Handleiding: Kinder raad je recht! Een participatieve workshop over kinderrechten



Vergelijkbare documenten
Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Kinderrechtenverdrag. Voor kinderen en jongeren

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Behandelde onderwerpen Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (eventueel: verbanden tussen kinderrechten)

Met het Kinderrechtenverdrag

Van nodig of leuk? tot kinderrechten in de krant

Elk kind heeft het recht om...

De rechten van het kind

UNICEF en kinderrechten

Jongerenverwerking Franciscus Spreekt (duur: 60 minuten)

Alle rechten op een rij:

Verdrag over de rechten van het kind

Over taaie taboes en lastige liefdes

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Elk kind heeft recht Elk kind heeft recht Elk kind heeft recht Elk kind heeft recht. op gezonde voeding, water, kleding en onderdak

Reflectiegesprekken met kinderen

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

EN ALS HIJ KAN LEZEN, STUUR IK M NAAR DE CHINESE LES.

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Inhoudstafel Luistermoment La J Kinderen Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doel van de activiteit... 2 Overzicht... 2 Praktische voorbereiding...

Handleiding. kinderrechten n. Samen voor SPEL KAART. Ver. Uitgever: UNICEF België, Olivier Marquet, Keizerinlaan 66, 1000 Brussel

Liefde, voor iedereen gelijk?

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Sessie: aan de slag met kinderrechten

RECHT OP ANDERS ZIJN DOELSTELLING

Workshop C Waarom is stemmen belangrijk en hoe maak ik mijn keuze?

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK

Inhoudstafel Luistermoment van A Place To Live

A. Jouw rechten! Kinderrechten

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Rechtvaardige Rechters in actie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Inhoudstafel Luistermoment Centrum-West Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doel van de activiteit... 2 Overzicht... 2 Praktische voorbereiding...

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime?

Rotterdams Ambassadrices Netwerk

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

Kindervergadering Zo gaat het bij ons!

KINDERRECHTEN IN UW KLAS?

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

UNICEF Kinderrechten SPORT EN VRIJE TIJD GELIJKE BEHANDELING VOEDING FAMILIE GEZONDHEIDSZORG ONDERWIJS SCHOON WATER

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Handleiding/verbetersleutel voor de leerkracht bij themafiche 25 jaar IVRK

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader.

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

RECHT OP EEN GELIJKE BEHANDELING

Handleiding Werkvormen Vragen stellen

Draaiboek voor een gastles

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Rouw en verlies Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van kinderen van 8-12 jaar

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Knabbel en Babbeltijd.

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Werkboek Het is mijn leven

Fit in je Hoofd, Goed in je Vel.

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

Waar een wil is, is een Weg!

WIJ HEBBEN RECHTEN SOLIDARITEIT 1. D3. KINDERRECHTENVERDRAG

unieke vakanties, méér dan opvang SCHATTENBOEKJE

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis

Rechten van het kind. Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind. Verenigde Naties (VN) Dit is een uitgave van Edukans :

Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht...

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

t Vuil Reclametruukske

Voedsel onder de loep

Mirjams mama en moekie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Groep 7/8 Rechten van het kind

Charter collectieve rechten en plichten

Samenvatting Kinderrechtenmonitor 2012 voor kinderen en jongeren

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Het houden van een spreekbeurt

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Verbindingsactietraining

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Luisteren en samenvatten

Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

DUUR WAT HOE MATERIAAL

Inhoudsopgave. Inleiding. Als je een peuter en tussen 3 en 5 jaar bent. Als je een kleuter en tussen 6 en 8 jaar bent

PeerEducatie Handboek voor Peers

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Communicatie op de werkvloer

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Kinderrechtswinkels, vzw, Hoogstraat 81, 9000 Gent - Karin Maes

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Transcriptie:

Handleiding: Kinder raad je recht! Een participatieve workshop over kinderrechten (try-out-versie januari 2013) 3 Kinder Raad je recht!

KINDERRECHTENEDUCATIE IN DE GEMEENTELIJKE KINDERRAAD/ IN DE SCHOOL COLOFON Dit is een educatief pakket voor de integratie van kinderrechteneducatie in een gemeentelijke kinderraad of in een school Dit pakket werd gerealiseerd voor Vormen vzw door Mieke Verwaest i.s.m. Leen Vermeêren, Stephanie Simsek, Nina Van der Voort, Yara Van Aarsen, Janne Verdonck, Liselotte Cornelis, Simon Mertens en Veerle Matthijs, studenten en lector van de afdeling SKW aan de KareldeGrote-Hogeschool in Antwerpen Verantwoordelijke uitgever vormen vzw Expertisecentrum voor mensenrechten- en kinderrechteneducatie Patriottenstraat 27 2600 Antwerpen Tel. 03 293 82 15 fax 02 611 75 18 E-mail mensenrechteneducatie@vormen.org www.vormen.org ISBN 2011 vormen vzw De Vlaamse Gemeenschap kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor de inhoud van dit pakket. 2 Kinder Raad je recht!

1 Inhoud Inleiding... 5 Deel 1: Kinderraden, kinderrechten en kinderparticipatie... 6 2 Kinderraden... 7 3 Kinderrechten... 7 3.1 Ontstaan van kinderrechten... 7 3.2 Wat zijn kinderrechten?... 8 3.3 Welke kinderrechten zijn er?... 8 4 Kinderparticipatie... 12 4.1 Wat is kinderparticipatie?... 12 4.2 Verschillende stappen in kinderparticipatie... 13 4.3 Wat betekent dit voor de kinderen?... 15 4.4 Wat betekent dit voor de begeleider?... 15 4.5 Waarom is participatief werken geen gemakkelijke opgave?... 17 Deel 2: Leidraad workshop Kinder raad je recht... 18 1 Voorgesprek... 19 2 Inleiding... 19 3 Voorbereiding... 20 4 Kennismaking met de groep... 21 5 Inleefspel... 22 6 Recht erop!... 26 7 Kinderen komen op voor kinderrechten... 28 8 Laag, hoog, hoger... 29 9 Nagesprek... 30 10 Tijdsschema... 31 11 Literatuurlijst... 32 Bijlagen... 33 1 Afbeeldingen kinderrechten... 34 2 Foto s kinderrechten... 50 3 Quotes... 61 4 Poster... 67 5 Materiaallijst... 69 6 Verkorte versie leidraaad... 71 Inhoud... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Inleiding... 5 Deel 1: Kinderraden, kinderrechten en kinderparticipatie... 6 1 Kinderraden... 7 2 Kinderrechten... 7 2.1 Ontstaan van kinderrechten... 7 2.2 Wat zijn kinderrechten?... 8 2.3 Welke kinderrechten zijn er?... 8 3 Kinderparticipatie...12 3 Kinder Raad je recht!

3.1 Wat is kinderparticipatie?...12 3.2 Verschillende stappen in kinderparticipatie...13 3.3 Wat betekent dit voor de kinderen?...15 3.4 Wat betekent dit voor de begeleider?...15 3.5 Waarom is participatief werken geen gemakkelijke opgave?...17 Deel 2: Leidraad workshop Kinder raad je recht...18 1 Voorgesprek...19 2 Inleiding...19 3 Voorbereiding...20 4 Kennismaking met de groep...21 5 Inleefspel...22 6 Recht erop!...26 7 Kinderen komen op voor kinderrechten...28 8 Laag, hoog, hoger...29 9 Nagesprek...30 10 Tijdsschema...31 11 Literatuurlijst...32 Bijlagen...33 1 Afbeeldingen kinderrechten...34 2 Foto s kinderrechten...50 3 Quotes...61 4 Poster...67 5 Materiaallijst...69 6 Verkorte versie leidraaad...71 4 Kinder Raad je recht!

Inleiding Kinderrechten zijn van en voor iedereen onder de 18 jaar. Ze zijn in het leven geroepen om alle kinderen ter wereld een leven in menselijke waardigheid te bezorgen. Kinderen kunnen zich maar bewust worden van hun rechten door er regelmatig mee geconfronteerd te worden en te leren en te voelen wat kinderrechten voor hun eigen leven en dat van andere kinderen hier en elders in de wereld betekenen. In het Vlaamse onderwijs zijn deze rechten opgenomen in de eindtermen. Ze komen voornamelijk in het 5 de en/of 6 de leerjaar aan bod. Vormen vzw vindt het belangrijk dat kinderen niet enkel in een schoolse context over kinderrechten leren. Kinderrechten zijn altijd en overal aanwezig in het leven van kinderen en jongeren. Om ervoor te zorgen dat kinderen zich hiervan bewust zijn, is het belangrijk ook aandacht te besteden aan kinderrechten buiten de schoolse context: in de jeugdbeweging, in het gezin, tijdens het uitoefenen van hun hobby s, bij het gamen of tijdens een kinder(gemeente)raad. In deze handleiding reiken we een workshop aan waarmee begeleiders van een kinderraad of vrijwilligers, kinderen op een participatieve en interactieve manier bewust kunnen maken van kinderrechten. Op welke manier hebben deze rechten betrekking op hun eigen leefwereld? Wat kunnen ze hiermee doen? Op welke manier kunnen deze rechten invloed hebben op de werking en de acties van de kinderraad. Deze handleiding bestaat uit 2 grote delen. Deel 1 geeft extra achtergrondinformatie over kinderparticipatie, kinderrechten en raden en geeft een aantal praktische tips voor de begeleiders. Deel 2 bevat de gedetailleerde leidraad voor een concrete workshop rond kinderrechten in de kinderraad. 5 Kinder Raad je recht!

Deel 1: Kinderraden, kinderrechten en kinderparticipatie 6 Kinder Raad je recht!

2 Kinderraden Naast een jeugdraad (deze is verplicht voor elke gemeente) zijn er in sommige gemeenten ook kinderraden. Deze kinderraden worden meestal samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende scholen in de gemeente. Een kinderraad kan daarnaast ook openstaan voor vertegenwoordigers uit de jeugdverenigingen van de gemeente. De leeftijd om te zetelen in de kinderraad is van 10 tot 12 jaar. De intensiteit van samenkomen is verschillend van kinderraad. Sommige raden komen maandelijks samen, anderen 3 maandelijks. Kinderen brengen na de samenkomst verslag uit aan hun school of vereniging waar ze aangesloten zijn. Op die manier krijgen de kinderen, die niet aangesloten zijn bij een kinderraad, een beeld van wat gebeurt in hun gemeente rond en met kinderen. Een kinderraad is dus een schakel tussen het gemeentebeleid en de kinderbevolking. Kinderen worden betrokken bij het beleid en krijgen de kans om problemen, wensen, adviezen en ideeën die ze hebben te vertellen aan het gemeentebestuur. Op dit moment is de kinderraad geen officiële adviesraad. De gemeente is dus niet verplicht om rekening te houden met de adviezen van de kinderen, hun ideeën en wensen. Het zou beter zijn dat de kinderraad wel een officiële adviesraad wordt, want volgens het Vlaams jeugdbeleidsplan moeten kinderen en jongeren kunnen participeren op een volwaardige manier. 3 Kinderrechten 3.1 Ontstaan van kinderrechten In 1948 werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) goedgekeurd door de Verenigde Naties (VN). Sommige landen vonden het beter dat kinderen tot 18 jaar een aantal bijzondere rechten zouden krijgen, omdat zij andere behoeften hebben en andere zorg nodig hebben dan volwassenen. Op 20 november 1989 kwam het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) of kinderrechtenverdrag tot stand. In dit verdrag staan alle rechten beschreven die van toepassing zijn voor kinderen tot en met 18 jaar ( kinderrechtencommissariaat, 2012). Bijna alle landen in de wereld hebben dit verdrag in hun wetten opgenomen, waaronder België in 1991. Enkel Somalië en de Verenigde Staten deden dit nog niet ( kinderrechtenverdrag, 2010). Kinderrechten zijn in principe overal gelijk, wat dit verdrag zo bijzonder maakt. Toch zijn er andere toepassingen van kinderrechten in verschillende landen, want niet elk land heeft dezelfde mogelijkheden. Om die reden is het belangrijk dat iedereen, zowel kinderen als volwassenen opkomen voor kinderrechten. Op die manier kunnen we stap voor stap komen tot een universele realisatie van het kinderrechtenverdrag. 7 Kinder Raad je recht!

De landen die het verdrag ondertekenden worden gecontroleerd door een controlecomité dat zetelt in Genève. Om de 5 jaar moet elk land een rapport indienen waarin beschreven wordt hoe ze de kinderrechten in hun land hebben verbeterd. Deze landen beschikken ook over organisaties die opkomen voor de rechten van het kind. In België houden o.a. volgende organisaties zich bezig met kinderrechten: Unicef, kinderrechtswinkel, kinderen- en jongerentelefoon, kinderrechtencommissariaat, vormen vzw ( Kinderrechtenverdrag, 2010). 3.2 Wat zijn kinderrechten? Kinderrechten zijn universeel. Ze zijn van en voor iedereen. Het is een fundamenteel recht van het kind, zowel van de huidige als de toekomstige generaties. Daarom hanteert vormen vzw de ik-jij-wij benadering. Ik: kinderen mogen en moeten zich bewust zijn van hun rechten. Ik heb rechten! is de fundamentele boodschap die we aan kinderen moeten meegeven. Jij: kinderrechten behoren toe aan alle kinderen, het maakt niet uit wie ze zijn en waar ze wonen. Jij hebt rechten! is een tweede aspect van een evenwichtige benadering. Kinderen moeten kinderrechten leren zien als rechten van alle kinderen en jongeren, ongeacht wie ze zijn en waar ze wonen. Wij: Wij kunnen er iets aan doen! wil zeggen dat alle kinderen en volwassenen ervoor kunnen zorgen dat de rechten van het kind worden gerespecteerd. Wanneer dit niet gebeurt, moeten kinderen kunnen laten weten dat ze hier niet mee akkoord gaan. Tevens moeten ze ook kunnen aangeven hoe ze het anders willen ( vormen vzw, 2007). 3.3 Welke kinderrechten zijn er? Er zijn in totaal 41 kinderrechten. Die worden vaak ingedeeld in 3 categorieën: provisierechten, protectierechten en participatierechten (3 P s). - Provisierechten of geef- mij- toegang- rechten Provisierechten verwijzen naar zaken, diensten en voorzieningen die kinderen nodig hebben om zich goed te kunnen ontwikkelen en dit in de best mogelijke omstandigheden. We spreken hier over onderwijs, informatie, voldoende voeding en drinken, huisvestiging, toegang tot gezondheidszorg, kindergeld en sociale zekerheid. - Protectierechten of bescherm- mij- rechten Dit zijn alle rechten die kinderen beschermen, onder andere bescherming tegen uitbuiting en geweld. 8 Kinder Raad je recht!

- Participatierechten of laat- mij- meedoen- rechten Dit zijn rechten waarmee kinderen voor zichzelf kunnen opkomen, zoals recht op een eigen mening en inspraak ( Kinderrechtencommissariaat, 2012). Om didactische redenen heeft vormen vzw een indeling gemaakt in 17 rechten, waarbij telkens een aantal kinderrechten worden geclusterd in 1 recht. Bijpassende tekeningen kan je terugvinden op www.vormen.org. 1. Recht op een eigen mening en op inspraak Kinderen hebben het recht om een eigen mening te hebben en volwassenen moeten hiermee rekening houden. Kinderen moeten ook onderling rekening houden met elkaars mening. Een kind heeft het recht om gehoord te worden, maar dat betekent nog niet dat hij altijd zijn zin krijgt, want de mening van anderen telt ook. Aan meningsuitingen kunnen wel grenzen gesteld worden. Ze kunnen zelfs verboden worden als het een gevaar inhoudt voor de veiligheid, gezondheid en vrijheid van anderen. 2. Recht op een eigen geloof en cultuur Kinderen hebben recht op een eigen geloof of om niet te geloven. Als kinderen hierover een mening hebben, moet dit gerespecteerd worden. Ouders mogen kinderen opvoeden volgens hun geloof, maar kinderen mogen twijfelen aan dit geloof. Wanneer kinderen ouder worden moeten ouders meer vrijheid geven hieromtrent. Wanneer ouders denken dat het geloof van hun kinderen niet goed is voor hen, dan mogen ze hen hierin tegenhouden, maar niet dwingen met geweld. Naast een eigen geloof hebben kinderen ook recht op een eigen cultuur. 3. Recht op gezonde voeding, water, kleding en onderdak Water en voedsel zijn een recht, want zonder deze rechten is het onmogelijk om te overleven. Kleding en beschutting heb je evenzeer nodig en ouders moeten ervoor zorgen dat hun kinderen dit krijgen. Wanneer ouders hier niet in slagen, moet de overheid helpen door zorg en/of geld aan te bieden. 4. Recht om samen te komen met anderen Kinderen hebben het recht om lid te worden van een vereniging. Ze mogen leren omgaan met leeftijdsgenootjes en vrienden maken. Deze contacten zijn erg belangrijk, omdat kinderen hier veel uit leren en zo zijn ze niet alleen. Wanneer ouders ondervinden dat vrienden een negatieve invloed kunnen hebben op hun kind, mogen ze hem/haar daar tegen beschermen. 9 Kinder Raad je recht!

5. Recht op veiligheid en bescherming Kinderen kunnen makkelijker het slachtoffer worden van geestelijk of lichamelijk geweld en daarom moeten ze extra beschermd worden. Kinderen hebben zorg nodig en mogen niet verwaarloosd worden, ze moeten beschermd worden tegen schadelijke invloeden zoals drugs, geweld, mishandeling of prostitutie. Door zelf geen geweld te gebruiken tegen anderen en door te laten horen dat we niet akkoord gaan met kindermishandeling kunnen we ook meehelpen aan de veiligheid en bescherming van kinderen. 6. Recht op onderwijs en informatie De overheid moet ervoor zorgen dat alle kinderen gratis lager onderwijs kunnen genieten. Op school leren kinderen lezen en schrijven, hun rechten kennen en begrijpen. Vooral in het vijfde en zesde leerjaar krijgen kinderen les rond kinderrechten. Onderwijs is een bron van informatie en als kind heb je recht op informatie. Niet alle informatie is bestemd voor kinderen, omdat ze deze nog niet begrijpen. Op zo n moment moet het kind beschermd worden. De overheid moet er op toezien dat kinderen naar school gaan en maatregelen treffen wanneer dit niet gebeurt. 7. Recht op spel en vrije tijd Kinderen moeten kunnen spelen, want al spelend leren kinderen veel bij. Hierdoor maken ze ook vrienden. Spelen helpt hen om gelukkig te zijn en ze moeten hiervoor voldoende ruimte alsook voldoende kansen krijgen. Kinderen moeten kunnen spelen in een veilige omgeving. Vrije tijd is geen luxe, maar een recht. 8. Recht op zorg Aangezien kinderen niet voor zichzelf kunnen zorgen, hebben ze het recht om verzorgd te worden door (liefst) hun beiden ouders. Ouders langs hun kant hebben het recht om voor hun kinderen te zorgen. Kinderen mogen niet zomaar zonder reden weggehaald worden bij de ouders. Hier is een grondige reden voor nodig. Indien de zorg moeilijk verloopt, moet de overheid hen helpen. Dit kan bijvoorbeeld gaan over het regelen van kinderopvang als beide ouders uit werken gaan. 9. Recht op een naam en een nationaliteit Via een naam en nationaliteit wordt aangegeven dat kinderen bestaan. Dit niet alleen voor de mensen om hen heen, maar ook voor de staat. Door het recht op een naam en een nationaliteit kunnen ook andere rechten verwezenlijkt worden. Bijvoorbeeld kinderen kunnen naar school gaan, genieten van de gezondheidszorg,... 10 Kinder Raad je recht!

10. Recht op gelijke behandeling Ieder kind heeft het recht om niet gediscrimineerd te worden. Kinderen mogen niet anders behandeld worden omdat ze verschillend zijn door bijvoorbeeld een andere huidskleur, een ander geloof of taal. Kinderen moeten ook aangemoedigd worden om alle kinderen hetzelfde te behandelen. 11. Recht op bescherming tegen uitbuiting Kinderen mogen gerust wat extra zakgeld bijverdienen, maar het is niet de bedoeling dat ze zoveel moeten gaan werken waardoor ze niet naar school kunnen gaan. Ouders mogen gerust aan hun kinderen vragen om een klusje op te knappen, maar er moet voldoende tijd overblijven om te spelen. Kinderen mogen niet verplicht worden om te gaan werken zonder vergoeding, om uitgebuit te worden. De overheid moet hiervoor wetten voorzien waarin bijvoorbeeld een minimumleeftijd om te gaan werken vastligt, of het aantal uren dat ze maximum mogen werken. 12. Recht op een privé- leven Kinderen hebben recht op een privé-leven. Als ze bijvoorbeeld een brief ontvangen, mag niemand deze lezen zonder toestemming van het kind. Ouders mogen dit wel indien ze hiervoor een goede reden hebben. Bijvoorbeeld als ze hierdoor kunnen voorkomen dat er iets ergs gebeurt met hun kind. Als dagbladen iets willen schrijven over kinderen van beroemdheden, dan mogen deze kinderen dit weigeren. 13. Recht om bij de eigen familie te zijn Kinderen hebben het recht om op te groeien bij hun ouders. Een gedwongen scheiding is enkel van toepassing indien het belang van het kind primeert. Wanneer ouders scheiden en er moet beslist worden waar een kind gaat wonen, al dan niet door een rechter, dan moet er geluisterd worden naar de mening van het kind. Ouders kiezen zelf de invulling van de opvoeding, maar kinderrechten mogen hierbij niet geschonden worden. 14. Recht op verzorging bij ziekte of handicap Kinderen met een ziekte of handicap hebben recht op verzorging. De overheid moet ervoor zorgen dat kinderen met een handicap de zorg krijgen die ze nodig hebben om zo op een volwaardige manier te kunnen meedraaien in de samenleving. Deze kinderen hebben recht op allerhande hulpmiddelen, aangepast onderwijs, revalidatie,... 11 Kinder Raad je recht!

15. Recht op bescherming tegen onwettige opsluiting Wanneer kinderen ernstige dingen misdoen, beslist een rechter wat met hen gaat gebeuren. Zonder ernstige reden mag een kind niet opgesloten worden, maar indien het kind toch geplaatst wordt in een gevangenis/instelling, dan moet deze opsluiting zo kort mogelijk zijn. Deze gevangenis/instelling is apart van die van de volwassenen. Elk kind blijft recht hebben op een respectvolle behandeling, voedsel, veiligheid, bescherming, zorg, onderwijs,... Bezoek van familie en ouders mag ook niet afgenomen worden en kinderen hebben eveneens recht op een verdediging van een advocaat. 16. Recht op bescherming tegen oorlog Alle landen hebben in de eerste plaats de taak om te vermijden dat er oorlog uitbreekt. Wanneer er toch een oorlog komt dan moeten kinderen beschermd worden. Kinderen onder de 15 jaar mogen niet deelnemen aan de oorlog als kindsoldaten. In België en Nederland is deze leeftijd opgetrokken tot 18 jaar. Kinderen mogen niet het slachtoffer worden van oorlog en ze blijven recht hebben op voldoende voedsel en water tijdens een oorlog. 17. Recht op bescherming bij adoptie Als kind kies je er niet voor om geadopteerd te worden. Het is een beslissing van je ouders of van de persoon die voor het kind zorgt als de ouders niet meer leven. Bij een adoptie primeren de belangen van kind en niet de wensen van de toekomstige ouders. Toekomstige ouders moeten in staat zijn om voor kinderen te zorgen en om beslissingen te nemen waarvan ze denken dat ze het beste zullen zijn voor het kind. De kinderen die geadopteerd zijn moeten als gelijk behandeld worden als anderen, er moet naar hen geluisterd worden als ze problemen hebben. 4 Kinderparticipatie 4.1 Wat is kinderparticipatie? Kinderen hebben volgens het IVRK (Internationaal Verslag inzake de Rechten van het Kind) het recht om op te komen voor hun mening, om zaken aan te geven die ze anders willen zien. Ze hebben het recht om gehoord te worden. Scholen en kinderraden vormen plaatsen waar kinderparticipatie gestimuleerd moet worden. Ze kunnen kinderen betrekken bij het nemen van beslissingen die hen aanbelangen, door eenvoudigweg te luisteren naar hun mening en er rekening mee te houden in de beslissingen aangaande kinderen. Deze manier van werken is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Allerlei vaardigheden worden geprikkeld. Ze leren luisteren naar elkaar, ze leren 12 Kinder Raad je recht!

samenwerken naar een oplossing/beslissing en hun zelfvertrouwen groeit ( Pedagogisch kader, z.d.). Kinderparticipatie houdt in dat kinderen worden betrokken bij het overleg en nemen van beslissingen inzake hun wensen, noden en rechten. Het is een manier om ze bewust te maken van hun kinderrechten. Naargelang de leeftijd van het kind vraagt participatief aan de slag gaan met kinderen een andere aanpak ( jeugdparticipatie, z.d.). Zo zien we bij kinderen van 11 à 12 jaar dat ze zich steeds beter kunnen concentreren. Hun denkvermogen ontwikkelt verder waardoor ze abstract en realistisch kunnen denken. Het begin van een kritische houding ontstaat in deze leeftijdscategorie. Het spelen begint stilaan naar de achtergrond te verdwijnen waardoor een verbale aanpak van participatief werken steeds belangrijker wordt. Ze leren stilaan omgaan met open vragen, maar enige begrenzing is hierbij nog steeds nodig. Verder is het als begeleider belangrijk dat je voldoende variatie van werkvormen aanbiedt. Afwisseling zorgt ervoor dat de motivatie blijft. Kinderen kunnen in deze leeftijdsfase goed meewerken aan de voorbereidingen om hun genomen beslissing om te zetten in een geslaagde actie ( jeugdparticipatie, z.d.). 4.2 Verschillende stappen in kinderparticipatie Kinderparticipatie omvat verschillende stappen en als begeleider/vrijwilliger moet je hiervan op de hoogte zijn. Indien je stappen overslaat kan er niet meer gesproken worden van echte participatie. Ellie Kuipers, een werkneemster van VCOK vormingscentrum 1, beschrijft in haar artikel Wat doen jullie op het gebied van kinderparticipatie de 5 stappen: informeren, consulteren, overleggen, meebeslissen en als laatste beslissen. We lichten de verschillende stappen kort toe. Informeren Informeren is een wederzijds proces tussen jou als begeleider en de kinderen. Als er binnen een kinderraad rond een bepaald thema wordt gewerkt, is het belangrijk dat kinderen voldoende informatie van je krijgen over het thema waarrond gewerkt wordt. Anderzijds is het als begeleider belangrijk dat je ook informatie van de kinderen terug krijgt. Je bekomt deze informatie door te luisteren naar de mening van kinderen, maar ook door ze te oberveren tijdens de uitvoeringen van werkvormen. Op die manier krijg je 1 VCOK is een door de Vlaamse Overheid erkend vormingscentrum, gespecialiseerd in de thema s opvoeding, kinderopvang, adoptie en bemiddeling. Ze richten zich in het bijzonder naar ouders en andere opvoedingsverantwoordelijken. Ze werken hiervoor samen met een uitgebreid netwerk van ervaren medewerkers waardoor ze vormingen in heel Vlaanderen kunnen aanbieden ( VCOK, z.d.). 13 Kinder Raad je recht!

een beeld van hoe kinderen met een bepaalde materie omgaan, en kinderen krijgen tegelijkertijd het signaal dat er naar hun mening wordt geluisterd. Consulteren Als er in een kinderraad wordt gewerkt aan bijvoorbeeld een nieuwe invulling van de speeltuin in het stadspark, ga je aan de kinderen vragen wat zij verwachten van die nieuwe speeltuin. Welke nieuwe speeltuigen willen ze? Waarom willen ze die? Welke kleuren prefereren ze? Enz. Als begeleider heb je de belangrijke taak om een veilige plek te creëren voor de kinderen waar visies kunnen gedeeld worden, discussies kunnen aangegaan worden, nieuwe ideeën kunnen gelanceerd worden. Je stimuleert de kinderen om op te komen voor hun mening waardoor zij zich een beeld kunnen vormen over hoe hun ideale speeltuin eruit ziet. In de mate van het mogelijke wordt er rekening gehouden met wat de kinderen zelf willen. Overleggen Nu liggen de verschillende ideeën en meningen op tafel en moeten kinderen op zoek gaan naar een consensus. Welke speeltuigen komen in de speeltuin en welke niet? In deze fase is het heel belangrijk dat kinderen het gevoel krijgen dat er echt geluisterd wordt naar hen en dat er daadwerkelijk aan de slag wordt gegaan met de voorstellen die ze naar voren brengen. Bij deze fase en de twee voorbijgaande fasen geef je als begeleider nog geen macht uit handen. Meebeslissen Kinderen gaan actief participeren wanneer er beslissingen worden genomen in verband met welke speeltuigen er komen in hun nieuwe speeltuin. Ze worden hier actief betrokken op het moment dat er knopen worden doorgehakt en voelen aan dat zij mee wegen op de beslissingen die genomen worden. Beslissen Kinderen nemen alleen en zelfstandig een beslissing over de nieuwe speeltuigen. Bij deze beslissing nemen ze mee de verantwoordelijkheid op, maar dit mag echter geen verplichting worden tot het nemen van een verantwoordelijkheid die ze niet wensen op te nemen. Kinderen moeten steeds de keuze krijgen om al dan niet verantwoordelijkheid op te nemen ( Kind en gezin, z.d.). 14 Kinder Raad je recht!

4.3 Wat betekent dit voor de kinderen? Kinderparticipatie mag geen lege doos zijn. Als je kinderen daadwerkelijk aanzet tot participatie kom je enerzijds tegemoet aan één van hun basisrechten, anderzijds als ze voelen dat ze niet au sérieux worden genomen en ze stellen geen concrete resultaten vast, dan haken ze af. Van zodra je iets met kinderen bereikt is het enorm belangrijk om de behaalde resultaten te bespreken met hen. Wat vinden ze goed? Wat hadden ze achteraf liever toch anders gezien? Participatie is een groeiproces voor zowel de kinderen als voor jezelf als begeleider. 4.4 Wat betekent dit voor de begeleider? Wil je als begeleider participatief aan de slag gaan met kinderen dan moet je in de eerste plaats nadenken over en je bewust worden van het begrip kinderparticipatie. Over welke vaardigheden moet ik beschikken om tot een optimaal resultaat te komen? Jeugdparticipatie (Nederland) heeft een oplijsting gemaakt van enkele fundamentele vaardigheden die je als begeleider nodig hebt om participatief aan de slag te gaan met kinderen ( jeugdparticipatie, z.d.). Actief luisteren naar een kind - Je maakt duidelijk dat je de mening van een kind wilt weten over een bepaald onderwerp. - Je zit op ooghoogte en maakt oogcontact. - Je nodigt uit tot praten. - Je luistert aandachtig en je leeft je in in het kind. - Je laat merken dat je gevoelens begrijpt en accepteert. - Je herhaalt het antwoord en vat de antwoorden samen. 0pen vragen kunnen stellen - Je nodigt een kind uit tot praten. - Je zorgt voor een omgeving waarin het kind je kan vertrouwen. - Wie, wat, waar, wanneer vragen stellen. Je eigen mening op de achtergrond kunnen stellen - Je stelt een kind op zijn gemak. - Je weet dat een kind loyaal is en graag wenselijke antwoorden geeft. - Je zegt een kind dat je niet alles weet en dat je de mening van het kind wilt horen. - Je stelt geen suggestieve vragen. 15 Kinder Raad je recht!

- Er zijn geen goede of foute antwoorden. - Je hebt tijdens het gesprek niet alvast oplossingen in je hoofd. Verantwoordelijkheid kunnen geven - Je hebt voldoende inzicht in de capaciteiten van de kinderen. - Je hebt overleg met de kinderen, je denkt mee en gaat mee in hun wensen. - Je bent op de hoogte van je eigen belemmeringen. - Je geeft verantwoordelijkheid over aan de kinderen. - Je begeleidt de kinderen waar nodig zodat zij kunnen groeien. Oor hebben voor de mening van alle kinderen - Je nodigt alle kinderen uit, de mening van alle kinderen telt. - Je stelt alle kinderen op hun gemak. - Je past methodes toe om alle kinderen te horen. Niet zelf met oplossingen komen - Je kan stiltes laten vallen. - Je kan je eigen mening voor jezelf houden. - Je kan je vraag aan de kinderen uitstellen tot een later tijdstip en later weer vragen. Geen oordelen uitspreken over suggesties - Je kan luisteren naar de kinderen zonder te oordelen of iets goed of fout is. - Je kan luisteren zonder non-verbaal aan te geven dat je iets goed of fout vindt. Grenzen kunnen aangeven - Je denkt na waarover kinderen kunnen meebeslissen, je maakt van tevoren kaders. - Je bespreekt de grenzen met collega s. - Je verschaft duidelijkheid in een gesprek met de kinderen over de grenzen. - Je bent bewust dat het wel reële grenzen zijn. Kennis over kinderen - Je hebt kennis over de ontwikkeling van kinderen bij de verschillende leeftijden. - Je hebt kennis over de wijze waarop kinderen op verschillende leeftijden over inspraak geven kunnen worden aangesproken. 16 Kinder Raad je recht!

Kennis over kinderparticipatie - Je hebt theoretische kennis over het begrip. - Je hebt kennis over methodes/werkwijzen. - Je hebt kennis over het effect van kinderparticipatie. - Je hebt kennis over de wijze waarop kinderparticipatie in het beleid kan voorkomen. 4.5 Waarom is participatief werken geen gemakkelijke opgave? Kind en Gezin (K&G) stelt vast dat lang niet iedereen vertrouwd is met het begrip kinderparticipatie. Er bestaan vele redenen om kinderparticipatie niet te stimuleren. K&G kwam tot volgende lijst van mogelijke tegenargumenten: - Kinderen zijn nog niet toe aan kinderparticipatie. - Kinderen kunnen nog geen keuzes maken. - Kinderen de vrije hand geven = chaos. - Kinderen komen nooit met nieuwe ideeën. - Kinderen overzien de alternatieven nog niet. - Kinderen hebben onvoldoende levenservaring. - Kinderen kunnen de gevolgen van hun eigen handelen nog niet inschatten. - Kinderen brengen enkel onrealistische voorstellen aan. - Kinderen denken zo al dat ze alles mogen. - Als je kinderen te veel invloed geeft, heb je al gauw niets meer te zeggen. K&G stelt ook vast dat veel mensen huiveren bij het begrip kinderparticipatie en dit vanuit een diepgewortelde angst dat kinderen boven hun hoofd gaan uitgroeien. Kinderparticipatie wil echter niet zeggen dat kinderen zomaar hun zin mogen doen. Kinderen hebben hun eigen gevoelens, meningen, overtuigingen en ze hebben het recht om deze te uiten. Kinderen mogen hierbij verlangen dat andere kinderen en volwassenen deze uiting serieus nemen. Krijgen ze daarmee altijd hun zin? Neen, want ze moeten ook leren aanvaarden dat er andere meningen zijn en hiernaar moet ook geluisterd worden. Kinderen moeten leren om hun ideeën af te stemmen op die van anderen. Ze leren samenwerken en verantwoordelijkheid dragen. Bij kinderparticipatie worden de competenties van het kind erkend, want kinderen zijn echt in staat om verantwoordelijkheid op te nemen over de dingen die hen aanbelangen ( Kind en gezin, z.d.). 17 Kinder Raad je recht!

Deel 2: Leidraad workshop Kinder raad je recht 18 Kinder Raad je recht!

1 Voorgesprek Het is belangrijk dat je je een goed beeld vormt over de omstandigheden waarin je je workshop moet geven. Regel een voorgesprek met de jeugdconsulent en maak goede afspraken. - Richtvragen met betrekking op de jeugdconsulent: o Hoeveel kinderen zullen er aanwezig zijn? o Hoe ziet het lokaal eruit dat je ter beschikking hebt? o Zal de jeugdconsulent achteraf verder werken aan de posters (zie kinderen komen op voor kinderrechten). o Wat wordt er gedaan met het materiaal dat de kinderen gemaakt hebben? - Richtvragen met betrekking op de ruimte: o Welke ruimte krijg je ter beschikking? o Hoe groot is deze ruimte? Of hoe is deze ruimte ingedeeld? o Zijn er stoelen en tafels? o Is er voldoende ruimte om flappen op een overzichtelijke manier op te hangen. - Richtvragen met betrekking op algemene zaken: o Is er knutselgerief aanwezig? Zo ja welk materiaal? o Mogen er foto s genomen worden en/of gefilmd worden? Mag dit materiaal gebruikt worden op de site van vormen vzw? Kan ook interessant zijn voor de gemeente om dit bijvoorbeeld op hun site te plaatsen. 2 Inleiding Doel: De workshop zorgt ervoor dat de kinderen zich bewust worden van hun rechten. Ze weten wat hun rechten inhouden en wat de consequenties zijn voor henzelf, maar ook voor de anderen. Via verschillende werkvormen leren de kinderen bij en kunnen ze linken leggen tussen de gemeente en hun rechten als kinderen. Met deze informatie kunnen ze actief aan de slag. De kinderen kunnen zelfstandig beslissen aan welk(e) recht(en) er meer aandacht moet besteed worden in de gemeente. Zij kunnen concrete ideeën aanleveren om daadwerkelijk mee aan de slag te gaan in de gemeente. Doelgroep: Kinderen van 10-12 jaar in de kinderraad. Tijdsduur: ±90 minuten. Materiaal (zie verder). 19 Kinder Raad je recht!

Werkwijze: 1. Voorbereiding. 2. Kennismaking. 3. Inleefspel. 4. Recht erop. 5. Kinderen komen op voor hun kinderrechten. 3 Voorbereiding Lees als eerste deze handleiding goed na. Indien de kinderen vragen stellen over de rechten of als ze iets niet begrijpen, moet je er op een gepaste manier op kunnen antwoorden. Op www.vormen.org vind je een heleboel achtergrondinformatie, o.a. Kinderrechten in kindertaal, waarin kinderrechten op een voor jonge kinderen bevattelijke manier worden uitgelegd. Enkele tips tijdens de voorbereiding: - Verzamel tijdig alle benodigdheden. - Zorg dat je één uur op voorhand op de locatie bent om alles klaar te zetten. - Maak naamkaartjes in verschillende kleuren (zie inleefspel). - Maak een schoenendoos met een gleuf er in. Steek hierin de naamkaartjes. - Zet 5 tafels klaar (afhankelijk van het aantal kinderen) met daarop de verschillende kleuren van de naamkaartjes. - Op elke tafel liggen een aantal windels (zie inleefspel). - Leg op elke tafel voldoende kladpapier en voldoende alcoholstiften. - Zorg voor voldoende ruimte in het midden om een cirkel te maken met de kinderen. - Hang de A4-bladen met de kinderrechten van vormen vzw duidelijk zichtbaar op in het lokaal. - Zet één extra tafel klaar met al het resterende materiaal op: o Fruit; o Kan met water en één met gekleurd water; o Knutselmateriaal zoals lijm, tijdschriften, stiften, kleurtjes, enz. o Posters; o Flappen met rechten op, quotes en afbeeldingen. - Verdeel de flappen met de kinderrechten, de foto s en de quotes op voorhand in 4 groepen (zie recht erop) zodat je deze tijdens de workshop meteen kan nemen en gemakkelijk kan verdelen over de tafels. - Print voldoende basisposters uit (zie bijlage 4). 20 Kinder Raad je recht!

4 Kennismaking met de groep Doel: De kinderen krijgen een korte introductie over de workshop. Ze leren de begeleiders kennen en vice versa en voelen zich veilig Tijdsduur: 7 minuten. Werkwijze: Bij het binnenkomen, neemt elk kind een gekleurd kaartje uit de schoenendoos waarop ze hun naam schrijven. Dit mogen ze meteen rond hun nek hangen. Later wordt er uitgelegd wat de bedoeling is van de kaartjes. Er zijn evenveel kleuren van kaartjes, als het aantal groepen dat nodig is (maximum 5 groepen). Probeer ervoor te zorgen dat elke groep uit ongeveer 4 kinderen bestaat, behalve 1 groep die slechts uit 1 kind bestaat. Als iedereen binnen is, ga je in een grote kring staan. Ga er zelf tussen staan. Stel jezelf even voor. Leg uit dat de workshop over kinderrechten zal gaan en vraag wat ze hier al over weten. - Wat zijn kinderrechten? - Kennen jullie al enkele rechten? - Van waar kennen jullie deze rechten? Als je ongeveer weet wat de algemene kennis is (probeer een globaal beeld te krijgen, ga hier niet te diep op in) van de kinderen, maak je een afspraak met de kinderen. Iedereen heeft recht op inspraak en een eigen mening. Daarom gaan we het volgende afspreken. Als iemand zijn mening wil delen, of als iemand iets vertelt, luistert de rest van de groep. Kinderen krijgen nu de kans om vragen te stellen omtrent je persoon zoals: wat is je hobby, je leeftijd, lievelingseten, etc. Daarna doe je een namenrondje. De bedoeling is dat ze hun naam zeggen en dat ze één extraatje over zichzelf vertellen (hobby, lievelingseten, beste vriend(in)). Leg hier de link met het recht op een naam. Vervolgens zetten de kinderen ze zich per kleur aan de bijhorende tafel. Materiaal: - (Versierde) schoenendoos met gleuf. - Gekleurde kaartjes aan een touw. - Gekleurde papieren om op de tafels te hangen. 21 Kinder Raad je recht!

Tips: - Zorg dat de inleiding en jezelf voorstellen op een enthousiaste manier gebeurt, zo heb je de kinderen sneller mee. - Let er op dat kinderen hun kaartjes niet wisselen. Het is belangrijk om kinderen te stimuleren om met alle kinderen samen te werken, ook al zijn dit niet hun vrienden. - Let erop dat het kaartje voor de persoon die alleen zit, zeker wordt genomen. Als er een kind ziek is, kan dat kaartje overschieten. Een mogelijke oplossing is vragen wie er wilt wisselen met zijn kaartje. 5 Inleefspel Doel: De kinderen worden zich meer bewust van hun rechten. Ze ervaren een schending van hun rechten. De rechten worden besproken en uitgelegd waardoor de kinderen leren wat hun rechten zijn en wat deze rechten inhouden. Tijdsduur: 20 minuten. Werkwijze: Alle kinderen zitten in groepjes aan hun tafel. Eén kindje zit alleen. Aan elke tafel is minstens 1 kind geblinddoekt, en is 1 kind zijn/haar hand ingewikkeld. Vertel niet tegen de kinderen dat het een inleefspel is. Geef de volgende instructie: Zo dadelijk gaan we te weten komen welke groep het handigst is en het hardst kan werken. Als ik start zeg krijgen jullie 5 minuten de tijd om zo veel mogelijk vliegers te plooien. We gaan eens zien welke groep het meeste vliegertjes kan plooien. Zeg tegen de kinderen dat je zult aftellen wanneer ze mogen beginnen, zo voorkom je dat ze meteen de papieren nemen en houd je de spanning erin. Het moet op een competitie lijken zodat de kinderen echt gedreven zijn. Maar er zijn een aantal regels waaraan jullie je moeten houden: - Tafel rood: Deze kinderen mogen praten. Alle andere tafels moeten zwijgen. Ik wil geen woord horen. - Aan elke tafel moet 1 kind worden geblinddoekt en 1 kind moet zijn hand inwikkelen. - Tafel groen: Ik kom dadelijk uitleggen hoe jullie moeten plooien. De rest trekt zijn plan. - Om jullie wat te versterken kom ik dadelijk rond met water en eten (tafel blauw krijgt fruit en tafel geel krijgt proper water, de rest krijgt gekleurd water). Is dit duidelijk voor iedereen? Zijn er nog vragen? 3,2,1, Start! - Tafel oranje: Bij dit kind wordt de blinddoek afgenomen (kindje dat alleen zit). 22 Kinder Raad je recht!

Voor het inleefspel en de bespreking worden niet alle 17 rechten gebruikt omdat dit teveel tegelijk is. Je kunt zelf bepalen welke rechten je wel of niet aan bod wil laten komen. 14 kinderrechten (die wij gebruiken): - Recht op bescherming tegen uitbuiting - Recht op verzorging bij ziekte of handicap - Recht op een naam en een nationaliteit - Recht op gezonde voeding, water, kleding en onderdak - Recht om bij de eigen familie te zijn - Recht op een eigen mening en op inspraak - Recht op onderwijs en informatie - Recht op veiligheid en bescherming - Recht op een eigen geloof en cultuur - Recht om samen te komen met anderen - Recht op spel en vrije tijd - Recht op zorg - Recht op een gelijke behandeling - Recht op een privéleven Niet alle rechten komen aan bod tijdens het inleefspel, maar worden erna wel besproken. Deze rechten hangen allemaal verspreid aan de muur in het lokaal. Deze rechten met tekening vind je terug in bijlage 1, kinderrechten. Volgende rechten worden gedurende de 5 minuten geschonden: - Bescherming tegen uitbuiting: Iedereen moet vliegers plooien. Er wordt geen pauze ingelast. - Samenkomen met anderen: één kind wordt apart gezet en moet alles op zijn eentje doen. - Verzorging bij ziekte of handicap: Van elke groep krijgen twee kinderen een handicap. Het ene kind blinddoekt zich, het andere wikkelt zijn hand in. Het kind dat alleen zit, moet zich blinddoeken. Dit moeten ze zelf doen voordat ze de vliegertjes mogen beginnen plooien. Controleer of de kinderen dit op een juiste manier doen. Ze moeten zelf uitzoeken hoe ze het beste vliegers kunnen plooien, en hoe ze elkaar kunnen helpen. - Onderwijs en informatie: Slechts bij één groep leg je uit hoe ze vliegertjes kunnen plooien. De andere groepen krijgen hier geen uitleg over. Zij moeten hun plan trekken. - Eigen mening en inspraak: Eén groep mag praten. De andere groepen moeten zwijgen. 23 Kinder Raad je recht!

- Zorg: Het kindje dat alleen zit wordt na het begin van het spel meteen geholpen. Benadruk dat het nogal moeilijk is om vliegers te plooien als je niets kan zien. Zeg dat je komt helpen en neem de blinddoek bij het kind af. - Gezonde voeding: Bij één groepje zet je tijdens het rollenspel heel wat fruit op de tafel. Leg uit dat ze hier zo veel van mogen eten als ze willen. Zorg ook dat alle andere kinderen dit horen en zien. - Veilig water: Eén groepje krijgt fris, goed uitziend water tijdens het rollenspel. De andere groepen geef je water dat gekleurd is (met kleurstof). Zeg dat ze hiervan mogen drinken, maar liefst niet te veel. Zeg dat het water niet zo gezond is en dat je er gemakkelijk ziek van wordt. - Gelijke behandeling: dit recht wordt sowieso uitgespeeld aangezien de rechten worden verdeeld onder de groepen. De groepen worden niet gelijk behandeld. - Zorg er altijd voor dat het groepje dat nog geen recht heeft gekregen dit nu dan wel krijgt. Elke groep krijgt dus minstens één recht. Tijdens het rollenspel mag je af en toe zeggen hoeveel tijd ze nog hebben. Je mag streng optreden. Eis dat ze zwijgen. Zo houd je de spanning er in. Tel de laatste tien seconden ook af en zeg dat ze dan hun handen in de lucht doen. Hierna is het spel gedaan. Laat elke groep hun vliegers tellen en zet de winnaar duidelijk in de verf. De vliegers worden aan de kant gelegd en alle kinderen mogen in het midden (in een kring) gaan staan. Stel enkele vragen: - Wat gebeurde er tijdens het spel? - Wat moesten jullie doen? - Was dit moeilijk/makkelijk? Waarom? - Is de wedstrijd eerlijk verlopen? Waarom wel/niet? - Leg uit dat er inderdaad iets mis was en dat dit te maken had met kinderrechten waarover in het begin gesproken werd. Niet alle kinderen kregen dezelfde rechten tijdens dit spel. Leg uit dat alle rechten in het lokaal hangen. Geef hen enkele minuten om de kinderrechten (die in het lokaal aan de muur hangen) rustig te bekijken. Vraag hen na te gaan welke rechten of het gebrek eraan zij aangevoeld hebben tijdens het spel. Na 2 minuten moeten de kinderen bij één bepaald recht gaan staan dat ze duidelijk hebben ervaren (positief of negatief). Ze nemen deze tekening mee en gaan in een kring zitten. Bespreek waarom ze deze rechten hebben gekozen. 24 Kinder Raad je recht!

Waarom hebben jullie dat recht gekozen? - Hoe hebben jullie dat ervaren? Was dit een positieve of negatieve ervaring? - Wie heeft dit nog ervaren? - Wat denken jullie dat het recht inhoudt? - Hebben jullie in jullie eigen leven ook met dit recht te maken? - Kan je een voorbeeld geven hoe dit recht op de school tot uiting komt? Als al de rechten besproken zijn die de kinderen hebben ervaren, richt je je op de overige rechten die nog aan de muur hangen. Gebruik volgende vragen: - Welke rechten zien jullie nog hangen? - Wat denken jullie dat het betekent? - Kunnen jullie een voorbeeld geven? Verzamel al de rechten en leg ze aan de kant. Materiaal: - Papier om vliegertjes te maken. - Sjaals/windels om kinderen blind te maken en hun hand in te binden. - Fruit. - 1 fles zuiver water. - 1 fles water met kleurstof. - Bekertjes. - A4-bladen met kinderrechten op. - Plakband. Tips: - Indien de kinderen niet willen meewerken of niet akkoord gaan omdat hun recht op gelijkheid wordt geschonden probeer je het spel niet te doorbreken. Leg uit dat je er later nog op zal terugkomen. - Probeer er zo veel mogelijk een competitie van te maken. - Probeer alle kinderen zo goed mogelijk in het oog te houden. - Laat vooral de kinderen aan het woord en stimuleer hen om te vertellen. - Zorg ervoor dat de kinderen zeker naar elkaar luisteren. - Zorg dat iedereen voldoende inbreng heeft. - Dwing de kinderen niet om iets te zeggen. - Let erop dat de regels voor het inleefspel duidelijk zijn. Zo ervaren de kinderen beter dat hun rechten worden geschonden. 25 Kinder Raad je recht!

- Laat de kinderen hun vliegers tellen en zet de winnaar duidelijk in de verf (zodat de kinderen echt voelen dat het recht van gelijkheid wordt geschonden, want de wedstrijd wordt niet eerlijk gespeeld omdat sommige een handicap hebben). 6 Recht erop! Doel: De betekenis van de verschillende kinderrechten wordt uitgediept. De kinderen denken na over hoe kinderrechten deel uitmaken van hun eigen leefwereld. We leggen de link tussen de kinderrechten en het leven in hun gemeente. Tijdsduur: 25 minuten. Werkwijze: Leg uit dat de kinderen in groepjes gaan werken. Ze moeten plaatsnemen aan een tafel waarop een aantal flappen liggen met daarop 1 bepaald recht en enkele afbeeldingen. (Tip: zorg ervoor dat de rechten goed worden verdeeld zodat er geen verwarring kan ontstaan tussen twee rechten. Bijvoorbeeld het recht op spel en vrije tijd lijkt op het recht om samen te komen met anderen, dus deze twee mogen niet samen op één tafel liggen). De kinderen worden ingedeeld in 4 groepen. Gebruik hiervoor de groepen van het inleefspel. Het kind dat alleen zat, mag zelf een groep kiezen of gaat bij de groep zitten waar het minste kindjes zijn. Op elke tafel ligt: - 3 of 4 flappen, waarop telkens 1 recht staat, - Een pakket foto s, - Lijm, - Enkele balpennen. Opdracht 1: Kleef de afbeeldingen bij het juiste recht. Als ze klaar zijn, wordt er doorgeschoven. Zo komen de kinderen terecht bij de volgende tafel. Daar vinden ze nu de flappen met de rechten erop en de bijbehorende afbeeldingen erbij geplakt (van de vorige oefening). Geef hen de volgende opdracht. Opdracht 2: Schrijf bij elk recht een voorbeeld van hoe het recht in je eigen leven aan bod komt. Probeer zo veel mogelijk bij elke tafel langs te gaan om hen te helpen als er eventuele vragen zijn. Als dit is gebeurd, mogen de kinderen opnieuw doorschuiven naar een volgende tafel. 26 Kinder Raad je recht!

Opdracht 3: Schrijf bij elk recht een voorbeeld van waar het recht zichtbaar is in de gemeente. Bijvoorbeeld recht op geloof: kerk; recht op spel: speelpleintjes; recht op naam: gemeentehuis; etc. Als dit is gebeurd, mogen de kinderen een laatste keer doorschuiven naar een volgende tafel. Deel de quotes met betrekking tot de gemeente uit (zie bijlage 3). Opdracht 4: Plak de juiste quote bij het juiste recht. Met deze quotes worden verdere linken aangereikt met de gemeente. In totaal schuiven de kinderen 4 keer door zodat ze alle kinderrechten minstens 1 keer gezien en besproken hebben. Als dit is gebeurd, mag elk groepje 1 flap kiezen van de tafel waar zij op dat moment aan zitten. Het recht dat zij het belangrijkst/interessantst/ vinden. Iedereen gaat terug in het midden in een grote kring zitten. Om de beurt wordt elk recht overlopen en gevraagd waarom ze dit hebben gekozen. Ga vooral in op de voorbeelden. Let hierbij goed op je tijd! Probeer ook al te toetsen welke andere rechten de kinderen het belangrijkst vinden in hun gemeente. Zo kan je snel en gemakkelijk overgaan naar de volgende werkvorm. Probeer tijdens dit gesprek ook in te gaan op de verantwoordelijkheden die aan elk van de rechten verbonden zijn (bv. recht op privacy, recht op veiligheid, recht op eigen mening ). Materiaal: - Flappen met 14 kinderrechten (evt. velcro op de flappen om de voorbeelden en afbeeldingen vlotjes op de flappen te kleven). - Kaartjes met afbeeldingen (evt. velcro). - Kaartjes met de quotes. - Voldoende balpennen of alcoholstiften. - Lijm. Tips: - Let goed op je tijd. - Leg de flappen duidelijk en zichtbaar op de tafel. - Stel extra vragen als de kinderen geen inspiratie hebben bij het verzinnen van eigen voorbeelden. 27 Kinder Raad je recht!

7 Kinderen komen op voor kinderrechten Doel: De kinderen kiezen welk recht meer aandacht verdient in hun gemeente. Dit kunnen ze creatief weergeven via de poster. Ze denken kritisch na over hun rechten in hun gemeente. Tijdsduur: 30 minuten. Werkwijze: Nadat alle rechten besproken zijn via de flappen, moet elk kind apart één recht kiezen. Dit moet een recht zijn waarvan het kind vindt dat er meer aandacht aan besteed moet worden in de gemeente. De bedoeling is dat de kinderen iets uitwerken rond dit recht. Dit kan een actie, tekening, zijn. De kinderen die hetzelfde recht kiezen mogen een groep vormen. Zo kunnen er verschillende groepjes ontstaan die samen rond een actie werken over hun gekozen kinderrecht. Ga kort in op de gekozen rechten. Waarom hebben jullie dat recht gekozen? - Wordt er voldoende aandacht aan besteed in jullie gemeente? Hoe gebeurt dat? - Moet er meer aandacht aan besteed worden in jullie gemeente? Hoe zou dat kunnen? De verschillende groepen krijgen een blanco poster waarop ze een tekening rond hun gekozen kinderrecht mogen maken met kleurpotloden/stiften of een collage. Onderaan de poster staat er geschreven: kent zijn/haar rechten! Op de stippellijnen kunnen de kinderen hun naam/namen invullen. Bespreek op voorhand met de kinderen wat er met de posters moet gebeuren. Bespreek vooraf met de jeugdconsulent wat de mogelijkheden zijn. (Het kan zijn dat deze posters niet afgewerkt raken in de workshop wegens tijdstekort. Bespreek daarom met de jeugdconsulent of hij/zij hier eventueel nog rond wilt werken). Verschillende suggesties rond wat ze met deze poster kunnen doen: - De kinderen kunnen de posters mee naar huis nemen. - Ze kunnen de posters in de school ophangen bv. Een poster rond het recht op voeding in de refter op hun school hangen, een poster rond het recht op onderwijs in hun klas hangen, een poster rond het recht op spelen op de speelplaats van hun school hangen, - De kinderen kunnen de posters ophangen in het gemeentehuis. - Het is leuk om de actie nog groter te bekijken en de posters bijvoorbeeld aan plakpalen te hangen, uit te delen aan huizen zodat de inwoners deze aan hun raam hangen, Dan kunnen de kinderen er een soort van campagne van maken waarbij ze op stap gaan met de jeugdconsulent om hun actie echt in de 28 Kinder Raad je recht!

schijnwerpers te zetten. Deze actie kan dan bijvoorbeeld gefilmd en achteraf gemonteerd worden. De filmpjes kunnen dan bijvoorbeeld op de site van de school gezet worden, naar Karrewiet gestuurd worden, op YouTube gezet worden, Ze laten zien dat ze hun rechten kennen en dat ze deze ook bekend willen maken aan het brede publiek. Als de kinderen klaar zijn met hun poster, bespreek je wat ze hebben getekend. De actie die zij hebben verzonnen, kunnen ze aan de jeugdconsulent doorgeven zodat deze zal worden uitgevoerd. Het is leuk als je tijdens de workshop ook opnames en foto s maakt. De kinderen kiezen zelf wat ze doen met deze beelden zodat het recht op privacy niet wordt geschonden. Dit zal ook eerst besproken moeten worden in het voorgesprek met de jeugdconsulent, de kinderen en hun ouders. Materiaal: - Kleurpotloden, stiften, tijdschriften, lijm, etc. - Verf. - Blanco posters. Tips: - Stimuleer de kinderen die niet goed weten wat ze willen door extra vragen te stellen. - Haal de afbeeldingen van de kinderrechten van de vorige opdracht weg, zodat de kinderen gestimuleerd worden om origineel uit de hoek te komen. Anders tekenen sommigen letterlijk wat ze zien zonder er verder bij na te denken. - Probeer een goede afronding te bekomen. Dit kan je doen door te verwijzen naar de jeugdconsulent. Zeg dan dat de kinderen in samenspraak met de jeugdconsulent kunnen overleggen wat ze met de posters gaan doen. 8 Laag, hoog, hoger Doel: De kinderen kunnen evalueren en hun opmerkingen uitten. De begeleider en de workshop wordt kritisch beoordeeld. Tijdsduur: 5 minuten. 29 Kinder Raad je recht!