Praktische handleiding



Vergelijkbare documenten
Referentiekader resultaten Sint-Jozef Kessel

Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg

Referentiekader resultaten Sint-Jozef Wiekevorst

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 2

Decreet van 17 oktober 2003 (BS 10 november 2003) betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen 1

Decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen

Kwaliteit in woonzorgcentra: meten via indicatoren. Een woordje uitleg

Referentiekader Sint-Margaretha Holsbeek

SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.7 KWALITEITSINDICATOREN IN DE WOONZORGCENTRA. Januari 2016

Zelfevaluatie van de organisatie

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 RVT DR. J. COPPENS

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 BEJAARDENCENTRUM DE CEDER - DOMEIN HESS DE LILEZ

Zelfevaluatie. 1. Inleiding: er was eens Zelfevaluatie. 2. Zelfevaluatie gekaderd in de regelgeving. 3. Zelfevaluatie gekaderd in de ROK

Zelfevaluatie. 1. Inleiding: er was eens Zelfevaluatie. 2. Zelfevaluatie gekaderd in de regelgeving. 3. Zelfevaluatie gekaderd in de ROK

Rapportering kwaliteitsindicatoren 2013 :

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.8. Januari 2018

Referentiekader resultaten Zonnewende Kapellen

Bijlage WZD 3.3. i.v.m. kwaliteitsindicatoren 1. Algemeen:

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 De Pastorij

VLAAMS INDICATORENPROJECT WZC Toelichting voor 2017

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 Seniorie de Maretak

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 Rusthuis Seniorcity Solidariteit voor het Gezin

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2017 deel 2. / 26-feb-18 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. ZNA Joostens / 2017 deel 2. / 9-mrt-18 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. HEILIG HART / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP

KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN

Rapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 WOON- EN ZORGCENTRUM A. LACOURT OOSTENDE

X.X Algemeen kader zelfevaluatie. Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA SYNTHESE EN LEIDRAAD BIJ DE HANDLEIDING VERSIE 1.8. Meetjaar 2019

VAN DE ONTWIKKELING VAN KWALITEITSINDICATOREN TOT VERBETERING VAN ZORGKWALITEIT: EEN OVERZICHT

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN

Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg

1.GEBRUIKERSGERICHT Rusthuizen, dagverzorging en kortverblijf Serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening

Dossier De Standaard: Hoe scoren onze woonzorgcentra?

CENTRUM VOOR KORTVERBLIJF

UITVOERINGSBESLUIT VOOR DE PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN EN DE CENTRA VOOR GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / 2015 deel 2. / 15-mrt-16 ONTWERP

VISIETEKST INTEGRALE KWALITEITSZORG (IKZ)

Dagverzorgingscentrum

Decubituspreventie: een kwaliteitslabel voor een Woon- en Zorgcentrum? Nita Myburgh, Ergotherapeute Rudi logist, Hoofd Bewonerszorg

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

Goede scores voor het OLV Ziekenhuis

Kwaliteitshandboek 5. De zelfevaluatie 5. DE ZELFEVALUATIE

SERVICEFLATS. Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Vallen of fixeren? Een keuze voor bewegingsvrijheid. Niet kunnen kiezen is verliezen, Keuzevrijheid in het wzc 18/02/2016

Wie dit niet kan lezen, is niet gek! Laaggeletterdheid bij SITA

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

Vochtletsels Wat is decubitus? Quiz.

Huishoudelijk reglement voor de bezoekende huisarts

Zelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum

ZORG VOOR EEN MENSWAARDIG LEVENSEINDE

Referentiekader kwaliteit van wonen en zorg

ADVIES BETREFFENDE DE VERSTERKING VAN DE PALLIATIEVE FUNCTIE IN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN EN IN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN

Deze leidraad helpt om het gesprek in team aan te gaan rond kwaliteit, vooraleer je de sjablonen in de digitale leermodules invult.

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1 Overzicht en instrumenten van zelfevaluatie

Door op een eenduidige wijze de juiste graad van de decubitus te definiëren, kan de juiste behandeling worden ingezet.

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

Liza Van Eenoo Dr. Nele Spruytte Prof. Dr. Chantal Van Audenhove. Leuven December 2012, versie 1.2

Evaluatierapport in het kader van het kwaliteitsdecreet Evaluatie van de zelfevaluatie Algemeen Ziekenhuis Sint-Dimpna

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

OVERZICHT. > Belang en historiek. > Kwaliteit van zorg, de blik vooruit. > Kwaliteit van leven, de blik vooruit. > Vikz.

Multidisciplinaire aanpak van valpreventie in de thuiszorg Rapport studieavond op 4 september 2009 SIT regio Mortsel

De organisatie. hanteert geen methodieken noch instrumenten voor de kwaliteitszorg. kwaliteitszorg.

Checklist afsprakenkader en actieplan Brede School in Brussel

Ook over incidentie van decubitus is in de literatuur weinig overeenstemming 1.

OVERGANGSZORG: de toekomst? Woon- en zorgcentrum Kimpenhof Familiehulp Expertisecel Ouderenzorg PHL-Healthcare


FUNCTIE/ORGAAN: Directeur

COMPETENTIEPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE COZ SINT - JOZEF

Bedankt voor uw klacht! Bewonersgericht omgaan met klachten in het woonzorgcentrum

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag

TOGETHER WE IMPROVE OP PAD NAAR CONTINUE VERBETERING VAN ZORG- EN DIENSTVERLENING IN DE WOONZORG

VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: KWALITEITSINDICATOREN 2017 DEEL 2

Kwaliteitshandboek CKG Molenberg

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR

/ Sectorrapport VLAAMS INDICATORENPROJECT WOONZORGCENTRA: KWALITEITSINDICATOREN 2017 DEEL 1

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X

Vragenlijst zakelijke werking goed bestuur

Vroegtijdige zorgplanning VZP. WZC Sint Anna vzw Behoort tot GVO vzw (Gast Vrij Omgeven)

Evaluatie Kwaliteitsplanning 2016

KWALITEIT VAN ZORG IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA KWALITEITSINDICATOREN

Hoe ontstaat decubitus?

NIEUWE CLASSIFICATIE DRUKLETSELS

Er-wel-zijn - beleid. Bijlage 3 bij het arbeidsreglement. Goedgekeurd op de OCMW-raad van xxxx/2015

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Meetinstrument valpreventie

Voorbeelden Verzuimpercentages

2. Toepassingsgebied Klachten van de gebruiker m.b.t. de hulp- en dienstverlening, die gemeld worden aan een medewerker van De Meander.

WOONZORGCENTRUM. Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Het project past binnen de visie van het SEL Zorgregio Gent (Raad van Bestuur 18/11/10)

LAAT GRIEP DEZE WINTER IN DE KOU STAAN

INTENTIEVERKLARING PALLIATIEVE ZORG

JAARVERSLAG 2014 CENTRA VOOR KORTVERBLIJF IN BEHEER VAN OCMW ROESELARE

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT WVC Afdeling Verzorgingsvoorzieningen

Aanvraagformulier Persoonsgebonden Budget verpleging en verzorging (PGB vv)

INHOUD. Een nieuw instrument: onthaalfiche Toekomst: Evaluatiemomenten onthaalbeleid & bijsturing Onthaalbrochure

Kwaliteitshandboek 2 Kwaliteitsbeleid 2.2 Sectorspecifieke Minimale Kwaliteitseisen. Beoordeeld: Goedgekeurd: Geldig vanaf:

Zelfevaluatie van de organisatie

Transcriptie:

Praktische handleiding Inhoud Kwaliteit in het woonzorgcentrum: historiek Het referentiekader De te meten indicatoren voor 2013: wat meet ik en hoe meet ik? Van meten, naar weten. Van plannen tot verbeteren! 1

Kwaliteitsdecreet 2003 Hfdst 2: Intern Kwaliteitsbeleid - Art 5 1. Het kwaliteitsbeleid omvat de intenties van een voorziening met betrekking tot kwaliteit en wegen daar naartoe, formeel uitgedrukt in een verklaring van het management. Het kwaliteitsbeleid dient in overeenstemming te zijn met het algemeen beleid van de voorziening en moet een basis leggen voor formulering van de kwaliteitsdoelstellingen. Het steunt op de deelname van alle medewerkers en streeft naar voordelen voor de gebruikers, de medewerkers, de voorziening en de samenleving. Het kwaliteitsbeleid bestaat uit ten minste een missie, een visie, doelstellingen en een strategie. 2. Het kwaliteitsmanagementsysteem is nodig voor de vaststelling en uitwerking van het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsdoelstellingen en om die doelstellingen vervolgens te bereiken. Het systeem bestaat uit de organisatorische structuur, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, procedures en processen. Kwaliteitsdecreet 2003 3. Een zelfevaluatie is een systematische evaluatie van de processen, structuren en resultaten van de voorziening en wordt door de voorziening zelf verwezenlijkt. De voorziening toont door middel van een zelfevaluatie aan hoe ze haar processen, structuren en resultaten bewaakt, beheerst en voortdurend verbetert. In deze zelfevaluatie toont de voorziening minimaal aan: 1 hoe ze op systematische wijze gegevens verzamelt en registreert over de kwaliteit van de zorg; 2 hoe ze de gegevens, bedoeld in 1, aanwendt om kwaliteitsdoelstellingen te formuleren; 3 welk stappenplan met tijdspad ze opstelt om de doelstellingen, bedoeld in 2, te bereiken; 4 hoe en met welke frequentie ze evalueert of de doelstellingen bereikt zijn; 5 welke stappen ze onderneemt indien een doelstelling niet bereikt is. 4. Het kwaliteitsbeleid, het kwaliteitsmanagementsysteem en de zelfevaluatie krijgen gestalte in een kwaliteitshandboek, dat bekrachtigd wordt door de hoogste leiding binnen de voorziening. 2

Kwaliteit in het woonzorgcentrum 1 hoe ze op systematische wijze gegevens verzamelt en registreert over de kwaliteit van de zorg; Het referentiekader integrale kwaliteit voor wonen en zorg in de woonzorgcentra 2 hoe ze de gegevens, bedoeld in 1, aanwendt om kwaliteitsdoelstellingen te formuleren; Formuleer per indicator wat je in kaart wil brengen welke kwaliteitsdoelstelling. Laat je hierbij inspireren door de handleiding. Verzamel eventueel extra gegevens Kwaliteit in het woonzorgcentrum 3 welk stappenplan met tijdspad ze opstelt om de doelstellingen, bedoeld in 2, te bereiken; Eerste metingen; interpretatie van indicatoren; vergelijkingen op basis van individueel rapport; mogelijke vergelijking met een referentiewaarde doorheen de tijd; met een groep van gelijkaardige woonzorgcentra; of wetenschappelijke literatuur. 4 hoe en met welke frequentie ze evalueert of de doelstellingen bereikt zijn; Periodieke metingen specifiek tijdsschema referentiekader 5 welke stappen ze onderneemt indien een doelstelling niet bereikt is. Plan mogelijke verbeteracties Plan do check act (zie ook VVSG-publicatie: verbeteren door zelfevaluatie) 3

Kwaliteit in het woonzorgcentrum Kwaliteitshandboek Integreer het referentiekader in uw kwaliteitshandboek De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen (SMK s) 4.3 Evaluatie: De voorziening evalueert op een systematische manier en op geregelde tijdstippen haar hulp- en dienstverlening en gebruikt de resultaten hiervan voor de bijsturing. Kwaliteit in het woonzorgcentrum De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen (SMK s) 1.4 Autonomie: De hulp- en dienstverlening stimuleert de eigen mogelijkheden van de gebruiker en respecteert zoveel mogelijk de individuele levensstijl. 1.5 Inspraak: De voorziening treft de nodige maatregelen voor inspraak in de algemene werking van de voorziening en in de individuele hulp- en dienstverlening 5.5 Vorming: De voorziening ontwikkelt een vormingsbeleid voor haar personeelsleden. 5.9 Vrijwilligers, stagiairs en studenten: De voorziening ondersteunt de vrijwilligers, stagiairs en studenten die ze inschakelt. 4

Inhoud Kwaliteit in het woonzorgcentrum: historiek Het referentiekader De te meten indicatoren voor 2013: wat meet ik en hoe meet ik? Van meten, naar weten. Van plannen tot verbeteren! Het referentiekader Een referentiekader is een vastgelegd kwaliteitskader: het standaardiseert de basisnormen voor kwaliteit en koppelt er indicatoren aan om die standaarden te meten en te evalueren. De woonzorgcentra zullen die indicatoren zelf meten en ze 2 maal per jaar doorgeven of indienen bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Elk woonzorgcentrum krijgt daarna een individueel rapport waarin het kan zien hoe het zich positioneert ten opzichte van andere woonzorgcentra. Het kader zal op termijn een duidelijk beeld geven van wat kwalitatieve, verantwoorde zorg eigenlijk inhoudt. Voorzieningen zullen het kader kunnen gebruiken als een instrument voor zelfevaluatie en er hun kwaliteitsbeleid op kunnen baseren. 5

Het referentiekader Werk procedures uit en integreer ze in het kwaliteitshandboek Wie heeft toegang tot E-health? Wie zal de gegevens doorgeven? Kijk na welke gegevens waar te vinden zijn (bewonersdossier, personeelsdossier ) Zelfde definities? Systematische registratie? Contacteer uw softwareleverancier Communiceer ruim! Het hele personeel, eventueel ook bewoners en familie Personeel betrekken bij metingen (valpreventie, decubitus ) Stel duidelijke procedures op voor het personeel - maak gebruik van de hulpbladen (bij handleiding) Waar raadplegen ze de werkwijze? Bij wie kunnen ze terecht voor vragen? Oefen metingen in Het referentiekader Verzamel gegevens en geef door aan Vlaams Agentschap via E-health Communiceer over het ontvangen individueel rapport! Personeel, bewoners en familie Welke werkpunten selecteer je? Wees realistisch! Vlaamse Overheid zal communiceren over de algemene oefening - publieksrapportage 6

Inhoud Kwaliteit in het woonzorgcentrum: historiek Het referentiekader De te meten indicatoren voor 2013: wat meet ik en hoe meet ik? Van meten, naar weten. Van plannen tot verbeteren! Kwaliteitsindicator: medicatiegebruik Kwaliteitsindicator Meting Indienen Indicator G1 Percentage bewoners met 5 tot en met 9 verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts Indicator G2 20 maart 2013 31 juli 2013 Percentage bewoners met 10 of meer verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts Zie handleiding p. 141 7

Kwaliteitsindicator: medicatiegebruik Doel: betrokkenen sensibiliseren over een zorgvuldig medicatiegebruik => Gedeelde verantwoordelijkheid: directie, het zorgpersoneel, de coördinerende raadgevend arts en de betrokken huisarts Kwaliteitsindicator: medicatiegebruik Geneesmiddelen op de medicatiefiche voorgeschreven door de (huis)arts. Elk actief geneesmiddel Geen éénmalige medicatie cfr griepvaccin 8

9

Kwaliteitsindicator: medicatiegebruik Informatie te halen uit medicatiefiches Veronderstelt Visie op zorgverstrekking / medicatiemanagement CRA werkt medicatiebeleid uit -> bvb in het kader van Multimorbiditeit Kwaliteitsindicator: up-to-date plan rond het levenseinde Kwaliteitsindicator Meting Indienen Indicator I Percentage bewoners dat beschikt over een up-to-date plan voor de zorg rond het levenseinde, dat in overeenstemming is met de voorkeuren van de bewoner 20 maart 2013 31 juli 2013 Zie handleiding p. 156 10

Kwaliteitsindicator: up-to-date plan rond het levenseinde Doel: Goede zorg voor het levenseinde Dit wil zeggen dat er een beleid wordt uitgebouwd op niveau van het woonzorgcentrum én dat er voor elke individuele bewoner op maat gemaakte afspraken worden bijgehouden Verantwoordelijkheid: directie, sociale dienst Kwaliteitsindicator: up-to-date plan rond het levenseinde plan rond het levenseinde besproken met de bewoner en/of vertegenwoordiger Actueel plan en voorkeur van bewoner Noteer wanneer (datum) en met wie het plan besproken is. Laat bewoner (of vertegenwoordiger) het plan dateren en ondertekenen. Kijk systematisch na of het plan nog beantwoordt aan de verwachtingen van de bewoner en familie 11

Kwaliteitsindicator: up-to-date plan rond het levenseinde Uit het plan moet duidelijk zijn dat zoveel mogelijk van de volgende zaken rond het levenseinde besproken zijn Aanduiding van een wettelijke vertegenwoordiger. De wettelijke vertegenwoordiger is diegene die beslissingen zal nemen wanneer de bewoner het zelf niet meer kan zeggen. Aanduiding van een vertrouwenspersoon. Dit kan een andere persoon zijn dan de wettelijke vertegenwoordiger, maar dat hoeft niet. Voorkeur van plaats van overlijden. Wensen over spirituele verzorging, bijvoorbeeld al dan niet ziekenzalving. Specifieke persoonlijke wensen rond het levenseinde bijvoorbeeld aanwezigheid van familie, bepaalde voorkeuren rond voedsel of drank, Therapiewensen. Het is niet nodig dat er effectief een DNR code in beschreven staat, wel moet duidelijk zijn dat er met de bewoner een zorgoriënterend gesprek is doorgegaan waaruit blijkt wat de therapiewensen naar het levenseinde toe zijn. Up-to-date plan: met up-to-date wordt bedoeld dat het plan besproken is geweest met de bewoner (of zijn/haar vertegenwoordiger) sinds de opname in het woonzorgcentrum. Het is aangeraden dat het plan ondertekend wordt door de bewoner (of zijn/haar vertegenwoordiger). Het is ook aangeraden dat het plan minstens jaarlijks wordt besproken met de bewoner (of zijn/haar vertegenwoordiger). 12

Kwaliteitsindicator: up-to-date plan rond het levenseinde Informatie te halen uit bewonersdossier Veronderstelt: Visie op levenseinde Communicatieproces met bewoner Kwaliteitsindicator: decubitus Kwaliteitsindicator Meting Indienen Indicator A1 20 april 2013 31 juli 2013 Percentage bewoners met een decubituswonde categorie 2 tot en met 4 Indicator A2 - optioneel Percentage bewoners met een decubituswonde categorie 2 tot en met 4 ontstaan in het woonzorgcentrum Zie handleiding p. 54 13

Kwaliteitsindicator: decubitus Doel: Het voorkomen van de aanwezigheid van doorligwonden of decubituswonden. Dit als wezenlijk element van kwaliteitsvolle ouderenzorg: decubituswonden zijn immers niet alleen pijnlijk, ze zijn ook moeilijk behandelbaar en geven op langere termijn aanleiding tot een verminderde gezondheid en kwaliteit van leven www.decubitus.be Verantwoordelijkheid: directie, verzorgend en verpleegkundig personeel ism CRA en huisarts Kwaliteitsindicator: decubitus een decubituswonde categorie 2 tot en met 4/onbepaald Decubitus categorie 1: Niet-wegdrukbare roodheid van de intacte huid. Verkleuring van de huid,warmte, oedeem en verharding zijn andere mogelijke kenmerken. Decubitus categorie 2: Gedeeltelijke aantasting van de epidermis (opperhuid), de dermis (lederhuid) of de beide huidlagen. Het letsel of de wonde is oppervlakkig en doet zich voor als een blaar, een schaafwonde, ontvelling, een open blaar of een ondiep gat. Decubitus categorie 3: Huiddefect (krater) met schade of necrose van de huid en subcutaan weefsel dat zich kan uitstrekken tot aan het onderliggend bindweefselvlies maar niet daaronder. Decubitus categorie 4: Uitgebreide aantasting, weefselnecrose en/of schade aan de spieren, het bot of ondersteunende weefsels en structuren (bijv., pees, gewrichtskapsel) met of zonder schade aan epidermis en dermis. In dit stadium is er ook sprake van ondermijning en aantasting van de weefsels en van vorming van fistels en sinusvormige letsels. Decubitus categorie onbepaald: Het stadium van de decubitus kan niet bepaald worden doordat de zweer (ulcus) met necrotisch weefsel bedekt is. 14

Kwaliteitsindicator: decubitus Aantal decubituswonden wordt niet gemeten, enkel degene in de hoogste graad telt Decubituswonde vanaf categorie 2 Optioneel: Ontstaan in het woonzorgcentrum Dus die decubituswonde die in de thuissituatie of bij ziekenhuisopname ontstaan is, telt niet mee 15

Kwaliteitsindicator: decubitus De meting gebeurt aan het bed Veronderstelt: Beleid rond decubitus Registratie van decubituswonden indien bewoner vanuit thuissituatie/ziekenhuis komt Goede meting eventuele opleiding/bijscholing Preventiemaatregels 16

Kwaliteitsindicator: aantal valincidenten Kwaliteitsindicator Meting Indienen Indicator C1 Percentage bewoners met 1 of meer valincident(en) in de afgelopen maand 1 tem 31 mei 2013 31 juli 2013 Indicator C2 - optioneel Percentage bewoners met 2 of meer valincidenten in de afgelopen maand Zie handleiding p. 100 Kwaliteitsindicator: aantal valincidenten Doel: Het terugdringen van de valincidenten en het vermijden van kwetsuren ten gevolge van het vallen als belangrijk element van kwaliteitsvolle zorg in een woonzorgcentrum. Van bewoners in een woonzorgcentrum zou 50 tot 70% minstens één keer per jaar ten val komt. www.valpreventie.be Verantwoordelijkheid: het voltallige personeel en de bewoners 17

Kwaliteitsindicator: aantal valincidenten Een onverwachte gebeurtenis waarbij de oudere op de grond, de vloer of een lager gelegen niveau terechtkomt, los van de impact of gevolgen van het valincident. Indien een bewoner of een derde persoon een valincident komt melden, wordt dit ook geregistreerd als een valincident. Kwaliteitsindicator: aantal valincidenten elke bewoner die minimaal 1 dag aanwezig is in het woonzorgcentrum tijdens de maand mei 20XX, wordt geobserveerd Registratie van elk valincident Iedereen weet wat hij/zij moet begrijpen onder een valincident Iedereen weet hoe te registreren of aan wie te melden week van de valpreventie 18

19

Kwaliteitsindicator: aantal valincidenten Registreren van de valincidenten tijdens de maand mei Wie registreert De definitie is gekend Er kan steeds geregistreerd worden Veronderstelt: Duidelijke richtlijnen en een uitgewerkte procedure Actief voeren van valpreventie-beleid Kwaliteitsindicator: overleden bewoners Kwaliteitsindicator Meting Indienen Indicator H Overleden bewoners met als overlijdensplaats het woonzorgcentrum Januari tem december 2012 31 juli 2013 Zie handleiding p. 151 20

Kwaliteitsindicator: overleden bewoners Doel: Goede zorg vereist een vroegtijdige zorgplanning en houdt onder meer in het rekening houden met de plaats van voorkeur van overlijden. De meeste ouderen wensen te sterven in een vertrouwde, veilige omgeving, het woonzorgcentrum. Verantwoordelijkheid: directie en familie Kwaliteitsindicator: overleden bewoners Hoeveel bewoners zijn er overleden in het woonzorgcentrum ten aanzien van het totaal aantal overleden bewoners Bedenking: Waarom bewoners waar overleden zijn, wordt niet in rekening gebracht. Op vraag van familie of bewoner naar ziekenhuis gebracht bijvoorbeeld is belangrijke informatie om de indicator juist te interpreteren. 21

Kwaliteitsindicator: overleden bewoners Informatie te registreren bij overlijden bewoner (bewonersdossier) Veronderstelt: Visie op levenseinde en afgestemd beleid Doorgedreven communicatie met bewoners en familie Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten Kwaliteitsindicator Meting Indienen Indicator W Percentage zorgpersoneelsleden met een contract van onbepaalde duur dat het voorbije kalenderjaar het woonzorgcentrum vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten. Zie handleiding p. 175 Januari tem december 2012 Januari tem december 2013 31 juli 2013 31 januari 2014 22

Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten Doel: personeelsverloop in kaart brengen een stabiele personeelsequipe geeft garanties op een goede multidisciplinaire teamwerking en een kwalitatief beter aanbod Verantwoordelijkheid: directie en personeel Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten Zorgpersoneel: zorgmedewerkers gefinancierd door de overheid bovennormpersoneel dat mogelijk niet door het RIZIV wordt gefinancierd animatiepersoneel dat niet gesubsidieerd is door de Vlaamse overheid Het gaat om vijf categorieën van zorgpersoneelsleden: Verpleegkundigen (A1 verpleegkundigen, A2 verpleegkundigen en ziekenhuisassistenten) Verzorgenden /zorgkundigen Kinesitherapie / ergotherapie / logopedie (kiné/ergo/logo) Overig personeel voor reactivering animatiepersoneel (verplicht vanuit Vlaamse overheid) Ook zorgpersoneelsleden die tewerkgesteld zijn voor het centra voor kortverblijf 23

Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten Hoeveel zorgpersoneelsleden hebben een contract van onbepaalde duur? Contract van onbepaalde duur: Het contract kent geen einddatum Hierin zitten ook die medewerkers die met het RIZIV een afsprakenovereenkomst hebben en die dus op zelfstandige basis hun beroep uitoefenen. Voorbeeld kinesitherapeut op zelfstandige basis die kan worden ingebracht onder de norm kinesitherapeut. Huisartsen hebben geen contract met het woonzorgcentrum en worden dus niet meegeteld Zorgpersoneelsleden die werken op zelfstandige basis hebben geen contract met het woonzorgcentrum en worden dus niet meegeteld Contract van bepaalde duur: het contract kent een einddatum Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten Hoeveel van hen hebben het wzc vrijwillig of in onderling akkoord verlaten? Vrijwillig of in onderling akkoord het gaat om zorgpersoneelsleden die het woonzorgcentrum vrijwillig of in onderling akkoord hebben verlaten Zorgpersoneelsleden die het woonzorgcentrum hebben verlaten ten gevolge van een ontslag (of om dringende reden) worden niet meegeteld Zorgpersoneelsleden die tijdens het kalenderjaar het woonzorgcentrum verlaten omwille van (brug) pensioen worden niet meegeteld 24

Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten Informatie te halen uit personeelsdossier Veronderstelt: Registratie van personeel per soort contract Registratie van reden van ontslag => Opvolging personeel retentiebeleid Kwaliteitsindicator: Influenza-vaccinatie zorgpersoneel Kwaliteitsindicator Meting Indienen Indicator F Percentage zorgpersoneelsleden dat het afgelopen kalenderjaar gevaccineerd is tegen influenza en waarbij de vaccinatie betaald is door het woonzorgcentrum december 2013 31 januari 2014 Zie handleiding p. 135 25

Kwaliteitsindicator: Influenza-vaccinatie zorgpersoneel Doel: Preventie van infectieziekten. Griep is één van de mogelijke infectieziekten die van belang zijn in het woonzorgcentrum. Een woonzorgcentrum kan een griepvaccin aanbieden aan het personeel. Het staat de medewerkers uiteraard vrij om hier al dan niet gebruik van te maken. Verantwoordelijkheid: directie en individueel personeelslid Kwaliteitsindicator: Influenza-vaccinatie zorgpersoneel Zorgpersoneel: zorgmedewerkers gefinancierd door de overheid bovennormpersoneel dat mogelijk niet door het RIZIV wordt gefinancierd animatiepersoneel dat niet gesubsidieerd is door de Vlaamse overheid Het gaat om vijf categorieën van zorgpersoneelsleden: Verpleegkundigen (A1 verpleegkundigen, A2 verpleegkundigen en ziekenhuisassistenten) Verzorgenden /zorgkundigen Kinesitherapie / ergotherapie / logopedie (kiné/ergo/logo) Overig personeel voor reactivering animatiepersoneel (verplicht vanuit Vlaamse overheid) Ook zorgpersoneelsleden die tewerkgesteld zijn voor het centra voor kortverblijf IDENTIEK AAN DEFINITIE BIJ INDICATOR W (personeelsverloop) 26

Kwaliteitsindicator: Influenza-vaccinatie zorgpersoneel Influenza vaccinatie: Het gaat om het griepvaccin dat in de maand oktober november toegediend wordt. Deze indicator beperkt zich tot de griepvaccinatie die betaald is door het woonzorgcentrum. Kwaliteitsindicator: Influenza-vaccinatie zorgpersoneel Informatie te halen uit personeelsdossier Veronderstelt: Aanbod van influenza-vaccinaite aan het zorgpersoneel betaald door WZC Registratie van influenza-vaccinatie van personeel betaald door WZC => Preventief beleid ten aanzien van infectieziekten 27

Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim Kwaliteitsindicator Meting Indienen Indicator V1 Totaal aantal ziektemeldingen per VTE zorgpersoneelslid in het voorbije kalenderjaar Indicator V2 Januari tem december 2013 31 januari 2014 Aantal ziektemeldingen kortdurend ziekteverzuim per VTE zorgpersoneelslid in het voorbije kalenderjaar Zie handleiding p. 163 Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim Doel: Ziekteverzuim in kaart brengen als indicator van het personeelsbeleid. Interpretatie van de resultaten moet altijd rekening houden met contextuele factoren (sector, regio, enz) en best gecombineerd met tevredenheidsmetingen bij het personeel of ziekteverzuim. Verantwoordelijkheid: directie - personeelsdienst 28

Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim Zorgpersoneel: zorgmedewerkers gefinancierd door de overheid bovennormpersoneel dat mogelijk niet door het RIZIV wordt gefinancierd animatiepersoneel dat niet gesubsidieerd is door de Vlaamse overheid Het gaat om vijf categorieën van zorgpersoneelsleden: Verpleegkundigen (A1 verpleegkundigen, A2 verpleegkundigen en ziekenhuisassistenten) Verzorgenden /zorgkundigen Kinesitherapie / ergotherapie / logopedie (kiné/ergo/logo) Overig personeel voor reactivering animatiepersoneel (verplicht vanuit Vlaamse overheid) Ook zorgpersoneelsleden die tewerkgesteld zijn voor het centra voor kortverblijf IDENTIEK AAN DEFINITIE BIJ INDICATOR W (personeelsverloop) EN F (influenzavaccinatie) Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim Ziekteverzuim: Onder ziekteverzuim wordt er verzuim door ziekte, privéongevallen en arbeidsongevallen verstaan. Verzuim als gevolg van bevalling (of zwangerschapsverlof) wordt niet als ziekteverzuim gerekend. Ziekteverzuimdag: Aangezien in de zorgsector er ook gewerkt moet worden op weekenddagen, zon- en feestdagen, wordt elke kalenderdag dat een zorgpersoneelslid afwezig is wegens ziekteverzuim, geteld als een ziekteverzuimdag. Om het aantal ziekteverzuimdagen te tellen, worden dus alle kalenderdagen meegerekend vanaf de begindatum van het ziekteverzuim tot en met de einddatum van het ziekteverzuim. Een ziekteverzuimdag telt vanaf één uur ziekteverzuim per dag. 29

Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim Kortdurend ziekteverzuim: Indien de tijd van het ziekteverzuim één dag tot en met 30 dagen duurt, spreekt men van kortdurend ziekteverzuim. Langdurend ziekteverzuim: Indien de tijd van het ziekteverzuim meer dan 30 dagen ononderbroken duurt, spreekt men van langdurend ziekteverzuim. Ziektemelding: Een ziektemelding telt vanaf de eerste dag van een ziekteverzuimperiode. Indien een ziekteverzuimperiode verlengd wordt, telt dit voor één ziektemelding. Merk op dat voor deze indicator enkel de ziektemeldingen meetellen die in één kalenderjaar zijn gebeurd. Een zorgpersoneelslid dat in een vorig kalenderjaar/jaren ziek is geworden en in het huidig kalenderjaar nog steeds ziek is, telt dus niet mee als ziektemelding in het huidig kalenderjaar. Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim Informatie te halen uit personeelsdossier Veronderstelt: Registratie van ziekteverzuim Onderscheid tussen kort- en langdurend ziekteverzuim => Beleid rond ziekteverzuim 30

Kwaliteitsindicator: vorming Kwaliteitsindicator Meting Indienen Indicator X1 Aantal uren vorming per VTE zorgpersoneel in het voorbije kalenderjaar Januari tem december 2013 31 januari 2014 Indicator X2 - optioneel Aantal uren vorming per VTE nietzorgpersoneel in het voorbije kalenderjaar Zie handleiding p. 181 Kwaliteitsindicator: vorming Doel: Deze indicator wil inzicht bieden in de mate waarin medewerkers in het woonzorgcentrum de kans krijgen zich bij te scholen en zo te blijven leren en werken aan kwaliteitsvolle zorg- en dienstverlening. Door gezamenlijk met medewerkers en directie te werken aan een VTO-beleid (vorming, training en opleiding) kan de kwaliteit van zorg- en dienstverlening hoog worden gehouden of verbeterd worden Verantwoordelijkheid: directie 31

Kwaliteitsindicator: vorming Zorgpersoneel: zorgmedewerkers gefinancierd door de overheid bovennormpersoneel dat mogelijk niet door het RIZIV wordt gefinancierd animatiepersoneel dat niet gesubsidieerd is door de Vlaamse overheid Het gaat om vijf categorieën van zorgpersoneelsleden: Verpleegkundigen (A1 verpleegkundigen, A2 verpleegkundigen en ziekenhuisassistenten) Verzorgenden /zorgkundigen Kinesitherapie / ergotherapie / logopedie (kiné/ergo/logo) Overig personeel voor reactivering animatiepersoneel (verplicht vanuit Vlaamse overheid) Zorgpersoneelsleden die tewerk gesteld zijn voor centra voor kortverblijf IDENTIEK AAN DEFINITIE BIJ INDICATOR W (personeelsverloop), F (influenza-vaccinatie) EN V (ziekteverzuim) Kwaliteitsindicator: vorming Niet-zorgpersoneel: Onder niet-zorgpersoneel worden de medewerkers bedoeld die niet onder het zorgpersoneel vallen zoals het onderhouds- en keukenpersoneel of het technische personeel. Vrijwilligers vallen hier niet onder. Vorming: Elke vorm van training, bijscholing of opleiding die opdrachtgebonden is, die ten goede komt van de werking van het woonzorgcentrum en die op aansturen van het woonzorgcentrum wordt gevolgd. Het kan gaan om interne vorming georganiseerd door het woonzorgcentrum zelf, of externe vorming buiten de voorziening. Er is een vormingsattest beschikbaar van de gevolgde training, bijscholing of opleiding. Wanneer iemand op vrijwillige basis en met het oog op persoonlijke groei een opleiding volgt, wordt dit niet meegerekend als vorming. 32

Kwaliteitsindicator: vorming Informatie te halen uit personeelsdossier Veronderstelt: Opleidingsprogramma Bepaal welke opleidingen relevant zijn voor het woonzorgcentrum Cursus Frans verantwoord in een tweetalige omgeving zoals rand rond Brussel? Let op: verplicht aantal uren vorming voor personeel -> erkenningsnormen Kwaliteitsindicator: vrijwilligerswerking Kwaliteitsindicator Meting Indienen Indicator Y Aantal uren gepresteerd vrijwilligerswerk in het voorbije kalenderjaar per woongelegenheid Januari tem december 2013 31 januari 2014 Zie handleiding p. 189 33

Kwaliteitsindicator: vrijwilligerswerking Doel: Vrijwilligers vormen een welkome en vaak onmisbare aanvulling op de professionele zorg- en dienstverlening in het woonzorgcentrum. Vrijwilligerswerk in het woonzorgcentrum is belangrijk omdat het toont in welke mate een woonzorgcentrum erin slaagt lijnen naar de externe gemeenschap te leggen. Dit biedt een aanvulling op de professionele zorgverlening, maar geeft bewoners ook de kans om sociale contacten te blijven hebben met mensen buiten het woonzorgcentrum Verantwoordelijkheid: directie en ieder personeelslid Kwaliteitsindicator: vrijwilligerswerking Het gaat bij vrijwilligers om onbetaalde en onverplichte activiteiten voor anderen / de bredere samenleving in georganiseerd verband. Indien vrijwilliger familie is van een bewoner gaat het om vrijwilligerswerk wanneer de activiteit zich niet beperkt tot het eigen familielid 34

Kwaliteitsindicator: vrijwilligerswerking Informatie te halen uit? Veronderstelt: Registratie van vrijwilligers en hun aantal gepresteerde uren => Beleid rond vrijwilligers Afsprakennota voor vrijwilligers Verzekering voor vrijwilligers Inhoud Kwaliteit in het woonzorgcentrum: historiek Het referentiekader De te meten indicatoren voor 2013: wat meet ik en hoe meet ik? Van meten, naar weten. Van plannen tot verbeteren! 35

Verbeteren door zelfevaluatie Verbeteren door zelfevaluatie Meten en verbeteren (p64) Bewaking en meting Klantentevredenheid Interne audit Bewaking en meting van interne processen Bewaking en meting van dienstverlening en organisatiedoelstellingen Beheersing van afwijkingen Analyse van gegevens Verbetering 36

Vragen en bedenkingen Opmerkingen, bedenkingen, bijsturingen, moeilijkheden, mogelijkheden annelies.deridder@vvsg.be Bedankt voor uw aandacht en veel succes! 37