Gecoördineerde versie in werking vanaf 1 januari 2003 Provinciaal reglement ter subsidiëring van de verwezenlijking van het provinciaal fietsnetwerk en het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. DE PROVINCIERAAD VAN OOST-VLAANDEREN, gelet op de provinciewet, in het bijzonder artikel 85 ; gelet op het reglement van 11 februari 1998 ter subsidiëring van de verwezenlijking van het provinciaal fietsnetwerk ; gelet op het provincieraadsbesluit van 12 december 2001 houdende goedkeuring van een bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk ; overwegende dat het vigerende provinciaal reglement enkel subsidie verleent ten belope van 50% van de kostprijs van het fietspad indien het gesitueerd is binnen het provinciaal fietsnetwerk ; overwegende dat fietspaden die kaderen binnen het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk momenteel niet in aanmerking komen voor een subsidie van 50% ; overwegende dat het derhalve opportuun is het provinciaal reglement van 11 februari 1998 ter subsidiëring van de verwezenlijking van het provinciaal fietsnetwerk te wijzigen, BESLUIT Artikel 1 Binnen de perken van de in de begroting ingeschreven kredieten kunnen door de bestendige deputatie aan de gemeenten, verenigingen van gemeenten, polders en wateringen en ruilverkavelingen, overeenkomstig de hierna vermelde beschikkingen, subsidies verleend worden voor de verwezenlijking van het provinciaal fietsnetwerk en het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. De aanvragen worden afgehandeld in volgorde van indiening en tot uitputting van het krediet. Artikel 2 Om overeenkomstig onderhavig reglement voor provincietoelage in aanmerking te kunnen komen moeten de voorziene werken passen in een door de bestendige deputatie vast te stellen planning. Het moet eveneens beantwoorden aan de door de bestendige deputatie vast te leggen normen, zoals uitgetekend in het nieuw provinciaal fietsbeleid, goedgekeurd in zitting van de provincieraad van 19.02.1997. De voorziene werken moeten passen in het provinciaal fietsnetwerk of het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. De desbetreffende fietsverbinding dient volledig omschreven te worden, met de aanduiding van de voorziene werken, de te behouden gedeeltes en de eventueel later te voorziene werken. De gemeenteraad dient zijn goedkeuring te geven aan het gemeentelijk luik van het provinciaal fietsnetwerk.
Dit gemeentelijk fietsplan dient te beantwoorden aan de normen, zoals uitgetekend in het nieuw provinciaal fietsbeleid, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 19.02.1997, waarna dit plan aan de bestendige deputatie wordt voorgelegd. Hoofdstuk I - Subsidiëring van de werken Artikel 3 Voor subsidiëring komen in aanmerking : - werken met als bedoeling een fietsroute aan te leggen, te verbeteren en dit tussen twee knooppunten, kaderend in het provinciaal fietsnetwerk ; - aanleg van fietspaden, niet opgenomen in het provinciaal fietsnetwerk ; - werken met als bedoeling een fietsroute aan te leggen of te verbeteren in het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk Worden voor subsidiëring uitgesloten : - gewone onderhoudswerken ; - erelonen : - kosten voor aanbesteding ; - toezicht ; - bijkomende werken ; - fietspaden, gelegen langs gewestwegen, die niet kaderen in het provinciaal fietsnetwerk of het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk ; - kunstwerken. Artikel 4 De subsidie bedraagt 50 % van de kostprijs voor de aanleg van fietspaden en autovrije wegen met een maximaal betoelaagbare breedte van 2 meter. Enkel de posten die rechtstreeks verband houden met de aanleg van gedeeltes van het fietsnetwerk en de eventuele fietsvriendelijke inrichtingen komen in aanmerking voor betoelaging. De subsidie bedraagt 25 % van de kostprijs voor de aanleg van nieuwe fietspaden, die niet zijn opgenomen in het provinciaal fietsnetwerk of het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, en die van de rijweg gescheiden zijn door een al of niet verharde veiligheidsstrook van minimum 40 cm. Enkel de posten die rechtstreeks verband houden met de aanleg van het fietspad komen in aanmerking voor betoelaging. Het totaal percentage van de door het gewest en de provincie toegekende subsidie mag echter nooit meer dan 90 % bedragen. In voorkomend geval zal het percentage van de provincie verminderd worden. Artikel 5 Het ontwerp wordt geëvalueerd en kan pas betoelaagbaar zijn indien voldaan wordt aan de opmerkingen, geformuleerd door de Provinciale Technische Dienst, onder andere gebaseerd op het provinciaal fietsbeleid goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 19.02.1997. Op zicht van het ontwerp beslist de bestendige deputatie principieel over de toekenning van de subsidie. Deze principiële belofte houdt vanwege het Provinciebestuur geen enkele verbintenis in.
De principiële belofte vervalt indien er na 18 maanden, te rekenen vanaf de datum van toekenning ervan, geen vaste belofte is verkregen. Artikel 6 Op zicht van het aanbestedingsdossier verleent de bestendige deputatie de vaste belofte van subsidie. De subsidie wordt met inachtneming van artikel 2 forfaitair berekend op de laagste of voordeligste regelmatige offerte. Op straffe van verval van de subsidie mogen de werken niet worden aangevat vóór deze toekenning van de subsidie. Indien het eindafrekeningsbedrag lager ligt dan het oorspronkelijk aannemingsbedrag wordt de subsidie herberekend op het eindafrekeningsbedrag. 75 % van de subsidie, waarvoor vaste belofte werd verleend, wordt uitbetaald, op zicht van de eerste vorderingsstaat. Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald op zicht van de eindafrekening, rekening houdend met de 3e lid van onderhavig artikel. Hoofdstuk II - Subsidiëring van de grondinnemingen Artikel 7 Voor subsidiëring komen in aanmerking : - de grondinnemingen beperkt tot de gronden die de verhardingsbreedte van het fietspad zullen vormen ; - de grondinnemingen beperkt tot de gronden die de verhardingsbreedte van de autovrije wegen zullen vormen met een maximaal betoelaagbare breedte van 2 meter ; - de grondinnemingen die, hoewel ze de eigenlijke verharding van het fietspad of delen van het provinciaal fietsnetwerk of het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk niet zullen vormen noodzakelijk zijn voor de aanleg van een fietspad of delen van het provinciaal fietsnetwerk of het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, op voorwaarde dat de gronden die het fietspad of delen van het provinciaal fietsnetwerk of het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk zelf zullen vormen reeds eigendom zijn van opdrachtgevend bestuur. De toelage zal beperkt blijven tot de grondinnemingen waarvan de breedte maximum gelijk zal zijn aan de verhardingsbreedte van het fietspad of delen van het provinciaal fietsnetwerk of het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Worden van subsidiëring uitgesloten : - gebouwen ; - bijkomende vergoeding : bv. beplantingen - afsluitingen ; - fietspaden, die niet zijn opgenomen in het provinciaal fietsnetwerk of het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Artikel 8 De subsidie bedraagt 50 %. Zij wordt berekend op basis van het schattingsverslag opgemaakt door de ontvanger van registratie en domeinen of door de commissaris bij het Comité tot Aankoop van onroerende goederen.
Voor wat de bijkomende vergoeding betreft kan in voorkomend geval een schattingsverslag, opgemaakt door een deskundige aangesteld door opdrachtgevend bestuur, als berekeningsbasis voor de subsidiëring dienen. Indien de aankoopakte, voor wat betreft de aankoop in der minne, of het vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, in geval van onteigeningen, een lagere vergoeding voorziet zal deze vergoeding als basis dienen voor de berekening van de subsidie. Het totaal percentage der door het gewest en de provincie toegekende subsidies mag echter nooit meer dan 90 % bedragen. In voorkomend geval zal het percentage van de provincie verminderd worden. Artikel 9 De bestendige deputatie verleent vaste belofte van subsidie op zicht van : - het goedkeuringsbesluit van de hogere overheid voor het doorvoeren van de grondaanwerving in geval van aankoop in der minne. - het ministerieel besluit dat machtiging verleent om over te gaan tot de gerechtelijke onteigening. Het dossier, dat moet worden voorgelegd samen met het aanbestedingsdossier van de werken of ten laatste vóór de aanvang van de werken, moet samengesteld zijn als volgt : - een afschrift van het ministerieel besluit houdende machtiging tot onteigening in geval van gerechtelijke onteigening of een afschrift van het goedkeuringsbesluit van de hogere overheid in geval van aankoop in der minne; - het globaal onteigeningsplan, waarop de voor subsidiëring in aanmerking komende gronden zijn gesitueerd; - de onteigeningstabel waarop de geschatte waarde van de vergoedingen, die betrekking hebben op de gronden die voor subsidiëring in aanmerking komen, zijn gedetailleerd; - een schattingsverslag opgemaakt door de ontvanger van registratie en domeinen of door de commissaris bij het comité tot Aankoop van onroerende goederen, gesplitst voor de gronden, gebouwen en eventueel de bijkomende vergoedingen. Artikel 10 Voor de uitbetaling van de subsidie dient, uiterlijk samen met de eindafrekening der werken, een dossier voorgebracht, samengesteld als volgt : - afschrift van de verleden aankoopakten en van het bewijs van betaling in geval van aankoop in der minne ; - afschrift van het vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan en van het bewijs van storting van de vergoeding in de Deposito- en Consignatiekas in geval van gerechtelijke onteigening ; - een tabel waarop de waarden zijn gedetailleerd van de vergoedingen en de innames, die betrekking hebben op de gronden die voor subsidiëring in aanmerking komen (bedding van het fietspad). Wanneer, in geval van gerechtelijke onteigening, er nog geen vonnis beschikbaar is dat in kracht van gewijsde is gegaan, gebeurt de uitbetaling op basis van het schattingsverslag, bedoeld in artikel 9 van onderhavig reglement en moet volgend dossier voorgebracht worden: - een afschrift van het provisioneel vonnis en het bewijs van storting van de provisionele vergoeding in de Deposito- en Consignatiekas ;
- een verklaring van het opdrachtgevend bestuur, waarin het zich verbindt om binnen de 6 maanden die volgen op het in kracht van gewijsde gaan van het eindvonnis, een afschrift van dit vonnis, samen met het bewijs van storting van de vergoeding in de Deposito- en Consignatiekas voor te brengen. Bij voorlegging van het eindvonnis gebeurt dan eventueel de aanzuivering zoals voorzien in artikel 8-3e lid van onderhavig reglement. Hoofdstuk III - Algemene bepalingen Artikel 11 Alvorens het een vaste belofte van subsidie verkrijgt gaat het opdrachtgevend bestuur de verbintenis aan : 1. de bestemming van de werken of grondinnemingen waarvoor het een subsidie wenst te bekomen in het kader van onderhavig reglement niet te wijzigen zonder de toelating van de bestendige deputatie ; 2. in geval van bestemmingswijziging zonder toelating van de bestendige deputatie, het bedrag van de uitbetaalde subsidie aan de provincie terug te betalen. 3. een signalisatieplan op te stellen ter verwezenlijking van de signalisatie van het provinciaal fietsnetwerk en het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Artikel 12 Het provinciaal reglement van 20 juni 1980 ter subsidiëring van werken aan fietspaden wordt opgeheven. Artikel 13 Huidig reglement treedt in werking op 1 maart 1998. Gent, De Provinciegriffier, Namens de Provincieraad : De Voorzitter, get. Albert De Smet get. Piet Van Eeckhaut