BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR



Vergelijkbare documenten
PERSOONLIJKE COMPETENTIEMATRIX STAGE

* schrappen wat niet past

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

1. Functionele gehelen

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: Academiejaar: Aantal studiepunten: 6

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

De verhouding tussen de basiscompetenties, de Dublindescriptoren en de domeinspecifieke leerresultaten

Functiebeschrijving beleidsmedewerker

AVONDTRAJECT LER BaSO MDT 1 & 2 PRAKTIJK 1 Synthesedocument MENTOR

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

EVALUATIEFORMULIER (5 blz) stage niveau 6 3 Bachelor secundair onderwijs

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom

breidt zijn professionele grondhouding uit: is kritisch ingesteld, creatief, organisatorisch sterk en flexibel

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3

Competentiegerichte Standaard voor Praktijk

De cursist moet geen opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen.

ECTS- FICHE. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Functiebeschrijving mentor

kempelscan K1-fase Eerste semester

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

kempelscan P2-fase Studentversie

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom. De cursist moet de volgende opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen:

Onderwijs- en onderzoeksopdrachten (OOO) A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 2

Model loopbaanbegeleiding - Marc De Brauwere, schoolbegeleider & Werkgroep regio Vlaamse Ardennen/Denderdal dpb Gent

Leerlijn Vakdidactiek Aardrijkskunde

De 10 basiscompetenties van de leraar

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

ECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck

Basiscompetenties, opleidingsspecifieke accenten en attitudes KdG

Ondersteuning door kennis van :

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs

Beste student, beste klasmentor,

De student toont weinig interesse in. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool.

Eindevaluatiedocument

Leerlijn Vakdidactiek Aardrijkskunde

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Beste student, beste klasmentor,

Leerlijn Vakdidactiek Aardrijkskunde

Matrix gedragsindicatoren

Leerlijn Vakdidactiek Aardrijkskunde

1 COMPETENTIEVELD 1: LERAARS BEWEGEN VOOR KINDEREN

Communicatie en overleg (COO) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Attitudes. Stage tweede programmajaar. Naam student: School: Datum stage: Mentor(en): Leeftijd kleuters:

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Bijlage: Mogelijke evaluatiecriteria voor leraren secundair onderwijs

LEERLIJN STAGE BcLK Legende:

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Competentievenster 2015

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 1

ECTS-fiche Didactische competentie praktijkinitiatie (DCP)

ECTS-fiche VAKDIDACTISCHE STAGE

Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

1 Interpersoonlijk competent

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen?

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Word jij leerkracht op de Tienerschool?

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 2 PERIODE 2

Functiebeschrijving van preventie adviseur

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V.

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Aantekenformulier van het assessment PDG

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Functiebeschrijving van onderwijzer(es) Bijlage 3: Basiscompetenties

FORMULIER MENTOREN bachelor kleuteronderwijs tweede opleidingsfase (2 BaKO) m.i.v. semester 5

Ontwerp van type aanvangsbegeleidingsplan voor het onthaal, de begeleiding en de vorming van nieuwe leraren op de school

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

POP Martin van der Kevie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Studiewijzer Diversiteit

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

ECTS-fiche. Opleiding Didactische Competentie algemeen

KIJKWIJZER VOOR PAV-BUNDELS

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Leerlijn Vakdidactiek Aardrijkskunde

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Interpersoonlijk competent

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

1. Stageopdracht. Beste vakmentor

Bijlage 4: stage-info voor directie en mentoren.

Transcriptie:

Opleidingsinstelling Adres Telefoon fax BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR Identificatie Naam student/cursist: Opleidingsonderdeel/module: Stageplaats: Vakmentoren: naam en contactgegevens Periode: O = onvoldoende W = werkpunt G = goed ZG = zeer goed Het is niet de bedoeling alle items te beoordelen. Enkel de items die van toepassing zijn en waar iets zinvol over gezegd kan worden, krijgen een score. De afzonderlijke scores worden niet verrekend in een gemiddelde score. Indien gewenst, is er steeds de mogelijkheid om persoonlijk contact op te nemen met de opleidingsinstelling. Uitleg differentiatie door de opleidingsinstelling. 1 Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen Voorbereiding van de stage O W G ZG 1.1 Schrijft degelijke lesvoorbereidingen uit. 1.2 Bestudeert en beschrijft de didactische beginsituatie (praktisch, leerling, vakinhoudelijk) voldoende. a Heeft zich geïnformeerd over de didactische beginsituatie via vakmentor, eindtermen, leerplannen. b Beschrijft de didactische beginsituatie op een correcte en volledige wijze. c Houdt rekening met de beginsituatie (praktisch, leerling, vakinhoudelijk). 1.3 Kiest en formuleert zinvolle en correcte doelstellingen. a Kan concrete en zinvolle doelstellingen formuleren in functie van het lesonderwerp. b Formuleert zowel doelstellingen over kennis, vaardigheden als attitudes. c Heeft aandacht voor vakoverschrijdende doelstellingen en VOET. d Evalueert of de doelstellingen tijdens de les door de meerderheid van de leerlingen bereikt zijn. 1.4 Selecteert een passende leerinhoud i.f.v. beginsituatie van leerlingen, leerplan, beschikbare tijd en maatschappelijke relevantie. 1/6

Uitvoering van de stage O W G ZG 1.5 Bouwt de leerinhoud gestructureerd op met aandacht voor vlotte overgangen tussen de lesfases. a Bouwt een gestructureerde les op met inleiding, midden en slot. b Wisselt af tussen verwerving en verwerking van de leerinhouden. c Heeft aandacht voor een duidelijke samenhang en overgang tussen lesfasen. 1.6 Kiest en gebruikt passende werkvormen i.f.v. leerlingen, doelstellingen, lestijd en beschikbare ruimte. a Kiest doordacht werkvormen met aandacht voor afwisseling. b Zorgt voor een correcte uitvoering en vlot verloop van de gekozen werkvorm. 1.7 Ontwikkelt en gebruikt passend didactisch materiaal (werkblad, verbetersleutel, PowerPoint, digitale bordles, praktijkmateriaal, ). a Kiest zinvolle media om de lessen te ondersteunen. b Kan vlot werken met de gekozen media. c Ontwikkelt zelf zinvol en didactisch verantwoord materiaal. 1.8 Realiseert een krachtige leeromgeving met aandacht voor heterogeniteit, motivatie, vraagstelling, instructies, activiteit, authenticiteit, ICT en reflectie. a Hanteert een motiverende aanpak. b Formuleert korte, gerichte en ondubbelzinnige vragen en instructies. c Laat leerlingen de leerinhouden actief ontdekken en verwerken. d Integreert ICT op een functionele manier. e Schenkt aandacht aan het reflecteren van leerlingen over hun leerproces. Evaluatie en differentiatie in de stage O W G ZG 1.9 Stelt doelgerichte vragen, taken en opdrachten voor evaluatie op. a Controleert frequent of leerlingen het leerproces begrijpen. b Kan duidelijke en ondubbelzinnige toetsvragen opstellen. 1.10 Stelt een concrete remediëring voor aan de hand van een foutenanalyse. a Interpreteert de fouten van leerlingen correct. b Stelt een activiteit voor remediëring voor. 1.11 Past vanuit observatie verschillende vormen van differentiatie op het goede moment toe. 1.12 Kan leerprocessen opzetten vanuit vakoverschrijdend perspectief. a Kan eigen vakinhouden met elementen uit andere disciplines verbinden. b Werkt mee aan projecten waarin leerinhouden uit verschillende vakken geïntegreerd zijn. 2/6

2 Opvoeder O W G ZG 2.1 Creëert een leer- en leefomgeving die door de leerlingen als stimulerend wordt ervaren. 2.2 Bouwt positief contact op met de leerlingen. 2.3 Heeft aandacht voor welbevinden en betrokkenheid bij alle leerlingen. 2.4 Gaat adequaat om met de sociale en culturele diversiteit onder de leerlingen. 2.5 Heeft aandacht voor een passende attitudevorming van leerlingen en bereidt hen voor op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie. a Gedraagt zich volgens het pedagogisch project van de school. b Let erop dat leerlingen het schoolreglement naleven. c Stimuleert de leerlingen bij het nemen van verantwoordelijkheid en maatschappelijke participatie. 2.6 Gaat adequaat en discreet om met anderstalige leerlingen, leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden. a Kan communiceren met leerlingen met diverse taalachtergronden. b Herkent signalen die kunnen wijzen op sociaal-emotionele of gedragsproblemen. c Gaat gepast om met leerlingen met gezondheidproblemen of fysieke beperkingen. 2.7 Treedt preventief op i.v.m. probleemgedrag in de klas en op school. 3 Inhoudelijk expert O W G ZG 3.1 Beheerst de vakinhoud die onderwezen wordt. a Kan de vakinhoud begrijpelijk, concreet en correct overbrengen. b Beschikt over voldoende achtergrondinformatie om vragen te beantwoorden. c Heeft nagedacht over problemen die de leerlingen kunnen hebben met betrekking tot de vakinhoud. 3.2 Beheerst de vaardigheden eigen aan het vak. 3.3 Past specifieke vakdidactische principes toe. 3.4 Vertaalt de leerinhouden naar de leefwereld van de leerlingen. 3.5 Raadpleegt kritisch verschillende informatiebronnen voor lesmateriaal. 3.6 Actualiseert leerinhouden. 3.7 Legt verticaal en horizontaal verbanden in het vakgebied. 3/6

4 Organisator O W G ZG 4.1 Bevordert een gestructureerd werkklimaat (klasmanagement). a Durft afspraken maken, instructies geven en past de regels consequent toe. b Merkt ordeverstorend gedrag op en kan hierop gepast reageren. 4.2 Zorgt voor een goede timing en aangepast lestempo. 4.3 Zorgt voor een goede planning en uitvoering van eigen taken in verband met lesgeven. a Bezorgt de lesvoorbereiding tijdig aan de mentor volgens de gemaakte afspraken. b Voorziet tijdig alle benodigdheden voor de uitvoering van de les. 4.4 Geeft concrete instructies bij de organisatie van diverse didactische werkvormen met oog voor veiligheid, orde, efficiëntie, 4.5 Voert op correcte wijze een aantal administratieve taken uit die behoren tot het takenpakket. 4.6 Zorgt voor een goede materiële organisatie tijdens de les en ruimt het materiaal tijdig op. 5 Innovator en onderzoeker O W G ZG 5.1 Creëert en hanteert vernieuwend didactisch materiaal (concreet materiaal, cursustekst, werkbladen, ICTmateriaal, PowerPoint, ) en baseert zich niet uitsluitend op het beschikbare materiaal. 5.2 Gebruikt vernieuwende werkvormen (coöperatief/zelfstandig leren, integratie ICT, thematisch werken, ) 5.3 Neemt op een gepaste manier feedback (ook negatieve) in ontvangst. 5.4 Stuurt het eigen functioneren bij en houdt rekening met eerder verkregen feedback. 4/6

6 Taal O W G ZG 6.1 Gebruikt een correcte en rijke mondelinge taal tijdens het lesgeven en in contact met mentoren. a Gebruikt consequent de je-vorm. b Articuleert duidelijk met een gepast tempo en stemvolume. c Heeft een zuivere uitspraak zonder dialectklanken. d Spreekt op een expressieve manier. 6.2 Gebruikt een correcte en rijke schriftelijke taal in lesvoorbereiding, werkblaadjes, e-mails, agenda en op het bord. 6.3 Hanteert een begrijpelijke taal, aangepast aan het (taal)niveau van de leerlingen. 6.4 Stimuleert correct taalgebruik van de leerlingen. 7 Attitude O W G ZG 7.1 Neemt zelfstandig beslissingen. 7.2 Gedraagt zich correct in relatie met directie, mentoren en leerlingen. 7.3 Is kritisch ingesteld en bereid zichzelf in vraag te stellen. 7.4 Is leergierig en zoekt actief naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. 7.5 Is erop gericht de taken zo te organiseren dat het doel efficiënt bereikt wordt. 7.6 Is bereid samen te werken met anderen. 7.7 Toont zich verantwoordelijk voor de positieve ontwikkeling van de leerlingen. 7.8 Is flexibel en bereid zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden. 5/6

8 Houding in de klas O W G ZG 8.1 Heeft een enthousiaste, expressieve uitstraling en een motiverende lichaamstaal. 8.2 Heeft voldoende oogcontact met de leerlingen. 8.3 Heeft een verzorgd voorkomen en houdt hierbij rekening met afspraken in de stageplaats. 8.4 Heeft oog voor non-verbale signalen van leerlingen. 8.5 Gebruikt de volledige ruimte. 9 Overige competenties van de leerkracht O W G ZG 9.1 Partner van ouders of verzorgers a Kan zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerling. b Kan relevante informatie over de leerling uitwisselen met ouders, verzorgers. 9.2 Lid van een schoolteam a Neemt deel aan overleg in de stageplaats (klassenraden, vakgroep, taakverdeling, ) b Neemt taken op zich die niet onmiddellijk tot de lesopdracht behoren en leeft afspraken na. 9.3 Partner van externen Werkt, in overleg met collega s, samen met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden. 9.4 Lid van de onderwijsgemeenschap Kan meepraten over onderwijskundige thema s en het beroep van leraar. 9.5 Cultuurparticipant Dialogeert over en stelt zich kritisch op ten aanzien van sociale, levensbeschouwelijke en culturele thema s. Datum Naam en handtekening vakmentor(en) 6/6