Versie 05 Datum van toepassing 2014-10-31



Vergelijkbare documenten
Versie 04 Datum van toepassing

Gearchiveerde versie

Gearchiveerde versie

Voeding Kwantitatieve bepaling van aluminium met ICP-OES in extracten van levensmiddelen

Voeding Kwantitatieve bepaling van mineralen, P, Cu, Fe en Zn met ICP-OES in extracten van levensmiddelen

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen, cadmium, lood en selenium met ICP-OES na klassieke ontsluiting

2016/I-MET-199;-200;-201/LAB/FLVVG. Versie 05. In toepassing vanaf 29/02/2016. Verantwoordelijke dienst. Sectie AC, medewerkers migratie analyses

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen, cadmium, lood, nikkel en selenium met ICP-OES

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van elementen in extracten van diervoeders met ICP-MS. Versie 06 Datum van toepassing

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van elementen in extracten van diervoeders met ICP-MS

Gearchiveerde versie

Versie 03 Datum van toepassing

Voeding Kwantitatieve bepaling van elementen met ICP-MS in extracten van levensmiddelen

Drinkwater Kwantitatieve bepaling van 21 elementen met ICP-MS

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in extracten van diervoeders met AAS HG conform EN Versie 03 Datum van toepassing

I-MET-FLVVT-031. Versie 03 Datum van toepassing

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. microgolfontsluiting (FLVVG-I-MET-190)

Gearchiveerde versie

BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC)

Versie 05 Datum van toepassing

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. Meststoffen - Kwantitatieve bepaling van EDTA met ionchromatografie (FLVVG-I-MET-111EDTA)

BEPALING VAN DOXYCYCLINE, TETRACYCLINE, OXYTETRACYCLINE EN CHLOORTETRACYCLINE IN

Versie 03 Datum van toepassing

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

BEPALING VAN NICARBAZINE IN DIERENVOEDERS (HPLC)

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van fluor na behandeling met HCl met een ion-selectieve elektrode methode (ISE)

KWANTITATIEVE BEPALING VAN CHOLINE IN SPECIFIEKE

KWANTITATIEVE BEPALING VAN UBIQUINONE IN

Gearchiveerde versie. Version archive. Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC 2017/I-MET-217/LAB/FLVVG. Versie 07

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

Gearchiveerde versie

BEPALING VAN VITAMINE E (DL- -TOCOFEROLACETAAT) IN

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Meststoffen - Kwantitatieve bepaling van EDTA met ionchromatografie (FLVVG-I-MET-111EDTA)

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. Microgolfontsluiting/digiPREP ontsluiting - ICP-OES. ir. Inge Van Hauteghem, sectieverantwoordelijke AC

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

KWANTITATIEVE BEPALING VAN VITAMINE B12 (CYANOCOBALAMINE) IN LEVENSMIDDELEN (HPLC)

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. ir. Inge Van Hauteghem, sectieverantwoordelijke AC

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

Voeding Kwantitatieve bepaling van AsB, DMA, MMA en anorganisch arseen (ias = AsIII+AsV) met HPLC-ICP-MS na waterbadextractie

BEPALING VAN RUW VET IN DIERENVOEDERS

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

Gearchiveerde versie

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

Voeding Kwantitatieve bepaling van AsB, DMA, MMA en anorganisch arseen (ias = AsIII+AsV) met HPLC-ICP-MS na waterbadextractie

Gearchiveerde versie

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. ICP-OES (Inductive Coupled Plasma Optical Emission Spectrometry) Contactmateriaal, Materiaal in metaal

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Water Kwantitatieve bepaling van nitriet in drinkwater met ionchromatografie

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

BEPALING VAN CARBADOX IN DIERENVOEDERS (HPLC)

Methoden voor de bepaling van elementen

Methoden voor de bepaling van elementen

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Water Kwantitatieve bepaling van zilver in drinkwater met ICP-MS (FLVVG-MET-196Ag)

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat met behulp van doorstroomanalyse

Bepaling van het gehalte aan ammoniakale stikstof met behulp van doorstroomanalyse

Gearchiveerde versie

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

BEPALING VAN TYLOSINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

BEPALING VAN DE MEETONZEKERHEID VOOR KWANTITATIEVE CHEMISCHE ANALYSES

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. Drinkwater - Kwantitatieve bepaling van zilver met ICP-MS (FLVVG-I-MET-196Ag)

Bepaling van Totaal Organische Koolstof (TOC) en/of Opgeloste Organische Koolstof (DOC) in water

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

BEPALING VAN VOCHT IN DIERENVOEDERS (GRAVIMETRIE)

Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat met behulp van doorstroomanalyse

Bepaling van de geselecteerde elementen met inductief gekoppeld plasma atomaire emissiespectrometrie

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM

Bepaling van elementen met inductief gekoppeld plasma massa spectrometrie (ICP-MS)

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

ci/) /i z 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen

BEPALING VAN AVILAMYCINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

Serie-test LCW 510 Chloor/Ozon

- Validatiedossier - Bepaling van de lipofiele groep toxinen in mosselen met gebruik van UPLC-MS/MS 1 INTRODUCTIE MATRIX EFFECT...

I-MET-FLVVT-125. Versie 04 Datum van toepassing

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Versie 03 Datum van toepassing

Toewijzing analyses aan derde laboratoria in het kader van het Controleprogramma

Wateranalyses : van etiket tot rapport. Jos Boonen

Ontsluitingsmethode voor olie

FOTOMETRISCHE BEPALING VAN FLUORIDE MBV EEN DOORSTROOMANALYSESYSTEEM (CFA)

Stel je meet calcium bij 423 nm met een acethyleen-lucht vlam van 2400 K. Hoe groot is dan de verhouding N 1/N 0?

Bepaling van opgelost en totaal anorganisch gebonden fluoride met doorstroomanalyse

Fotometrische bepaling van fluoride mbv een doorstroomanalysesysteem (CFA)

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

REKENVOORBEELDEN. Ministerieel besluit van 14 mei Belgisch Staatsblad van 06 juli PRESTATIEKENMERKEN

Methoden voor de bepaling van elementen

FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

Methoden voor de bepaling van elementen

Methoden voor de bepaling van elementen

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

Toewijzing analyses aan derde laboratoria in het kader van het Controleprogramma

Transcriptie:

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria - FLVVG MET-FLVVG-207, 207EW, 208 en 208EW Voeding Versie 05 Datum van toepassing 2014-10-31 Opgesteld door : Vanessa Schotte, industrieel ingenieur AC Nazicht door : Inge Corryn, laborante AC; 2014-10-24 Goedkeuring vrijgave door : Inge Van Hauteghem, sectieverantwoordelijke AC; 2014-10-30 Beheer & locatie geldende versie : Dienst KVM; Centrale server FLVVG Bestemmelingen : Sectie AC, medewerkers voedingsanalyses Trefwoorden : Extracten, mineralen, ICP-OES LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-1/20

Overzicht wijzigingen Herziening door/datum* Reden van herziening VS/16-10-2012 Driftcontrole Fe ruimer 11.3 VS/06-11-2012 Toevoegen aanmaak en gebruik van hoge ijklijn; toevoegen LIMS methode (207EW en 208EW) voor resultaat in mg/100 kcal VS/10-2-2014 IVH/23-10- 2014 Invoeren digiprep ontsluiting, algemene update o.a. elektronisch printen Aanpassing LOQ Cu naar 1 mg/kg en alle daaraan gelinkte borgingspunten. Tekstdeel/draagwijdte van de herziening 8 en 10.3 en 11; 2 ; 12.3 Volledig document Bijlage D01 2 en 11 Bijlage D01 * Het verschil tussen de huidige datum en de laatste herziening mag niet meer dan 5 jaar bedragen. Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie worden gemarkeerd in rood. Indien omwille van de omvang van de wijzigingen, de tekst door gebruik van markeringen niet meer leesbaar wordt, wordt de markering van wijzigingen weggelaten in de nieuwe versie. Dit wordt vermeld in de historiek van het document. LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-2/20

INHOUDSTABEL 1 DOEL... 5 2 TOEPASSINGSGEBIED... 5 3 WETTELIJKE EN NORMATIEVE DOCUMENTEN... 5 4 DEFINITIES EN AFKORTINGEN... 6 5 PRINCIPE... 6 6 PRESTATIEKENMERKEN... 6 7 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN BIJZONDERE MAATREGELEN... 6 8 REAGENTIA EN HULPSTOFFEN... 6 8.1 REAGENTIA... 6 8.2 HULPSTOFFEN... 9 9 TOESTELLEN... 9 10 WERKWIJZE... 10 10.1 BEREIDING VAN HET ANALYSEMONSTER... 10 10.2 MICROGOLFONTSLUITING... 10 10.3 BEPALING VAN DE CONCENTRATIE IN HET EXTRACT... 10 10.3.1 Algemeen... 10 10.3.2 ICP-OES... 11 10.3.3 Meten van de extracten met ICP-OES... 11 11 KWALITEITSCONTROLE... 12 11.1 PROCEDUREBLANCO... 13 11.2 CONTROLE VAN CONTAMINATIE DOOR MEMORY EFFECT BIJ DE METING MET ICP-OES. 13 11.3 CONTROLE OP DRIFT TIJDENS DE METING MET ICP-OES... 13 11.4 CONTROLE VAN DE PERFORMANTIE VAN DE ICP-OES... 14 11.5 LINEARITEIT... 14 11.6 CONTROLE VAN DE ZELFGEMAAKTE STANDAARDOPLOSSINGEN... 14 11.7 EERSTELIJNSCONTROLE... 15 11.7.1 Evaluatie van het resultaat van de eerstelijnscontrole... 15 11.7.2 Gevolg van de evaluatie van de eerstelijnscontrole voor de meetreeks... 15 12 BEREKENING EN RAPPORTERING... 16 12.1 ICP-OES RAPPORT... 16 12.2 REGISTRATIE KWALITEITSCONTROLE... 16 12.2.1 Registratie procedureblanco... 16 12.2.2 Registratie contaminatie door memory effect... 16 12.2.3 Registratie controle op drift... 16 12.2.4 Registratie controle van de performantie van de ICP-OES... 16 12.2.5 Registratie lineariteit... 16 12.2.6 Registratie controle van de zelfgemaakte standaarden... 16 12.2.7 Registratie van de resultaten van de eerstelijnscontrole... 16 12.3 RESULTATEN VAN DE ANALYSESTALEN... 16 LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-3/20

12.3.1 Berekening van de resultaten van de analysestalen en eerstelijnscontrolestalen 16 12.3.2 Registratie analysegegevens... 17 12.3.3 Evaluatie van de resultaten van de stalen... 17 12.3.4 LIMS en resultatenkaft... 19 13 VERWIJZING NAAR BIJHORENDE PROCEDURE, INSTRUCTIES, DOCUMENTEN, FORMULIEREN OF LIJSTEN... 19 LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-4/20

1 Doel Dit voorschrift beschrijft de methode voor de kwantitatieve bepaling van de mineralen (Ca, Mg, Na en K), P, Cu, Fe en Zn in levensmiddelen met ICP-OES (Inductively Coupled Plasma Optical Emission Spectroscopy) na microgolfontsluiting of na digiprep ontsluiting. 2 Toepassingsgebied De methode is van toepassing op extracten van levensmiddelen bekomen door microgolfontsluiting of door digiprep ontsluiting. De bepaalbaarheidsgrens van deze methode is afhankelijk van het element (zie Tabel 1). Tabel 1. Bepaalbaarheidsgrens per element Element I-MET LOQ (µg/l) (in de meetoplossing) LOQ Ca 207Ca 100 18 mg/kg 207CaEW 100 (*) mg/100 kcal K 207K 200 36 mg/kg 207KEW 200 (*) mg/100 kcal Mg 207Mg 125 23 mg/kg 207MgEW 125 (*) mg/100 kcal Na 207Na 200 36 mg/kg 207NaEW 200 (*) mg/100 kcal P 207P 200 36 mg/kg 207PEW 200 (*) mg/100 kcal Cu 208Cu 20 4 4,5 5 1 mg/kg 208CuEW 20 4 (*) mg/100 kcal Fe 208Fe 20 4,5 5 mg/kg 208FeEW 20 (*) mg/100 kcal Zn 208Zn 20 4,5 5 mg/kg 208ZnEW 20 (*) mg/100 kcal (*) Voor monsters waarvoor een energiewaarde opgegeven is, wordt de gemeten concentratie in mg/kg omgerekend naar mg/100 kcal als volgt: Gehalte in mg/100 kcal = concentratie (mg/kg) x 10 / energiewaarde monster per 100 g (kcal). In de hiervoor aangepaste methoden in LIMS (EW) wordt deze berekening automatisch uitgevoerd. Ook de LOQ wordt automatisch omgerekend naar mg/100 kcal. 3 Wettelijke en normatieve documenten KB van 18/02/1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding. MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW EN MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU: Bijlage tot het koninklijk besluit van 13 LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-5/20

maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen (p. 43). EN 14084:2003 Foodstuffs Determination of trace elements Determination of lead, cadmium, zinc, copper and iron by atomic absorption spectrometry (AAS) after microwave digestion. 4 Definities en afkortingen Afkorting Origine Betekenis EN - European Norm KB Wetgeving Koninklijk Besluit ICP-OES - Inductively Coupled Plasma Optical Emission Spectroscopy 5 Principe In de extracten van levensmiddelen hetzij bekomen na microgolfontsluiting volgens LAB I- MET-FLVVG-078 : Microgolfontsluiting van levensmiddelen voor de analyse van elementen, hetzij bekomen na digiprep ontsluiting volgens LAB I-MET-FLVVG-213 : 'DigiPREP ontsluiting van levensmiddelen voor de analyse van elementen', wordt het gehalte mineralen, P, Cu, Fe en/of Zn gemeten met ICP-OES. 6 Prestatiekenmerken Voor de prestatiekenmerken van de methode wordt verwezen naar het validatiedossier. 7 Veiligheidsvoorschriften en bijzondere maatregelen - Vermijd contact van huid en ogen met salpeterzuur. Salpeterzuur is toxisch. - Respecteer de veiligheidsvoorschriften voor werken met de ICP-OES. 8 Reagentia en hulpstoffen Verwijzingen naar een product en/of fabrikant dienen enkel ter informatie en identificatie en houdt geen uitsluiting in van andere producten en/of fabrikanten die mogelijk ook voldoen. Deze verwijzingen dienen om vergissingen te vermijden en het uitvoeren van bestellingen te vereenvoudigen. De in de procedure vermelde reagentia en apparatuur kunnen aldus door materiaal van minstens evenwaardige kwaliteit worden vervangen. 8.1 Reagentia Water gebruikt in de analyse van elementen in levensmiddelen moet van zeer hoge kwaliteit zijn, nl. water type I of Milli-Q water. LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-6/20

Reagentia moeten van bijzondere zuiverheid zijn. Pro analyse kwaliteit is meestal niet voldoende zuiver. De reagentia van J.T. Baker type Instra Analysed Reagent, of equivalent, voldoen wel. 8.1.1. Water type I (Milli-Q) (PA 0) 8.1.2. Calcium standaard oplossing, 1000 mg/l (Merck) (05-0759-05328) 8.1.3. Kalium standaard oplossing, 1000 mg/l (Merck) (05-0848-05331) 8.1.4. Magnesium standaard oplossing, 1000 mg/l (Merck) (05-0849-05332) 8.1.5. Natrium standaard oplossing, 1000 mg/l (Merck) (05-0850-05330) 8.1.6. Fosfor standaard oplossing, 1000 mg/l (Merck) (05-0757-05329) 8.1.7. Ijzer standaard oplossing, 1000 mg/l (Merck) (PA 642=05-0767-04060) 8.1.8. Koper standaard oplossing, 1000 mg/l (Merck) (PA 644=05-0762-04082) 8.1.9. Zink standaard oplossing, 1000 mg/l (Merck) (PA 646=05-0769-04083) 8.1.10. HNO 3 suprapur: Nitric Acid 69 70 % (massafractie) J.T. Baker (PA 807=01-0421-05068) 8.1.11. Tussenoplossing 100 mg/l Cu, Fe en Zn Bereiding: 5 ml koper standaard oplossing (8.1.8) 5 ml ijzer standaard oplossing (8.1.7) 5 ml zink standaard oplossing (8.1.9) aanlengen tot 50 ml met gedemineraliseerd water (8.1.1) in een maatkolf van 50 ml (8.2.1). 8.1.12. Blanco ijkoplossing (8,9 % v/v HNO 3 ) Bereiding: 178 ml HNO 3 suprapur (8.1.10) in maatkolf van 2000 ml (8.2.1) brengen en aanlengen tot 2000 ml met gedemineraliseerd water (8.1.1). Opmerking: Omdat de blanco ook gebruikt wordt voor verdunnen van extracten (zie 10.3.3) wordt hiervan een groter volume aangemaakt. 8.1.13. Lage ijklijn - Standaard 1 in 8,9 % v/v HNO 3 (1 mg/l Ca, K, Mg, Na, P en 100 µg/l Cu, Fe en Zn) Bereiding: 500 µl calcium standaard oplossing (8.1.2) 500 µl kalium standaard oplossing (8.1.3) 500 µl magnesium standaard oplossing (8.1.4) 500 µl natrium standaard oplossing (8.1.5) 500 µl fosfor standaard oplossing (8.1.6) 500 µl Tussenoplossing 100 mg/l Cu, Fe en Zn (8.1.11) 44,4 ml HNO 3 suprapur (8.1.10) in maatkolf van 500 ml (8.2.1) brengen en aanlengen tot 500 ml met gedemineraliseerd water (8.1.1). 8.1.14. Lage ijklijn - Standaard 2 in 8,9 % v/v HNO 3 (5 mg/l Ca, K, Mg, Na, P en 250 µg/l Cu, Fe en Zn) Bereiding: 5 ml calcium standaard oplossing (8.1.2) 5 ml kalium standaard oplossing (8.1.3) LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-7/20

5 ml magnesium standaard oplossing (8.1.4) 5 ml natrium standaard oplossing (8.1.5) 5 ml fosfor standaard oplossing (8.1.6) 2,5 ml Tussenoplossing 100 mg/l Cu, Fe en Zn (8.1.11) 89 ml HNO 3 suprapur (8.1.10) in maatkolf van 1 l (8.2.1) brengen en aanlengen tot 1 l met gedemineraliseerd water (8.1.1). Opmerking: Omdat deze standaard gebruikt wordt voor de driftcontrole (zie 11.3) wordt hiervan een groter volume aangemaakt. 8.1.15. Lage ijklijn - Standaard 3 in 8,9 % v/v HNO 3 (10 mg/l Ca, K, Mg, Na, P en 500 µg/l Cu, Fe en Zn) Bereiding: 5 ml calcium standaard oplossing (8.1.2) 5 ml kalium standaard oplossing (8.1.3) 5 ml magnesium standaard oplossing (8.1.4) 5 ml natrium standaard oplossing (8.1.5) 5 ml fosfor standaard oplossing (8.1.6) 2,5 ml Tussenoplossing 100 mg/l Cu, Fe en Zn (8.1.11) 44,4 ml HNO 3 suprapur (8.1.10) in maatkolf van 500 ml (8.2.1) brengen en aanlengen tot 500 ml met gedemineraliseerd water (8.1.1). 8.1.16. Hoge ijklijn Standaard 1 in 8,9 % v/v HNO 3 (10 mg/l Ca, K, Mg, Na, P) Bereiding: 2 ml calcium standaard oplossing (8.1.2) 2 ml kalium standaard oplossing (8.1.3) 2 ml magnesium standaard oplossing (8.1.4) 2 ml natrium standaard oplossing (8.1.5) 2 ml fosfor standaard oplossing (8.1.6) 17,8 ml HNO 3 suprapur (8.1.10) in maatkolf van 200 ml (8.2.1) brengen en aanlengen tot 200 ml met gedemineraliseerd water (8.1.1). 8.1.17. Hoge ijklijn Standaard 2 in 8,9 % v/v HNO 3 (50 mg/l Ca, K, Mg, Na, P) Bereiding: 25 ml calcium standaard oplossing (8.1.2) 25 ml kalium standaard oplossing (8.1.3) 25 ml magnesium standaard oplossing (8.1.4) 25 ml natrium standaard oplossing (8.1.5) 25 ml fosfor standaard oplossing (8.1.6) 44,4 ml HNO 3 suprapur (8.1.10) in maatkolf van 500 ml (8.2.1) brengen en aanlengen tot 500 ml met gedemineraliseerd water (8.1.1). 8.1.18. Hoge ijklijn Standaard 3 in 8,9 % v/v HNO 3 (100 mg/l Ca, K, Mg, Na, P) Bereiding: 20 ml calcium standaard oplossing (8.1.2) LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-8/20

20 ml kalium standaard oplossing (8.1.3) 20 ml magnesium standaard oplossing (8.1.4) 20 ml natrium standaard oplossing (8.1.5) 20 ml fosfor standaard oplossing (8.1.6) 17,8 ml HNO 3 suprapur (8.1.10) in maatkolf van 200 ml (8.2.1) brengen en aanlengen tot 200 ml met gedemineraliseerd water (8.1.1). 8.1.19. Spoeloplossing verdund HNO 3 voor ICP-OES Bereiding: 28 ml HNO 3 suprapur (8.1.10) in maatkolf van 1000 ml (8.2.1) brengen en aanlengen tot 1000 ml met gedemineraliseerd water (8.1.1). 8.1.20. Gecertificeerde referentieoplossing Standard multi-element 500 ppm Ca, K, Mg, Na, P en 25 ppm Cu, Fe en Zn in 8,9 % v/v HNO 3 (SCP) 8.1.21. Controleoplossing voor lage ijklijn (100 keer verdund) Standard Multi-element 5 ppm Ca, K, Mg, Na, P en 250 ppb Cu, Fe en Zn in 8,9 v/v % HNO 3 Bereiding: 1 ml aangekochte gecertificeerde referentieoplossing (8.1.20) in maatkolf van 100 ml (8.2.1) brengen en aanlengen tot 100 ml met de blanco oplossing (8.1.12). 8.1.22. Controleoplossing voor hoge ijklijn (10 keer verdund) Standard Multi-element 50 ppm Ca, K, Mg, Na, P in 8,9 v/v % HNO 3 Bereiding: 10 ml aangekochte gecertificeerde referentieoplossing (8.1.20) in maatkolf van 100 ml (8.2.1) brengen en aanlengen tot 100 ml met de blanco oplossing (8.1.12). De houdbaarheid van zelfbereide oplossingen, indien dit niet expliciet vermeld wordt, is 1 jaar bij kamertemperatuur. De geschiktheid van de gebruikte oplossingen, buffers en standaardoplossingen wordt nagegaan aan de hand van ingebouwde borgingspunten en lange-termijnvalidatie. Indien hieraan voldaan wordt, wijst dit op de aanvaardbaarheid van deze reagentia en toont dit eveneens aan dat de kwaliteit van de analyse gewaarborgd blijft. 8.2 Hulpstoffen 8.2.1. Maatkolven van 100 ml, 250 ml, 500 ml, 1000 ml en 2000 ml 8.2.2. Micropipetten met passende tips (Micropipetten, LAB 22-I-LOG-AC 5) 8.2.3. Plastiek proefbuisjes van 10 ml met bijpassende dop 8.2.4. Falcon buizen van 50 ml 8.2.5. DigiTUBEs van 50 ml (02-0009-06614) 9 Toestellen 9.1. ICP-OES (A ICP-OES 2, LAB 22-I-LOG-AC 33) 9.2. Microgolfovens (A MARS 1-2, LAB 22-I-LOG-AC 15) 9.3. DigiPREP (A DIGIPREP 1; LAB 22-I-LOG-AC 36) LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-9/20

10 Werkwijze In alle stappen van de bepaling van elementen dient erover gewaakt dat contaminatie met die elementen via stof, contact met de huid, contact met een vuil oppervlak, vuile recipiënten, vermeden wordt. 10.1 Bereiding van het analysemonster De analysemonsters en de referentiemonsters worden bereid volgens de procedures beschreven in LAB I-MET-FLVVG-077 : Preparatie van levensmiddelen voor de analyse van elementen. 10.2 Microgolfontsluiting De bereide analysemonsters en referentiemonsters worden ontsloten door microgolfontsluiting volgens de procedures beschreven in LAB I-MET-FLVVG-078 : Microgolfontsluiting van levensmiddelen voor de analyse van elementen, hetzij door digiprep ontsluiting volgens de procedure beschreven in LAB I-MET-FLVVG-213 : 'DigiPREP ontsluiting van levensmiddelen voor de analyse van elementen'. 10.3 Bepaling van de concentratie in het extract 10.3.1 Algemeen Het gehalte Ca, K, Mg, Na, P Cu, Fe en Zn in de bekomen extracten wordt gemeten met ICP-OES (9.1) met de methode mineralen + P + Cu + Fe + Zn. De ijklijn voor deze elementen wordt geconstrueerd met een blanco en 3 standaardoplossingen met concentraties van respectievelijk 0, 1, 5 en 10 mg/l Ca, K, Mg, Na, P en 0, 100, 250 en 500 µg/l Cu, Fe en Zn (8.1.12 tot 8.1.15). Voor het meten met ICP-OES (9.1) van hoge gehaltes (> 5 mg/l in de meetoplossing) Ca, K, Mg, Na en P in de bekomen extracten kan men gebruik maken van de methode Mineralen + P hoog. In deze methode wordt de ijklijn voor deze elementen geconstrueerd met een blanco en 3 standaardoplossingen met concentraties van respectievelijk 0, 10, 50 en 100 mg/l Ca, K, Mg, Na en P (8.1.12 en 8.1.16 tot 8.1.18). In de methoden is geprogrammeerd dat de blanco ijkoplossing (8.1.12) nogmaals gemeten wordt als Reagent blank die wordt gebruikt voor correctie van de resultaten voor de blanco. De Reagent blank wordt direct na de hoogste standaard gemeten. Opmerking: Voor de Reagent blank waarmee de resultaten worden gecorrigeerd, wordt niet de procedureblanco gebruikt, wel de Calib blank (8.1.12) en dit om te vermijden dat een eventueel memory effect van de hoogste standaard in de daaropvolgende oplossing (hier de Reagent blank) niet meer traceerbaar is. Immers, indien hier de eigenlijke procedureblanco zou gemeten worden en een hoge waarde wordt bekomen (zie verder voor de criteria), dan is de oorzaak niet eenduidig toewijsbaar (memory of vervuilde injector ter hoogte van de ICPOES / vervuild glaswerk of contaminatie tijdens de extractie). LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-10/20

Na het meten van de standaardreeks en de Reagent blank, worden de stalen gemeten. De procedureblanco s worden gewoon als staal gemeten en achteraf beoordeeld (zie 11.1 ). Telkens na maximum 6 oplossingen en op het einde van de meetreeks wordt standaard 2 (8.1.14 voor de lage ijklijn en 8.1.17 voor de hoge ijklijn) hermeten als staal (Re-standaard heeft geen effect op de ijklijn) om het toestel te controleren op drift. Ter afsluiting van de analyse wordt de blanco (8.1.12) nogmaals gemeten. Het resultaat van een monster is het gemiddelde resultaat bekomen uit de duplo bepaling van het monster en berekend zoals omschreven in LAB I-MET-207-208 D03 : Bijlage 3 : Berekening van het gemiddelde. 10.3.2 ICP-OES De volledige lijst met instellingen van de methoden Mineralen + P + Cu + Fe + Zn en Mineralen + P hoog is opgenomen in LAB I-MET-FLVVG-207-208 D02 : Bijlage 2 : Methoden Mineralen + P + Cu + Fe + Zn en Mineralen + P hoog. De mineralen Ca, K, Mg en Na worden radiaal gemeten, terwijl P, Cu, Fe en Zn axiaal worden gemeten. Tabel 2 en 3 geven per methode weer bij welke spectraallijnen de elementen worden gemeten. De spectraallijnen werden geselecteerd a.d.h.v. de instructies van de fabrikant van de ICP-OES (9.1). Tabel 2. Spectraallijnen opgenomen in de methode Mineralen + P + Cu + Fe + Zn Element Spectraallijnen (nm) Ca 317.933 K 766.490 Mg 279.077 Na 589.592 P 213.617 Cu 327.393 Fe 238.204 Zn 213.857 Tabel 3. Spectraallijnen opgenomen in de methode Mineralen + P hoog Element Spectraallijnen (nm) Ca 317.933 K 766.490 Mg 279.077 Na 589.592 P 213.617 10.3.3 Meten van de extracten met ICP-OES Volg de instructies van het logboek van de ICP-OES (9.1) voor het meten van het gehalte Ca, K, Mg, Na, P, Cu, Fe en/of Zn in de oplossingen: - Plaats de kolf met verdund HNO 3 (8.1.16) op de plaats van de spoeloplossing. Extracten hebben dezelfde zuurconcentratie als de standaardreeks nl. 8,9 % v/v HNO 3 en kunnen bijgevolg onverdund gemeten worden. Bij hoge concentraties worden de LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-11/20

extracten meer verdund met de blanco ijkoplossing (8.1.12). Giet de blanco oplossing (8.1.12) en de standaardoplossingen (8.1.13 tot 8.1.15 of 8.1.16 tot 8.1.18) over in falconbuisjes van 50 ml (8.2.4). De extracten worden in de autosampler geplaatst zonder over te gieten in andere proefbuizen van 10 ml (8.2.3), m.a.w. in falconbuizen van 50 ml (8.2.4) of digitubes van 50 ml (8.2.5). Eventuele verdunningen van extracten worden aangemaakt in plastiek proefbuisjes van 10 ml (8.2.3) en zo in de autosampler van de ICP-OES (9.1) geplaatst. De blanco- en standaardoplossingen moeten op volgende posities geplaatst worden: Positie 1: Blanco ijkoplossing (8,9 % v/v HNO 3 ) (8.1.12) Positie 2: Standaard 1 in 8,9 % v/v HNO 3 Lage ijklijn: 1 mg/l Ca, K, Mg, Na, P en 100 µg/l Cu, Fe en Zn(8.1.13) Hoge ijklijn: 10 mg/l Ca, K, Mg, Na, P (8.1.16) Positie 3: Standaard 2 in 8,9 % v/v HNO 3 Lage ijklijn: 5 mg/l Ca, K, Mg, Na, P en 250 µg/l Cu, Fe en Zn(8.1.14) Hoge ijklijn: 50 mg/l Ca, K, Mg, Na, P (8.1.17) Positie 4: Standaard 3 in 8,9 % v/v HNO 3 Lage ijklijn: 10 mg/l Ca, K, Mg, Na, P en 500 µg/l Cu, Fe en Zn(8.1.15) Hoge ijklijn: 100 mg/l Ca, K, Mg, Na, P (8.1.18) Opmerking: voor de analyse Reagent blank moet geen apart proefbuisje worden gevuld, de ICP-OES (9.1) zal hiervoor automatisch de Calib Blank hermeten (8.1.12). Wanneer een meetwaarde buiten de kalibratielijn valt, m.a.w. groter is dan de grootste standaard, dan moet het extract meer verdund worden. De verdunning gebeurt in dat geval in de blanco oplossing (8.1.12). Op het analyserapport van de ICP-OES verschijnt de mededeling Sample concentration is greater than that of the highest standard. - Meet de oplossingen volgens de procedures beschreven in het logboek van de ICP-OES (9.1): - Roep de methode Mineralen + P + Cu + Fe + Zn of Mineralen + P hoog op. - Open een nieuwe sample info file, sample massa.sif en vul de nodige parameters in als monsteridentificatie, afgewogen massa, volume, verdunning, - Start de analyse. Opmerking: Een overzicht van de werkwijze is samengevat in LAB I-MET-FLVVG-207-208 D01 : Bijlage 1 : Flowchart mineralen, P, Cu, Fe en Zn in voeding. 11 Kwaliteitscontrole Alvorens over te gaan tot de berekening van de resultaten, moet worden nagegaan of de meting goed is verlopen. Evalueer de resultaten van de analysereeks. Controleer de resultaten van de kalibratie-oplossingen, de tussentijdse metingen van standaard 2 en de procedureblanco s. LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-12/20

11.1 Procedureblanco Het resultaat van de procedureblanco wordt geëvalueerd a.d.h.v. het resultaat in de meetoplossing ervan voor de elementen van toepassing. Indien het resultaat van de procedureblanco te hoog is, moet gezocht worden naar de oorzaak van de contaminatie, van de gebruikte reagentia,... De mean concentration in de meetoplossing van de procedureblanco mag niet groter zijn dan de LOD van dat element: 100 µg/l voor K, Na en P; 50 µg/l voor Ca; 62,5 µg/l voor Mg en 10 µg/l voor Cu, Fe en Zn en 2 µg/l voor Cu. 11.2 Controle van contaminatie door memory effect bij de meting met ICP-OES Contaminatie door memory effect is het achterblijven van analyt aan de onderdelen van het injectiesysteem en de sproeikamer van de ICP-OES (9.1). Bij elke serie bepalingen wordt de blanco (8.1.12) meegenomen voor de constructie van de ijklijn. Dezelfde blanco ijkoplossing (8.1.12) wordt nogmaals gemeten als Reagent blank direct na de hoogste standaard (8.1.12) en op het einde van de meetreeks als staal. Het resultaat van deze blanco controlestalen wordt geëvalueerd a.d.h.v. het resultaat in de meetoplossing ervan voor de elementen van toepassing. De mean concentration in de meetoplossing van de Reagent blank en van de blanco gemeten op het einde van de reeks, mag niet groter zijn dan de LOD van dat element: 100 µg/l voor K, Na en P; 50 µg/l voor Ca; 62,5 µg/l voor Mg en 10 µg/l voor Cu, Fe en Zn en 2 µg/l voor Cu. Indien de mean concentration groter is dan de vooropgestelde grenzen, is er contaminatie opgetreden. In dat geval moeten de onderdelen van het injectiesysteem en de sproeikamer van de ICP-OES (9.1) grondig gereinigd worden en moet de meting opnieuw gestart worden. Als reiniging niet volstaat, moet gekeken worden of de spoeltijd tussen twee injecties moet verhoogd worden. 11.3 Controle op drift tijdens de meting met ICP-OES Drift is ongewenst. Controle op drift gebeurt door het hermeten van een standaardoplossing (in dit geval standaard 2) als staal en dit met een frequentie van minstens om de 6 te meten oplossingen. Het resultaat van de controle op drift wordt geëvalueerd a.d.h.v. het resultaat in de meetoplossing ervan. Criterium 1: Het resultaat mag voor alle elementen, behalve Fe, maximaal 5 procent relatief afwijken van de nominale waarde van de standaard. Voor Fe mag de afwijking maximaal 10 procent afwijken van de nominale waarde van de standaard. Het resultaat van de controle op drift met standaard 2 bij de lage ijklijn: - Ca, K, Mg, Na en P: 5 mg/l: mag minimum 4,75 mg/l en maximum 5,25 mg/l bedragen, - Cu en Zn: 250 µg/l: mag minimum 237,5 µg/l en maximum 262,5 µg/l bedragen, - Fe: 250 µg/l: mag minimum 225 µg/l en maximum 275 µg/l bedragen. LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-13/20

Het resultaat van de controle op drift met standaard 2 bij de hoge ijklijn: - Ca, K, Mg, Na en P: 5 mg/l: mag minimum 47,5 mg/l en maximum 52,5 mg/l bedragen. Criterium 2: Het verschil tussen twee opeenvolgende resultaten van de controle op drift mag voor alle elementen, behalve Fe, niet hoger zijn dan 5 % van de nominale concentratie van de te controleren standaard. Voor Fe mag het verschil tussen twee opeenvolgende resultaten van de controle op drift niet hoger zijn dan 10 % van de nominale concentratie. Lage ijklijn: Het verschil tussen twee opeenvolgende driftcontroles mag niet hoger zijn dan 0,25 mg/l voor Ca, K, Mg, Na en P, niet hoger dan 12,5 µg/l voor Cu en Zn en niet hoger dan 25 µg/l voor Fe. Hoge ijklijn: Het verschil tussen twee opeenvolgende driftcontroles mag niet hoger zijn dan 2,5 mg/l voor Ca, K, Mg, Na en P. Indien het resultaat van de controle niet voldoet, moeten alle oplossingen gemeten vanaf de laatste goede controle tot de volgende goede controle hermeten worden. Als de resultaten voorafgegaan aan een te hoge driftcontrole alle lager zijn dan de LOQ, moeten die resultaten niet verworpen worden. 11.4 Controle van de performantie van de ICP-OES De intensiteiten van de standaardoplossingen (8.1.13 tot 8.1.15) uitgedrukt in counts geven een indicatie van de performance van de ICP-OES (9.1). Indien de intensiteit opvallend lager is dan de voorgaande waarden, kan dit een indicatie zijn van een verminderd vermogen van de generatorbuis, van een slechte positie van de toorts, of gewoon het niet opzuigen van de meetoplossing... (zie ook het logboek van de ICP-OES (9.1)). Bij een opvallend lager resultaat, moet eerst gedacht worden aan het slecht opzuigen van het staal en moet het deel van de meetreeks waarvan het opzuigen niet gewaarborgd is door gunstige controleoplossingen, hermeten worden. 11.5 Lineariteit Controleer de ijklijn door naar het resultaat van de correlatiecoëfficiënt bij de calibration summary te gaan kijken. Deze moet minstens 0,999 zijn. Bij een lagere correlatiecoëfficiënt moet de meting herbegonnen worden. De correlatiecoëfficiënt moet minstens 0,999 zijn. Opmerking: De analist voert deze controle zelf uit omdat acties n.a.v. afwijkende correlatiecoëfficiënt niet kunnen geprogrammeerd worden in de ICP-OES (9.1). 11.6 Controle van de zelfgemaakte standaardoplossingen De blanco en de standaardoplossingen (8.1.12; 8.1.13 tot 8.1.15 voor de lage ijklijn en 8.1.16 tot 8.1.18 voor de hoge ijklijn) worden gemaakt in het laboratorium. Er wordt naar gestreefd deze oplossingen gelijktijdig aan te maken en te controleren. Bij aanmaak van de nieuwe standaardreeks moet aan twee criteria voldaan worden: LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-14/20

- De juistheid van de concentraties wordt gecontroleerd t.o.v. controleoplossingen (8.1.21 voor de lage ijklijn en 8.1.22 voor de hoge ijklijn) die aangemaakt worden door een aangekochte referentieoplossing (8.1.20) 100 of 10 keer te verdunnen. Hier wordt een afwijking van 5 % toegestaan. - Naast dit criterium moet de nieuwe standaardreeks ook een lineair verband vertonen. Vandaar dat de nieuw bekomen correlatiecoëfficiënt minstens 0,999 moet zijn (zie 11.5). Criteria voor de nieuwe standaardoplossingen samengevat: Controle van nieuw aangemaakte standaardoplossingen lage ijklijn: - Aangekochte referentieoplossing: Voor Ca, K, Mg, Na, P: > 4,75 mg/l en < 5,25 mg/l Voor Cu, Fe, Zn: > 237,5 µg/l en < 262,5 µg/l - Correlatiecoëfficiënt 0,999 Controle van nieuw aangemaakte standaardoplossingen hoge ijklijn: - Aangekochte referentieoplossing: Voor Ca, K, Mg, Na, P: > 47,5 mg/l en < 52,5 mg/l - Correlatiecoëfficiënt 0,999 Als niet aan bovenstaande criteria voldaan wordt, moet de standaardreeks opnieuw aangemaakt worden. 11.7 Eerstelijnscontrole Bij een meetreeks worden als eerstelijnscontrole gecertificeerde stalen en/of ringteststalen en/of zelf bereide referentiestalen gebruikt. De referentiemonsters worden in duplo geanalyseerd. Het resultaat komt op het verslag in mg/kg. Het gehalte is gecorrigeerd voor de blanco en voor de afgewogen massa, het eindvolume en de verdunning. 11.7.1 Evaluatie van het resultaat van de eerstelijnscontrole Het resultaat van de eerstelijnscontrole wordt geëvalueerd a.d.h.v. een elektronische werkcontrolekaart. De werkcontrolekaart is een Excel document dat bewaard wordt onder: M:\AC\z_CTRL_kaarten In LAB 22 L 66: 'Overzicht referentiematerialen' wordt aangegeven waartussen een gemeten waarde van een referentie dient te liggen om de eerstelijnscontrole goed te keuren. 11.7.2 Gevolg van de evaluatie van de eerstelijnscontrole voor de meetreeks - Eerstelijnscontroles met gehalte rond de bepaalbaarheidsgrens worden niet meegenomen in de evaluatie van de meetreeks. Deze worden louter informatief gemeten. - Eerstelijnscontroles waar duidelijk contaminatie werd vastgesteld (extreem hoge waarde), worden niet meegenomen in de evaluatie van de meetreeks. - Als de eerstelijnscontroles afgekeurd worden, moet de analyse volledig heropgestart worden. LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-15/20

12 Berekening en rapportering 12.1 ICP-OES rapport De resultaten van de meting met ICP-OES (9.1) worden elektronisch uitgeprint. De elektronische versie van het rapport wordt bewaard op de M-schijf. Het ICP-OES rapport geeft de meetresultaten van de blanco, de standaarden, de tussentijdse metingen van standaard 2, de water stalen, de procedureblanco s en de referentiestalen. De resultaten op het ICP-OES-rapport zijn gecorrigeerd voor de blanco. Verder worden de datum van analyse, de gebruikte methode en de naam van de resultatenfile weergegeven. 12.2 Registratie kwaliteitscontrole 12.2.1 Registratie procedureblanco De analist maakt aanduidingen op het rapport van de ICP-OES (9.1) indien nodig. 12.2.2 Registratie contaminatie door memory effect De analist maakt aanduidingen op het rapport van de ICP-OES (9.1) indien nodig. 12.2.3 Registratie controle op drift De analist maakt aanduidingen op het rapport van de ICP-OES indien nodig. 12.2.4 Registratie controle van de performantie van de ICP-OES De analist maakt aanduidingen op het rapport van de ICP-OES indien nodig. 12.2.5 Registratie lineariteit De analist maakt aanduidingen op het rapport van de ICP-OES indien nodig. 12.2.6 Registratie controle van de zelfgemaakte standaarden De controle van de standaardoplossingen die nieuw in gebruik worden genomen, wordt bijgehouden in bijlagen horende bij het logboek van de ICP-OES (9.1). 12.2.7 Registratie van de resultaten van de eerstelijnscontrole - De analist vult de datum van uitvoering en de resultaten van de eerstelijnscontrole in op de elektronische controlekaart (zie 11.7.1 en LAB 22 I 24 : Prestatiekenmerken & Meetonzekerheid van kwantitatieve methoden ). - De elektronische controlekaarten worden afgeprint wanneer ze volledig ingevuld zijn of wanneer een staal opgebruikt is. De uitgeprinte grafieken en het invulblad worden bewaard in het validatiedossier. 12.3 Resultaten van de analysestalen 12.3.1 Berekening van de resultaten van de analysestalen en eerstelijnscontrolestalen Aan de hand van de ICP-OES rapporten berekent de analist de resultaten van de stalen en de eerstelijnscontrolemonsters in mg/kg. LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-16/20

Voor stalen waarvoor de energiewaarde gekend is, worden de lims-methoden 207EW en 208EW gebruikt voor rapportage van de resultaten. Het eindresultaat wordt in mg/100 kcal uitgedrukt. Algemeen is het eindresultaat van een staal gelijk aan het gemiddelde resultaat van de duplo bepaling van dat monster. Indien het eindresultaat lager is dan LOQ van een element, wordt het resultaat gerapporteerd als volgt: < LOQ. Deze berekening wordt niet door de analist zelf uitgevoerd, maar gebeurt automatisch in het LIMS systeem. Indien meer dan 2 analyseresultaten bekomen werden doordat resultaten bevestigd werden n.a.v. een te groot verschil tussen duplo-resultaten (cfr. 12.3.3.1), wordt het eindresultaat berekend a.d.h.v. de werkwijze beschreven in LAB I-MET-FLVVG-207-208 D03 : Bijlage 3 : Berekening van het gemiddelde. Indien meer dan 2 analyseresultaten bekomen werden doordat de resultaten bevestigd werden n.a.v. een overschrijding van een norm/actielimiet, waarbij aan het criterium i.v.m. het verschil tussen de duplo-resultaten voldaan was, wordt het eindresultaat berekend uit het gemiddelde van alle bekomen resultaten. 12.3.2 Registratie analysegegevens De analist vult de gegevens van het Analyseformulier (zie LAB I-MET-FLVVG-078 F03 of LAB I-MET-FLVVG-213 F01) aan met: - het resultaat van de stalen en de blanco s, - de evaluatie van de eerstelijnscontroles ( OK voor gunstige, NOK voor ongunstige, LOQ voor informatieve eerstelijnscontrole met gehalte rond de LOQ, C voor eerstelijnscontrolemonsters waar contaminatie werd vastgesteld). De ingevulde analyseformulieren worden bewaard in de kaft Analyseformulieren VOEDING in lokaal 2.17. 12.3.3 Evaluatie van de resultaten van de stalen Er kan worden overgegaan tot de evaluatie van de resultaten van de analysemonsters als de kwaliteitscontrole gunstig werd bevonden, m.a.w. als voldaan was aan de criteria voor: - de procedureblanco s, - de Reagent Blank vooraan de meetreeks en de blanco gemeten op het einde van de meetreeks ter controle van memory effect, - de controle op drift, - de performantie van de ICP-OES (intensiteiten), - de lineariteit van de ijklijn, - de eerstelijnscontrole. Algemeen geldt dat resultaten slechts gerapporteerd worden wanneer er minstens één geldig resultaat bekomen is. Duplo-resultaten van eenzelfde staal moeten ook voldoen aan het criterium i.v.m. het maximaal toegelaten verschil tussen duplo-bepalingen (cfr. 12.3.3.1). 12.3.3.1 Duplo-bepalingen Algemeen worden stalen in tweevoud geanalyseerd. Indien van een monster twee resultaten beschikbaar zijn (in één analysereeks bekomen), is het maximaal toegelaten verschil tussen LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-17/20

de duplo bepalingen afhankelijk van het gemeten gehalte in het staal en het element, nl. als volgt: Voor Ca, K, Mg, Na, P: gehalte 250 mg/kg: maximum LOQ 250 mg/kg < gehalte < 2500: maximum 15 % 2500 mg/kg: maximum 10 % Voor Cu, Fe, Zn: gehalte 50 mg/kg: maximum LOQ 50 mg/kg < gehalte < 500: maximum 15 % 500 mg/kg: maximum 10 % Indien het gemiddelde lager is dan de LOQ, vervalt dit criterium en is het eindresultaat < LOQ. Zie ook LAB I-MET-FLVVG-207-208 D03 : Bijlage 3 : Berekening van het gemiddelde. Indien niet aan deze voorwaarde is voldaan, moet het monster opnieuw geanalyseerd worden. Ga eerst na of de oorzaak ligt bij de meting door de ICP-OES (9.1) door het opnieuw meten van de twee oplossingen van het staal. Als het verschil tussen de twee duplobepalingen te groot blijft, moet de ontsluiting en de meting herdaan worden. Het eindresultaat wordt berekend a.d.h.v. de werkwijze beschreven in LAB I-MET-FLVVG-207-208 D03 : Bijlage 3 : Berekening van het gemiddelde. 12.3.3.2 Vergelijking van het resultaat met de norm 12.3.3.2.1 Normen O.w.v. praktische redenen wordt een overzicht van de vigerende wetgeving bewaard in de kaft Gevraagde proeven Voeding. De elektronische versie is te vinden onder: M://ANORANISCHE CHEMIE/data IVH/wetteksten/voeding/ Bij wijziging van de wetgeving wordt dit overzicht aangepast. De geldende normen (op moment van uitgifte van deze I-MET) voor Cu zijn terug te vinden in Bijlage tot het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen (p. 43). Specifiek voor babyvoeding gelden aparte maximum en minimum toegelaten waarden. Deze zijn vermeld in KB van 18/02/1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding. De normen zijn opgedeeld per specifiek type babyvoeding (babyvoeding, opvolgzuigelingenvoeding, babyvoeding op basis van granen, ) en ze zijn uitgedrukt in mg/100 kj en mg/100 kcal. In de technische fiches van FAVV (DIS) zijn de verschillende normen per type babyvoeding uitvoerig beschreven. 12.3.3.2.2 Resultaat vergelijken met een norm Indien een norm of actielimiet gekend is, wordt het eindresultaat hiermee vergeleken. Indien het eindresultaat (zonder rekening te houden met meetonzekerheid) hoger is dan de norm, wordt het monster nogmaals in duplo geanalyseerd. LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-18/20

Het eindresultaat is het gemiddelde van alle bekomen resultaten, tenzij bij de eerste analyse niet voldaan was aan het criterium van het verschil tussen de duplo s. In dat geval wordt het eindresultaat berekend a.d.h.v. de werkwijze beschreven in LAB I-MET-FLVVG-207-208 D03 : Bijlage 3 : Berekening van het gemiddelde. Voor de normen die gelden voor babyvoeding uitgedrukt in mg/100 kj en mg/100 kcal wordt de gemeten concentratie in mg/kg omgerekend als volgt: Gehalte in mg/100 kcal = concentratie (mg/kg) x 10 / energiewaarde monster per 100 g (kcal) en Gehalte in mg/100 kj = concentratie (mg/kg) x 10 / energiewaarde monster per 100 g (kj) De methoden 207EW en 208EW voorzien een uitdrukking van het eindresultaat in mg/100 kcal. 12.3.4 LIMS en resultatenkaft - De analist vult de eindresultaten van de analyses en indien gekend, de energiewaarde, in op de afgedrukte lijsten met proefaanvragen voor stalen van de sectie voeding die worden bewaard in de kaft Gevraagde proeven Voeding. De resultaten van bevestigingen worden eveneens in deze kaft genoteerd. De kaft wordt bewaard in lokaal 2.17. - De eindresultaten van de analyses worden ingevoerd in het LIMS. De ingevoerde gegevens worden gevalideerd door de analist d.m.v. een elektronische handtekening. 13 Verwijzing naar bijhorende procedure, instructies, documenten, formulieren of lijsten LAB I-MET-FLVVG-207-208 D01: Bijlage 1: Flowchart mineralen, P, Cu, Fe en Zn in voeding LAB I-MET-FLVVG-207-208 D02: Bijlage 2: Methoden Mineralen + P + Cu + Fe + Zn en Mineralen + P hoog LAB I-MET-FLVVG-207-208 D03: Bijlage 3: Berekening van het gemiddelde LAB 22 L 43 : D-nummers AC LAB 22 P 007 : Monsterbeheer LAB 22 I 24 : Prestatiekenmerken & Meetonzekerheid van kwantitatieve methoden LAB I-MET-FLVVG-077 : Preparatie van levensmiddelen voor de analyse van elementen LAB I-MET-FLVVG-078 : Microgolfontsluiting van levensmiddelen voor de analyse van elementen LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-19/20

LAB I-MET-FLVVG-078 F03b en c: Bijlage 3: Analyseformulieren Xpress LAB I-MET-FLVVG-213 : 'DigiPREP ontsluiting van levensmiddelen voor de analyse van elementen' LAB I-MET-FLVVG-213 F01 : Bijlage 1 : 'Analyseformulier digiprep voeding' LAB 22 L 66: 'Overzicht referentiematerialen' LAB I-MET-FLVVG-207-208-v.05-2014-10-31.doc-20/20

Bijlage 1 bij LAB I-MET-FLVVG-207-208 Flowchart mineralen, P, Cu, Fe en Zn in voeding Element LOD (µg/l) LOQ (µg/l) LOQ (in de meetoplossing) (in de meetoplossing) (mg/kg) Ca 50 100 23 K 100 200 36 Mg 62,5 125 18 Na 100 200 36 P 100 200 36 Cu 2 4 1 Fe 10 20 4,5 5 Zn 10 20 4,5 5 Element Gemeten gehalte Maximaal toegelaten verschil tussen duplo s µ 250 mg/kg LOQ Ca, K, Mg, Na, P 250 mg/kg < µ < 2500 mg/kg 15 % µ 2500 mg/kg 10 % µ 50 mg/kg LOQ Cu, Fe, Zn 50 mg/kg < µ < 500 mg/kg 15 % µ 500 mg/kg 10 % LAB I-MET-FLVVG-207-208 D01-v.05-2014-10-31.doc

Bijlage 2 bij LAB I-MET-FLVVG-207-208 Methoden Mineralen + P + Cu + Fe + Zn en Mineralen + P hoog LAB I-MET-FLVVG-207-208 D02-v.02-2012-11-13.doc

Method Name: Mineralen+P+Cu+Fe+Zn Inst: Symbol, Wavelength, Name, and Function Description : Ca-K-Mg-Na-P-Cu-Fe-Zn in 8,9 % HNO3 Element Wavelength Name Function nm Ca 317.935 Ca 317.933 Analyte K 766.490 K 766.490 Analyte Mg 279.081 Mg 279.077 Analyte Na 589.592 Na 589.592 Analyte P 213.617 P 213.617 Analyte Cu 327.397 Cu 327.393 Analyte Fe 238.204 Fe 238.204 Analyte Zn 213.857 Zn 213.857 Analyte Inst: Spectrometer, Read Time, Replicates Purge Gas Flow : Normal Read Delay Time (sec) : 80 Replicates : 2 Read Time : Auto by Analyte Measure by: Replicate F'n Analyte Min Integration Max Integration Time(sec) Time(sec) A Ca 317.933 1.000 5.000 A K 766.490 1.000 5.000 A Mg 279.077 1.000 5.000 A Na 589.592 1.000 5.000 A P 213.617 1.000 5.000 A Cu 327.393 5.000 10.000 A Fe 238.204 5.000 10.000 A Zn 213.857 5.000 10.000 Survey and Auto Integration Spectral Windows Element Wavelength Survey Survey Auto Auto (nm) Lower Upper Lower Upper Ca 317.935 317.835 318.040 317.835 318.040 K 766.490 766.172 766.808 766.172 766.808 Mg 279.081 278.994 279.173 278.994 279.173 Na 589.592 589.313 589.871 589.313 589.871 P 213.617 213.521 213.713 213.521 213.713 Cu 327.397 327.244 327.542 327.244 327.542 Fe 238.204 238.096 238.312 238.096 238.312 Zn 213.857 213.761 213.953 213.761 213.953 Sampler: Plasma Parameters Source Equilibration Delay : 15 sec Plasma Aerosol Type : Wet Nebulizer Start-up Conditions: Instant Plasma Params: Variable F'n Analyte Plas Aux Neb Power View Plasma Page 1 of 5 23/02/2015 15:16:42

Method Name: Mineralen+P+Cu+Fe+Zn L/min L/min L/min Watts Dist View A Ca 317.933 15 0.2 0.80 1300 15.0 Radial A K 766.490 15 0.2 0.80 1300 15.0 Radial A Mg 279.077 15 0.2 0.80 1300 15.0 Radial A Na 589.592 15 0.2 0.80 1300 15.0 Radial A P 213.617 15 0.2 0.80 1300 15.0 Axial A Cu 327.393 15 0.2 0.80 1300 15.0 Axial A Fe 238.204 15 0.2 0.80 1300 15.0 Axial A Zn 213.857 15 0.2 0.80 1300 15.0 Axial Sampler: Peristatic Pump Parameters Sample Flow Rate : 1.50 ml/min Sample Flush Time(sec) : 0 Sampler: Wash Parameters Wash Frequency : Between Samples Wash Location : 0 Wash Rate(mL/min) : 1.50 Wash Time (sec) : 80 Process: Peak Algorithms and Points/Peak F'n Analyte Peak Pts/Peak Algorithm A Ca 317.933 Peak Area 3 A K 766.490 Peak Area 3 A Mg 279.077 Peak Area 3 A Na 589.592 Peak Area 3 A P 213.617 Peak Area 3 A Cu 327.393 Peak Area 3 A Fe 238.204 Peak Area 3 A Zn 213.857 Peak Area 3 Process: Spectral Overlap and Background Correction F'n Analyte Overlap Background BGC1 BGC2 Correction Correction A Ca 317.933 None 2-Point -0.037 0.038 A K 766.490 None 2-Point -0.148 0.148 A Mg 279.077 None 2-Point -0.029 0.041 A Na 589.592 None 2-Point -0.130 0.130 A P 213.617 None 2-Point -0.057 0.068 A Cu 327.393 None 2-Point -0.072 0.044 A Fe 238.204 None 2-Point -0.050 0.050 A Zn 213.857 None 2-Point -0.040 0.045 IEC Table : None MSF Table : None Process: Assign Internal Standards Do Calib Blanks contain internal standards: No Report apparent concentrations for internal standards: No Analyte Internal Standard Conc Units Page 2 of 5 23/02/2015 15:16:42

Method Name: Mineralen+P+Cu+Fe+Zn Ca 317.933 K 766.490 Mg 279.077 Na 589.592 P 213.617 Cu 327.393 Fe 238.204 Zn 213.857 Process: Assign Internal Standards Check Perform internal standards check: No Analyte Enabled/Disabled Check Min(%) Check Max(%) Action for internal standards failure: Repeat 1 time(s), then Continue Calib: Blank and Standard IDs and Autosampler Locations Method of Additions: No ID A/S Location Calib Blank 1 Calib Blank 1 1 ID A/S Location Calib Std 1 Calib Std 1 2 Calib Std 2 Calib Std 2 3 Calib Std 3 Calib Std 3 4 ID A/S Location Reagent Blank 1 Reagent Blank 1 Calib: Calibration Standard Units and Concentrations Analyte Calib Calib Std Calib Std Calib Std Units 1 2 3 Ca 317.933 ug/l 1000 5000 10000 K 766.490 ug/l 1000 5000 10000 Mg 279.077 ug/l 1000 5000 10000 Na 589.592 ug/l 1000 5000 10000 P 213.617 ug/l 1000 5000 10000 Cu 327.393 ug/l 100 250 500 Fe 238.204 ug/l 100 250 500 Zn 213.857 ug/l 100 250 500 Calib: Calibration and Reagent Blank Usage F'n Element Use Calib Subtract Blank Reagent A Ca 317.933 Calib Blank 1 x A K 766.490 Calib Blank 1 x Page 3 of 5 23/02/2015 15:16:42

Method Name: Mineralen+P+Cu+Fe+Zn A Mg 279.077 Calib Blank 1 x A Na 589.592 Calib Blank 1 x A P 213.617 Calib Blank 1 x A Cu 327.393 Calib Blank 1 x A Fe 238.204 Calib Blank 1 x A Zn 213.857 Calib Blank 1 x Calib: Calibration Equation and Sample Units F'n Element Calibration Sample Max Max Equation Units Decimal Signif. Places Figures A Ca 317.933 Lin, Calc Int mg/kg 3 4 A K 766.490 Lin, Calc Int mg/kg 3 4 A Mg 279.077 Lin, Calc Int mg/kg 3 4 A Na 589.592 Lin, Calc Int mg/kg 3 4 A P 213.617 Lin, Calc Int mg/kg 3 4 A Cu 327.393 Lin, Calc Int mg/kg 3 4 A Fe 238.204 Lin, Calc Int mg/kg 3 4 A Zn 213.857 Lin, Calc Int mg/kg 3 4 Calib: Initial Calibration Options When opening this method manually : Clear calibration curve(s) and construct a new calib curve. When using this method in a multimethod sequence: Start by constructing new calibration curves. Calib : Multi Line Calibration Not Enabled Analyte Concentrations Added to Recovery Check Samples Concentration Units : Calibration Analyte Conc Recovery Recovery Recovery Recovery Recovery Recovery Units Set1 Set2 Set3 Set4 Set5 Set6 Ca 317.933 ug/l K 766.490 ug/l Mg 279.077 ug/l Na 589.592 ug/l P 213.617 ug/l Cu 327.393 ug/l Fe 238.204 ug/l Zn 213.857 ug/l Sample Limits Not Enabled Page 4 of 5 23/02/2015 15:16:42

Method Name: Mineralen+P+Cu+Fe+Zn QC Sample Definition A/S Count as Subtract QC Sample ID Loc Sample Reagent Blank QC Sample Concentrations and Limits Schedule for QC Analyses After After QC Sample ID Init Cal Recal Periodic Freq At End Periodic Timing of Analyses Frequency... Same for all QC's : 1 Failure Actions for After-Calibration QC's Times to When All Additional QC Sample ID Retry QC Tries Fail Message Failure Actions for Periodic QC's Times to When All Additional QC Sample ID Retry QC Tries Fail Message Failure Actions for At-End QC's Times to When All Additional QC Sample ID Retry QC Tries Fail Message Maximum Retries After QC Failure After a group of standards or unknowns has been reanalyzed 1 times, then Continue Options Include in Results Display and Printed Log: Headers: * Analytical Header * Method Header (Short) * Sample Header Start each sample on a new page Sample Data Items: Summary Items: Replicate Data Analysis List * Means and Statistics * Matrix Test Reports Auto Integration Report * Calibration Summary * Over Calibration Message (100%) Detailed Calibration Summary Save with Results: * Spectral Data Remarks Page 5 of 5 23/02/2015 15:16:42

Bijlage 3 bij LAB I-MET-FLVVG-207-208 Berekening van het gemiddelde Voeding - met ICP-OES in extracten van levensmiddelen Afkortingen: X i = resultaat µ = gemiddelde LOQ = Limit of Quantification = rapporteringsgrens = bepaalbaarheidsgrens START: X 1, X 2 Bereken het gemiddelde resultaat (X 1 + X 2 ) 2 (X 1 + X 2 ) < LOQ 2 JA µ = < LOQ NEEN Zie Tabel voor criteria voor X 1 - X 2 OK µ = (X 1 + X 2 ) 2 NOK Herneem de analyse nogmaals in duplo X 3 en X 4 Zie Tabel voor criteria voor X max X min OK µ = (X 1 + X 2 + X 3 + X 4 ) 4 NOK Waarbij: X 1 X 2 X 3 X 4 µ = (X 2 + X 3 ) 2 Element Gemeten gehalte Maximaal toegelaten verschil tussen duplo s µ 250 mg/kg LOQ Ca, K, Mg, Na, P 250 mg/kg < µ < 2500 mg/kg 15 % µ 2500 mg/kg 10 % µ 50 mg/kg LOQ Cu, Fe, Zn 50 mg/kg < µ < 500 mg/kg 15 % µ 500 mg/kg 10 % LAB I-MET-FLVVG-207-208 D03-v.03-2014-02-21.doc