Beleidsnota Maatschappelijk nuttig werk gemeente Leeuwarden 2014



Vergelijkbare documenten
Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Uitvoeringsprogramma Vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

gemeente roerdalen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen heeft;

Datum 30 januari 2017 Behandeld door Pauline Scheffers

Voorbereiden door krachten te bundelen Visie op nieuwe taken Vernieuwingen in welzijn, (jeugd)zorg en werk... 2

Startnotitie. Vrijwilligerswerk Vrijwilligers maken het verschil! Versie: 21 april

Tegenprestatie naar Vermogen

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Beschut werk in Aanleiding

Plan van Aanpak 2015 BUCH-gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo

TEGENPRESTATIE REGIO ZUID-KENNEMERLAND HAARLEM ZANDVOORT HEEMSTEDE BLOEMENDAAL HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

Participatiewet: Zonder transformatie geen goede transitie

No besluit vast te stellen de. Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Twenterand

Doel. 1 Gemeenten kunnen met de voorziening beschut werken mensen in een dienstbetrekking laten werken. Het

INFORMATIE TOOLKIT VOOR VRIJWILLIGERS

Is er plek voor tegenprestatie in uw organisatie? Aschwin van den Abeele Directeur SWH

Beleidsnota Tegenprestatie naar vermogen. Gemeente Borne

2. Bijgaande begrotingswijziging vast te stellen.

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/6

Brede Welzijnsinstelling. Stand van zaken ten behoeve van De raadscommissie Samenleving

Beleidsnota 'Tegenprestatie naar vermogen' gemeente Borne

Eigen Kracht van barrière naar carrière

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Plan van Aanpak. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Onderdeel. Maatschappelijke Stage

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maassluis. Geacht college van Burgemeester en Wethouders,

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS )

Uitgangspunten vrijwilligersbeleid Papendrecht

Agendapuntnr.: Renswoude, 27 oktober Nr.: Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015

Raadsstuk. CDA fractie Haarlem Cees-Jan Pen/Ria Keesstra. College van B&W T.a.v. portefeuillehouders Onderwijs en Welzijn

Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.

15 november 2012 NOVi-bijeenkomst Begrippenkader Vrijwilligerswerk 52 vrijwilligerscentrales nvt

Uitvoeringsprogramma Wmo 2013

De 3 decentralisa.es in het nieuws van 2015

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Visie op participatie

Steunpunten vrijwilligers en mantelzorg

Beleidsregels subsidies Hof van Twente 2014

Projectplan

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

gemeente Eindhoven Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

Arbeidsmatige dagbesteding, beschut werk en toeleiding naar werk in samenhang. 12 december 2012

De Wmo en de decentralisaties

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. Agenda nr. 7

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond

MEMO U U Aan Deelnemers van de fysieke en digitale overlegtafel inkoop re-integratie en (beschut) werk

Bouwstenen voor Burgerkracht. Dag van de transities, 19 november 2014 Helga Koper en Lydia Sterrenberg

Samenwerkingsovereenkomst Maatschappelijke Stage. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015

Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten

besluit vast te stellen de Bijlage van de gemeente Wijchen bij de Verordening tegenprestatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

b e s l u i t : Het college kan een tegenprestatie opdragen voor zover die werkzaamheden:

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Kadernota. Meedoen. Midden-Drenthe

COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/003186

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

De ondersteuning voor elkaar

Gemeente Heerlen - Beleidsregel Tegenprestatie naar vermogen 2015

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Ontwikkeling Ketenaanpak Taal en Activering voor Allochtone Vrouwen. InterConnect

Uit vrije wil. Actieplan vrijwilligerswerk

Advies van de Stedelijke Wmo-Adviesraad Amsterdam over Concept Uitvoeringsprogramma Vrijwillige Inzet. Datum: 2 september 2010

Verordening Tegenprestatie WerkSaam Westfriesland 2015

Toelichting verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

De Participatieladder

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

De welzijnskoers Gemeente Roermond - afdeling Welzijn 2013

Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015

Inzet van middelen: dekking Dekking vindt plaats vanuit de reguliere financiële middelen armoedebestrijding.

Gewoon meedoen in je eigen wijk! TOOLKIT VOOR WERKERS

Amaryllis: Welzijn nieuwe stijl in Fryslân. Oebele Herder Mei 2011

Stroomopwaarts. Begeleiding jongeren met psychische kwetsbaarheid

Notitie. Tegenprestatie naar vermogen

WMO-beleidsnotitie van het Land van Cuijk participatie en vrijwilligers

Verslag expertmeeting Vrijwilligerswerk als (op)stap naar particpatie, dinsdag 9 december 2014 Aanwezig 43 personen (23 organisaties) 1

Raadsvoorstel. Vergadering van : 19 juli Agendanummer : 6. Actualisatie programma s , uitvoering motie nummer 5.

Onbeperkt Actief Deventer

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Toekomst welzijnsbeleid in Apeldoorn. Kadernota Welzijn, Vrijwilligerswerk & Mantelzorg

Instellen Vrijwilligersfonds

Nieuwe regels voor de bijstandsuitkering. De regels rond de bijstandsuitkering veranderen. Dat is een

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015;

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

gelet op; - artikel 35 lid 1 van de Participatiewet - het gestelde in de nota Samen actief tegen armoede en het daarin genoemde speerpunt;

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL)

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop

Programmabegroting

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Vrijwilligers in Maassluis

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden:

Herijking subsidierelatie ONIS: opdracht aan ONIS

Transcriptie:

Beleidsnota Maatschappelijk nuttig werk gemeente Leeuwarden 2014 Sector Werk en Inkomen Sector Zorg Hulpverlening en Sport 1

INHOUDSOPGAVE 1. Aanleiding 2. 0ntwikkelingen 3. Visie en doelstellingen 4. Resultaten 5. Organisatie en aanpak 5.1 Infrastructuur 5.2 Faciliteringsbudget 5.3 Begeleiding 6. Vervolg 2

1. AANLEIDING In de afgelopen jaren heeft in onze gemeente de nadruk gelegen op een sluitende aanpak van reintegratie. Naast arbeidsparticipatie is het van belang dat mensen de mogelijkheid hebben om op een andere manier aan de samenleving mee te doen. Daarbij gaat het niet alleen om bijstandsgerechtigden maar ook om mensen zonder werk en zonder uitkering die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Participatie hoeft niet alleen via betaald werk te verlopen. Mensen kunnen ook op andere manieren een bijdrage leveren aan de samenleving en werken aan hun eigen groei en toekomstperspectief. Bij de evaluatie van de pilot Maatschappelijke participatie (november 2010) is aan de raad een nota over maatschappelijk nuttig werk toegezegd. In deze nota zouden koppelingen tussen het Wmo budget en het participatiebudget concreet worden uitgewerkt. Tegelijkertijd nam de raad bij de behandeling van de begroting 2011 een motie aan waarin het college de opdracht kreeg om begin 2011 met een beleidsnotitie uitgangspunten vrijwilligerswerk te komen. Deze nota voldoet aan de twee vragen vanuit de raad. De kaders voor deze nota zijn: het collegeprogramma Doorpakken in nieuwe tijden; de gemeentelijke participatievisie Niemand aan de kant! In deze nota wordt een duidelijke visie met bijbehorende uitgangspunten neergelegd over maatschappelijk nuttig werk in de gemeente Leeuwarden. Hierbij komen aan de orde: de visie op maatschappelijk werk; het gebruik van bestaande mogelijkheden; de verbindingen; de verantwoordelijkheid en (faciliterende) rol van de gemeente. Tijdens de totstandkoming van de nota zijn er bijeenkomsten geweest met de betrokken organisaties, de Wmo adviesraden en de cliëntenraad Werk en Inkomen. 2. ONTWIKKELINGEN Er vinden op dit moment verschillende ontwikkelingen plaats die maken dat de inzet van maatschappelijk nuttig werk steeds belangrijker wordt. Ontwikkelingen zoals: - De stapeling van forse bezuinigingen voor de komende jaren. Bezuinigen op het participatiebudget, maar ook op het gebied van de Wmo en de AWBZ. - Decentralisatie van taken naar de gemeente (dagbesteding en begeleiding vanuit de AWBZ en regelingen over de onderkant van de arbeidsmarkt Wet werk naar vermogen ). - Ontwikkeling Welzijn Nieuwe Stijl/Amaryllis - De eis vanuit VWS om de basisfuncties vrijwilligerswerk 1 te waarborgen binnen iedere gemeente. - De theorieën op burgerschap/burgerschapsstijlen Tegelijkertijd trekt de overheid zich meer terug en wordt het in plaats van waar heb ik recht op, meer wat kan ik zelf bijdragen aan een oplossing. Er wordt steeds meer een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en het eigen netwerk van mensen. Burgers met een ondersteuningsbehoefte moeten meer gebruik gaan maken van hun eigen netwerk of van hun medeburgers die zich maatschappelijk nuttig voor hen inzetten. Er komt hierdoor een grotere druk op maatschappelijk nuttig werk. 1 De Basisfuncties zijn: het vertalen van maatschappelijke ontwikkelingen, het verbinden en makelen, het verstrekken, uitbreiden en verankeren van vrijwilligerswerk. 3

Definitie maatschappelijk nuttig werk Onder maatschappelijk nuttig werk verstaan we hier: - Het gewone vrijwilligerswerk; mensen die zich uit eigen beweging (op grond van intrinsieke motivatie) kosteloos inzetten voor een ander, een groep of de samenleving in zijn geheel. - Mantelzorgers; mensen die vanuit een persoonlijke relatie zorg dragen voor een familielid, vriend of kennis. - Maatschappelijk nuttige activiteiten die mensen met behoud van uitkering verrichten, soms binnen een re- integratie of inburgeringstraject, maar ook als ze geen traject volgen. - Activiteiten in het kader van het programma maatschappelijke participatie voor uitkeringsgerechtigden die geen arbeidsverplichting hebben, maar wel actief kunnen zijn. - Maatschappelijke stages voor leerlingen uit het voortgezet onderwijs. - Onbetaalde inzet door mensen met een beperking. - Onbetaalde inzet in het kader van Maatschappelijk verantwoord ondernemen. 3. VISIE EN DOELSTELLING We werken in Leeuwarden samen aan een veilige, duurzame en ongedeelde gemeente waarin respectvol met elkaar omgaan centraal staat. Een gemeente die kansen biedt aan iedereen en waar ook ieders inspanning nodig is om dit waar te kunnen maken. Een gemeente die staat voor de mensen die dat echt nodig hebben, en die een beroep doet op de inzet van mensen die de stad iets te bieden hebben. Voor diegenen die (nog) niet mee kunnen doen, bieden wij een vangnet gericht op activeren en zoveel mogelijk vergroten van zelfredzaamheid. We dagen iedereen uit om naar vermogen een maatschappelijke bijdrage te leveren. Jong (maatschappelijke stages), ouder (zilveren kracht), mensen met een beperking en/of een uitkering, kortom: iedereen doet mee naar vermogen. Voor uitkeringsgerechtigden geldt dat wanneer zij geen betaald werk kunnen doen, zij gestimuleerd worden om vrijwilligerswerk te doen. We willen ook mensen die in isolatie leven proberen te verleiden vrijwilligerswerk te doen, door bijvoorbeeld hen te wijzen op de mogelijkheden. WMO-contactmomenten (bijvoorbeeld aanvraag scootmobiel) kunnen daarvoor worden benut. Bereidheid tot participatie. Overigens levert volgens de burgerschapstheorie van Evelien Tonkens maatschappelijk nuttige inzet burgers ook iets op, zoals sociale contacten, vaardigheden, zelfontplooiing en verantwoordelijkheidsgevoel. Dit draagt bij aan een actief burgerschap. Leeuwarden participeert in het onderzoek van Evelien Tonkens naar burgerschap. Uit de eerste resultaten blijk dat de bereidheid tot participatie groter is dan wel wordt gedacht. Deze nota is geen omslag in beleid. Hij brengt in beeld op welke terreinen maatschappelijk nuttig werk een rol speelt. Het nieuwe is dat we de verschillende terreinen beter met elkaar willen verbinden waardoor de doelstelling om meer mensen te laten participeren kan worden bereikt. 4

4. RESULTATEN Hoe kan beter gebruik worden gemaakt van de bestaande mogelijkheden, hoe verbindingen beter worden gelegd en wat is de (faciliterende) rol van de gemeente hierin. De visie en uitgangspunten moeten tot de onderstaande resultaten leiden: a. Zoveel mogelijk burgers doen mee en stromen door op de participatieladder. De gemeente voert een actief beleid om zoveel mogelijk mensen via werk in hun inkomen te laten voorzien of wanneer dat niet mogelijk is in ieder geval actief te laten participeren in de maatschappij. Daarbij is het motto werken is het doel, participeren is de norm. Deze doelstelling vraagt een actieve aanpak van de groep burgers die gebruik maakt van een gemeentelijke uitkering. Dit is de opdracht van het (gemeentelijke) Werkplein. Bij dit participatiebeleid werken we met de participatieladder om de mate van participatie maar ook de groei te meten. De ladder heeft zes treden van participatie: Maatschappelijk nuttig werk is een manier om te groeien op de ladder. Mensen doen weer mee, krijgen arbeidsvaardigheden, komen weer in een ritme en doen sociale contacten op. Dit instrument willen we meer aan inzetten voor mensen zonder actueel perspectief op betaald werk. Niet alleen kunnen burgers op deze manier zelf participeren, maar zij maken het ook mogelijk dat de mensen, voor wie zij zich inzetten, mee kunnen doen. b. Meer beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Er wordt fors bezuinigd. Op de Wmo maar ook op de AWBZ en het Participatiebudget. Steeds meer zorg wordt vanuit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo (bijvoorbeeld begeleiding en dagbesteding). Dit vraagt om betere verbindingen en een efficiëntere inzet van middelen. Burgers moeten meer worden gestimuleerd een eigen verantwoordelijkheid te nemen en zelf oplossingen te zoeken. Niet daar heb ik recht op, maar wat kan ik zelf bijdragen aan een oplossing. Er wordt een beroep gedaan op het actief burgerschap en zelfredzaamheid. Eerst kijken of een hulpvraag binnen het eigen netwerk geheel of gedeeltelijk kan worden opgelost en/of door de inzet van maatschappelijk nuttig werk kan worden gedaan. Pas hierna wordt professionele zorg ingeschakeld. c. Efficiëntere inzet plaats vindt van gemeentelijke budgetten. Er zijn verschillende budgetten binnen de gemeente die worden gebruikt om maatschappelijke inzet te faciliteren. Enerzijds in de vorm van subsidies aan organisaties zoals het Vrijwilligersservicepunt (Wmo budget), anderzijds in de vorm van begeleidingskosten voor mensen die dat nodig hebben om actief te worden (Participatiebudget). Door deze budgetten waar mogelijk te koppelen en gezamenlijk in te zetten kan efficiencywinst worden behaald in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van maatschappelijke inzet. Dit betekent dat de focus meer komt te liggen op rendement van de inzet van middelen. 5

Bovenstaande resultaten leiden gezamenlijk tot winst voor het individu (meer zelfredzaamheid, doorstromen op de participatieladder etc.) en de samenleving als geheel (meer mensen doen mee, besparingen op duurdere individuele voorzieningen/uitkeringen). Ook al kennen we nog niet de precieze omvang van de (financiële) gevolgen waarmee we de komende jaren zullen worden geconfronteerd als gevolg van de forse bezuinigingen door het Rijk, het is goed om nu al te werken aan een infrastructuur met goede randvoorwaarden. Dit stelt ons in staat om straks beter in te spelen op de gevolgen van de krimp en de groter wordende vraag naar- en aanbod van maatschappelijk nuttig werk. We hebben de infrastructuur met heldere korte lijnen straks hard nodig. Nu niets doen levert het risico op dat we straks achter de feiten aanlopen. 5. ORGANISATIE EN AANPAK Om resultaten, genoemd in paragraaf 4, te bereiken zet de gemeente in op de volgende onderdelen: 1. een heldere infrastructuur met duidelijke verbindingen 2. een faciliteringsbudget 3. het bieden van begeleiding 5.1. Infrastructuur Er is een duidelijke infrastructuur nodig, die burgers (mensen die wel en die geen gebruik maken van gemeentelijke voorzieningen) uitnodigt om zich maatschappelijk in te zetten en die snel verbindingen kan maken tussen de ondersteuningsvragen die er zijn en het aanbod van vrijwilligers. De infrastructuur sluit aan bij Welzijn Nieuwe Stijl/Amaryllis. Zoveel mogelijk wijk/buurtgericht, erop af, uitgaan van de eigen kracht van mensen. Dit betekent ook dat het Vrijwilligersservicepunt vanaf 1 januari 2012 opgaat in de nieuwe welzijnsorganisatie samen met Welzijn Leeuwarden en Sinne Welzijn. Deze welzijnsorganisatie krijgt van de gemeente de opdracht deze infrastructuur te bewerkstelligen. Uitgangspunt daarbij is een scherpe opdrachtformulering. De infrastructuur bestaat uit: A. Sociaal wijkteam/buurtservicepunt (3 voor 8 aandachtswijken) De sociale werkers komen bij mensen thuis. Kijken naar ondersteuningsvragen, maar ook naar talenten en nodigen mensen uit om zich maatschappelijk nuttig in te zetten. Ook proberen ze zelf te makelen waar dit kan tussen het aanbod van vrijwilligers en de ondersteuningsvragen. Sociaal wijkteam/buurtservicepunt: Informatie en advies Makelen waar het kan Erop af De sociale werker komt verschillende soorten cliënten tegen namelijk: - de vragende cliënt: heeft een incidentele of structurele hulpvraag - de aanbiedende cliënt: heeft bepaalde talenten waardoor hij/zij beschikbaar is voor maatschappelijk nuttig werk. - De vragende en aanbiedende cliënten: hebben een hulpvraag, maar zijn daarnaast ook beschikbaar voor maatschappelijk nuttig werk. 6

Onderdeel van het sociaal wijkteam is het buurtservicepunt. Daar werken zoveel mogelijk vrijwilligers die buurtbewoners informatie en advies kunnen geven op het brede terrein van welzijn, dus ook over vrijwilligerswerk. Burgers kunnen zich daar ook aanmelden als vrijwilliger. B. Stedelijk servicepunt Het buurtservicepunt heeft korte lijnen met het stedelijk servicepunt. Het stedelijk servicepunt is voor die wijken waar geen sociaal wijkteam actief is. Burgers kunnen hier ook terecht voor informatie en advies. Ook voert het stedelijk servicepunt de makelaarsfunctie voor de maatschappelijke stage uit, aanvullend op wat in het buurtservicepunt geregeld kan worden. Daarnaast zorgt het stedelijk servicepunt voor snelle verbindingen tussen het aanbod van maatschappelijk nuttig werk en de ondersteuningsvragen die er zijn. De ondersteuningsvragen kunnen structureel zijn zoals ondersteuning bij de financiën, een maatje voor iemand zijn, maar ook ondersteuning bij de huishoudelijke hulp. Bij incidentele hulpvragen gaat het meer om het opknappen van een kamer, het begeleiden naar het ziekenhuis, het ondersteunen van de mantelzorger, boodschappen doen enzovoort. Stedelijk servicepunt: Informatie en advies Makelaarsfunctie Versterken vrijwilligerswerk Verankeren vrijwilligerswerk Deskundigheidsbevordering Uitvoeren maatschappelijke stages Multichannel bereikbaar Het stedelijk servicepunt maakt concrete afspraken met de volgende organisaties: - Platform vrijwillige thuishulp (Zonnebloem/Rode Kruis/St. Present, Humanitas, Aanzet, Unie van Vrijwilligers, Vrijwillige Palliatieve Thuiszorg). - Werkplein (team inburgering, jongerenloket, werkzoekendenteams, maatschappelijke participatie) - Scholen, in verband met maatschappelijke stages. - Bedrijven in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. - UWV, Caparis, MEE voor mensen uit de WSW en Wajongers (nog op te zetten buurtonderneming). - BV Sport. - Culturele instellingen. - Buurtonderneming (samenwerking met Caparis, waarbij medewerkers van Caparis ingezet kunnen worden bij ondersteuning in en rond huis). De afspraken gaan over: Het aanbod van mensen dat ze kunnen bieden die ingezet kunnen worden. Voor welke activiteiten/ondersteuningsvragen deze doelgroepen ingezet kunnen worden. Wanneer deze mensen ingezet kunnen worden en hoe lang (structureel/incidenteel)en op welke termijn. Mate van begeleiding of andere faciliteiten. Binnen de geschetste infrastructuur worden ook de initiatieven vanuit de gemeenteraad zoals de voorstellen Schone stad en Maak werk van werk meegenomen. Dit zijn meer of minder concreet uitgewerkte ideeën over de inzet van mensen die (nog) niet deelnemen aan het arbeidsproces ten behoeve van de samenleving. We hebben het dan vooral over de mensen die tot de doelgroep van de participatieverordening horen, en meer specifiek bijstandsgerechtigden zonder ontheffing van de arbeidsplicht die in staat zijn hun bijdrage aan de samenleving te leveren. Te denken valt aan het opruimen van (zwerf)afval, verzorgen rondleidingen Oldehove etc. Bij deze initiatieven is het doel vaak tweeledig: enerzijds een positief effect op de samenleving bereiken(wegnemen van ergernissen), anderzijds op het individu (doet weer mee, ontwikkelt zich). Dat past naadloos binnen het principe van wederkerigheid. 7

Ook initiatieven zoals de Buurtonderneming die Caparis samen met de gemeente ontwikkelt passen binnen deze infrastructuur. Beide servicepunten zijn achterliggende functies. Daar waar mensen met een hulpvraag zelf een organisatie kunnen vinden voor hulp of waar ze zelf hun aanbod van maatschappelijk nuttig werk kunnen matchen met een organisatie die van dat aanbod gebruik wil maken spelen de servicepunten geen rol. Organisaties zoals St. Present, Humanitas etc. blijven zelfstandige organisaties die zelf hun vrijwilligers kunnen inzetten, maar die samen kunnen werken met het stedelijk servicepunt, zodat vrijwilligers sneller ingezet kunnen worden op plekken waar ze nodig zijn. 5.2 Faciliteringsbudget De druk op organisaties om vrijwilligers te leveren wordt groter. Naast de structurele subsidie aan de nieuwe welzijnsorganisatie, stellen we daarom ook een faciliteringsbudget beschikbaar. Dit budget is onder andere bedoeld voor vrijwilligersorganisaties die kosten maken als het gaat om onkosten, kosten verklaring omtrent gedrag, reiskosten, coördinatiekosten en dergelijke. Het budget wordt, onder scherpe voorwaarden, beheerd door het stedelijk servicepunt. Het stedelijk servicepunt kan, uit dit budget, ook trainingen aanbieden waar alle vrijwilligers van diverse organisaties gebruik van kunnen maken. Het kan bijvoorbeeld gaan om een cursus voor het werven van fondsen of een voorzitterscursus. Maar ook cursussen om vaardigheden op te doen die nodig zijn voor het uitoefenen van onbetaald maatschappelijk nuttig werk. Het faciliteringsbudget is te vergelijken met het Stipejild zoals dat beschikbaar is voor mensen die een participatie of re-integratietraject volgen. Kenmerk van een dergelijk budget is dat zonder bureaucratische rompslomp snel en effectief de kleine financiële belemmeringen worden weggenomen zoals die hierboven zijn genoemd. Concreet betekent dit dat we als gemeente geen vrijwilligersorganisaties apart meer financieren. Zij kunnen gebruik maken van de diensten die via het buurt en/of stedelijk servicepunt worden aangeboden en daarnaast ook gebruik maken van het faciliteringsbudget Tot slot is dit budget is aanvullend op faciliterende instrumenten die we al hebben zoals de collectieve vrijwilligersverzekering 2, activeringspremies en vrijlatingen. 3 5.3 Begeleiding De gewone vrijwilliger heeft geen begeleiding nodig. Echter burgers die maatschappelijk nuttig werk doen met behoud van uitkering en/of in het kader van re-integratie of inburgeringstrajecten, mensen met een beperking of leerlingen die een maatschappelijke stage volgen, hebben meestal wel begeleiding nodig. Begeleiding die zorgt voor de continuïteit van het onbetaalde maatschappelijk nuttig werk. En die mensen de mogelijkheid biedt om de benodigde vaardigheden te leren. Mensen worden zoveel mogelijk begeleid vanuit de organisaties waar ze aan verbonden zijn. Organisaties zoals bijvoorbeeld MEE voor mensen met een verstandelijke en lichamelijke beperking en St. Aanzet voor mensen met een psychisch beperking, Caparis voor mensen in de Wsw. En in het kader van het programma maatschappelijke participatie, voor uitkeringsgerechtigden met ontheffing, door de organisaties waar zij hun activiteiten verrichten. 2 De gemeente heeft sinds 1 januari 2009 een collectieve vrijwilligersverzekering afgesloten. Hierdoor zijn alle vrijwilligers die vrijwilligerswerk doen in Leeuwarden of elders, maar voor een organisatie vanuit Leeuwarden, verzekerd. 3 op grond van de beleidsregels participatie kan een activeringspremie worden toegekend aan mensen die met behoud van uitkering maatschappelijk nuttig werk doen. Vergoedingen die vrijwilligers voor hun inzet ontvangen worden tot en bepaald bedrag niet op de uitkering gekort. 8

6. VERVOLG Als vervolg op het vaststellen van deze nota zullen we onderstaande acties ondernemen: Formulering van een scherpe opdracht voor de welzijnsorganisatie waarin de volgende zaken worden opgenomen: Verder uitwerken van de infrastructuur en het beschikbare budget 4. Concrete afspraken maken tussen het stedelijk servicepunt met alle genoemde organisaties. Voorwaarden rondom het beheer van het faciliteringsbudget en het beschikbare budget. Afspraken opstellen met de sociale wijkteams/buurtservicepunten over de taken op het gebied van maatschappelijk nuttig werk. Afspraken opstellen met het Werkplein, Carparis, MEE en st. Aanzet over de versterking van verbindingen tussen deze organisaties om de begeleiding van mensen optimaal op elkaar af te stemmen. 4 Er wordt voor de financiering van de verschillende onderdelen (infrastructuur, faciliteringsbudget en begeleiding) uitgegaan van de bestaande budgetten uit de begroting. 9