Studiehandleiding Onderwijskunde, theorie en contexten I (70220260AY)



Vergelijkbare documenten
Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Studiehandleiding Testleer en Testgebruik (7013K400CY)

Studiehandleiding. Instructie en Leren ( AY) Bachelorjaar: 2 Cursusjaar: 2013/2014 Semester: 1, blok 2. Docent: dr. M.

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Studiehandleiding Sociale Pedagogiek ( AT)

studiehandleiding Schoolorganisatie ( AT)

Psychische Stoornissen en Opvoeding (7014A422AY)

Masterclass Forensische Orthopedagogiek (7014B458DT)

Studiehandleiding. Forensische Orthopedagogiek (7014B413DY) Masterjaar: Semester 1

Studiehandleiding ONDERWIJSSOCIOLOGIE ( AT)

Studiehandleiding Neurobiologische ontwikkeling

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Studiehandleiding Doelgroepen en Fenomenen in de Forensische Orthopedagogiek

Studiehandleiding Geschiedenis van opvoeding en onderwijs ( AY)

Studiehandleiding Onderzoekspracticum (PW GY)

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Studiehandleiding. Psychologie: ontwikkeling, persoonlijkheid en leren ( CY) Bachelorjaar 1 Cursusjaar: Semester: 2, blok 2 en 3

Studiehandleiding Beleid en organisatie van onderwijs en opvoeding ( AY)

Studiehandleiding Gedragsproblemen en Jeugdzorg ( AY)

Studiehandleiding Curriculum Studies ( AY)

Studiehandleiding Schoolorganisatie ( AY)

Studiehandleiding Testconstructie en onderzoeksverslaglegging AY (Pedagogiek) DY ULP13 (UPVA)

Studiehandleiding Beroepsvaardigheden 1

Studiehandleiding Grondslagen, methodologie en analyse van pedagogisch praktijkgericht onderzoek II (7014C445AY)

Studiehandleiding Geschiedenis (studiegidsnr.: MY)

Studiehandleiding Onderzoek(svoorstel) ( DY)

Studiehandleiding Forensische Orthopedagogiek (7014B413DT)

Studiehandleiding Inleiding Pedagogiek ( AY)

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Studiehandleiding Wetenschapsfilosofie ( DT)

Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht VZ Amsterdam.

Studiehandleiding Geschiedenis van opvoeding en onderwijs ( AT)

Studiehandleiding Rekenen jaar 1 (studiegidsnr.: 70710P14LY) Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht 130.

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen,

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur,

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur,

Diagnostiek Behandel Combinatie bij Ontwikkelings- en Opvoedingsproblemen (7014A421AT)

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media

Studiehandleiding Psychologie (70710P13AY) Semester 2, blok 5 en 6

Studiehandleiding Propedeuse POWL en UPvA Argumentatieleer hoorcolleges & werkgroepen /practica v1.1

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

Studiehandleiding Beroepsvaardigheden 4 (70710P04MY)

Neerlandistiek CROHO 60849

Studiehandleiding Onderwijs in Onderzoekend en Ontwerpend leren (studiegidsnr: DY)

Studiehandleiding Inleiding Pedagogiek ( AY)

Studiehandleiding beeldende vorming 2

Studiehandleiding Seksuele Opvoeding in Maatschappelijke Context 7012K443AY

Morele Ontwikkeling en Behandeling (7012K441AY)

Psychologie: ontwikkeling, persoonlijkheid en leren ( CT)

Programma van toetsing

Studiehandleiding Psychotherapeutische stromingen ( DY)

Studiehandleiding Bachelorstage: 7012K470CY: 9 ECT 7012K470AY: 6 ECT

Studiehandleiding Schoolorganisatie ( AY)

Programma van toetsing

Toetsplan Bachelor CIW

Studiehandleiding Bachelorscriptie Pedagogische wetenschappen ( AY) 6EC

De OER in gewoon Nederlands

Studiehandleiding ICT en onderwijs ( AY)

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Studiehandleiding Gespreksvaardigheden ( DY)

Studiehandleiding Inleiding Onderwijskunde ( AY)

Studiehandleiding Bachelorscriptie Onderwijskunde ( CY)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar Inhoud:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Certificaten Daltononderwijs KPZ Wenke Daltonconsultants

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

- MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa

Studiehandleiding Grondslagen, methodologie en analyse van pedagogisch praktijkgericht onderzoek I (7014C445DY)

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Studiehandleiding Bachelorscriptie Onderwijskunde ( FT/ CV)

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Studiehandleiding Cognitieve Ontwikkeling & Leerproblemen ( AT/7012S230ET)

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Juridische kennis en professionele vaardigheden

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

Studiehandleiding Cognitieve Ontwikkeling & Leerproblemen ( AY)

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching

Onderwijs- en examenregeling

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

Onderwijskunde (B 260)

Beleid en organisatie van onderwijs ( AY)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Studiehandleiding Filosofie van Opvoeding en Onderwijs ( AY)

Transcriptie:

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam infopow@uva.nl Studiehandleiding Onderwijskunde, theorie en contexten I (70220260AY) Onderwijspedagogische Tradities Studiejaar 2013 2014 Bachelorjaar 2 Eerste semester Docent: Drs. E. Wendrich Amsterdam, Oktober 2013

Deelname aan het onderwijs en tentamen Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de aanmeldingsperiode aanmelden via het Studenteninformatiesysteem (SIS). De aanmeldingsperiode van het eerste semester loopt van 17 juni t/m 01 juli 2013. De aanmeldingsperiode van het tweede semester loopt van 02 december t/m 16 december 2013. Mocht je problemen hebben bij het aanmelden voor de vakken via SIS neem dan tijdens de aanmeldingsperiode contact op met de onderwijsadministratie via infopow@uva.nl. De onderwijsadministratie zoekt dan samen met jou uit wat het probleem is en lost het samen met jou op. Zie voor meer informatie http://www.student.uva.nl/powin de A-Z lijst Vak- en tentamenaanmelding en SIS. Let op na de aanmeldingsperiode kun je je niet meer zelf via SIS voor vakken aanmelden. De aanmelding is dan gesloten. Na de aanmeldingsperiode kun je uitsluitend via de onderwijsadministratie worden aangemeld voor vakken op een vaste na-aanmeldingsdag* onder de volgende voorwaarden: 1. uiterlijk tot en met de eerste week waarin het vak is gestart 2. uitsluitend dan wanneer er nog plaats beschikbaar is 3. én tegen betaling van 70 euro administratiekosten * datum van de na-aanmeldingsdag moet nog worden vastgelegd. Deze datum wordt t.z.t. doorgegeven door de onderwijsadministratie via een e-mailbericht aan alle studenten. Deelname herkansing De aanmelding geldt voor het onderwijs alsmede voor de eerste afsluitingsgelegenheid. Studenten die het vak niet bij de eerste afsluitingsgelegenheid hebben behaald worden door de onderwijsbalie voor de herkansing aangemeld. Meld je op tijd af voor vak(ken) waar je niet aan gaat deelnemen. Inleiding De module Onderwijskunde Theorie en Contexten I biedt een brede kijk op de onderwijskunde als academische discipline. Zoals de aanduiding van het onderwerp onderwijspedagogische tradities suggereert krijgt deze brede kijk gestalte in een historiserend perspectief op de inhoud en vormgeving van het onderwijs. Vertrekkend vanuit een kenschets van enkele hoofdlijnen in dynamiek van de moderne samenleving zullen het onderwijskundig denken over het curriculum en de daarin tot uitdrukking komende veranderingen en controverses allereerst aan de orde worden gesteld middels een kennisname van een aantal kenmerken en lotgevallen van vier verschillende onderwijspedagogische tradities, te weten: het humanisme, de kindgerichte pedagogiek, het utilitairisme en het zogenoemde meliorisme. Op basis van deze kennisname gaat het er vervolgens om pedagogische tradities als methodisch gezichtspunt in te zetten in analyses van continuïteiten en veranderingen in het denken over het curriculum, zicht te krijgen op verschillende vormen waarin tradities bestaan en werkzaam zijn en het vermogen te verwerven (aspecten van) tradities in concrete onderwijskundige teksten en onderwijspraktijken te herkennen. Eén en ander zal worden toegespitst op de bespreking van klassieke en hedendaagse teksten in twee tradities: het humanisme en het utilitairisme. De langs deze lijnen te verwerven kennis, inzichten en vermogens kunnen (later) van pas komen bij de ontwikkeling van onderzoeksvragen, het interpreteren en becommentariëren van onderzoek van anderen en bij eigen oordeelsvorming over huidige en toekomstige toestanden in het onderwijs.

Aldus opgezet vormt de module een schakel tussen de kennismaking met de onderwijskunde in de propedeuse en vakken in het bachelor-programma op het terrein van het curriculum, onderwijzen en leren en die op het gebied van onderwijsbeleid. De module biedt met andere woorden de mogelijkheid zich een aantal kwaliteiten eigen te maken, die voor iedere onderwijskundige van belang zijn. Leerdoelen. Verwerving van basale kennis van en inzichten in een aantal belangrijke onderwijspedagogische tradities.. Verwerving van het vermogen om vanuit het gezichtspunt van pedagogische tradities historische continuïteiten en veranderingen in het denken over het curriculum aan te wijzen en te benoemen.. Verwerving van kennis van en inzicht in verschillende vormen bestaan en werkzaamheid van onderwijspedagogische tradities en het vermogen daarin aspecten van tradities te herkennen en te benoemen.. Verwerving van een intellectuele gevoeligheid om het controversiële karakter van onderwijspedagogische tradities en daarmee van concepties van het curriculum te onderkennen.. Verwerving van het vermogen om vanuit het behandelde perspectief concrete beleids-, adviserings- en schoolpraktijken te interpreteren, analyseren en van een doordacht commentaar te voorzien. Inhoud Zoals in de inleiding naar voren komt opent de module met de bespreking van vier onderwijspedagogische tradities/oriëntaties op het curriculum in de context van veranderingen in de moderne samenleving. Deze tradities/oriëntaties zijn: het humanisme, de kindgerichte pedagogie(k), het utilitairisme en wat in het betreffende boek het meliorisme wordt genoemd. Kernpunt in de uiteenzettingen en besprekingen zal zijn om op dimensies als onderwijsdoelen, curriculuminhouden, werkvormen en de definitie van de rol van de leraar greep te krijgen op de eigen aard van elke traditie/oriëntatie. De aandacht zal in dat verband worden gevestigd op de verschillende discoursen, door middel waarvan de betreffende tradities/orientaties werkzaam zijn. Na deze kennismaking zullen twee tradities centraal staan: het humanisme en het utilitairisme. Daarbij gaat het allereerst om een kennismaking met werk van twee klassieke vertegers: respectievelijk Emile Durkheim en Franklin Bobbitt. Aansluitend bespreken we een tekst van Maria Montessori, waarin sprake is van een vermenging van kindgerichte en utilitaire noties. Vanuit dit klassieke deel wordt vervolgens de aandacht gevestigd op de doorwerking van utilitairisme en humanisme in onze tijd. Bij het utilitairisme zullen teksten en praktijken aan de orde komen, die in Nederland een rol hebben gespeeld in de introductie en problematisering van het concept van competentiegericht onderwijs. In het verlengde daarvan staan 2

we stil bij het concept van 21st century skills, dat de laatste jaren ook in Nederland voor onder meer beleidsmakers en een aantal onderwijskundigen een niet onbelangrijk referentiepunt lijkt te zijn geworden. Bij de bespreking van de humanistische traditie ligt het accent op auteurs, die soms in een kritiek op het utilitairisme - voorstellen doen om deze oriëntatie weer meer gewicht te gaan geven en tegelijk te vernieuwen. We sluiten af met een korte bespreking van een fragment uit het Nationaal Onderwijsakkoord - vrolijk ondertiteld als De route naar geweldig onderwijs - zoals dat in september 2013 werd vastgelegd. Werkvormen en van de deelnemers verwachte activiteiten De module kent de volgende combinatie van werkvormen: hoorcolleges, werkcolleges, referaten plus gesprek en één of meer voorbereide forumdiscussies. Van de deelnemers wordt uitdrukkelijk verwacht de literatuur vooraf grondig te lezen en zich voor te bereiden op een inbreng in de besprekingen. Afsluiting De module wordt afgesloten met een take-hometentamen. Dit tentamen zal bestaan uit 3 of 4 vragen, die gezamenlijk een groot deel van de behandelde stof dekken en waarin een beroep wordt gedaan op de in de leerdoelen gesuggereerde kwaliteiten. Omvang: 12 à 14 bladzijden, regelafstand 1. Uitreiking van het tentamen: 2 december; inlevering: 16 december. Rooster en literatuur Maandag van 13-17 uur. Zaal: REC. GS14 Literatuur: Reader Onderwijskunde Theorie en Contexten I De locatie van het onderwijs en tentamens vind je op http://rooster.uva.nl. Houd de Mededelingen op de studentenwebsite www.student.uva.nl/pow en/of de blackboardomgeving van Onderwijskunde, theorie en contexten I in de gaten voor roosterwijzigingen. 3

Introductie 28/10 Inleidend college. Geen literatuur [NB: IVM MET EEN REGELING T.A.V. TEKSTEN DIE NIET IN DE READER ZIJN OPGENOMEN WORDT AANWEZIGHEID DRINGEND AANBEVOLEN] Onderwijspedagogische tradities in de context van veranderingen in de moderne (Amerikaanse) maatschappij: humanisme, kindgerichte pedagogie(k), utilitairisme, meliorisme 4/11 -H. Kliebard, The Struggle for the American Curriculum. Routledge 1995. Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2. 11/11 -H. Kliebard, Idem. Hoofdstuk 4 en hoofdstuk 7. Humanisme en utilitairisme: klassieke teksten 18/11 -E. Durkheim, The Evolution of Educational Thought. Hoofdstuk 26 en 27. Routledge & Kegan Paul 1977. -F. Bobbitt, Scientific Method in Curriculum-making. In: D. Flinders/S.Thornton (eds.), The Curriculum Studies Reader. Routledge 1997. (1 ste ronde) -M. Montessori, De tucht in de kinderhuizen. In: De Methode. Neo-Utilitairisme 25/11 -E. Wendrich e.a., Competentiegericht onderwijs: een reflectie. Uit: Wiel Veugelers en Rie Bosman (red.), De strijd om het curriculum. Garant 2005. (Deel) -J. Beckers e.a., Competentiegericht onderwijs vmbo. De eerste ervaringen in de praktijk. SLO 2005. (blz. 6 31) -J. Fransen, Je groeit in het (competentiegericht) onderwijs. In: Tijdschrift voor Lerarenopleiders 28 (2) 2007. 4

-The Partnership for 21st Century Skills, Our history, Our Mission, P21 Members, Framework for 21 st Century Learning. 2009 Vernieuwd humanisme 2/12 -E. Wendrich e.a. idem (Deel) -M.C. Nussbaum, Liberal Education & Global Community. In: Liberal Education Winter 2004. -D. Ravitch, The Death and Life of the Great American School System. Hoofdstuk 11: Lessons learned. Basic Books 2010. Toegift ter plaatsing en bespreking -OCW, National onderwijsakkoord: De route naar geweldig onderwijs, sept. 2013 (blz. 1-2). 16/12 -INLEVERING TAKE-HOME TENTAMEN 12. Belangrijk (dit hoofdstuk standaard invoegen) Evaluatie van het onderwijs Docenten en het onderwijsinstituut hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van een module. Binnen de FMG wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA-breed wordt toegepast. Bij het laatste college of na afloop van het tentamen zal je gevraagd worden deze vragenlijst in te vullen. Vul deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk in, de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module, organiseert het Onderwijsinstituut een panelgesprek. Hiertoe worden een aantal studenten uitgenodigd en wordt samen met de docent en de onderwijsdirecteur of studieadviseur gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen. Op Blackboard vind je onder Studenten POW de cursusevaluaties van afgelopen jaar. Je kunt hierin lezen welke cursusaanpassingen plaatsvinden naar aanleiding van de evaluaties door de studenten en de docent(en). Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze spieken tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat. 5

Plagiaat Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tentamen- of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examencommissie nog zwaardere straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie ook de studentenwebsite www.student.uva.nl/pow, in de A-Z lijst onder Fraude, plagiaat en bronvermelding,, en OERen bachelor- en masteropleiding Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde, deel A, artikel 3.11. Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te wenden tot de Examencommissie POW met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 4 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX. Raadpleeg de studieadviseurs voor advies en de procedure. Je kunt hen bereiken via een e-mailbericht aan studieadviseurs-pow@uva.nl. Onderwijs- examenregeling (OER) Algemene en specifieke informatie die geldig is voor de bachelor- en mastervakken kan gevonden worden in de Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER is gepubliceerd op de studentenwebsite in de A-Z lijst onder OER en in de UvA Studiegids 2013-2014. 6

Bijlage 1. Dublindescriptoren kennis en inzicht toepassen van kennis en inzicht oordeelsvorming communicatie leervaardigheden Bachelor Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen, functioneert doorgaans op een niveau met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op een dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. Master Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en deze te overtreffen en/of verdiepen, als mede een basis of kans bieden om een originele bijdrage te bieden aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende methodes toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige informatie en daarbij rekening te houden met sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. 7

Bijlage 2 Eindtermen van de opleidingen, zoals beschreven in de OER. OPLEIDING ONDERWIJSKUNDE Eindtermen Bachelor Onderwijskunde Kennis en inzicht De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in: 1. hoofdproblemen op onderwijskundig gebied en de theorievorming over deze problemen 2. de ontwikkeling, sturing, opbouw en structuur van het Nederlands onderwijssysteem (inclusief de verzorgingsstructuur) 3. onderwijsbeleid en schoolorganisatie 4. onderwijs- en leerprocessen in formele onderwijssettings 5. de disciplines pedagogiek, filosofie, psychologie en sociologie in relatie tot de onderwijskunde 6. de historische ontwikkelingen van het onderwijs, het denken over onderwijs en de onderwijskunde 7. opzetten en uitvoeren van sociaalwetenschappelijk onderzoek 8. ethische vraagstukken die een rol spelen in de onderwijskundige praktijk Toepassen kennis en inzicht De afgestudeerde is in staat om: 9. theorie te gebruiken om vraagstukken op het gebied van onderwijsbeleid, schoolorganisaties, onderwijs- en opleidingsprogramma s en onderwijsleerprocessen te benoemen, te analyseren en te interpreteren 10. deze analyse vervolgens te vertalen in adviezen, handelingsaanwijzingen en onderzoeksplannen met betrekking tot de inrichting, besturing en vormgeving van onderwijs en opleiding 11. eenvoudig onderwijskundig onderzoek uit te voeren Oordeelsvorming De afgestudeerde is in staat om: 12. een sociaalwetenschappelijk probleem (in het bijzonder op het terrein van de onderwijskunde) te formuleren en te analyseren 13. onderwijskundig onderzoek kritisch te beoordelen 14. sociaalwetenschappelijke publicaties zowel in theoretisch als in empirisch opzicht kritisch te evalueren 15. de onderwijskunde te positioneren ten opzichte van andere disciplines en wetenschapsfilosofische tradities Communicatie De afgestudeerde is in staat om: 16. schriftelijk en mondeling te rapporteren over (de analyse van, of onderzoek naar) een sociaalwetenschappelijk probleem, zowel aan vakgenoten als aan een breder publiek 17. zelfstandig en in groepsverband te werken Leervaardigheden De afgestudeerde heeft: 18. vaardigheden die noodzakelijk zijn om zich als onderwijskundige professioneel te blijven ontwikkelen. 8