Boekverslag Nederlands Mijn tante Coleta door R.J. Peskens Boekverslag door een scholier 2230 woorden 4 april 2001 5,8 20 keer beoordeeld Auteur Genre R.J. Peskens Psychologische roman Eerste uitgave 1976 Vak Nederlands Titelbeschrijving R.J. Peskens De Vlissingse verhalen van R.J. Peskens. Mijn tante Coleta. Amsterdam 1995 (eerste druk) Beschrijving Ik heb voor dit boek gekozen, omdat er vorig jaar een gedeelte van het boek Twee vorstinnen en een vorst in ons boek van Nederlands stond. Dat verhaal sprak mij aan en ik wilde daarom ook het hele boek wel lezen. Thuis hadden wij het boek. Het boek was een soort verzamelwerk van R.J. Peskens. Daarin stond ook het verhaal Mijn tante Coleta. Toen ik Twee vorstinnen en een vorst gelezen had, ben ik dan ook aan Mijn tante Coleta begonnen. Ook dit boek vond ik erg leuk en daarom doe ik mijn boekverslag erover. Als het verhaal begint is de ik-figuur 16 jaar. Hij woon in een plaatsje aan zee (hoogstwaarschijnlijk Vlissingen). Zijn oom Piet trouwt op 33-jarige leeftijd met de 19-jarige Coleta. Coleta komt uit een gezin dat ten opzichte van de rest van het dorp wat geïsoleerd leeft. In de familie van de ik-figuur wordt ze met achterdocht bekeken. De ik-figuur droomt soms over haar. Op de verjaardag van grootmoeder krijgt oom Piet ruzie met zijn familie. Toch nodigt hij de ik-figuur uit bij hem en Coleta te komen. Op een avond ontmoet de ik-figuur Coleta bij de bakker en zij nodigt hem uit met haar mee naar huis te gaan. Hij is erg onder de indruk van Coleta en de tweede keer dat hij haar tegen komt spreken ze af om te gaan zwemmen. Ze spreken af op een zaterdagmiddag in oktober. De ik-figuur overwint zijn schroom en in een duinpannetje vrijt hij met Coleta, waarna ze naakt gaan zwemmen. 's Avonds gaat hij bij Coleta en Piet op bezoek. Zijn vader raakt betrokken in een politieke strijd tegen wethouder Laernoes, die anti-revolutionair is. Tijdens de raadsvergadering vliegt moeder Laernoes aan. De ik-figuur gaat naar Coleta, die met hem naar bed wil. De ik-figuur durft dat niet. De liefde voor Coleta Pagina 1 van 5
trekt de ik-figuur bij zijn moeder vandaan. Dit brengt hem in verwarring, omdat de band met zijn moeder altijd heel sterk was. Coleta en de ik-figuur spreken af om weer te gaan zwemmen, maar oom Piet gooit roet in het eten; hij verbiedt Coleta te gaan zwemmen vanwege de kou. Coleta krijgt ruzie met Piet. Ze geeft de ik-figuur een briefje waarop staat dat hij maandagochtend bij haar moet komen. Op maandag gaat hij met Coleta naar bed, wat leidt tot een grote teleurstelling, omdat hij geen gemeenschap kan hebben. Moeder moet naar het politiebureau, vanwege haar 'aanvlieging op wethouder Laernoes, maar weigert te gaan. Als de ik-figuur met Coleta is lukt het weer niet om gemeenschap te krijgen. Die woensdag spreken ze af op het strand. Coleta wil niet vrijen, maar barst in huilen uit. Ze zegt dat ze wilde dat de ik-figuur haar broer was. Dit maakt hem onzeker. In dezelfde tijd moet moeder voor de rechtbank verschijnen. Ze woont de rechtzitting bij, maar op de publieke tribune in plaats van in de beklaagdenbank. De ik-figuur en Coleta wonen de rechtszitting ook bij. Moeder krijgt een boete van honderd gulden of een gevangenisstraf van 10 dagen. Een aantal mensen brengt geld voor haar bijeen. Coleta is van mening dat ze het niet moet accepteren. Moeder begint haar hierom te waarderen en gaat met vader bij haar en Piet op bezoek. De ik-figuur voelt zich verraden en verlaten. De volgende dag verteld Coleta hem dat zij zijn moeder niet langer moeten bedriegen. Hij slaat haar en loopt weg. Hij vindt het vreselijk dat zijn relatie met Coleta verbroken is. De ik-figuur doet examen en slaagt. De burgemeester wil hem een beurs geven, zodat hij kan gaan studeren. Moeder verbiedt hem het geld aan te nemen terwijl zijn vader zegt dat het een geweldige kans is. Hij verkeert in tweestrijd: Welke stem moet hij volgen? Vader stuurt hem met vakantie. Tijdens die vakantie vindt hij werk en een kosthuis. Als hij thuiskomt is moeder er vandoor, omdat vader de boete betaald heeft. Vader huilt. Als de ik-figuur drie dagen later op de fiets naar Rotterdam vertrekt is moeder nog steeds niet op komen dagen. Het onderwerp van het boek is: De liefde van een jongen voor een familielid. Ik vind dit wel een leuk onderwerp, want je kan dan als schrijver heel goed de emoties en gevoelens van een persoon weergeven en dat heeft de schrijver van dit boek heel mooi gedaan. Peskens gaat heel diep in op de gevoelens van de ik-figuur, bijvoorbeeld in de dromen die hij beschrijft. Ik vond die dromen heel leuk om te lezen, want ze gaan steeds wel over hetzelfde, namelijk over de liefde voor zijn tante, maar wel steeds met een andere interpretatie, waarop daarna weer wordt ingegaan. De belangrijkste gebeurtenis in het boek is naar mijn mening het moment waarop de moeder de wethouder aanvliegt, want na dat moment verandert alles; de moeder moet voor de rechter verschijnen en moet een boete betalen of in de gevangenis. Dit is het punt waarop Coleta voor de moeder opkomt en waarop de moeder en zij het eens zijn. De moeder krijgt respect voor Coleta en haar opvattingen en mede hierdoor stopt Coleta de relatie met de hoofdpersoon, omdat zij de moeder niet langer wil bedriegen. Als de moeder de wethouder dus niet had aangevlogen, was dit alles waarschijnlijk niet gebeurd en had zij Coleta waarschijnlijk nog steeds niet gemogen. De gebeurtenissen op zich hebben niet zo heel veel met elkaar te maken. De aanvlieging van de moeder heeft bijvoorbeeld niets te maken met de liefde van de hoofdpersoon voor zijn tante. Ik vond de gebeurtenissen meestal wel verrassend. Ik had niet verwacht dat de tante de liefde van haar neef zou beantwoorden. Ook de gebeurtenis waarbij de moeder de wethouder aanvliegt, kwam voor mij tamelijk onverwacht. Door deze grappige en onverwachte gebeurtenissen bleef het boek boeiend en moest je eigenlijk steeds maar verder lezen, net alsof je niet kon stoppen. Pagina 2 van 5
Het leuke was ook dat je zelf wel je conclusies kon trekken, het verhaal was niet voorgekauwd, maar het was wel zó geschreven dat je op de één of andere manier aanvoelde wat er ging gebeuren, maar als het dan ook echt gebeurde, werd er toch weer net een andere wending aan gegeven. Dat vond ik wel leuk, want zo bleef het boek verrassend. De personages zijn allemaal levensecht. Ze doen allemaal dingen die echt zouden kunnen en hebben echt gevoelens die gewone mensen ook hebben. Je kan je goed verplaatsen in de ik-figuur, omdat het verhaal vanuit zijn ogen bescreven wordt, maar als ik me moet vergelijken met een personage, dan is dat de vader. Hij bekijkt de zaken namelijk heel normaal, haast oppervlakkig. Hij gaat geen torenhoge problemen maken om dingen die er niet zijn. De moeder vind ik een beetje te radicaal (bijvoorbeeld tijdens de raadsvergadering) en te trots. De vader is niet bang om in zijn trots gekrenkt te worden en wil er altijd het beste van maken en hulp accepteren als dat nodig is en de mogelijkheid zich voordoet. Het gedrag van de moeder keur ik af. Ze probeert dingen op de verkeerde manier te bereiken (raadsvergadering), maar ze bereikt ze wel. In tegenstelling tot haar man, die alles vreedzaam wil oplossen, maar bij wie het vaak niet lukt. Ze is mijns inziens ook een beetje te trots. Bijvoorbeeld wanneer ze de studiebeurs van de burgemeester niet wil accepteren, zodat haar zoon verder kan leren. Dan voelt ze zich gekrenkt in haar trots en dat vind ik een beetje overdreven. De beslissingen van de hoofdpersoon vind over het geheel genomen wel begrijpelijk, bijvoorbeeld wanneer hij toch naar de rechtzitting gaat, terwijl hem dat verboden was. Ik was ook naar de rechtbank gegaan als mijn moeder terecht stond, ook al was me dat verboden. Ik vind alleen de beslissing zijn tante te slaan onbegrijpelijk. Ikzelf was weggelopen, maar misschien deden ze dat in die tijd niet, of was het heel normaal familieleden te slaan. Het lijkt mij van niet, maar het kan. Het verhaal is eigenlijk één grote flashback. Het boek begint namelijk als volgt:,,ik wist al heel jong.... Hieruit blijkt dus dat het achteraf allemaal wordt opgeschreven. Dat vond ik wel leuk, het maakte me nieuwsgierig. Het verhaal is geschreven in de ik-vorm, je ziet het dus door de ogen van één persoon. Aan het slot bleef ik wel met een paar vragen zitten, zoals: Is zijn moeder ooit nog teruggekomen? En: Wat is er van de hoofdpersoon geworden? Ik vind een open einde meestal niet zo leuk, maar bij dit boek vond ik het heel natuurlijk en niet onlogisch dat het gebeurde, want het verhaal was op de één of ander manier al afgesloten. Hier kom ik later nog op terug. Het taalgebruik in het boek is vrij makkelijk en goed te begrijpen. De woorden en zinnen zijn niet ouderwets, eerder van deze tijd. Het zou kunnen zijn dat ze bij het drukken van dit boek (het is een verzameling van alle boeken en verhalen van R.J. Peskens) een beetje aan de tekst gesleuteld hebben, maar dat weet ik niet zeker. De gesprekken tussen de personen bestaan veelal uit korte zinnen. Dit korte en makkelijke taalgebruik past wel bij de personages. De familie van de hoofdpersoon woont namelijk in een bouwvallig huis en ze, Pagina 3 van 5
en met name de moeder, hechten niet veel waarde aan een hoge opleiding. Dit blijkt vooral wanneer de hoofdpersoon slaagt voor de HBS (en dat was al heel wat) en daarna meteen wil gaan werken in plaats van verder te leren. Deze opvattingen zie je ook wel een beetje terug in hun taalgebruik. Ze gebruiken weinig of geen moeilijke woorden. Alles bij elkaar opgeteld vond ik het een leuk boek, met veel humor. Ik kon me goed inleven, het was een leuk onderwerp, dat goed uitgediept en beschreven was. Ik ben vast van plan meer boeken en verhalen van Peskens te gaan lezen. Verdieping Voordat ik het boek ging lezen, verwachtte ik eenzelfde soort opbouw en taalgebruik als in Twee vorstinnen en een vorst. Deze verwachtingen zijn wel uitgekomen. Mede omdat ik Twee vorstinnen en een vorst zo mooi vond en wist wat ik kon verwachten vond ik dit een mooi boek. Het boek bevat weinig open plekken, alleen aan het begin is er één;,,ik wist al heel jong dat mijn tante Coleta niet alleen goed kon zwemmen en zich altijd roekeloos ver in zee waagde, maar ook dat ze altijd naakt zwom. Als je dit leest, krijg je een beetje een vreemde indruk van de tante en wil je het hele boek gaan lezen om erachter te komen hoe ze is en waarom ze zo is. De belangrijkste spanningsboog begint wanneer de hoofdpersoon zijn tante tegenkomt bij de bakker en eindigt wanneer zij hem verteld dat ze zijn moeder niet meer moeten bedriegen. Je vraagt je tijdens de spanningsboog af wanneer ze gemeenschap zullen hebben, daar wordt eigenlijk ook naartoe geleefd. Als ze vertelt dat ze ermee op wil houden is de spanning weg en weet je dat het hebben van gemeenschap niet zal gebeuren. Een voorbeeld van een manier om de spanning te verhogen is wanneer ze wel steeds samen zijn en proberen gemeenschap te hebben, maar wanneer het staat maar niet lukt, omdat de hoofdpersoon haar niet kan penetreren. Het boek is een afgerond geheel met een open einde. Dat klinkt nogal tegenstrijdig, dus ik zal het even uitleggen. Het boek gaat over de relatie met zijn tante. Op het moment dat die beëindigd wordt, is dat eigenlijk het einde van het verhaal, dus het is een afgerond geheel, maar hij gaat weg naar Rotterdam en je weet niet wat er daarna met hem gebeurd. Je blijft ook wel met een aantal vragen zitten, dus zou je zeggen een open einde. Ik vond het heel moeilijk om dat goed te beschrijven, want ik vind het open en tegelijkertijd weer gesloten. Evaluatie Mijn oordeel over het boek is, dat ik het een leuk boek vond. Humoristisch, verrassend, goed geschreven en heel begrijpelijk. Mijn eerste reactie is niet echt veranderd door de verdiepingsopdracht, eerder versterkt. Eerst wist ik niet zo goed waarom ik het boek zo leuk vond en wat ik er dan precies zo leuk aan vond. In de verdiepingsopdracht heb ik dat beetje bij beetje, zonder het zelf echt te beseffen, beargumenteerd. Over het uitvoeren van de beschrijving ben ik wel tevreden, over de verdiepingsopdracht iets minder. Ik vind het moeilijk om open plekken en spanningsbogen te benoemen en ze aan te geven. Ik heb wel het idee Pagina 4 van 5
dat ik ze redelijk benoemd heb. Het lezen van het boek viel mee. Ik had Twee vorstinnen en een vorst al gelezen en begon dus al met veel zin aan dit boek. Ik vond het een leuk boek en als een boek leuk is, valt het lezen heel erg mee. Aan het boek vond ik eigenlijk niets onduidelijk, verwarrend of moeilijk. Het was gewoon een heel leuk, duidelijk en goed geschreven boek en als een boek goed geschreven is, onstaat er meestal weinig verwarring. Ik had tijdens het werken aan deze opdracht wel het idee, dat ik niet genoeg wist over spanningsbogen en open plekken. Daarom heb ik de bijbehorende paragrafen daarover nog even bestudeerd en toen ging het wel. De volgende keer ga ik voor het lezen van het boek eerst de opdracht goed doorlezen, zodat ik een beetje een idee heb waar ik op moet letten. Pagina 5 van 5