provincie groningen Jaarverslag 2009 Afdeling Milieutoezicht

Vergelijkbare documenten
provincie groningen Jaarverslag 2008 Afdeling Milieutoezicht

provincie groningen MILIEUTO IEUTOEZICHT Handhavingsuitvoeringsprogramma provincie Groningen

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente Nieuwegein RUIM MANDAAT Bijlage bij mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Nieuwegein

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING

lé M^l ^ ^ gronmgen JJ». provincie l^iiéiïifciïiirï^f' Onderwerp Risicoanalyses n.a.v. onderzoek Nor Aan Provinciale Staten Geachte dames en heren.

ONDERMANDAAT-, SUBVOLMACHT- EN SUBMACHTIGINGSLIJST Algemeen

Jaarverslag 2010 Afdeling Milieutoezicht

Brzo samenwerkingsverband Gelderland. Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gelderse gemeenten en de provincie Gelderland

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

MILIEUJAARVERSLAG

Handhavingsjaarverslag 2006

Jaarverslag LAT BRZO 2009

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden. burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014.

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2013/67

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 5

Halfjaarlijkse voortgangsrapportage Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2018

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht november /63720

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2013/59

provincie groningen J a a r v e r s l a g

Actualiteiten Milieu. Anna Collignon

Cross Compliance controles

MILIEUJAARVERSLAG 2016

Handhaving uitvoeringsprogramma

Register behorende bij het Besluit mandaat, (sub)volmacht en machtiging RUD Limburg-Noord versie 2017

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

Ontwikkelingen takenpakket

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

BRZO zowel BRZO als VT-CHEMIE. Provincie Provincie Provincie Totaal

DCMR milieudienst Rijnmond

Samen sterk voor een milieuveilig Drenthe

De Wabo en de omgevingsvergunning. Eén integrale vergunning voor projecten

Algemeen. Bijlage 1. Bijlage behorende bij mandaatverlening milieubevoegdheden aan DCMR van 8 oktober 2013

INNOVATIE VAN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

INHOUDELIJKE TOELICHTING

Handhavingbeleidsplan. provincie Groningen. afdeling Milieutoezicht

onderzoeksopzet handhaving

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Verleden, heden en toekomst FUMO. Oorsprong en basis RUD vorming in Nederland Landelijk beeld De RUD in Fryslân FUMO

Mandaatbesluit van de gemeente Maastricht aan de Directeur van de RUD Zuid- Limburg

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2

Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 20 augustus 2012) Nummer 2698

Brede blik Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2015

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

Algemeen. Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures. Kan worden doorgemandateerd aan het Afdelingshoofd Tijdelijke RUD van de provincie Zeeland

Omgevingswet en de raad

De Intentieverklaring.

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Zundertse Regelgeving

Inleiding De bedrijfsmatige verwijdering van asbest is vanaf 1 juli 2017 een basistaak.

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register

Inleiding/ aanleiding

Uitvoeringsprogramma Milieu 2014 Gemeente Oosterhout. 1. Inleiding

Omgevingswet en de raad

MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSLIJST

Ondermandaatbesluit Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid- Limburg bevoegdheden gemeente Schinnen (1 e wijziging) 2014/57927

MANDAATLIJST OMGEVINGSDIENST ZHZ 2014

Uitvoeringsprogramma 2016 Gemeente Dronten- Bijlage 1 Opdrachttabel 2016 met geprognotiseerde producten

Landelijke actualiteit: wetsvoorstel VTH, Amvb VTH, Modelverordening kwaliteit Collegiale toets en Evaluatie VTH-stelsel

14 oktober 2008 Corr.nr , MB Nummer 32/2008 Zaaknr

Kwaliteit van de uitvoering

Administratievelastenmeting. Provincie Gelderland Michel Bloemheuvel, Rob Blank en Stefan Prij 20 mei 2015

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

Werkprogramma Gemeente Tiel

BIJLAGE 5 Toezichtsvarianten ODZOB bij agrarische bedrijven

16 december 2014 Corr.nr , BJC Nummer 74/2014 Zaaknr

rapportage Toezichtinformatie 2014

Agenda Gedeputeerde Staten. c. Sanctiestrategie: Gemeenschappelijk Kader versie 2005, Regionale Milieuhandhaving

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Aan de leden van de Statencommissie Landschap, Water en Milieu. Nr.: /11/A.18, MTZ Groningen, 11 maart 2004

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

Provinciale coördinatie en regie: het wat en waarom en gedachten over het hoe

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2013

Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen. Actualisatie 2012

KWALITEITSIMPULS OMGEVINGSVEILIGHEID ZUIDOOST-BRABANT 2016

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

Statenvoorstel nr. PS/2007/853

Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Melden ongewone voorvallen Wm 17.2

Gezien het advies van de Provinciale adviescommissie leefomgevingskwaliteit d.d. 8 juni 2009;

Beleidsnotitie Toezicht & handhaving wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsbeheer/Wabo innovatie in overheidshandelen in Dordrecht en Zuid-Holland Zuid.

Jaarverslag Toezicht en Handhaving 2013 PROVINCIE GRONINGEN

Transcriptie:

provincie groningen Jaarverslag 2009 Afdeling Milieutoezicht

Jaarverslag 2009 Afdeling Milieutoezicht

colofon Uitgave: Provincie Groningen Postbus 610 9700 AP Groningen Vormgeving en druk: Grafisch centrum, provincie groningen Oplage: 350 Juli 2010 10-MTZ-HB-005

Inhoud 1. Inleiding............................................................................. 5 2. Samenvatting toezicht en handhaving 2009...................................................... 6 3. Toezicht op bedrijven met een Wm-vergunning................................................... 10 4. Projecten en de Provinciale milieu- en omgevingsverordening......................................... 15 5. Toezicht eigen bedrijven en bedrijven van andere overheden.......................................... 17 6. Veiligheid, specialisatie en BRZO (Besluit risico zware ongevallen)....................................... 19 7. Vuurwerkinspecties en -coördinatie 21 8. Milieuklachtenlijn, hoofdstuk 17 Wm meldingen, consignatiedienst en crisismanagement 24 9. Metingen (lucht en geluid)................................................................ 28 10. Administratief toezicht, evaluatie MJV en E-PRTR beoordelingen........................................ 30 11. Toezicht Wet bodembescherming............................................................ 33 12. Niet-inrichtinggebonden toezicht............................................................ 35 13. Toezicht blauwe wetgeving................................................................ 39 14. Toezicht groene wetgeving................................................................ 42 15. Coördinatie Milieueffectrapportages.......................................................... 46 16. Professionalisering van de handhaving........................................................ 47 Afkortingenlijst.......................................................................... 48 3

4

1. Inleiding De lucht, het water en de bodem in onze provincie zijn al behoorlijk schoon. Dit willen wij zo houden. De Groninger burger hecht grote waarde aan een gezonde en veilige leefomgeving. Net als het rijk en de gemeenten, hebben de provincies de taak om het milieu, het water en de natuur te beschermen. De provincie doet dat onder meer door regels op te stellen en door het stellen van voorschriften in het kader van een meldingen- en vergunningensysteem. Met die regels proberen wij de huidige milieukwaliteiten in ieder geval te behouden maar bij voorkeur te verbeteren. Regels en voorschriften hebben natuurlijk alleen nut als ze worden nageleefd. De afdeling Milieutoezicht ziet erop toe dat dat gebeurt. Naast bijvoorbeeld het houden van controles bij grote bedrijven in de industrie- en de afvalsector (Wet milieubeheer) houden wij ook toezicht in het buitengebied (Flora en fauna, natuurbeschermingswet enz.), waarbij wij intensief samenwerken met onze handhavingpartners. Extra aandacht gaat uit naar bedrijven waar de (eventuele) gezondheid-, milieu- en veiligheidsrisico s het grootst zijn. Dit is vooral het geval bij de chemische industrieën en bij de stortplaatsen. Maar ook ontgrondingen, grondwateronttrekkingen en herbebossing hebben onze aandacht omdat wij ook willen toezien op de leefbaarheid van Groningse dorpen en het behoud van natuur en landschap in Groningen. Voorts houden wij toezicht op zwemwater en bij badinrichtingen. Hier kijken wij vooral naar de hygiëne, de waterkwaliteit en de veiligheid (waterdoorzicht) en eisen wij dat maatregelen worden getroffen om bijvoorbeeld overlast door blauwalg of zwemmersjeuk te voorkomen en veiligheidsvoorzieningen als kurklijnen aangebracht worden. Wij voeren ook controles uit bij evenementen waar vuurwerk wordt afgestoken en bij eventuele opslagplaatsen van vuurwerk. Veiligheid staat bij vuurwerktoezicht voorop. Bedrijven die (voortdurend) de regels overtreden kunnen rekenen op een strenge aanpak van onze kant. Naast dat we zelf aandacht hebben voor een goede handhaving vinden wij het ook belangrijk dat onze handhavingpartners werk maken van een professionele handhaving. Interbestuurlijk toezicht is daarvoor een geëigend instrument. De lijn van de professionalisering wordt doorgezet via de Wet handhavingstructuur en de AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) met kwaliteitscriteria voor de milieuhandhaving. Ook in 2009 hebben wij gemeenten, waterschappen en de provinciale afdeling Milieutoezicht zowel op papier als in de praktijk doorgelicht. Ook het jaar 2009 stond in het teken van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In het verlengde van de Wabo speelt het advies van de commissie Mans om te komen tot omgevingsdiensten. Het streven is om de toezichtlast voor bedrijven te verminderen en op den duur te komen tot één loket voor diverse vergunningen. Zoals het voorstel er nu ligt zal op den duur het bevoegde gezag voor de Wm volledig bij de gemeenten komen te liggen met uitzondering van de complexe bedrijven (IPPC en BRZO) die onder bevoegd gezag van de provincie blijven. Uitvoering van een en ander zal plaats gaan vinden in zogenaamde robuuste uitvoeringsorganisaties. De exacte uitvoering is in 2009 onderwerp van overleg geweest tussen Provincie, Groninger gemeenten en Waterschappen. Ook heeft Vernieuwend toezicht in 2009 de nodige aandacht gekregen. In dit kader is er inmiddels sprake van contactpersonen per bedrijf en branche specifieke kennisteams en managers. In 2010 en doorlopend tot 2012 zullen er, met betrekking tot de Wabo, omgevingsdiensten en vernieuwing toezicht, beslissende en definitieve stappen worden genomen. Groningen, juli 2010 Gedeputeerde Staten 5

2. Samenvatting toezicht en handhaving 2009 2009 is een jaar geweest waarin de afdeling milieutoezicht natuurlijk volop aandacht heeft besteed aan de normale dagelijkse werkzaamheden, of het nu het toezicht van de grijze, groene en blauwe weten regelgeving betreft, de regietaak of de voortdurende actualisatie van het kwaliteitsmanagementsysteem. Daarnaast is in 2009 intensief gewerkt aan de voorbereiding van nieuwe wet- en regelgeving. Dit betreft bijvoorbeeld de omgevingsvergunning, vernieuwing toezicht, het zogenaamde Activiteitenbesluit maar ook de nieuwe Waterwet en natuurlijk de voorbereiding op een eventuele Regionale Uitvoeringsdienst in de nabije toekomst. Toezicht op bedrijven met een Wm-vergunning Ook in 2009 heeft een flexibele planning haar nut bewezen. Bijsturing met flexibele uren heeft vooral plaats gevonden bij probleembedrijven. Uit de ureninzet blijkt dat de geplande flexibele uren over zowel preventief als repressief toezicht zijn ingezet. Het totale aantal geplande bedrijfsbezoeken is gehaald. Ziekte (langdurig) en de moeizame implementatie van een nieuwe database hebben tot veel problemen geleidt. Vooral de bijsturing en rapportage van data hebben van de beleidsmedewerkers veel inzet en tijd gevraagd. De in 2007 en 2008 ingezette werkwijze met betrekking tot het schriftelijk afdoen van inspectiebezoeken heeft in 2009 haar vruchten afgeworpen. Brieven zijn van een constante goede kwaliteit. Ook dit rapportagejaar was het nodig om naleving van regels af te dwingen met de ons ter beschikking staande instrumenten als het opleggen van dwangsommen het aanzeggen of uitvoeren van bestuursdwang. Daar waar nodig zijn ook de instrumenten gedogen en partieel handhaven ingezet. Opvallend is dat beide laatst genoemde instrumenten in toenemende mate worden toegepast. Enerzijds komt dit door vergunningprocedures die uit de tijd lopen en anderzijds ervaren bedrijven het instrument meer en meer als gewoon. De inzet van deze instrumenten geeft echter veel werkdruk bij medewerkers en geeft in toezicht en handhaving de nodige problemen. Een en ander is reden om voor 2010 en verder ten aanzien van gedogen en partieel handhaven in te zetten op het principe Nee, tenzij in plaats van Ja, mits. Vernieuwend toezicht (afgestemd-, systeem- en concerntoezicht) heeft in 2009 landelijk veel aandacht gekregen in de vorm van organisatie en pilots. Ook is de handhavingsstrategie in 2009 geëvalueerd en herzien. De strategie is op 15 december 2009 vastgesteld en gaat uit van een twee stappen strategie in plaats van en drie stappen strategie. Projecten en algemene zaken Het initiatief uit 2008 om samen met Friesland en Drenthe vergaande samenwerking (Noordelijke samenwerking) op enkele specialistische taken (o.a. geluidmetingen, uitvoering groene wetten, BRZO, Interbestuurlijk toezicht, uitvoering toezicht vuurwerk en Whvbz) aan te gaan is in 2009 verder uitgewerkt. De voorbereidingen voor Wabo en omgevingsdiensten heeft veel aandacht gevraagd. Toezicht eigen bedrijven en bedrijven van andere overheden Bij 47 bedrijven waar eigendom en beheer samenvallen met de bevoegdheid om te handhaven is toezicht gehouden. Het betreft hier bedrijven van de provincie zelf, van Groningse gemeenten, waterschappen en Groningen Seaports. Door ziekte en het feit dat deze bedrijven veelal in de laagste prioriteitsklasse zitten zijn deze bedrijven in het afgelopen jaar mondjesmaat bezocht. De toezichtfrequentie is 1 keer per 2 jaar dus in 2010 moeten ze zeker bezocht worden. Veiligheid en handhaving Brzo-inspecties De afdeling oefent in het kader van de Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO) toezicht uit bij 17 Brzo-bedrijven. In 2009 zijn twee van deze bedrijven niet bezocht. Het ene bedrijf voerde tijdelijk de BRZO activiteit niet uit en het andere bedrijf zat verwikkeld in massaontslagen i.v.m. de recessie. De succesvolle samenwerking in noordelijk verband is voortgezet. Aan de eisen als gesteld in BeteRZo wordt voldaan en in het kader van die kwaliteitseisen is in 2009 het instrument intervisie ontwikkeld. Vuurwerkinspecties De provincie Groningen participeert in de provinciebrede Uitvoe- 6

ringsorganisatie Vuurwerk. In dat kader wordt door gemeenten, politie en provincie toezicht gehouden op alle aspecten van vuurwerk. De provincie houdt toezicht bij en op evenementen en bij opslaglocaties. De gemeenten houden samen met de politie toezicht op verkoop bij detaillisten en de politie houdt daarnaast toezicht op illegale activiteiten en vroegtijdig afsteken van vuurwerk rond oud en nieuw. De coördinatie van dit geheel ligt voor een belangrijk deel bij de provincie. Over deze coördinatie en uitvoering wordt jaarlijks naast deze rapportage een apart verslag gegenereerd. Milieuklachtenlijn, hoofdstuk 17 Wm meldingen, consignatiedienst en crisismanagement In het onderhavige verslagjaar is ook de consignatiedienst (24 uur bereikbaar) actief geweest en hebben wij inzet gepleegd in crisismanagement Groningen. Teneinde de werkdruk voor de consignatiedienst terug te brengen maar de bereikbaarheid toch te blijven waarborgen is in 2008 gekozen voor het inhuren van een callcenter. Ook in 2009 is de inzet van dit callcenter een succes gebleken. Er zijn 140 telefoontjes, die voor een ander bevoegd gezag dan GS bestemd waren, afgevangen en direct doorverwezen. Voor een daadwerkelijke crisissituatie zijn wij niet opgeroepen. Klachten over luchtkwaliteit (stof en stank) en geluidoverlast spanden net als in voorgaande jaren de kroon met een aantal van 311 op een totaal van 389. In Hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer is bepaald dat bedrijven ongewone voorvallen per omgaande dienen te melden aan het bevoegde gezag, dat heeft geresulteerd in 236 meldingen van ongewone voorvallen. Metingen (lucht en geluid) De afdeling ziet onder andere toe op de naleving van de voorschriften en normen met betrekking tot geluid en luchtemissies. Bedrijven dienen in voorkomende gevallen, op basis van vergunningvoorschriften, lucht-emissiemetingen uit te voeren. Deze metingen worden door de toezichthouder begeleid en beoordeeld. In veel gevallen worden controlemetingen voor geluid door de eigen meetdienst uitgevoerd. Hiertoe is een geluidmeetwagen aanwezig. Daar waar geluidsklachten zijn ontvangen over bedrijven zijn de klachten, waar nodig en mogelijk, door middel van metingen onderzocht. Administratief toezicht, evaluatie MJV en E-PRTR beoordelingen Ter ondersteuning van het reguliere toezicht en de handhaving bij bedrijven is administratief toezicht onmisbaar. Alle afval verwerkende bedrijven dienen transacties met afvalstoffen te melden bij het Landelijk Meldpunt Afval (LMA). Daarnaast geldt voor grotere bedrijven dat zij jaarlijks moeten rapporteren over emissies naar water, lucht, bodem en over afvaltransporten in het kader van de regelgeving, dat toeziet op milieujaarverslagen en een Europese regeling over emissies. In 2009 is hiertoe veel inzet gepleegd op de beoordeling van Milieujaarverslagen (MJV) en European-Pollutant Release Transfer Register (E-PRTR) rapportages. Toezicht Wet bodembescherming Een belangrijke toezichtstaak is het toezicht op bodemsaneringen. Het streven is dat alle saneringen worden bezocht. Voor 2009 geldt dat vrijwel alle saneringslocaties zijn bezocht. Het project kwaliteitsverbetering bodemtoezicht (Kwalibo) heeft in 2009 nadrukkelijk haar vruchten afgeworpen. Gedeputeerde Staten hebben gekozen om preventief, na ontvangst van een startmelding, de betrokkenen te toetsen op registratie conform Kwalibo. Door deze preventieve strategie werd voorkomen dat niet erkende bedrijven saneringswerkzaamheden uitvoerden. Bij geconstateerde afwijkingen werd alsnog een erkend bedrijf ingeschakeld en het ministerie VROM geïnformeerd. De in 2008 gestarte implementatie van Kwalibo is in 2009 afgerond en daar waar nodig vertaald in werkinstructies en richtlijnen. Niet-inrichtinggebonden toezicht Evenals in voorgaande jaren is in verband met formatietekort niet actief gezocht naar illegale activiteiten. Daar waar meldingen van illegale activiteiten binnenkwamen zijn deze voortvarend opgepakt. De meldingen van illegale ontgrondingen waren meestal afkomstig van toezichthouders van gemeenten, overige meldingen komen via diverse kanalen binnen. Meten is weten is een uitspraak die vaak gebruikt wordt om de 7

Cijfermatig overzicht 2009 Kwantitatieve prestatie-indicatoren noodzaak van transportcontroles en toezicht in het algemeen te onderstrepen. In het jaar 2009 heeft het Noordelijk Overleg Afvaltransporten(NOA) transportcontroles uitgevoerd met nadruk op ketentoezicht. Ontgrondingen zijn ook in 2009 grotendeels bezocht. Twee grote ontgrondingprojecten, Meerstad en Groningen Seaports, vroegen in 2009 veel tijd en aandacht vanwege de Coördinatie tussen verschillende overheden maar ook vanwege complicaties met betrekking tot de natuurbeschermingswet en de gewenste voortgang van de ontgrondingen. Toezicht blauwe wetgeving De afdeling houdt in het kader van de Wet hygiëne en veiligheid badzones en zwemgelegenheden (Whvbz) toezicht op zowel openbare zwemgelegenheden, semi-openbare zwemgelegenheden als badinrichtingen. Openbare zwemgelegenheden zijn vooral de gemeentelijke zwembaden en zwemplassen. Semiopenbaar zijn zwembaden geëxploiteerd door bijvoorbeeld hotels. Bij badinrichtingen moet worden gedacht aan sauna s en aanverwante accommodaties. In het kader van de Grondwaterwet wordt toezicht gehouden op industriële onttrekkingen, bronbemalingen en koude- warmteopslagen (kwo s). Vanwege het goede naleefgedrag in voorgaande jaren is de toezichtfrequentie in 2009 teruggebracht van eens per jaar naar eens per twee jaar. Toezicht groene wetgeving De afdeling houdt toezicht op de Boswet, de Flora- en Faunawet, de Natuurbeschermings-wet en op de Wadloopverordening. Het toezicht wordt uitgevoerd door twee zogenaamde Bijzonder opsporingsambtenaren (BOA). Een groot deel van het toezicht vertaalt zich dan ook in processen verbaal. Het toezicht op de groene wetgeving is grotendeels conform de planning uitgevoerd. Vooral de uitvoering van de natuurbeschermingswet heeft veel aandacht gevraagd. Coördinatie Milieueffectrapportages Ook in 2009 is het aantal milieu effect rapportages (m.e.r-procedures), waarbij de provincie betrokken is, onveranderd groot. Dit is onder andere het gevolg van de inwerkingtreding van de plan- m.e.r. regeling en de daaruit voortvloeiende procedures en ook door de vele activiteiten in de Eemshaven. Daarnaast wordt veel tijd gestoken in advisering van vooral gemeenten op m.e.r. gebied. Grijs toezicht Minimaal aantal preventieve toezichtacties: Minimaal aantal overige toezichtacties: (waarvan hercontroles) BRZO (17 inrichtingen) Vuurwerk Bodemsanering Geluidmetingen (aantal bedrijven waar metingen plaats vinden) Aantal metingen Toezicht Natuur en water Flora en Faunawet : controle van:- prioriteit 2 10% ca. 300 machtigingen afschot Grauwe gans, Kolgans en Smient 50% ca. 20 machtigingen afschot overzomerende ganzen/smienten 80% ca. 12 machtigingen afschot knobbelzwanen 25% ca. 30 machtigingen afschot wilde eend 10% ca. 144 machtigingen vossen 25% ca. 15 ontheffingen overige diersoorten (steenmarter, muizen etc.) Totaal Boswet - prioriteit 4 Administratief afhandelen van ca. 36 meldingen Voortgangscontroles bosbouwkundige herbebossing Totaal Natuurbeschermingswet - prioriteit 4 Controle van ca. 4 vergunningen Water: Inspecties Grondwaterwet Jaarlijks toezicht op alle drinkwatervoorzieningen Tweejaarlijks toezicht op alle industriële inrichtingen Tweejaarlijks toezicht op bestaande koude/warmteopslagen Nieuwe koud/warmteopslagen Totaal Water: Metingen grondwaterkwantiteitmeetnet Water: WHVBZ (Inspectie zwemwater) Regievoerders handhaving Opvragen en beoordelen uitvoeringsprogramma s handhavinginstanties Opvragen en beoordelen milieujaarverslagen handhavinginstanties Verrichten dossieronderzoek bij handhavinginstanties MER/SMB begeleiding MER-procedures 8

Aantal gepland Realisatie 390 300 totaal 690 369 281 189 841 17 15 ca. 40 37 35 50 Professionalisering van de handhaving Wederom hebben wij in 2009 geïnvesteerd in kennis van mensen en het verder structureren van procedures. Ook in 2010 zal het KMS daar waar nodig aangepast en afgestemd worden op wet- en regelgeving. Het project Kleiner en beter zal in 2010 verder worden uitgerold. Uit het interbestuurlijke toezicht door de regisseur blijkt dat vooral het hanteren van de vastgestelde handhavingsstrategie aandacht behoeft. 30 290 30 190 30 12 10 10 15 4 81 36 25 61 4 40 20 10 9 20 3 102 40 36 76 2 6 9 18 4 37 6 9 3 8 26 3 3 127 133 28 28 28 28 28 18 circa 30 20 9

3. Toezicht op bedrijven met een Wm-vergunning Strategie en doelen - Zorgdragen voor de naleving van milieuwetten door het naleefgedrag te bevorderen en door het opsporen en tegengaan van overtredingen. Op deze manier wordt getracht de verslechtering van het milieu tegen te gaan en zo mogelijk een verbetering te realiseren. - Als kwantitatieve doelstelling is uitgegaan van totaal 690 bezoeken bestaande uit preventief en repressief en bezoeken naar aanleiding van klachten en meldingen hoofdstuk 17 Wm. - In het kader van kwaliteit is afgesproken dat binnen een periode van vier weken een bedrijf schriftelijk wordt geïnformeerd over de bevindingen van het toezichtbezoek. - De herziening van de handhavingstrategie is na de inzet in 2008 in 2009 afgerond. - Er wordt fors ingezet op de landelijke ontwikkelingen rond Vernieuwend Toezicht (VT), Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de voorbereidingen voor de Regionale uitvoeringsdiensten (Rud), de Waterwet en het Activiteitenbesluit. Bijzonderheden: In 2006 is de afdeling uitvoerig doorgelicht door de VROM Inspectie en dat heeft geresulteerd in de volgende, over een aantal jaren te verdelen, verbetermaatregelen: - Frequenter uitvoering toezicht conform handhavingprogramma (of betere registratie); - Verbetering opleveringscontroles; - Verbetering toezichtplannen; - Verbetering toepassing handhavingstappenplan; In 2009 is in het kader van het nazorgtraject wederom een beoordeling uitgevoerd door de VROM Inspectie. Resultaat Het naleefgedrag bevorderen is een bovenliggend doel dat gerealiseerd wordt door het plannen en uitvoeren van preventieve inspectiebezoeken met een eventueel vervolg naar de inzet van handhavinginstrumenten. Toezicht en handhaving moeten daar plaatsvinden waar die het meest nodig is. Veelal blijkt de noodzaak voor extra toezicht pas in de loop van het jaar. Om te kunnen anticiperen op de werkelijkheid van alle dag zijn om die reden naast de uren voor preventief, flexibele uren opgenomen in de planning. Deze flexibele uren zijn ook bedoeld om toezichturen te reserveren voor nieuw vestiging van bedrijven buiten de planning. In toenemende mate zijn bedrijven pro-actief en benaderen het bevoegd steeds meer met vragen en verzoeken om informatie over wenselijkheid en dekking in de vergunning alvorens te handelen. Dit is een positieve ontwikkeling maar vraagt, zo is gebleken, wel inzet van tijd. In toenemende mate moeten rapportages, als verplichting vanuit de voorschriften of rechtstreeks werkende regelgeving, worden beoordeeld. Om de tijdsbesteding en taken meer inzichtelijk te maken zijn in het uitvoeringsplan ook voor deze inzet apart uren gepland. Tenslotte zijn er voor repressief toezicht apart uren gepland. De planning heeft als basis de inzet in uren voor preventief toezicht. Een en ander als volgt: tabel 3.1 gerealiseerde tijdbesteding gepland gerealiseerd preventief bezoek 2295 2591 preventief exclusief bezoek 459 480 repressief 459 785 flexibel 574 niet apart geregistreerd totaal 3787 3856 De ureninzet benadert de planning. De flexibele uren zijn deels ingezet op extra preventief toezicht zoals bedoeld in geval van benodigd extra toezicht of nieuwe bedrijven. Navraag leert dat de extra uren preventief vooral zijn ingezet op de complexere dossiers. Ook zijn de flexibele uren in ongeveer dezelfde hoeveelheid ingezet voor repressief toezicht. Al met al blijkt dat er 10

70% meer dan de geplande hoeveelheid tijd is ingezet voor repressief toezicht. Een verklaring hiervoor is dat het naleefgedrag, met Ten opzichte van voorgaande jaren is er sprake van een gestadige toename van het aantal hercontroles tegen een gestadige afname van het aantal geplande preventieve controles. Dat impliceert dat het gestadig terugbrengen van de frequentie preventieve bezoeken het naleefgedrag negatief bevorderd. Daarmee worden de gevoelens van toezichthouders bewaarheid dat we de afgelopen jaren de grens van het toelaatbare hebben bereikt. Ook uit de urenregistratie tabel 3.2 Overzicht van de gerealiseerde bezoeken t.o.v. gepland prioriteit 1 prioriteit 2 prioriteit 3 prioriteit 4 bezoek klacht totalen melding prev. and. prev. and. prev. and. prev. and. gerealiseerd Preventief 119 126 87 37 369 gerealiseerd anders 77 68 47 16 260 470 gepland preventief 1) 130 120 100 40 390 gepland anders 52 48 40 16 300 300 percentage preventief 92% 105% 87% 93% 95% percentage anders 148% 142% 118% 100% 157% totaal gepland (390+300) 690 totaal gerealiseerd 839 prev. = preventief ; and. = anders dan preventief ( 1) = 20% repressief + 20% toezicht zonder fysiek bezoek) het afnemen van het aantal preventief geplande inspectiebezoeken in de afgelopen jaren, slechter wordt. Een en ander blijkt ook uit de toename van het aantal repressieve controles ten opzicht van voorgaande jaren. Voor 2009 was een totaal aantal bezoeken gepland van 690 stuks, gerealiseerd zijn er 839. Opvallend daarbij is dat het aantal preventief geplande bezoeken, gepland op 390 stuks, niet is gehaald (90%) maar dat het aantal andere bezoeken, gepland op 300 stuks, fors meer is dan gepland (157%). Deze overschrijding is vooral te wijten aan een fors aantal bezoeken naar aanleiding van klachten (260) bij een aantal probleembedrijven en aan een fors aantal hercontroles (189). In 2009 was er bij 31 bedrijven sprake van een partiele handhavingbeschikking of een gedoogbeschikking. Bezoeken bij deze bedrijven, na het nemen van een dergelijke beschikking worden aangemerkt als hercontrole, in plaats van een preventieve controle. Een deel van de niet gerealiseerde preventieve controles is daarmee verklaard. Een en ander is weergegeven in tabel 3.2 blijkt dat er meer energie en tijd voor hercontroles nodig is. Een belangrijke invloed is ook dat toezicht steeds gedifferentieerder wordt waarbij meer en meer controle op rapportage plaats vindt (MJV, BRZO en rapportageverplichtingen in de vergunningen). Er is per saldo niet zo zeer sprake van minder toezicht maar een verschuiving in toezicht waardoor we fysiek minder bij bedrijven aanwezig zijn. Ondanks dit gegeven geldt bij de meer prioritaire berdrijven waar veiligheid een issue is zonder meer dat we, mede door meer gedifferentieerd toezicht, weten wat er speelt en is de veiligheid geborgt. Van invloed is ook dat we vanaf 2006 vanuit kwalitatieve overwegingen hebben afgesproken om stingenter en eenduidiger toezicht en handhaving uit te voeren. Voornoemde ontwikkelingen geven een toenemend aantal hercontroles als weergegeven in tabel 3.3. tabel 3.3 Overzicht van hercontroles over vier jaren gepland gerealiseerd geplande gerealiseerde preventief preventief hercontroles hercontroles 2006 870 ca. 80% 175 96 2007 790 ca. 80% 160 90 2008 545 ca. 75% 110 152 2009 390 ca. 90 % 78 189 In de vier betreffende jaren is telkens 20 % van de preventieve inzet gepland als hercontrole. In vier jaar tijd is het aantal geplande 11

preventieve controles meer dan gehalveerd en daarmee ook het aantal verwachte hercontroles vanwege het vast gehanteerde percentage. Met het afnemen van de preventieve controles is tegelijkertijd het aantal uitgevoerde hercontroles verdubbeld. Het lijkt erop dat er een lineair verband is tussen het aantal preventieve controles en het naleefgedrag. Dit verband wordt ook bevestigd door het toenemende aantal bestuurlijke waarschuwingen sinds 2006. In 2006 was het nodig om 41 keer een bestuurlijke waarschuwing af te geven in 2007 en 2008 was dit 50 keer nodig. In 2009 is het al 62 keer nodig gebleken. Sinds augustus 2009 maakt de afdeling gebruik van een nieuwe versie van het bedrijvenregistratiesysteem. In dit systeem is het goed mogelijk om overtredingen te registreren en zijn ze ook goed reproduceerbaar. Bij eerdere versies was de registratie moeilijk en de reproduceerbaarheid niet erg betrouwbaar. Het aantal overtredingen dat gereproduceerd is bedraagt 316. Zoals gezegd vindt vanaf augustus 2009 wel goede registratie plaats zodat in de toekomst een vergelijking mogelijk wordt. Kwaliteitverbetering, voortvloeiend uit het VROM-onderzoek 2006, is de inzet in het afgelopen jaar door de VROM-I(nspectie) geëvalueerd. In augustus 2009 heeft er een afsluitend onderzoek plaats gevonden op de nog resterende onderwerpen. De VROM-I heeft ons in september 2009 per brief laten weten dat de resultaten van het onderzoek dusdanig zijn dat de nazorg van het provincieonderzoek Groningen beëindigd kan worden. Nog steeds geeft het in 2007 geïmplementeerde nieuw bedrijven-managementsysteem en de vervolg implementatie van een nieuwere versie in 2009 de nodige problemen. Zowel voor wat betreft de dagelijkse omgang met het systeem als de reproduceerbaarheid van ingevoerde gegevens. Belangrijkst probleem is dat de verwachting was dat er sprake zou zijn van een goed draaiend en beproeft programma. In de werkelijkheid is er sprake van een nieuw te ontwikkelen product. Invoer van gegevens vraagt relatief veel tijdsinzet en de reproduceerbaarheid van gegevens laat te wensen over. De nu gehanteerde getallen zijn voor een deel handmatig geproduceerd vanuit de planningoverzichten van de toezichthouders. Overigens zijn ze daarmee niet minder betrouwbaar. De afhandeling van inspectiebezoeken door terugkoppeling middels een brief aan bedrijven gaat in het algemeen goed en vindt, zoals benoemd in het kwaliteitszorgsysteem, binnen de vier weken plaats. Het systeem is gevoelig voor afwezigheid van één van de schakels (ziekte, verlof). Iedere keer als in de keten een medewerker langere tijd afwezig is wordt de afhandelingtermijn langer. In die zin is de nieuwe werkwijze, waarbij brieven aan de hand van een inspectieverslag door twee Technisch administratieve ondersteuners worden opgesteld en waarbij een juridische toets op alle brieven plaats vindt succesvol geïmplementeerd. Voor de afhandeling van handhavingacties, bestuurlijke waarschuwingen, dwangsommen en eventueel bestuursdwang, geldt dat de afhandelingtermijn van vier weken niet wordt gehaald. Ook de afhandeling van algemene de milieuwetgeving betreffende juridische informatie en interpretatie van nieuwe of veranderende wet- en regelgeving laat te wensen over. Oorzaak hiervan is de relatief hoge tijdsinzet op de collegiaal/juridische toets. De ingezette veranderde werkwijze met betrekking tot de afhandeling van inspectiebrieven leidt nog steeds wel tot een hogere kwaliteit en uniforme briefstructuren. Toezichthouders kunnen vervolgens optimaal worden ingezet op toezicht en dus daar waar dit het meest nodig is worden ingezet. Voor 2010 wordt nagedacht over een systeem met behoud van de voordelen maar minder tijdsinzet. Bedrijven die zich niet houden aan opgelegde regels kunnen door het provinciale bestuur op verschillende manieren worden aangesproken. Het kan voorkomen dat bedrijven vooruitlopend op de te verlenen vergunning al willen beginnen met de aangevraagde activiteit. De reden hiertoe kan zijn dat economisch gezien direct handelen nodig is of dat vergunningverlening zodanig uit de termijn loopt dat eerdere tijdelijke vergunningen zijn verlopen waardoor bedrijven zonder vergunning in werking zijn. Gedogen of partieel handhaven biedt dan de mogelijkheid om bedrijven toch hun activiteiten te laten voortzetten. Bij niet naleven van de voorschriften van wet- en regelgeving kan GS ook dwangmiddelen inzetten (dwangsom, bestuursdwang). Als handhavinginstrumenten staan GS der- 12

halve de volgende middelen ter beschikking waarbij aangegeven het aantal keren dat het voorkwam in 2009: - 62 bestuurlijke waarschuwingen; - 20 opleggingen last onder dwangsom; - 6 keer invorderen dwangsom; - 2 aanzeggingen tot bestuursdwang waarbij het ook tot uitvoering is gebracht; - 31 partiele handhavingbeschikkingen / gedoogbeschikkingen. In 2008 is van rijkswege Vernieuwing Toezicht met veel vaart en prioriteit ingezet en dat heeft zijn vervolg gekregen in 2009 door het draaien van pilots. Vernieuwing toezicht moet zorgen voor een goede en transparante organisatie van het toezicht, onder andere op het gebied van milieu, veiligheid, water en chemicaliën. Eén en ander moet leiden tot een gelijk speelveld voor bedrijven en een hogere kwaliteit van het toezicht met gebruik van de bedrijfseigen kwaliteitssystemen. Tevens moet de toezichtslast teruggedrongen worden, daarvoor is het noodzakelijk dat er meer afstemming plaats vindt tussen verschillende overheden. Naast VT is er ook in belangrijke afstemming nodig in het kader van de Wabo. Vooruitlopend op de Wabo en invulling gevend aan VT zijn er in december twee procescoördinatoren aangesteld. Vernieuwing Toezicht gaat dus breder dan de provincie Groningen, het is branchegericht op landelijk niveau. In 2009 hebben we in het kader van VT een pilot gedraaid met betrekking tot systeemtoezicht en we draaiden pilots voor afgestemd toezicht. VT wordt na de pilots in 2010 over meer bedrijven uitgerold. Een belangrijke ontwikkeling is de vorming van zogenaamde Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD). De commissie Mans heeft de vorming van omgevingsdiensten geopperd. Deze ontwikkeling is door het kabinet ingezet. De vorming van RUD is voorzien voor 2012. Uit een eerste inventarisatie in de provincie Groningen is gebleken dat gemeenten en de provincie de bereidheid hebben om te komen tot regionalisatie. De Wabo is weer uitgesteld en is nu voorzien voor juli 2010. De voorbereidingen voor de Wabo hebben in 2009 vooral betrekking op het onderhouden van afspraken en aanpassingen op nieuwe weten regelgeving. Daarnaast zijn er 2 pilots gedraaid om te bezien in hoeverre tot dusver gemaakte afspraken werkbaar zijn. Vanuit deze pilots hebben er aanpassingen plaats gevonden. Zoals de regelgeving er nu ligt zullen wij met de invoering van de RUD in 2012 het bevoegde gezag voor ca. 180 bedrijven overgeven aan gemeenten. Daar waar de Wabo eerst nog betrekking zou hebben op het gehele bedrijvenbestand (280) geldt dat dan nog voor ca. 100 bedrijven. Deze reductie in omvang heeft ook consequenties voor tot nog toe gemaakte afspraken. De implementatie van de Wabo en de RUD lijken niet gelijktijdig plaats te gaan vinden, waarbij de Wabo voor de RUD uitloopt. In de tussenliggende tijd is er sprake van een zogenaamde package deal waarbij tot de instelling van de RUD de provincie (mede) bevoegd gezag blijft voor het huidige bedrijvenbestand. Op 22 december 2009 is de Waterwet van kracht geworden. In dat kader is de provincie thans ook bevoegd gezag voor indirecte lozingen van bedrijven voor zover zij daar ook bevoegd gezag is in het kader van de Wet milieubeheer. Daar de afdeling zelf niet de expertise heeft om dit soort toezicht (monstername en analyse) te doen zijn er afspraken gemaakt met de beide waterschappen in Groningen over de uitvoering voor en namens GS. Toezicht op Waterwet aspecten is dus uitbesteed aan de beide waterschappen maar indien toezicht leidt tot handhaving wordt een en ander opgepakt door de inspecteurs van de provincie zelf. Nadat in 2008 gestart is met de evaluatie en herziening van de handhavingstrategie is dit proces medio 2009 afgerond met een voorstel aan GS, de gemeenten en waterschappen. Op 15 december heeft GS de nieuwe strategie vastgesteld en gesteld dat deze per 1 februari 2010 van kracht wordt. De nieuwe strategie is zodanig opgesteld dat deze ook toepasbaar is voor de zogenaamde Wabo-taken. GS hebben er voor gekozen om de strategie vast te stellen met de variant van een tweestap handhavingsstrategie. Per 1 februari 2010 wordt er dus gehandhaafd conform een tweestappen strategie dat wil zeggen dat bij een overtreding direct een vooraankondiging dwangsom wordt afgegeven. Conclusie en aanbevelingen Uit de tijdsinzet over 2009 maar ook uit de reacties van toezichthouders blijkt dat we er in geslaagd zijn om met flexibiliteit in de planning onze inzet daar te plaatsen waar die het meest nodig is. De bezoekfrequentie voor preventief toezicht is ten opzichte van eerdere jaren in de afgelopen 3 jaar sterk teruggebracht en er is sprake van meer gedifferentieerd toezicht. In 2008 maar ook nu in 2009 blijkt 13

uit de toenemende tijdbesteding voor repressief toezicht dat het minder frequent preventief bezoeken van bedrijven leidt tot meer overtredingen. Dit fenomeen wordt min of meer bevestigd door het toegenomen aantal handhavingacties vooral het opleggen van dwangsommen. Ook voor 2010 is weer voorzien in flexibel inzetbare tijd. Mogelijk dat in 2010 ook meer en meer tussentijdse herzieningen van bezoekfrequenties plaats vinden één en ander afhankelijk van het naleefgedrag van een bedrijf. Het naleefgedrag is de resultante van het aantal hercontroles, overtredingen en de beoordeling van de toezichthouder. Afhandelingtermijn van inspectiebrieven is redelijk in orde en dient blijvend te worden geborgd waarbij het proces minder afhankelijk moet worden van afwezigheid van schakels. In 2010 is voor het nieuwe database programma een geheel nieuwe release voorzien. De verwachting is dat het programma dan zover ontwikkeld is dat verwachting en werking dichter bij elkaar komen. Een groot deel van de (kwantitatieve) toezichtlast bij de domeinen afval en chemie is afkomstig van de provincies. De provincie heeft in 2009 dan ook, samen met de initiatiefnemer en projectleider VROM, een voortrekkersrol vervult ten aanzien van het terugdringen van de toezichtlast door medewerking te verlenen aan Vernieuwing Toezicht. Na de pilots in 2009 zal energie worden gestoken in het uitbreiden van VT-gerelateerde toezichtzaken over meerdere bedrijven. De ontwikkeling van de Wabo zal ook in 2010 de nodige aandacht vragen evenals de voorbereiding op de RUD en de daarmee samenhangende kwaliteitscriteria. De afspraken met de waterschappen over de uitvoering van de Waterwet door de provincie zullen zich in 2010 moeten bewijzen. Gezien het feit dat een drietal vacatures pas halverwege 2010 worden opgevuld zal de voortgang van werkzaamheden en daarmee het realiseren van de planning in 2010 moeizaam verlopen. De vanzelfsprekendheid waarmee de laatste jaren instrumenten als gedogen en partieel handhaven worden ingezet zal in 2010 een halt worden toegeroepen. Gedogen en partieel handhaven moeten weer bij uitzondering worden toegepast. Bestuurlijk is dan ook besloten om te gaan van een cultuur van Ja, mits naar een cultuur van Nee, tenzij. 14

4. Projecten en Provinciale Milieu- en omgevingsverordening Noordelijke Samenwerking In 2008 hebben de afdelingen milieutoezicht van de provincies Groningen, Fryslan en Drenthe het initiatief genomen om op een aantal specialistische taken en projecten vergaand samen te werken. Deze specialistische taken en projecten vallen buiten de werking van de Wabo en vooralsnog is ook niet voorzien dat deze in een eventuele omgevingsdienst verplicht worden ondergebracht. Om toch een kwaliteitsverbetering te bewerkstelligen is gekozen voor interprovinciale samenwerking in noordelijk verband. In 2007 is voor de uitvoering van de BRZO al een noordelijke samenwerking aangegaan. Deze samenwerking heeft geleid tot een betere kwaliteit en kwantiteit. Vanuit het succes van deze samenwerking is de basis gelegd voor verdere samenwerking met Drenthe en Friesland. Doel (ambitieniveau) is om tot gezamenlijke uitvoeringsprogramma s te komen en daar waar mogelijk en wenselijk met onderling gebruik van kennis en menskracht. De samenwerking heeft betrekking op de volgende onderwerpen: geluidmetingen uitvoering van groene wetten Brzo piketregeling ketengerichte transportcontroles (ook met regiopolitie) interbestuurlijk toezicht (regierol) vuurwerkcontroles en -beleid uitvoering Whvbz vernieuwing toezicht (frontoffices chemie en afval) De Noordelijke Samenwerking is in 2009 het centrale thema voor de uitvoering van betreffend toezicht en handhaving geweest. In november heeft een workshop plaats gevonden waar betrokkenen hun ervaringen en visie voor de toekomst konden delen en bespreken. Vervolgens hebben de managers van betrokken afdelingen een aanzet gegeven om te komen tot een gezamenlijke strategie voor de samenwerking in de komende jaren. Deze evaluatie is neergelegd in een samenvattend document dat vervolgens als basis dient voor de ontwikkelingen in de komende jaren. In 2010 zal een bestuurlijk memo worden opgesteld waarin de ervaringen tot nog toe en de ambities voor 2010-2012 worden vastgelegd. Verder zal de noordelijke samenwerking worden afgezet tegen de toekomstige ontwikkelingen van de RUD. Handhavingarrangement De provincie en het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (OM) hebben beide een taak in de uitvoering van de wet- en regelgeving voor de leefomgeving. Op verzoek van het Functioneel Parket (FP te Den Haag) zijn in 2008 besprekingen gestart, met als doel het sluiten van een handhavingarrangement. Dit proces had in 2009 afgerond moeten worden maar voorlopig zijn initiatieven op dit vlak opgeschort. Het FP is zich momenteel aan het beraden op een eventueel vervolg. Vernieuwing Toezicht Er is geparticipeerd in de landelijke voorbereiding van Vernieuwing Toezicht. In het bijzonder is inbreng geleverd bij de pilots Meldingen, Systeemtoezicht en Compliance Management. Daarnaast zijn werkwijzen voor integraal, door de provincie gecoördineerd toezicht ontwikkeld. Deze zullen in 2010 en verder worden toegepast in de sectoren chemie, afval, energie (Eemsdelta) en Meerstad. Feitelijk wordt daarmee voor een belangrijk deel invulling gegeven aan integraal toezicht zoals voorzien in de Wabo. Om te voorzien in voldoende coördinatie in het kader van VT en vooruitlopend op de Wabo zijn eind 2009 twee procescoördinatoren aangesteld. Onder leiding van deze twee procescoördinatoren zal VT in 2010 en verder over steeds meer bedrijven worden uitgerold. Milieu- en omgevingsverordening provincie Groningen In de milieuverordening en de omgevingsverordening worden zaken geregeld die gebaseerd op provinciaal beleid een toegevoegde waarde hebben op landelijke wet- en regelgeving. Het verzorgen van een adequate coördinatie van en het actueel houden van de PMV is een belangrijk doel. Milieuverordening In IPO-verband heeft een werkgroep de regeling voor milieubeschermingsgebieden (grondwater) geëvalueerd en geactualiseerd. Omgevingsverordening 15

In 2009 is verder gewerkt aan het Hoofdstuk Milieu in de Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 (POV). De verordening bevat regels voor de fysieke leefomgeving en is nauw verbonden aan het Provinciaal Omgevings Plan (POP). In de POV zijn hoofdstukken opgenomen over milieu, water en ruimtelijke ordening. Op 2 februari 2010 hebben gedeputeerde staten bekendgemaakt dat de Omgevingsverordening met terugwerkende kracht in werking treedt op 22 december 2009. Hiermee vervalt de PMV als zelfstandige verordening, de regels zijn opgenomen in de POV, hoofdstuk Milieu. niet die prioriteit die de afdeling er toe brengt om het initiatief te nemen op dit vlak. Wij zullen het initiatief van het functioneel parket in deze afwachten. Vernieuwend toezicht zal in 2010 verder worden uitgewerkt. Naar verwachting zullen VROM en IPO hun voortrekkersrol op dit vlak eind 2010 beëindigen. Op basis van de evaluatie en actualisatie van de regeling milieubeschermingsgebieden zal de provinciale regeling grondwaterbescherming in 2010 worden geactualiseerd. Conclusie en aanbevelingen De noordelijke samenwerking heeft in 20-09 een forse stap voorwaarts gemaakt. Bestuurlijke inbedding zal plaats vinden in het begin van 2010. Het opstellen van handhavingarrangementen heeft 16

5. Toezicht eigen bedrijven en bedrijven van andere overheden Strategie en doelen - Transparante en controleerbare resultaten van het toezicht op eigen inrichtingen; - Geen verschil in toezicht en handhaving ten opzichte van particuliere bedrijven; - Altijd rapportage van bedrijfsbezoeken; - Jaarlijkse rapportage van toezichtstaken aan het dagelijks en algemeen bestuur. Resultaat De provincie houdt toezicht op inrichtingen waar eigendom en beheer samenvallen met de bevoegdheid tot handhaven. In alle gevallen betreft het hier inrichtingen waarvan het eigendom en beheer bij een andere afdeling dan de afdeling milieutoezicht ligt. Daarnaast is de provincie bevoegd gezag bij inrichtingen die in eigendom en beheer zijn bij andere overheden (gemeenten, waterschappen, politie en Groningen Seaports). In totaal ging het in 2009 om 47 inrichtingen als volgt verdeeld: tabel 5.1 overzicht inrichtingen per instantie instantie aantal soort provincie 11 uitsluitend baggerdepots gemeenten 21 afvalbrengstations met kga, stortplaatsen en baggerdepots en composteerbedrijven waterschappen 9 baggerdepots en rioolwaterzuiveringen Groningen seaports 5 uitsluitend baggerdepots politie 1 vuurwerkopslag van inbeslagnames tabel 5.2 planning en realisatie gepland gerealiseerd resultaat preventief 45 29 65% inspectie ex. bezoek 9 10 111% hercontroles 9 3 33% Baggerdepots hebben een frequentie van 1 keer per twee jaar en zijn in 2009 nagenoeg niet bezocht omdat de toegewezen toezichthouder langdurig ziek was. In 2008 zijn ze allemaal nog bezocht en dus zullen ze in 2010 in ieder geval bezocht moeten worden. Baggerdepothouders dienen een jaarlijkse rapportage te overleggen over de massabalans. In feite is er sprake van 100% (van preventief) inspectie exclusief fysiek bezoek in plaats van de algemeen geplande 20%. Alle houders die hiertoe verplicht zijn hebben een dergelijke rapportages ingediend en deze zijn ook beoordeeld. De beoordeling van deze rapportages en ook de preventieve inspecties hebben niet tot handhaving geleid. Andere inrichtingen dan baggerdepots zijn alle conform de planning bezocht. Gezien het kleine aantal hercontroles (alle bij Kga-depots) kan geconcludeerd worden dat het naleefgedrag goed is. Over geen van onderhavige inrichtingen zijn klachten ontvangen. Bij drie baggerdepots van de provincie bestond een spanningsveld tussen nazorg en vergunningsituatie. De vergunningen waren verlopen en in 2007 is de nazorg alsnog ingezet. De zogenaamde Bij een drietal baggerdepots (provincie) en vier stortlocaties (gemeenten) is sprake van een zogenaamde sluitingsprocedure dat wil zeggen dat de locaties definitief worden afgewerkt en overgaan in langdurige nazorg. De drie baggerdepots en twee stortlocaties zijn in 2009 geheel afgewerkt en zitten nu in de procedure om te worden overgedragen aan de zogenaamde nazorgorganisatie die de geïsoleerde locaties in eeuwigdurende nazorg nemen. Voor bedoelde inrichtingen zijn 45 preventieve inspecties gepland. De planning en realisatie ziet er dan als volgt uit. 17

sluitingsprocedure om te komen tot nazorg is inmiddels nagenoeg afgerond. De sluitingsprocedure voor de voormalige stort in Usquert is uitgesteld, de procedure voor Woldjespoor is in 2009 afgerond en de procedure voor Afvalverwerking Veendam zal in 2010 worden gestart. De voormalige stort Kloosterlaan in Delfzijl is inmiddels zo ver afgewerkt dat overdracht aan de nazorgorganisatie ieder moment plaats kan vinden. De eigen inrichtingen zijn conform de planning gecontroleerd elk bezoek is afgerond met een brief met bevindingen en daar waar nodig is handhaving ingezet. Voor inspecties bij eigen inrichting geldt geen andere werkwijze dan bij bedrijven in particuliere handen. Conclusie en aanbevelingen Gezien de resultaten en de reproduceerbaarheid van feiten mag worden geconcludeerd dat het toezicht bij eigen bedrijven op dezelfde wijze en volgens dezelfde werkinstructies plaats vindt dan bij particuliere bedrijven. Was er in het verleden nog wel eens sprake van een achterblijvend naleefgedrag de laatste jaren inclusief 2009 is daar niets meer van gebleken. Er is gezien de resultaten en de feiten geen aanleiding om het toezicht op eigen inrichtingen in 2010 aan te scherpen. Wel dienen de in 2009 niet bezochte baggerdepots in 2010 alsnog bezocht te worden. 18

6. Veiligheid, specialisatie & Brzo (Besluit risico s en zware ongevallen) Strategie en doelen De ingezette ontwikkeling met betrekking tot veiligheidsspecialisme wordt verder doorgezet. Veiligheid is een specialistische taak binnen de afdeling waarbij de inspecteurs moeten voldoen aan een zogenaamde maatlat. In dat kader moeten Brzo-inspecteurs voldoende (hogere veiligheid) opgeleid te zijn. Deze specialisten voeren de veiligheidstaken uit bij Brzo-plichtige inrichtingen. De bedoelde taken bestaan uit: - Bevorderen dat de 17 Brzo-inrichtingen bedrijven de eisen van het Besluit Risico s en Zware Ongevallen 1999 en de daarbij behorende Regeling Risico s en Zware Ongevallen 1999 naleven. Op voorhand is bepaald dat bij één bedrijf in 2009 geen inspectie plaats vindt omdat de handelingen waardoor het bedrijf Brzo-plichtig tijdelijk niet plaats vinden; - Coördineren van Brzo-inspecties door onder meer af te stemmen met de Brandweer en de Arbeidsinspectie en het uitvoeren van inspecties en handhavingacties; - Mede beoordelen van nieuwe veiligheidsrapportages (VR), en een hierop gerichte inspectie uitvoeren; - Mede beoordelen rampbestrijdingsplannen (RBP s). Verder is de provincie vertegenwoordigd in de landelijke werkgroep Brzo-coördinatoren. Doel van dit overleg is het bevorderen van eenduidige en zo veel mogelijk uniforme inspecties en beoordelingen. Daarnaast is samenwerking tussen de verschillende regio s een belangrijk onderwerp. In dit kader is er sprake van het uitvoeren van Brzo-inspecties in het noordelijke samenwerkingsverband Brzo. Doel van deze samenwerking is dat alle betrokken inspecteurs kunnen voldoen aan de maatlat als bedoeld in het verbetervoorstel, BeteR- ZO. Een medewerker van de provincie Groningen coördineert deze samenwerking. Resultaat In 2009 zijn 15 van de 17 Brzo-inrichtingen bezocht. Voor één bedrijf geldt dat de inspectie niet gepland was in verband met het feit dat de handelingen die ten grondslag liggen aan de Brzo aanwijzing tijdelijk niet worden uitgeoefend. Bij het tweede bedrijf is de inspectie niet doorgegaan omdat het bedrijf op dat moment in verband met de recessie in een massa ontslagronde zat. Deze inspectie is uitgesteld naar begin 2010 en heeft inmiddels plaats gevonden. De bezoeken hebben bij 5 bedrijven geleid tot een aankondiging van een hercontrole door één van de inspecterende instanties. In 2009 is er een nadere invulling gegeven aan het samenwerkingsverband van de drie Noordelijke provincies en de Milieuadviesdienst Noord Nederland. Door deze samenwerking, onder de naam samenwerkingsverband Noord-Nederland Brzo, kunnen de deelnemers blijvend voldoen aan de maatlat, als bedoeld in het BeteRZO. De bestuurders van de drie provincies en de gemeenten die één of meer Brzo-inrichtingen binnen hun bevoegdheid hebben ondertekenden op 2 maart 2009 een overeenkomst inzake de ondersteuning van Brzo-taken. De vier specialisten hebben inmiddels de cursussen procesveiligheid en externe veiligheid doorlopen en drie specialisten hebben de opleiding tot Hogere Veiligheidskunde afgerond. Het samenwerkingsverband Noord-Nederland Brzo voert inspecties uit bij verschillende gemeenten en provincies. Om te sonderen of de dienstverlening naar wens verloopt, heeft het samenwerkingsverband gesprekken gevoerd met betrokken instanties. Aandachtspunten in die gesprekken waren: Het tijdig doorsturen van de inspectieagenda; Het tijdig doorsturen van het inspectierapport; Overleg met de reguliere Wm-inspecteur van de bevoegde instan- 19

tie. Ondanks dat de waardering van goed tot redelijk werd beoordeeld is de conclusie toch dat afstemming en terugkoppeling tussen de Brzoen Wm-inspecteur verbeterd kan worden. Conclusie en aanbevelingen Aan de eisen zoals gesteld in het BeteRZO traject wordt voldaan. Ook is de regionale samenwerking verder vormgegeven, hiermee is de professionalisering verder doorgezet. Er wordt gewerkt volgens de nieuwe inspectiemethodiek. De ingezette specialisatie van de Brzoinspecteurs en de uitvoering van de regelgeving is in eerste instantie afgerond maar dient wel te worden onderhouden. Deze professionalisering en daarmee het vasthouden van het, uit het BTO 2008 gebleken kwaliteitsniveau, zal in 2010 worden voortgezet. Een middel dat ingezet wordt om de kwaliteit te verhogen is intervisie, waaraan in 2010 uitvoering zal worden gegeven. De meerjarige opleidingen van de specialisten lopen ook in 2010 nog door. Uit de evaluatie van de samenwerking met het Wm bevoegd gezag blijkt dat de communicatie nog verbeterd kan worden. 20