Ondersteuning van gezamenlijk probleemoplossen door gefaseerd construeren van domeinspecifieke representaties



Vergelijkbare documenten
Succesvol probleemoplossen door deeltaakspecifieke ondersteuning

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Kunnen externe representaties het probleem oplossen ondersteunen door het ontlokken van deeltaakspecifieke interactie?


Effecten van learning analytics bij computerondersteund samenwerkend leren

Effecten van learning analytics bij computerondersteund samenwerkend leren

Samenvatting. Maaike Prangsma - Multimodal representations in collaborative history learning

Creatief onderzoekend leren

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat

Plannen en schrijven met een elektronische outline-tool

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting. Auteur: Anno Droste Co-auteurs: Karien Dekker, Jessica Tissink

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Verbeteren van conceptueel denken in externe leeromgevingen. Carla Geveke, Henderien Steenbeek, Jeannette Doornenbal, and Paul van Geert

waarbij de kennisontwikkeling plaatsvindt vanuit een specifieke situatie en gericht is op een specifiek gemeenschappelijk doel. In dit proces is het v

Stan Buis & Jirka Born

Grafieken en Embodiment

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Proefschrift Simone Löhner Computer Based Modeling Tasks: the Role Of External Representation

FOSTERING ACTIVATION OF PRIOR KNOWLEDGE AND CONCEPTUAL CHANGE

Proefschrift Jan van der Meij Support for Learning with Multiple Representations Designing simulation-based learning environments

Nederlandse samenvatting

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Samenvatting / Dutch summary

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het doen van literatuuronderzoek

Feedback geven en krijgen. Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings

Voorbeelden van Analyse-instrumenten om interactie in de klas te coderen

Het landschap van methodieken en tools voor blended learning

JoTondeur (VUB), Koen Aesaert & Johan van Braak (UGent)

SOL. SOL self-organised learning

GO LAB: VIRTUELE LABS BIJ HET NATUURWETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS

Marlies Baeten Centrum voor Professionele Opleiding en Ontwikkeling en Levenslang Leren

Samenvatting (Summary in Dutch)

Citation for published version (APA): Ding, N. (2009). Computer-supported collaborative learning and gender. Groningen: s.n.

Techniek? Dat is niks voor mij. Hoe kunnen scholen en bedrijven samen bijdragen aan een betere beeldvorming over en keuze voor bèta en techniek?

Praktijkkennis van leerkrachten als ontwerpers van een ICT-rijke leeromgeving Promovendus Paper presentatie ORD 2011

Onderzoekend leren met computersimulaties

In Vlaanderen bestaat er nog geen leerlijn programmeren! Hierdoor baseren wij ons op de leerlijn die men in Nederland toepast voor basisscholen.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

studie waarmee we de principes van de analyse willen demonstreren. Een volledig beschrijving van de algoritmen en de resultaten zijn te vinden in

Huiswerk, het huis uit!

Leerpsychologie als basis voor effectieve instructie. Liesbeth Kester

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Praktijkkennis boven tafel halen. Daan Andriessen Jubileum congres Design Science Research Group 3 november 2011 Hogeschool Utrecht

Benchmark communicatiefunctie

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden


Gestroomlijnd schrijven: het effect van een elektronische outline-tool op de schrijfvaardigheid

Innovatief Onderwijs Ontwerpen. Jeroen van Merriënboer

Grafieken met de hand tekenen om symbol sense te bevorderen

Michiel Kroon & Stijn Hulshof

ICT in Digi-Taal Presentatie titel

Centrum Blended Learning

Structuur. E-learning en samenwerkend leren. Wat weten we over samenwerkend leren

OPTIMALE SCAFFOLDING VOOR KINDEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS 1. Samenvatting

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Werken met TPACK. Wilfred Rubens

Leren met multipele representaties in computergebaseerde

De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen;

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Internationale leerresultaten in het curriculum. Workshop

Samenvatting (Dutch summary)

Active2Gether. Smart coaching strategies that integrate social networks and modern technology to empower young people to be physically active

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Gezondheidsinformatie online, wat kunnen we er mee? Whitepaper

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER

Relatie Algebra in een Intelligent Tutoring Systeem

SAMENVATTING Depressie en verzuim Voorspellers voor verzuim en werkhervatting hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Onderzoek naar de impact van participatie, rollen en doelen in asynchrone discussiegroepen

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

Ondersteuning bij concept mapping door hoogbegaafde leerlingen

MEMO DIGITAAL INZIEN TENTAMEN

We geven hier een definitie uit de school van de grote Amerikaanse vakdidacticus biologie Joseph Novak, gemaakt door Wandersee (2002) blz. 129.

Stichting NIOC en de NIOC kennisbank

Probleemstelling: Verantwoording: Anne Westerhof,

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

The Value of Deliberate Metaphor W.G. Reijnierse

WORKSHOP. Simulatie werken met de datateam methode. Themabijeenkomst DTT Woensdag 9 december Wilma Kippers en Hanadie Leusink

FUNCTIEBESCHRIJVING ADVISEUR (M/V)

Voor de sanctie-uitvoering

Citation for published version (APA): van Buuren, O. P. M. (2014). Development of a modelling learning path. Amsterdam: CMA.

vanuit de technische en organisatorische omgeving, werk-verdeling, budget, planning, en hergebruik van componenten. Het documenteren van SA dient

Effectieve strategieën voor zelfgereguleerd leren

ontwikkeld. Hoe ziet zulke ondersteuning er dan uit en wat is de effectiviteit daarvan?

Het juiste gereedschap is het halve werk

Samen leren en samenwerkend leren in het daltononderwijs.

Het visualiseren van argumentatie. Susan van den Braak

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Stage/afstuderen/onderzoeksproject/overig Aantal studenten School(s) & locatie(s)

Leerstoelvoorlichting

Vraag Ondersteuning door Virtuele Experts

Basisworkshop 4C/ID. Doel basisworkshop. Programma. Opdracht. 4CID Wat is het? Programma

Research & development

Transcriptie:

Ondersteuning van gezamenlijk probleemoplossen door gefaseerd construeren van domeinspecifieke representaties B. Slof 1, G. Erkens 1, & P. A. Kirschner 2, 1Universiteit Utrecht, P.O. Box 80.140, 3508 TC Utrecht, the Netherlands B.Slof@uu.nl; G.Erkens@uu.nl 2Open Universiteit Nederland, P.O. Box 2960, 6401 DL Heerlen, the Netherlands Paul.Kirschner@ou.nl Samenvatting In deze studie werd onderzocht of het gefaseerd construeren van domeinspecifieke representaties middels visualisatie tools het gezamenlijk oplossen van een complex bedrijfseconomisch probleem kan ondersteunen. De ondersteuning structureerde de probleemoplossingtaak in drie deeltaken, namelijk (1) vaststellen van belangrijke concepten en het relateren hiervan aan het probleem, (2) formuleren van meerdere oplossingen voor het gestelde probleem en (3) komen tot een definitieve oplossing voor het probleem. Daarnaast stelden de aangeboden visualisatie tools de leerlingen in staat om domeinspecifieke representaties (i.e., conceptueel, causaal of mathematisch) te construeren welke ieder geschikt waren voor het uitvoeren van een specifieke deeltaak. Alle leerling-groepen in de vier experimentele condities voerden de opeenvolgende deeltaken uit, maar verschilden in de visualisatie tools die zij dienden te gebruiken. In de drie mismatch condities ontvingen de leerlingen één van de visualisatie tools voor alle deeltaken en werden dus alleen ondersteund in het uitvoeren van een specifieke deeltaak. In de match conditie ontvingen de leerlingen alle visualisatie tools op een gefaseerde wijze; voor iedere deeltaak konden zij een domeinspecifieke representatie construeren. De resultaten tonen aan dat leerlingen in de match conditie inderdaad meer deeltaakcongruente representaties construeerden en een meer uitgebreide discussie over het domain hadden dan leerlingen uit de mismatch condities. Als gevolg presteerden de leerlingen uit match conditie beter op de probleemoplossingtaak. Ongeveer gelijke resultaten werden echter gevonden voor leerlingen die causale representaties konden construeren gedurende alle deeltaken. Inleiding Eerder onderzoek liet zien dat het geven van deeltaakspecifieke representaties leerlingen ondersteunt bij het gezamenlijk oplossen van complexe problemen (Slof, Erkens, Kirschner,

Jaspers, & Janssen, 2010). Hoewel het gefaseerd aanbieden van kwalitatieve en kwantitatieve representaties het discussiëren over specifieke concepten, principes, en procedures kan beïnvloeden, kan het gezamenlijk construeren van representaties zelfs beter zijn (De Simone, Schmidt, & McEwen, 2001). De gezamenlijke constructie stimuleert cognitieve processen zoals informatieselectie, organisatie hiervan in een coherent geheel, en het relateren hiervan aan de aanwezige kennis. Dit leidt vaak, zowel individueel (i.e., expliciteren van gedachten) als in een groep (i.e., discussiëren over opvattingen en het komen tot overeenstemming) tot beter begrip van het kennisdomein (Ainsworth, 2006). Voor het probleemoplossingproces van leerlingen is het belangrijk dat dit gefaseerd gebeurt, toenemend in complexiteit van kwalitatief naar kwantitatief (Ploetzner, Fehse, Kneser, & Spada, 1999). In deze studie is het probleemoplossingproces gefaseerd in deeltaken en dienden de leerlingen gezamenlijk deeltaakspecifieke representaties te construeren. Belangrijk hierbij is dat de ontologie (i.e., concepten, relaties en combinatieregels) van de visualisatie tool congruent is met de deeltaakvereisten (zie Tabel 1). Tabel 1 Congruentie tussen ontologie van de visualisatie tool en de deeltaken Fase Deeltaak Ontologie Ondersteuning Oriëntatie Vaststellen belangrijkste concepten Conceptueel Weergeven concepten en hun en deze relateren aan het probleem. (kwalitatief) relaties. Oplossing Bedenken van verschillende Causaal Weergeven causale relaties tussen oplossingen voor het probleem. (kwalitatief) concepten en oplossingen. Evaluatie Bepalen van de geschiktheid van Mathematische Weergeven mathematische relaties de voorgestelde oplossingen en tot (kwantitatief) tussen concepten en de mogelijkheid een uiteindelijke oplossing voor om de waarden hiervan te het probleem komen. manipuleren. Gefaseerd construeren van domeinspecifieke representaties De leerlingen werkten aan een complex bedrijfseconomisch probleem waarin zij een ondernemer dienden te adviseren over het veranderen van de bedrijfsvoering gericht op het verbeteren van het bedrijfsresultaat. De domeinspecifieke ondersteuning was gericht op het structureren van het probleemoplossingproces in opeenvolgende deeltaken, welke ieder voorzien werden van een deeltaakcongruente visualisatie tool. In de oriëntatiefase dienden de leerlingen uit te leggen wat zij dachten wat het probleem was en te beschrijven wat de belangrijkste factoren zijn waardoor het probleem werd veroorzaakt. De ondersteuning zou daarom de leerling-interactie dienen te richten op het

selecteren van de concepten die nodig zijn voor het uitvoeren van deze deeltaak en het op kwalitatieve wijze aan elkaar relateren van deze concepten. Het ontwerp van de visualisatie tool was daarom gericht op het construeren en bediscussiëren van een globale kwalitatieve representatie van het domein. Figuur 1 laat een conceptuele expert representatie zien met daarin de verschillende concepten en relaties welke de visualisatie tool de leerlingen in staat stelde om te gebruiken. Leerlingen konden bijvoorbeeld expliciteren dat het bedrijfsresultaat beïnvloed wordt door het verkoopresultaat en het budgetresultaat. Het selecteren en relateren van de concepten die leerlingen als relevant beschouwen voor het oplossen van het probleem maakt hen beter bekend met deze concepten, hetgeen het makkelijker maakt om voorstellen voor oplossingen te formuleren in de volgende deeltaak. Figuur 1. Conceptuele expert representatie In de oplossingsfase dienden de leerlingen verschillende oplossingen voor het probleem te formuleren en duidelijk te maken op wat voor wijze hun verandering in de bedrijfsvoering het bedrijfsresultaat beïnvloedt. De ondersteuning zou daarom de leerlinginteractie dienen te richten op het formuleren van meerdere oplossingen en te bespreken op

wat voor wijze deze de geselecteerde concepten beïnvloeden door het verder specificeren van de relaties tussen de concepten en de voorgestelde interventies. Het ontwerp van de visualisatie tool was daarom gericht op het construeren en bediscussiëren van een causale representatie van het domein. Figuur 2 laat een causale expert representatie zien met daarin de verschillende concepten en de mogelijke interventies welke de visualisatie tool de leerlingen in staat stelde om te gebruiken. Leerlingen konden bijvoorbeeld expliciteren dat een promotiecampagne de begrote afzet en zodoende het verkoopresultaat beïnvloedt. Alleen het op conceptuele wijze weergeven van de relaties tussen de concepten is niet expressief genoeg voor het uitvoeren van deze deeltaak aangezien de relaties verder gespecificeerd dienen te worden en leerlingen additionele informatie nodig hebben over mogelijke interventies. Wanneer dit niet het geval is, zijn leerlingen genoodzaakt om zelf met mogelijke oplossingen te komen zonder dat ze een goed ontwikkeld begrip hebben van de onderliggende kwalitatieve principes, hetgeen vaak tot een inefficiënt en ineffectief probleemoplossingproces leidt. Figuur 2. Causale expert representatie

In de evaluatiefase dienden de leerlingen de financiële consequenties van de door hen voorgestelde oplossingen te bepalen en een definitief advies te formuleren voor de ondernemer door de geschiktheid van de verschillende oplossingen met elkaar te bespreken. De ondersteuning zou daarom de leerling-interactie dienen te richten op het vaststellen en vergelijken van de financiële consequenties door het op mathematische wijze specificeren van de relaties tussen de geselecteerde concepten. Het ontwerp van de visualisatie tool was daarom gericht op het construeren en bediscussiëren van een kwantitatieve representatie van het domein. Figuur 3 laat een mathematische expert representatie zien met daarin de verschillende concepten en hun mathematische relaties welke de visualisatie tool de leerlingen in staat stelde om te gebruiken. Leerlingen konden bijvoorbeeld simuleren hoe een promotiecampagne door middel van de begrote afzet het verkoopresultaat beïnvloedt. Door het invoeren en aanpassen van de waarden werden waarden van de gerelateerde concepten automatisch aangepast. Aangezien kwantitatieve representaties alleen goed begrepen kunnen worden wanneer leerlingen een goed ontwikkeld kwalitatief begrip van het domein hebben verworven, is dit type ondersteuning alleen geschikt voor het uitvoeren van deze deeltaak. Figuur 3. Mathematische expert representatie

Onderzoeksopzet en verwachtingen VWO4-leerlingen, werkend in een digitale leeromgeving gedurende 270 minuten, moesten in twee- of drietallen het bedrijfseconomische probleem oplossen. Voor alle groepen (N=31) werd het probleemoplossingproces gefaseerd in drie opeenvolgende fases/deeltaken. Alleen de groepen in de match conditie kregen een visualisatie tool waarin een deeltaakcongruente ontologie voor iedere deeltaak werd aangeboden (zie Tabel 2). Voor groepen in de match conditie werd per deeltaak een kwalitatief betere representatie en meer deeltaakspecifieke interactie verwacht en als gevolg een kwalitatief beter groepsproduct. Tabel 2 Overzicht van de experimentele condities Fase/deeltaak Conditie en ontologie van de visualisatie tool Conceptuele Causale Simulatie Match Match/mismatch conditie Conditie conditie conditie Oriëntatie Conceptueel Causaal Mathematisch Conceptueel Match voor de oriëntatiefase Oplossing Conceptueel Causaal Mathematisch Causaal Match voor de oplossingsfase Evaluatie Conceptueel Causaal Mathematisch Mathematisch Match voor de evaluatiefase Data-analyse Alle leerling-activiteiten zijn gelogd. De leerling-interactie (i.e., chat-protocollen) en de geconstrueerde representaties zijn automatisch gecodeerd met behulp van verschillende MEPA-filters (Erkens & Janssen, 2008) op basis van als-dan beslissingsregels welke expliciete referenties (e.g., naam, synoniem) naar bepaalde concepten, oplossingen en relaties bevatten en deze als zodanig coderen. Bij het beoordelen van de kwaliteit van het groepsproduct werd gekeken of de uitvoering van de deeltaken: 1) beter paste bij de taakvereisten van een specifieke deeltaak, (2) meer concepten, oplossingen en relaties bevatte, (3) vaker inhoudelijk correct was, en (4) meer argumentatie voor de gemaakte keuzes bevatte. Naarmate dit het geval was, werd de kwaliteit als beter beoordeeld. Voor het analyseren is respectievelijk gebruik gemaakt van inhoudsanalyses, Multi-level analyses en een One-way Manova. Resultaten Kwaliteit van de geconstrueerde representaties Overeenstemmend met onze verwachting construeerden leerlingen in de match conditie meer deeltaakspecifieke representaties (zie Figuur 4). Deze leerlingen gebruikten minder concepten

en relaties in hun tweede en derde deeltaakspecifieke representatie dan in hun eerste representatie in vergelijking tot leerlingen in zowel de conceptuele als causale conditie. Blijkbaar werden de leerlingen in de match conditie na het construeren van een globale representatie selectiever in het gebruik van de concepten en het specificeren van de relaties op een causale of mathematische wijze. Al dient wel opgemerkt te worden dat leerlingen in de match conditie ook meer varieerden in hoeverre de relaties correct werden weergegeven. Figuur 4. Inhoudsanalyses betreffende de kwaliteit van de deeltaakspecifieke representaties Leerling-interactie Overeenstemmend met onze verwachting hadden leerlingen in de match conditie marginaal significant meer discussie over de verschillende concepten (β = 4.49, p =.07), en significant meer discussie over de verschillende relaties (β = 5.74, p =.05) dan leerlingen in de simulatie conditie. Er werden geen verschillen gevonden tussen leerlingen in de match conditie en de leerlingen in zowel de conceptuele als de causale condities. Kwaliteit van het groepsproduct Overeenstemmend met onze verwachting kwamen leerlingen in de match conditie tot kwalitatief betere groepsproducten (F(3, 27) = 4.38, p =.01). Zij scoorden significant hoger dan groepen in zowel de conceptuele (p =.01, d = 1.46) als de simulatie condities (p =.01, d = 1.48). Dit werd vooral veroorzaakt door de hogere scores op de variabelen correctheid en argumentatie. Er werden geen verschillen gevonden tussen leerlingen in de match en de causale condities. Discussie Net als andere studies (Ploetzner, et al.,1999) laat deze studie zien dat het op een gefaseerde wijze construeren en aan elkaar relateren van kwalitatieve en kwantitatieve representaties tot effectiever en efficiënter probleemoplosssen leidt. Toch werden er geen significante

verschillen gevonden tussen de leerlingen in de match en de causale condities. Hiervoor zijn drie mogelijke verklaringen denkbaar. Ten eerste, kunnen leerlingen in de match conditie moeite hebben met het construeren en combineren van de verschillende domeinspecifieke representaties en alleen de meest bekende gebruiken (Ainsworth, 2006). Ten tweede, kunnen deze resultaten veroorzaakt zijn door het belang van causaal redeneren (Jonassen & Ionas, 2008). Tot slot, kan er tussen de condities een verschil zijn in de wijze waarop de samenwerking binnen de groep verlopen is. Als leerlingen niet in staat zijn om hun eigen kennis te expliciteren, een gezamenlijk beeld van de kennis te vormen en hierover te discussiëren, dan kan dit hen belemmeren in het vinden van een geschikte oplossing van het probleem (Barron, 2003). Toekomstig onderzoek zou daarom meer inzicht dienen te verkrijgen in de wijze waarop leerlingen (1) domeinspecifieke representaties construeren en combineren en (2) samenwerken. Referenties Ainsworth, S. (2006). DeFT: A conceptual framework for considering learning with multiple representations. Learning and Instruction, 16, 183 198. Barron, B. (2003). When smart groups fail. Journal of the Learning Sciences, 12, 307 359. De Simone, C., Schmid, R. F., & McEwan, L. A. (2001). Supporting the learning process with collaborative concept mapping using computer-based communication tools and processes. Educational Research and Evaluation, 7(2-3), 263 283. Erkens, G., & Janssen, J. (2008). Automatic coding of online collaboration protocols. International Journal of Computer-Supported Collaborative Learning, 3, 447 470. Jonassen, D. H., & Ionas, I. G. (2008). Designing effective support for causal reasoning. Educational Technology Research and Development, 56, 287 308. Ploetzner, R., Fehse, E., Kneser, C., & Spada, H. (1999). Learning to relate qualitative and quantitative problem representations in a model-based setting for collaborative problem solving. Journal of the Learning Sciences, 8, 177 214. Slof, B., Erkens, G., Kirschner, P. A., Jaspers, J. G. M., & Janssen, J. (2010). Guiding students online complex learning-task behavior through representational scripting. Computers in Human Behavior, 26, 927 939.