroomoverzicht over 217 5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 5.1.5 Toelichting op de balans per 31 december 217 5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 5.1.7 Overzicht langlopende schulden ultimo 217 5.1.8 Toelichting op de resultatenrekening over 217 5.1.9. WNT-verantwoording 217 5.1.1 Vaststelling en goedkeuring 5.2 Overige gegevens 5.2.1 Nevenvestigingen 5.2.2 Controleverklaring
5.1 JAARREKENING
5.1 JAARREKENING 5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 217 (na resultaatbestemming) ACTIVA Ref. 31-dec-17 31-dec-16 Vaste activa Materiële vaste activa 1 7.93.719 8.32.452 Totaal vaste activa 7.93.719 8.32.452 Vlottende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 2 155.28 28.96 Debiteuren en overige vorderingen 3 26.415 151.252 Liquide middelen 4 2.26.797 2.779.822 Totaal vlottende activa 2.442.42 2.96.34 Totaal activa 1.373.139 11.262.486 Ref. 31-dec-17 31-dec-16 PASSIVA Eigen vermogen 5 Bestemmingsreserves 1.217.195 1.852.593 Bestemmingsfondsen 4.811 4.81 Algemene reserves 1.815 1.815 Totaal eigen vermogen 1.223.821 1.859.218 Voorzieningen 6 111.715 123.753 Langlopende schulden (nog voor meer 7 6.568.136 6.897.811 dan een jaar) Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 2 Overige kortlopende schulden 8 2.469.467 2.381.74 Totaal passiva 1.373.139 11.262.486 Pagina 1
5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 217 Ref. 217 216 BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning 11 12.29.176 12.266.636 Subsidies (exclusief Wmo en Jeugdzorg) 12 56.714 81.433 Overige bedrijfsopbrengsten 13 6.717 87.348 Som der bedrijfsopbrengsten 12.47.67 12.435.417 BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 14 9.786.29 9.515.927 Afschrijvingen op materiële vaste activa 15 596.154 578.492 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 16 Overige bedrijfskosten 16 2.48.42 2.185.793 Som der bedrijfslasten 12.79.585 12.28.212 BEDRIJFSRESULTAAT -382.978 155.25 Financiële baten en lasten 17-252.42-317.556 RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING -635.398-162.351 RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: 217 216 Toevoeging/(onttrekking): Bestemmingsfonds aanvaardbare kosten -635.398-162.351-635.398-162.351 Pagina 2
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT Kasstroom uit operationele activiteiten Ref. 217 216 Bedrijfsresultaat -382.978 155.25 Aanpassingen voor: - afschrijvingen 596.154 578.492 - mutaties voorzieningen -12.38 5.381 584.116 583.873 Veranderingen in werkkapitaal: - vorderingen -19.163 37.866 - vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging -126.248 16.45 - kortlopende schulden (excl. schulden aan banken) 87.765 353.189-147.646 551.1 Kasstroom uit bedrijfsoperaties 53.492 1.29.178 Ontvangen interest 1.644 3.629 Betaalde interest -254.64-321.185-252.42-317.556 Totaal kasstroom uit operationele activiteiten -198.928 972.622 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa -224.422-178.752 Desinvesteringen materiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -224.422-178.752 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden -329.675-329.675 Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -329.675-329.675 Mutatie geldmiddelen -753.25 464.195 Stand geldmiddelen per 1 januari 2.779.822 2.315.627 Stand geldmiddelen per 31 december 2.26.797 2.779.822 Mutatie geldmiddelen -753.25 464.195 Toelichting: Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Pagina 3
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 Algemeen Orion is een antroposofische woon en werkgemeenschap voor zowel volwassenen als kinderen. De kernactiviteit bestaat uit het bieden van woonzorg en dagbesteding op basis van zorgzwaartekostiging Wlz. De statutaire (en feitelijke) vestigingsplaats is de gemeente Rotterdam, op het adres Boy Edgarstraat 28 en is geregistreerd onder KvK-nummer 4113462. De Stichting beheert locaties in de gemeente Rotterdam en in de gemeente Zuidplas. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi (RvW). De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en het resultaat zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen. De jaarrekening is opgesteld in euro. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 217, dat is geëindigd op balansdatum 31 december. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verpichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs opgenomen, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen. Een actief wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting Orion zullen toevloeien en het actief een kostprijs of een waarde heeft waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen worden niet in de balans verwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans opgenomen activa. Activa waarvan het waarschijnlijk is dat de realiseerbare waarde lager is dan de boekwaarde, worden afgewaardeerd tot het niveau van de hoogste van de indirecte en directe realiseerbare waarde. Een verplichting wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag waartegen de afwikkeling zal plaatsvinden op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen. Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans opgenomen als een transactie niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting. Dergelijke transacties geven evenmin aanleiding tot het verantwoorden van resultaten. Bij de beoordeling of er sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit wordt uitgegaan van de economische voordelen en risico s die zich naar waarschijnlijk in de praktijk zullen voordoen, en niet op voordelen en risico s waarvan redelijkerwijze niet te verwachten is dat zij zich voordoen. Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval direct in de winst-en-verliesrekening opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie. Indien de weergave van de economische realiteit ertoe leidt dat het opnemen van activa waarvan de rechtspersoon niet het juridisch eigendom bezit, wordt dit feit vermeld. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro's, wat ook de functionele valuta is van Orion. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de verkrijgings- of vervaardigingsprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op bedrijfsterreinen en op vaste activa in ontwikkeling en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: Bedrijfsgebouwen : 2 % Machines en installaties : 5 % Andere vaste bedrijfsmiddelen : 1 %, 2 %. en 33 % Pagina 4
Groot onderhoud Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen. Vaste activa - bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de opbrengstwaarde of de bedrijfswaarde zijnde de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten welke nodig zijn om de verkoop te realiseren. heeft de toekomstige kasstromen van het totaal van haar zorgvastgoedlocaties benaderd op het niveau van de vanuit de zorgexploitatie kasstroomgenererende eenheden en vergeleken met de boekwaarde van het vastgoed. Hiervoor is gebruik gemaakt van taxaties van een onafhankelijk taxateur. Bij een grotendeels ongewijzigde zorgexploitatie leidt dat niet tot bijzondere waardeverminderingen van het vastgoed. Momenteel verkeert Orion in een fase van verkenning en onderzoek naar mogelijkheden voor vernieuwing van het vastgoed. Deze planvorming heeft nog niet tot besluitvorming geleid en is derhalve niet betrokken in de beoordeling van de waardering van het vastgoed per ultimo 217. Voorraden Gezien de omvang en het doel van het aanhouden van voorraden zijn deze niet in de balans gewaardeerd. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden verwerkt tegen reële waarde. Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde). Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Een vordering uit hoofde van financieringstekorten of een schuld uit hoofde van financieringsoverschotten is het aan het einde van het boekjaar bestaande verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de ontvangen voorschotten en de in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van het wettelijk budget (artikel 6 Regeling verslaggeving WTZi). Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan en die het gevolg zijn van een gebeurtenis uit het verleden, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting en verliezen af te wikkelen. Indien het verschil tussen de nominale en contante waarde van de verplichtingen materieel is, worden voorzieningen gewaardeerd tegen contante waarde. Hieronder is een nadere uiteenzetting van de grondslagen per voorziening uitgewerkt. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening persoonlijk budget levensfase (zonder toerekening aan jaren) De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening voor opgebouwde PBL uren met een meerjarig karakter. De overige PBL uren staan vermeld onder de kortlopende schulden. Voorziening jubileumverplichtingen De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen en is gebaseerd op de geschatte verplichting op basis van het huidige personeelsbestand. Schulden Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien geen sprake is van (substantiële) agio/disagio of transactiekosten dan is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. Baten en lasten worden verwerkt in het jaar waarop zij betrekking hebben. Daarbij wordt voorzichtigheid betracht overeenkomstig de grondslagen die gelden voor het opnemen van activa en passiva (zoals eerder vermeld). Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. In het geval van een geconstateerde fout in voorgaande boekjaren wordt foutherstel toegepast. Pagina 5
Opbrengsten Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer het bedrag van de opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de te ontvangen vergoeding waarschijnlijk is, de mate waarin de dienstverlening op balansdatum is verricht betrouwbaar kan worden bepaald en de reeds gemaakte kosten en de kosten die (mogelijk) nog moeten worden gemaakt om de dienstverlening te voltooien op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald. Indien het resultaat van een bepaalde opdracht tot dienstverlening niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de opbrengsten verwerkt tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening die worden gedekt door de opbrengsten. De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord. Personele kosten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers, respectievelijk de belastingautoriteit. Pensioenen heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 215 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij behoort ook een nieuwe berekening van de dekkings-graad. De 'nieuwe' dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken, zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. In januari 218 bedroeg de dekkingsgraad 13,%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 124%. Het pensioenfonds verwacht volgens het herstelplan (maart 217) in het jaar 226 hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Stichting Orion heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten betreffen van derden ontvangen (te ontvangen) en aan derden betaalde (te betalen) interest. 5.1.4.4 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en beleggingen die zonder beperkingen en zonder materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet in geldmiddelen. 5.1.4.6 Grondslagen voor gebeurtenissen na balansdatum Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening. Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in de jaarrekening. 5.1.4.7 Waarderingsgrondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering topinkomens (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de wet- en regelgeving inzake de WNT, waaronder de instellingsspecifieke (sectorale) regels. Pagina 6
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 217 ACTIVA 1. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16 Bedrijfsgebouwen en terreinen 7.145.896 7.49.72 Machines en installaties 44.665 485.536 Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 38.158 47.214 Totaal materiële vaste activa 7.93.719 8.32.452 Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 217 216 Boekwaarde per 1 januari 8.32.452 8.72.192 Bij: investeringen 224.422 178.752 Af: afschrijvingen 596.155 578.492 Af: desinvesteringen Boekwaarde per 31 december 7.93.719 8.32.452 Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.7. De vaste activa zijn als zekerheid gesteld voor de langlopende schulden. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het overzicht van de langlopende leningen in onderdeel 5.1.8. Pagina 7
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 217 ACTIVA 2. Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging Vorderingen uit hoofde van bekostiging: 31-dec-17 31-dec-16 1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 155.28 28.96 Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging 155.28 28.96 Schulden uit hoofde van bekostiging: 31-dec-17 31-dec-16 1. Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Totaal schulden uit hoofde van bekostiging Specificatie vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk financieringsoverschot 216 217 totaal Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar 28.96 155.28 184.168 Correcties voorgaande jaren 173 173 Betalingen/ontvangsten -29.133-29.133 Subtotaal mutatie boekjaar 155.28 155.28 155.28 155.28 Stadium van vaststelling (per erkenning): c a a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa 31-dec-17 31-dec-16 Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort 155.28 28.96 - schulden uit hoofde van financieringsoverschot 155.28 28.96 Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 217 216 Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 11.743.393 11.728.1 Af: ontvangen voorschotten 11.588.185 11.699.41 Af: overige ontvangsten Totaal financieringsverschil 155.28 28.96 Pagina 8
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 217 ACTIVA 3. Overige vorderingen De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16 Vorderingen op debiteuren 38.696 33.3 Vooruitbetaalde bedragen: 43.65 37.91 Nog te ontvangen bedragen: 178.654 81.131 Totaal overige vorderingen 26.415 151.252 Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt nihil. Ultimo 216 was de voorziening eveneens nihil. In de post nog te ontvangen bedragen zit een vordering van ruim 77. op de Stichting de Zevenster. In 216 waren deze kosten in het betreffende boekjaar al grotendeels afgerekend. 4. Liquide middelen De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16 Bankrekeningen 416.78 42.428 Kassen 1.89 9.394 Deposito 1.6. 2.35. Liquide middelen onderweg Totaal liquide middelen 2.26.797 2.779.822 Toelichting: De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting. De deposito gelden zijn eveneens dagelijks opneembaar. Pagina 9
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 217 PASSIVA 5. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-17 31-dec-16 Bestemmingsreserves 1.217.195 1.852.593 Bestemmingsfondsen 4.811 4.81 Algemene en overige reserves 1.815 1.815 Totaal eigen vermogen 1.223.821 1.859.218 Kapitaal Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-217 bestemming mutaties 31-dec-217 Kapitaal Bestemmingsreserves Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-217 bestemming mutaties 31-dec-217 Reserve aanvaardbare kosten: 1.852.593-635.398 1.217.195 Totaal bestemmingsreserves 1.852.593-635.398 1.217.195 Bestemmingsfondsen Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-217 bestemming mutaties 31-dec-217 Reservering dagbesteding 2.95 2.95 Voorziening outplacement 2.716 2.716 Totaal bestemmingsfondsen 4.811 4.811 Algemene en overige reserves Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-217 bestemming mutaties 31-dec-217 Algemene reserves: 1.815 1.815 Totaal algemene en overige reserves 1.815 1.815 Pagina 1
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 217 PASSIVA 6. Voorzieningen Saldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-217 31-dec-217 Voorziening jubilea 73.753 5.696 6.342 61.715 Voorziening PBL 5. 5. Voorziening langdurig zieken Totaal voorzieningen 123.753 5.696 6.342 111.715 Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-217 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 61.715 Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 5. Hiervan langlopend (> 5 jaar) Toelichting per categorie voorziening: De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 2%. De PBL voorziening is alleen obv langlopende verplichtingen. De kortlopende verplichtingen zijn opgenomen als kortlopende schulden bij de Vakantiedagen en PBL uren 7. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16 Schulden aan banken 6.568.136 6.897.811 Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 6.568.136 6.897.811 Het verloop is als volgt weer te geven: 217 216 Stand per 1 januari 7.227.486 7.557.161 Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen 329.675 329.675 Stand per 31 december 6.897.811 7.227.486 Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 329.675 329.675 Stand langlopende schulden per 31 december 6.568.136 6.897.811 Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 329.675 329.675 Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 6.568.136 6.897.811 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 5.249.436 5.579.111 Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Toelichting: De verstrekte zekerheden voor de opgenomen lening bij ING Bank en Triodos luiden als volgt: hypothecaire zekerheid op bedrijfsgebouwen en -terreinen; Pagina 11
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 217 PASSIVA 8. Overige kortlopende schulden De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16 Crediteuren 197.112 349.11 Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 329.675 329.675 Belastingen en sociale premies 522.83 393.578 Schulden terzake pensioenen 61.362 183.276 Nog te betalen salarissen 74.85 64.875 Vakantiegeld 347.569 33.522 Vakantiedagen en PBL uren 627.92 522.538 Overige schulden: Nog te betalen kosten 253.885 149.728 Vooruitontvangen opbrengsten 55.11 58.51 Totaal overige kortlopende schulden 2.469.467 2.381.74 Toelichting: De post crediteuren is gedaald als gevolg van een afname van ingehuurd personeel aan het einde van het boekjaar De post belastingen en sociale premies is gestegen agv de te betalen loonbelasting op de uitbetaling van de ORT over 212-215 De post vakantiedagen en PBL uren neemt met 15.382 toe. Dit betreft met name een wijziging in de berekeningssystematiek van de sociale lasten. De post nog te betalen kosten is gestegen als gevolg van een reservering voor te betalen transitievergoedingen 6. en een reservering voor inhuur personeel 3.. Toelichting: De kredietfaciliteit in rekening-courant bij ING bedraagt per 31 december 217 25. 9. Financiële instrumenten Algemeen De instelling is in de normale bedrijfsuitoefening blootgesteld aan markt- en/of kredietrisico s. De instelling maakt geen gebruik van en handelt niet in financiële derivaten om zich tegen die risico's in te dekken. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van zorgfinanciering zijn geheel geconcentreerd bij Wlz-uitvoerende instanties.. Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen leningen. 1. Niet in de balans opgenomen regelingen Huurverplichtingen Orion heeft een 9-tal huurovereenkomsten: Gehuurd object Verhuurder looptijd huurovereenkomst 217 1. Tochtenweg 32, Rotterdam Woonbron onbepaalde tijd 6.895 2. Zevenkampring 137, Rotterdam Woonbron onbepaalde tijd 7.782 3. Frida Kahlopad 82, Rotterdam Woonbron 1 jaar v.a. 1-5-27 met stilzw. 58.3 locatie trapezium verlenging van telkens 2 jaar 4. René Magrittestraat 22, Rotterdam Woonbron 1 jaar v.a. 15-4-27 met stilzw. 58.3 locatie Boogschutter verlenging van telkens 2 jaar 5. Jan Sluijterstraat 42, Rotterdam Woonbron 5 jaar v.a. 1-9-29 met stilzw. 81.869 locatie Klimophof verlenging van telkens 2 jaar 6. 2 Woningen, Aar 137 en Aar 299, De Aarhof, Rotterdam Wooncompas Telkens voor 1 jaar 15.928 Houtwerkplaats, Wollefoppenweg 61a, Zevenhuizen Vestia 2 jaar v.a. 1 september29 18.454 7. Grond Wollefoppenweg 77 Gemeente Rotterdam 384 8. Dorpstraat 19, kantoor Knaap 2 jaar v.a. 1 april 215 22.896 9. Dorpstraat 22 Bink Beheer en Withouse 5 jaar v.a. 1 augustus 215 75.6 Totaal huurverplichtingen 345.814 Pagina 12
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 217 PASSIVA 1. Niet in de balans opgenomen regelingen Onzekerheden opbrengstverantwoording Als gevolg van materiële nacontroles door zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten op de gedeclareerde zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning kunnen correcties noodzakelijk zijn op de gedeclareerde productie. De effecten van eventuele materiële nacontroles zijn vooralsnog onzeker. heeft op basis van een risicoanalyse een zo nauwkeurig mogelijke inschatting gemaakt van de hieruit voortvloeiende risico s en verplichtingen. Daarbij is rekening gehouden met uitkomsten van interne en externe controles. Pagina 13
5.1.7 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA Andere vaste Materiële vaste bedrijfs- bedrijfsactiva in middelen, uitvoering en Niet aan het Bedrijfs- technische en vooruitbetalingen bedrijfsproces gebouwen en Machines en administratieve op materiële dienstbare Totaal terreinen installaties uitrusting vaste activa materiële activa Stand per 1 januari 217 - aanschafwaarde 12.6.22 1.618.314 1.85.681 14.764.17 - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen 4.65.32 1.132.778 678.467 6.461.565 Boekwaarde per 1 januari 217 7.49.72 485.536 47.214 8.32.452 Mutaties in het boekjaar - investeringen 115.76 18.716 224.422 - herwaarderingen - afschrijvingen 379.512 8.871 135.772 596.155 - bijzondere waardeverminderingen - terugname geheel afgeschreven activa.aanschafwaarde 84.596 84.596.cumulatieve herwaarderingen.cumulatieve afschrijvingen 84.596 84.596 - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) -263.86-8.871-27.56-371.733 Stand per 31 december 217 - aanschafwaarde 12.175.728 1.618.314 1.19.81 14.93.843 - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen 5.29.832 1.213.649 729.643 6.973.124 Boekwaarde per 31 december 217 7.145.896 44.665 38.158 7.93.719 Afschrijvingspercentage -5% 5% 1-33% Pagina 14
BIJLAGE 5.1.7 Overzicht langlopende schulden ultimo 217 Leninggever Datum Hoofdsom Soort lening Restschuld 31 december 216 Nieuwe leningen in 217 Aflossing in 217 Restschuld 31 december 217 Restschuld over 5 jaar Resterende looptijd in jaren eind 217 % Totale looptijd Werkelijkerente Aflossingswijze Aflossing Gestelde zekerheden 218 ING Bank NV 1-jan-97 3.63.242 4 hypothecaire 2,75% 1.95.877 9.756 1.815.121 1.361.341 19 lineair 9.756 Neg. Hypoth. Clausule Triodosbank NV 1-jan-98 97.56 4 hypothecaire 5,3% 499.158 22.689 476.469 363.24 2 lineair 22.689 Neg. Hypoth. Clausule ING Bank NV 1-jan- 5.218.472 4 hypothecaire 3,75% 2.82.928 13.462 2.672.466 2.2.156 22 lineair 13.462 Neg. Hypoth. Clausule Triodosbank NV 1-jan-1 2.94.193 4 hypothecaire 2,8% 1.677.377 72.68 1.64.769 1.241.729 23 lineair 72.68 Neg. Hypoth. Clausule Bank Nederlands 1-jan-2 523.685 4 hypothecaire 3,25% 342.146 13.16 328.986 263.186 24 lineair 13.16 Neg. Hypoth. Clausule Totaal 7.227.486 329.675 6.897.811 5.249.436 329.675 Pagina 15
5.1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 217 BATEN 11. Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning De specificatie is als volgt: 217 216 Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 11.743.393 11.728.2 Definitieve index Correctie voorgaand jaar 172 54.426 Persoonsgebonden en -volgende budgetten 146.6 135.234 Opbrengsten Wmo 4.65 348.974 Totaal 12.29.176 12.266.636 Toelichting: De post opbrengsten wmo is gestegen als gevolg van een toename van de geleverde productie van met name één cliënt, welke 1 op 1 zorg heeft ontvangen en waarvoor dit ook zo is gedeclareerd 12. Subsidies (exclusief WMO en Jeugdzorg) De specificatie is als volgt: 217 216 Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) 56.714 81.433 Totaal 56.714 81.433 Toelichting: De opbrengsten zijn gedaald als gevolg van een lagere subidie voor stage en opleidingen 13. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt: 217 216 Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed) 6.717 87.348 6.717 87.348 Toelichting: De overige opbrengsten zijn gedaald als gevolg van een daling van de verhuur opbrengsten en een daling van opbrengsten uitgeleend personeel Pagina 16
5.1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 217 LASTEN 14. Personeelskosten De specificatie is als volgt: 217 216 Lonen en salarissen 7.246.631 6.835.585 Sociale lasten 1.127.174 1.15.546 Pensioenpremies: 553.168 53.568 Andere personeelskosten 415.772 371.417 Subtotaal 9.342.745 8.843.116 Personeel niet in loondienst 443.284 672.811 Totaal personeelskosten 9.786.29 9.515.927 Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 153 149 153 149 Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is Toelichting: De personele kosten zijn fors gestegen als gevolg van de nabetaling van de ORT over vakantiedagen 212-215, stijging van het aantal personeelsleden en de verhoogde inzet van personeel als gevolg van een hoog ziekteverzuim. De post personeel niet in loondienst is door inkrimping van inhuur overig personeel fors gedaald. Pagina 17
5.1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 217 LASTEN 15. Afschrijvingen vaste activa De specificatie is als volgt: 217 216 Afschrijvingen: - Materiële vaste activa 596.154 578.492 Totaal afschrijvingen 596.154 578.492 Waarvan nacalculeerbare afschrijvingen: - Materiële vaste activa 225.848 225.965 Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 217 Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 596.154 waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 225.848 In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa 225.848 - WTZi-meldingsplichtige vaste activa - WMG-gefinancierde vaste activa - Kleinschalige Woonvoorzieningen Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 225.848 Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 7.731.891 Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 3.772.193 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De specificatie is als volgt: 217 216 Bijzondere waardeverminderingen van: - materiële vaste activa Totaal Pagina 18
LASTEN 5.1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 217 16. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt: 217 216 Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 52.674 458.998 Algemene kosten 528.229 565.739 Patiënt- en bewonersgebonden kosten 612.58 43.613 Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud 181.896 184.142 - Energiekosten gas 66.65 71.123 - Energiekosten stroom 77.557 67.88 - Energie transport en overig 12.894 11.959 Subtotaal 338.412 335.14 Huur en leasing 332.941 325.221 Vervoerskosten 99.771 13.323 Doorberekende kosten -6.25-6.25 Dotaties en vrijval voorzieningen Totaal overige bedrijfskosten 2.48.42 2.185.793 Toelichting: De patiënt- en bewonersgebonden kosten zijn fors gestegen als gevolg van een toename van de kosten van de onderaannemers. 17. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt: 217 216 Rentebaten 1.644 3.629 Subtotaal financiële baten 1.644 3.629 Rentelasten -254.64-321.185 Subtotaal financiële lasten -254.64-321.185 Totaal financiële baten en lasten -252.42-317.556 Toelichting: De post rentelasten is gedaald als gevolg van de "normale" aflossingen van de leningen, maar tevens ook door een rente herziening gedurende het boekjaar. Pagina 19
5.1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 19. Honoraria accountant 217 216 De honoraria van de accountant over 217 en 216 zijn als volgt: 1 Controle van de jaarrekening 36.988 26.65 2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 3.575 3 Fiscale advisering 6.788 4.66 4 Niet-controlediensten 633 Totaal honoraria accountant 43.776 34.924 De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 25. pagina 2
5.1.9. WNT-VERANTWOORDING 25. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Leidinggevende topfunctionarissen met bezoldiging boven 1.7 W. de Lege 1 Functie (functienaam) Bestuurder 2 In dienst vanaf (datum begin functievervulling) 1-1-212 3 In dienst tot (datum einde functievervulling) heden 4 (Fictieve) dienstbetrekking? Ja 5 Deeltijdfactor (minimaal,25 fte) 1,% 6 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, 117.82 eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 7 Winstdelingen en bonusbetalingen 8 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 9 Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (6,7 en 8) 117.82 1 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in ) 1.991 11 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 128.73 12 Toepasselijk bezoldigingsmaximum 121. 13 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in ) 14 Toepasselijke bezoldigingsmaximum 216 1 (Fictieve) dienstbetrekking? Ja 2 Deeltijdfactor (minimaal,25 fte) 1,% 3 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, 117.82 eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 4 Winstdelingen en bonusbetalingen 5 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 6 Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 117.82 7 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in ) 1.556 8 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 127.638 9 Toepasselijk bezoldigingsmaximum 12. Toezichthoudende topfunctionarissen met bezoldiging boven 1.7 M.F.J. van de Lisdonk N. Huijgen-Jacobs 1 Functie (functienaam) Voorzitter RvT Lid RvT 2 In dienst vanaf (datum begin functievervulling) 29-mrt-1 29-mrt-1 3 In dienst tot (datum einde functievervulling) 31-dec-17 31-dec-17 4 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 9. 9. 5 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 15 6 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 9. 9.15 7 Toepasselijk bezoldigingsmaximum 18.15 12.1 8 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in ) 9 Toepasselijke bezoldigingsmaximum 75. 75. 216 1 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 15. 5. 2 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 724 3 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 15. 5.724 4 Toepasselijk bezoldigingsmaximum 18. 12. 24
5.1.9. WNT-VERANTWOORDING 25. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) - vervolg Toezichthoudende topfunctionarissen met bezoldiging boven 1.7 P.A. Trommelen K. Vosters 1 Functie (functienaam) Lid RvT Lid RvT 2 In dienst vanaf (datum begin functievervulling) 1-jul-12 1-jul-15 3 In dienst tot (datum einde functievervulling) heden heden 4 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 6. 6. 5 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 6 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 6. 6. 7 Toepasselijk bezoldigingsmaximum 12.1 12.1 8 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in ) 9 Toepasselijke bezoldigingsmaximum 75. 75. 216 1 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 1. 8. 2 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 3 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 1. 8. 4 Toepasselijk bezoldigingsmaximum 12. 12. E. Groeneveld 1 Functie (functienaam) Lid RvT 2 In dienst vanaf (datum begin functievervulling) 1-jul-16 3 In dienst tot (datum einde functievervulling) heden 4 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 9. 5 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 6 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 9. 7 Toepasselijk bezoldigingsmaximum 12.1 216 1 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 2 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 3 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 4 Toepasselijk bezoldigingsmaximum 6.33 Toelichting De Raad van Toezicht heeft conform de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en jeugdhulp aan een totaalscore van 8 punten toegekend. De daaruit volgende klasseindeling betreft klasse II, met een bijbehorend bezoldigingsmaximum voor de Raad van Bestuur van 121.. Dit maximum wordt wel overschreden door de Raad van Bestuur, maar wordt door het overgangsrecht gerespecteerd. Het bijbehorende bezoldigingsmaximum voor de voorzitter van de Raad van Toezicht bedraagt 18.15 en voor de overige leden van de Raad van Toezicht 12.1. Deze maxima worden niet overschreden. De vergoeding van mevrouw E. Groeneveld heeft voor een bedrag van 3. betrekking op 216. 25
5.1.1 VASTSTELLING EN GOEDKEURING Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De raad van bestuur van heeft de jaarrekening 217 vastgesteld in de vergadering van 16 april 218. De raad van toezicht van de heeft de jaarrekening 217 goedgekeurd in de vergadering van 16 april 218. 21 Statutaire regeling resultaatbestemming Het behaalde resultaat staat ter vrije beschikking van de Stichting 22 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2. 23 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum met een materiele invloed op onderhavige jaarrekening. 26
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders W.G. Mevr. J. van Ginneken W.G. Mevr. E. Groeneveld W.G. Mevr. K. Vosters W.G. P.A. Trommelen W.G. Dhr. A. Pijls W.G. W. de Lege 27
5.2 OVERIGE GEGEVENS
5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1 Nevenvestigingen heeft haar hoofdvestiging aan de Boy Edgarstraat te Rotterdam. Van daaruit worden de woonlocaties en werkplaatsen van de cliënten in Rotterdam Zevenkamp en in Zevenhuizen beheerd. 5.2.2 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina. Pagina 22
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Pagina 22