Datum uitspraak: 21 februari 2017 Datum publicatie: 23 maart Relevante artikelen: 6.5.5, 6.5.5, 6.5.8, en 5.6.1

Vergelijkbare documenten
In het verzoek stelt de Kliniek, onder meer verwijzende naar enkele wetenschappelijke publicaties, dat:

[X] biedt aan Universitaire Medische Centra in Nederland een scholarship, hierna ook te noemen het Budget, aan.

1. Het verzoek en hetgeen daaraan ten grondslag wordt gelegd

23 mei Het verzoek

Actualiteiten CGR. NVFM 22 september 2016 Jan Verschoor

Toelichting bij de Gedragscode Geneesmiddelenreclame

Vergoeding voor deelname aan Patiënt Ambassador Programma s Voorwaardelijk Positief

Onderdeel III sub d, aanpassing van de definitie beroepsbeoefenaar met toelichting:

1 juli Het verzoek van [X]

Opiniestuk in landelijk dagblad waarin naam van receptgeneesmiddel wordt genoemd. Geen publieksreclame.

7 augustus Het verzoek van [X]

Ontwikkelingen CGR en social media. 15 november 2018 NVFM Update wet- en regelgeving

[X] heeft bij van 26 juli 2017 nog gereageerd op een drietal vragen van de voorzitter.

Datum uitspraak: 21 oktober 2016 Datum publicatie: 8 november Relevante artikelen: 6.5.1, 6.5.3, 6.5.5

X zorgt voor de navolgende maatregelen tijdens haar congressen:

Op 24 mei 2007 is het volgende advies (A07.013) gegeven.

Geneesmiddelenreclame en congressen. Jan Verschoor (CGR) 7 november 2016 MPI, Nieuwegein

6.5 Specifieke bepalingen met betrekking tot andere financiële relaties dan gunstbetoon

[Bijeenkomst Y] wordt gesponsord door [X]. [X] verzorgt tevens de logistieke organisatie van deze bijeenkomst.

Op 9 november 2006 is het volgende advies (A06.038) gegeven. 1. Het verzoek van X:

Beleidsregels van de Minister voor Medische Zorg van bedoeld in artikel 94 van de Geneesmiddelenwet (Beleidsregels gunstbetoon Geneesmiddelenwet 2018)

De operationele ICT-infrastructuur wordt geleverd door Z. De deelnemende apothekers sluiten zelf een overeenkomst met Z.

7 november Het verzoek:

X vraagt advies over de toelaatbaarheid van deze vorm van sponsoring.

Op 8 februari 2011 is het volgende advies (A11.004) gegeven. 1. Het verzoek:

Op 23 maart 2010 is het volgende advies (A10.014) gegeven. 1. Het verzoek:

AANVRAAGFORMULIER PREVENTIEVE TOETSING BUITENLANDSE BIJEENKOMSTEN

Uitwerking Normen Gunstbetoon artikelen 12 en 13, 16 t/m 22 Gedragscode Geneesmiddelenreclame

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

Sponsoring van nascholingsactiviteiten

Op 21 maart 2006 is het volgende advies (A06.006) gegeven.

Advies Betaling via inkooporganisatie

Voorstel wijziging Gedragscode Geneesmiddelenreclame per 1 januari 2018

b. Maakt het nog verschil of er sprake is van het sponsoren van het congres dan wel het huren van standruimte?

De Codecommissie heeft kennis genomen van de adviesaanvraag met bijlagen.

Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Jan Verschoor (CGR) 11 oktober 2018 NAPA, Utrecht

Advies bijeenkomst product introductie Wenen

Inleiding 3 Resultaten toezichtbezoek 4 Conclusies 9

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

7.2 Openbaarmaking financiële relaties

Advies A Financiële onderbouwing sponsoraanvraag congressen

1 Inleiding 3. 3 Conclusies Inleiding Bijeenkomst voldoet overwegend aan de reclameregels Te nemen maatregelen 9

Gedragscode geneesmiddelenreclame Handreiking

Voorwaardelijk positief

Toelichting gedragsregels openbaarmaking financiële relaties

K Samenvatting

BESLISSING. gezamenlijk hierna te noemen: Meduon c.s., afzonderlijk respectievelijk Meduon Holding, Bosman Medische Hulpmiddelen en Zuzz.

NVT. Relatie NVT en de medische industrie GEDRAGSCODE VOOR DE PROFESSIONAL. Gedragscode NVT

Compliance en CGR. Frederik Schutte Regned, Utrecht 12 november 2015

Inhoud. Afkortingen 21

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

Toelichting nadere uitwerking van artikel 16 Gedragscode Geneesmiddelenreclame inzake niet-wmo-plichtig onderzoek

Rapport naar aanleiding van het algemeen toezichtbezoek aan het 5 e Zeister Longsymposium georganiseerd door UMCU en GSK op 18 juni 2015 te Zeist

1. Er is sprake van medisch wetenschappelijk onderzoek én

1 Inleiding 3. 3 Conclusies Inleiding Congres voldoet overwegend aan de reclameregels Te nemen maatregelen 12

5 juli De heer H. van der Linde, arts gevestigd te Capelle aan den IJssel verder te noemen: Van der Linde. tegen:

Inleiding 3 Resultaten toezichtbezoek 4 Conclusies 10

1 Inleiding 3. 3 Conclusies Inleiding Bijeenkomst voldoet overwegend aan de reclameregels Te nemen maatregelen 10

NVFM social media. 14 november Machteld Hiemstra

IGZ uitgangspunten bij beoordeling van wetenschappelijke bijeenkomsten. Datum 20 februari 2017

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

1 Inleiding 3. 3 Conclusies Inleiding Bijeenkomst voldoet overwegend aan de reclameregels Te nemen maatregelen 9

Gedragscode. Sponsoring & Fondsenwerving EVN

nwmo toetsingskader Eveline Loriaux projectleider 4 oktober 2017 Jaarcongres DCRF

Code Geneesmiddelenreclame (CGR) Invloed op medische congressen. Janine Galjaard en Clarinca van Assen (CGR) Rotterdam, 8 maart 2016

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 januari 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012

Advies A Business card services; vervolgvraag n.a.v. A Achtergrondinformatie

Sponsoring & Fondsenwerving Diabetesvereniging Nederland. Gedragscode. Mei

nwmo toetsingskader Eveline Loriaux - projectleider Kennisatelier 10 mei 2017 Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijzigingen CGR Gedragscode per 1 januari 2015 Plaats van wijziging in blauw weergegeven. Wijzigingen in rood aangegeven.

Gedragscode Geneesmiddelenreclame van de Stichting CGR

Rapportage Transparantieregister Zorg 2018

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inleiding. Uitgangspunten

1 november Algemene Ledenvergadering Nederlandse brancheorganisatie voor Medische Technologie

1 Inleiding 3. 3 Conclusies Inleiding Bijeenkomst voldoet overwegend aan de reclameregels Te nemen maatregelen 111

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wijzingen toelichting van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame per 1 juli 2019

Rapport naar aanleiding van het algemeen toezichtbezoek aan de EASD Highlights 2014 georganiseerd door De Baar advies en organisatie op 23 september

1 Inleiding 3. 3 Conclusies Inleiding Bijeenkomst voldoet overwegend aan de reclameregels Te nemen maatregelen 10

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

Sponsoring van bijeenkomsten. 3 e Associatie Symposium Rotterdam 7 maart 2013 Janine Galjaard

De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

inzake uitingen van Novo Nordisk over het geneesmiddel Tresiba. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast.

Utrecht, januari 2015

Module 2: Communicatie: basisregels

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 juli 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27959/ mr. drs. Ronald van den Broek +31 (0)

Inhoud Inleiding 10

met betrekking tot uitingen van geneesmiddelenreclame van:

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /619583

6 september Wyeth Pharmaceuticals B.V. gevestigd te Hoofddorp, verder te noemen: Wyeth. tegen

B09.006/ Samenvatting

Rapportage Transparantieregister Zorg 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Transcriptie:

Adviesnummer: AA17.011 Datum uitspraak: 21 februari 2017 Datum publicatie: 23 maart 2017 Instantie: Codecommissie Onderwerp: Sponsoring Oordeel: Negatief Relevante artikelen: 6.5.5, 6.5.5, 6.5.8, 6.4.7 en 5.6.1 Samenvatting: Sponsoring project vooralsnog niet toelaatbaar vanwege mogelijk commercieel doel. Er is sprake van afzonderlijke financiering voor bijeenkomsten binnen project. De bijeenkomsten kwalificeren vooralsnog als manifestatie en aanwezigheid van nietberoepsbeoefenaren is dan niet toelaatbaar. ADVIES (AA17.011) van de Codecommissie op het verzoek van [dr. Y], namens [ziekenhuis X] van 2 februari 2017 op de voet van artikel 59 van het Reglement van de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame, uitgebracht door de voorzitter van de Codecommissie. 1. Het verzoek van [ziekenhuis X] 1.1 In de adviesaanvraag geeft [dr. Y] aan, dat vier farmaceuten - blijkens het hierna te noemen protocol: [A, B, C en D] - voornemens zijn [ziekenhuis X] in een project te sponsoren. Het project heeft als doel huisartsen meer kennis bij te brengen rond [aandoening E]; het is gericht op zowel het bijbrengen van kennis van nieuwere geneesmiddelen ([middelen F]) als ook op het bijbrengen van kennis van traditionele [aandoening E]middelen ([middelen G]). Met een en ander is, aldus [dr. Y], momenteel weinig ervaring in de eerste lijn. Hij wijst er daarbij op dat: - [middelen G]-gebruik tot nu toe begeleid wordt door [zorgdiensten H] maar hun rol kleiner zal worden door het krimpen en verdwijnen van een deel van die diensten; - huisartsen weinig tot geen ervaring hebben met [middelen F]-gebruik en sinds kort deze geneesmiddelen zelf mogen voorschrijven. Het project zal, met andere woorden, de kennis rond [aandoening E] in de eerste lijn vergroten en de kwaliteit van de brede [aandoening E]zorg ([middelen G] en [middelen F]) in de eerste lijn en daarmee de zorg voor patiënten verbeteren. [Dr. Y] voegt daaraan toe dat: - de met het project gemoeide activiteiten niet door een andere partij worden verricht; - het betreft een sponsoring van [ziekenhuis X] en niet van een individuele beroepsbeoefenaar; - er binnen de projectgroep geen persoonlijke financiële belangen zijn; - het voorschrijfgedrag van huisartsen niet zal worden beïnvloed. 1

1.2 Bij de adviesaanvraag zijn voorts overgelegd een protocol, een begroting en een voorstel voor het contract tussen de farmaceut(en) en [ziekenhuis X]. 1.2.1 Het protocol beschrijft: - hoe de projectgroep is samengesteld (projectleider en leden); - welke farmaceutische bedrijven bij het project betrokken zijn; - de doelstelling van het project en op wie het is gericht; - de opzet en duur van het project, waarbij willekeurig 2500 patiënten betrokken worden bij een [middelen G]- en [middelen F]-behandeling; - dat in verschillende steden in Nederland 5 regionale kick-off s aan het project voorafgaan en aan het einde ervan afsluitende bijeenkomsten, waar de bevindingen worden gepresenteerd, plaatsvinden; - dat aan die bijeenkomsten zullen deelnemen huisartsen, verpleegkundigen en staff of the different [zorgdiensten H], die zijn betrokken bij het voorschrijven en doseren van [aandoening E]middelen, én daarin de sponsorende farmaceuten de mogelijkheid hebben gedetailleerde informatie over hun producten te geven; - dat het project ook bezoeken aan praktijken omvat (2 x 250 maal); - dat elk van de 4 farmaceuten een kwart van de begrote kosten van het project (ad 298.130, verdeeld over drie jaar) voor zijn rekening neemt, waaronder beloning van verpleegkundigen in het kader van door hen te verrichten bezoeken; - ethische en administratieve aspecten; - dat er geen invloed zal zijn op voorschrijfgedrag; - dat de sponsorende farmaceuten zich - behoudens bij de kick-off s, de afsluitende bijeenkomsten en het e-learning program, waarbij productinformatie gegeven wordt - onthouden van contact met deelnemende huisartsen. 1.2.2 De conceptovereenkomst beschrijft evenzo - onder meer - het doel van het project, de te sponsoren bijdrage(n), gehoudenheid aan wettelijke regelingen en Gedragscode Geneesmiddelenreclame en het zich onthouden van beïnvloeding van voorschrijfgedrag door de farmaceut. 1.2.3 De begroting geeft weer de kosten van de in te schakelen verpleegkundigen ( 59.168), e-learning ( 44.080), symposia 10.000), informatiepakketten patiënten ( 7.500), informatie- en registratieset voor deelnemende huisartsen ( 12.500) en opzet [expertisecentra I ] ( 6.000), onvoorziene kosten ( 7.958) en overheadkosten voor [ziekenhuis X] ( 41.924). 2. De beoordeling door de Codecommissie 2.1 Het toetsingskader bij de beoordeling van de onderhavige adviesaanvraag is eerstens, waar het betreft de sponsoring op zich van het project, paragraaf 6.5 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame (hierna: de Gedragscode), waarin onder meer regels met betrekking tot integriteit, doelstelling en transparantie zijn opgenomen, aan welke regels sponsoring van projecten door farmaceuten dient te voldoen. Onder sponsoring wordt namelijk verstaan het verlenen door een vergunninghouder van financiële dan wel anderszins op geld waardeerbare 2

ondersteuning, met of zonder tegenprestatie, aan beroepsbeoefenaren, samenwerkingsverbanden van hen en/of instellingen waar beroepsbeoefenaren in participeren of werkzaam zijn. Dat is, gezien de namens [ziekenhuis X] aangedragen en onder 1 weergegeven feiten, hier aan de orde. 2.1.1 Sponsoring als hier bedoeld is, behoudens een viertal -hier niet relevanteuitzonderingen, gelet op het bepaalde in artikel 6.5.3. Gedragscode niet toegestaan aan individuele beroepsbeoefenaren. Gezien hetgeen namens [ziekenhuis X] met betrekking tot de doelstelling en de opzet van het project - mede aan de hand van de onder 1 genoemde documenten - is gesteld en de voorwaarden waaronder het project gestalte zal worden gegeven, gaat de Codecommissie er niet van uit dat hier sprake is van sponsoring aan individuele beroepsbeoefenaren. 2.1.2 De Codecommissie acht voorts aannemelijk dat de ondersteuning / sponsoring in dit geval betrekking heeft innovatieve en/of kwaliteit verbeterende activiteiten alsook directe of indirecte verbetering van zorg aan patiënten tot doel heeft, als bedoeld in artikel 6.5.5 Gedragscode. De Codecommissie heeft ook, gelet mede op de begroting, geen indicatie dat de in het project opgenomen activiteiten - deels - op andere reguliere wijze worden gefinancierd. De in de begroting opgenomen financiering van kosten aangaande in te schakelen verpleegkundigen, opzet [expertisecentra I] en onvoorziene kosten en overheadkosten voor [ziekenhuis X], geven immers geen aanleiding het tegendeel te veronderstellen. De Codecommissie gaat er daarbij ook vanuit dat in de laatste twee posten geen kosten verborgen zitten die normaliter wel tot de bedrijfsvoering behoren en in deze een besparing zouden opleveren. De Codecommissie zal hierna nog afzonderlijk ingaan op in de begroting opgenomen kosten aangaande de bijeenkomsten; zie overweging 2.2 e.v.. 2.1.3 De in artikel 6.5.5, tweede volzin, Gedragscode opgenomen bepaling, verdient eveneens bespreking. De bepaling houdt in dat het vragen en geven van ondersteuning in het kader van sponsoring niet mag zijn ingegeven door persoonlijk winstbejag van de gesponsorde of een rechtstreeks commercieel doel hebben. Waar het betreft de gesponsorde, [ziekenhuis X], zal van winstbejag geen sprake zijn. Waar het betreft de vraag of sprake is van commerciële doeleinden, kan de Codecommissie niet voorbijgaan aan het gegeven dat in de zogenoemde kick-off s en afsluitende bijeenkomsten de sponserende farmaceuten aanwezig zijn, waarbij -evenals bij het e-learning program - productinformatie gegeven wordt. Hier geldt al dat partijen zich dienen te houden aan het bepaalde in artikel 6.5.4 Gedragscode en dat zij zich op deze bijeenkomsten als het gaat om voorlichting aangaande de door de vier sponsorende farmaceuten op de markt gebrachte geneesmiddelen, dienen te houden aan hetgeen in Hoofdstuk 5 Gedragscode is bepaald. De voorlichting zal informatief van aard dienen te zijn; van beïnvloeding van voorschrijfgedrag mag daadwerkelijk - partijen staat dat kennelijk ook voor ogen - geen sprake zijn. Elke schijn van ongewenste beïnvloeding dient te worden vermeden; zie ook de toelichting bij artikel 6.5.8 Gedragscode. 3

Echter - en in dit toetsingskader te meer - geldt dat het gegeven dat in de kick-off s en afsluitende bijeenkomsten, die niet los kunnen worden gezien van het project en daar zonder meer mee verbonden en verweven zijn, productinformatie verstrekt wordt, ernstig twijfel doet rijzen of voldaan wordt aan de eis dat geen sprake is van rechtstreekse commerciële doeleinden van de sponsorende farmaceuten en dat niet (mede) getracht wordt het afzetgebied van de (nieuwe) geneesmiddelen te vergroten, hetgeen op zich eveneens een ongewenste beïnvloeding op het voorschrijfgedrag kan betreffen. Die twijfel wordt nog versterkt door de opmerking in het protocol, dat die bijeenkomsten de sponsorende farmaceuten de enige gelegenheid bieden om gedetailleerde informatie over de producten (lees: geneesmiddelen) te verstrekken en de geneesmiddelen niet vermeld worden noch de fabrikanten / vergunninghouders. In de aangedragen stukken wordt dienaangaande ook geen duidelijkheid verschaft. [Ziekenhuis X] zal die duidelijkheid wel dienen te verstrekken. 2.1.4 De bijgevoegde concept overeenkomst lijkt te voldoen aan het bepaalde in artikel 6.5.6 Gedragscode. 2.2 Het gegeven, dat de bijeenkomsten blijkens de begroting financieel worden ondersteund, geeft de Codecommissie aanleiding dit aspect afzonderlijk te bespreken en te toetsen aan de hand van het bepaalde in paragraaf 6.4 Gedragscode. Zulks lijkt temeer ingegeven door de vermelding in het protocol dat de bijeenkomsten worden gesubsidieerd ( granted ) door [organisatie J], hetgeen verder niet wordt toegelicht. De bijeenkomsten zijn, als gezegd, weliswaar een onderdeel van het project en daarmee zonder meer verweven, doch dat doet niet af aan het karakter ervan. 2.2.1 Kennelijk worden de bijeenkomsten niet door de vier sponsorende farmaceutische bedrijven gesponsord maar door [organisatie J], blijkens haar website een Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginformatie, die zulk onderzoek financiert en het gebruik van ontwikkelde kennis stimuleert om daarmee de zorg te verbeteren. Dat brengt de Codecommissie tot de veronderstelling dat hier sprake is van bijeenkomsten, die weliswaar onderdeel vormen van het project doch afzonderlijk worden gefinancierd. Die bijeenkomsten kunnen -bij gebreke van nadere toelichting- gekwalificeerd worden als manifestaties als bedoeld in artikel 6.4.7 Gedragscode -, waarbij geldt dat de gastvrijheid binnen de daar gegeven grenzen dient te blijven. Inzicht in dat laatste aspect heeft de Codecommissie niet, nu het begrote bedrag niet gerelateerd is aan het aantal deelnemers. De ondersteuning ad 10.000 voor 10 bijeenkomsten geeft er overigens niet direct blijk van dat die grens wordt overschreden, [ziekenhuis X] zal dienaangaande echter ook nog duidelijkheid dienen te verschaffen. 2.2.2 Een ander aspect hierbij is, dat die bijeenkomsten kennelijk niet enkel worden bijgewoond door beroepsbeoefenaren (onder wie ook te verstaan: verpleegkundigen met voorschrijfbevoegdheid) maar ook staff of different [zorgdiensten H]. Er bestaat gerede twijfel dat deze stafmedewerkers een voorschrijfbevoegdheid hebben. Aldus bestaat ook de kans op overtreding van het verbod op publieksreclame; zie artikel 5.6.1 Gedragscode, dat 4

publieksreclame van receptgeneesmiddelen verbiedt. De Codecommissie realiseert zich dat de bijeenkomsten zijn gericht op kennisoverdracht aan beroepsbeoefenaren en dat het gegeven dat de kennisoverdracht weliswaar ook voor anderen dan beroepsbeoefenaren toegankelijk is niet zonder meer inhoudt dat het verbod wordt overtreden, maar niet is duidelijk of [ziekenhuis X] en de sponsors zich van dit aspect bewust zijn. Deelname van anderen dan beroepsbeoefenaren aan de bijeenkomsten dient daarom, uitgaande van de thans voorliggende gegevens, ook vermeden te worden. 2.3 Het vorenstaande leidt tot het oordeel dat het advies niet positief kan luiden, tenzij voldaan wordt aan het bepaalde in 2.1.3, 2.2.1 en 2.2.2. [Ziekenhuis X] zal, zo het project wordt voorgezet, de Stichting CGR dan ook van nadere informatie dienaangaande dienen te voorzien. 3. De kosten De Codecommissie bepaalt dat de aan deze adviesaanvraag verbonden kosten aan [ziekenhuis X] separaat in rekening zullen worden gebracht. Aldus gedaan te Amsterdam op 21 februari 2017 door mr. L.A.J. Nuijten, voorzitter. 5