Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

29 juni 2009 Voortgangsrapportage Kwaliteitsagenda PO "Scholen voor morgen"

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

24 april 2008 PO/Kwaliteit/3518

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW Geacht schoolbestuur,

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs

Naar een nieuwe kleuterperiode in de basisschool

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Masterclass Opbrengstgericht werken en leerlingvolgsysteem. 2. Masterclass Fundamenten van het rekenen

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Introductie van de referentieniveaus in het primair onderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samen. stevige. ambities. werken aan.

Opbrengstgericht werken (OGW)

filmpje bewindslieden (

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS PROVINCIE GRONINGEN 2010 en 2011

Recht op geletterd(heid)!

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Opbrengsten maak er werk van!

Opbrengstgericht werken moet je doen! 3 e jaarcongres VMBO: Praktisch VMBO De Reehorst Ede, 24 januari 2012

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen

Datum 23 mei 2011 Betreft Aanbieding Actieplannen Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en Leraren

De rode draad BPS-PO 2014 Een zelfbeoordelingsinstrument om na te gaan in hoeverre de school het keurmerk BPS benadert

Kabinet steunt voorstel Goed onderwijs en bestuur

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jeugd. Passend onderwijs. Werkveld schoolpsycholoog gaat veranderen. Wilma Lozowski - beleidsmedewerker sector Jeugd NIP.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende

Voorstel taal- en rekenbeleid [school]

Advies aan staatssecretaris Dijksma over. Referentieniveaus taal en rekenen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Informatiebijeenkomsten Referentieniveaus Steunpunt PO

Van praktijk naar theorie naar praktijk D O O R L O P E N D E L E E R L I J N E N T A A L I N H E T O P E N B A A R O N D E R W I J S Z W O L L E

Achtergrond onderzoeksvraag 1

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. Islamitische basisschool Al- Qoeba

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Rapportage Resultaten eindtoetsen 2018

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. rkbs St. Jozef

Opbrengstgericht werken (OGW)

Referentieniveaus Nederlandse taal

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij RK basisschool De Fontein. : 's-gravenhage

Hoofdlijnenbrief SLOA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RESULTATEN. Rapportage De Kinkerbuurt, Amsterdam. Externe Benchmark

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE LEIDSE HOUTSCHOOL

Feedback conceptvisie MENS & MAATSCHAPPIJ

RESULTATEN. Saenstroom OPDC, Wormerveer april 2018

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Als je te weinig van een kind verwacht, komt er niet uit wat er in zit. Onderwijsminister Marja van Bijsterveldt INTERVIEW

Opbrengsten maak er werk van! Inspectie van het Onderwijs

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE,

Opbrengstgericht werken (OGW)

Onderzoek pilots opbrengstgericht leiderschap

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Koetsveldschool

29 januari 2008 PO/PMG/2007/48510

Uw brief van. 10 februari 2006

Informatieblad Rekenen September 2012 Locatie Zusterstraat Schooljaar VWO, HAVO, MAVO en VMBO

WINFORD ARNHEM VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Herstelacties naar aanleiding van het inspectiebezoek voorjaar 2018

Informatiebrochure overgang van Primair Onderwijs naar Voortgezet Onderwijs

opbrengstgericht werken in en door de sectie Scan voor de sectie

2 De school werkt in voldoende mate gericht aan de verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij St. Bernardus

analyse van de opbrengsten.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Werkgroep 2: Opbrengstgericht werken

RESULTATEN. Rapportage OBS t Reigerbos

Naar de brugklas. Informatie voor ouders over de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs in Amsterdam, schooljaar

17 augustus 2012 De beantwoording van de vragen over het probleem van pesten op school. (2012Z13044).

7.2 Meerjarenplanning

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij cbs 't Fundament

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 29 september 2008 PO/KU/56359

11 februari 2009 PO/97201

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Opbrengstgerichte scholen (Gert Gelderblom, basisschoolmanagement 08/2010)

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Frater van Gemert, afdeling vmbo theoretische leerweg

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LOCKAERT

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP C.B.S. ROEMTE

ENQUÊTE: toetsing op maat

Spellingcontrole mag aan voor kandidaten met dyslexie. Afschaffing loting bij opleidingen met een numerus fixus

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL H. HART

School, maak het verschil!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ARTIKEL. Anneke Notenboom

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 332 Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen Nr. 8 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 12 mei 2009 Het ministerie van OCW heeft de Onderwijsraad gevraagd om advies uit te brengen over «opbrengstgericht» werken in het primair en voortgezet onderwijs. Dit advies van de Onderwijsraad met de titel «Partners in onderwijsopbrengst» 1 vindt u als bijlage. In deze brief geven wij onze beleidsreactie en dat combineren we met het rapport van de Inspectie van het Onderwijs over «sterke scholen» 1 in het basisonderwijs. Ook dit rapport vindt u als bijlage. In het advies geeft de Onderwijsraad concrete aanbevelingen. De belangrijkste daarvan bestaat uit het beeld van de «stimuleringsladder», waarbij partners in de school met elkaar doelen vaststellen en bekijken of en hoe het onderwijs beter kan. Omdat «opbrengstgericht werken» dus een kwestie is van samenwerking tussen partners, hebben we over onze beleidsreactie overleg gevoerd met de PO-raad, de VO-raad, de WEC-raad, de ouderorganisaties (het LOBO, VOO, Ouders&COO en de NKO), de vakbonden (CNV onderwijsbond, CHMF, Aob), de vertegenwoordigers van de leerlingen in het VO (het LAKS) en de vertegenwoordigers van de schoolleiders in het PO (AVS, CNVS). Zij willen samen met ons een bijdrage leveren aan het stimuleren van «opbrengstgericht» werken. Leeswijzer In paragraaf 1 bespreken we onze adviesaanvraag in het kader de kwaliteitsagenda s voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. In paragraaf 2 bespreken we het begrip «opbrengstgericht werken». In paragraaf 3 bespreken we de uitkomsten van een recente rapport over «sterke basisscholen» van de Inspectie van het Onderwijs. In paragraaf 4 gaan we inhoudelijk in op de aanbevelingen van de Onderwijsraad. Paragraaf 5 bevat een korte slotpassage. 1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer. KST131220 0809tkkst31332-8 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2009 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008 2009, 31 332, nr. 8 1

1. «Opbrengstgericht werken»: rode draad in de kwaliteitsagenda s Bij «opbrengstgericht werken» is er een sterke nadruk op het verbeteren van basisvaardigheden, met name de taal- en rekenprestaties. Deze basisvaardigheden zijn onmisbaar voor het succes van kinderen in andere vakken op school, in hun verdere schoolloopbaan en in de maatschappij. Het stimuleren van «opbrengstgericht werken» is daarom een rode draad in kwaliteitsagenda s voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Voor het basisonderwijs hebben we er ook een expliciete doelstelling aan verbonden: we streven naar een verbetering in drie jaar tijd van het percentage scholen met voldoende kwaliteitszorg van 40% in schooljaar 2006/07 tot 70% in schooljaar 2009/10. Voor het voortgezet onderwijs wijzen we op beleidsprioriteit 6 van de Kwaliteitsagenda VO: de verbetercultuur. Omdat het stimuleren van «opbrengstgericht» werken de rode draad is in onze kwaliteitsagenda s hebben we in december 2008 de Onderwijsraad de volgende kernvraag gesteld: «Hoe kunnen scholen in het primair en voortgezet onderwijs en de overheid ervoor zorgen dat onderwijs meer «opbrengstgericht» wordt?». 2. Wat is eigenlijk «opbrengstgericht werken»? In deze beleidsreactie gaat het ons om de praktijk op ruim 7500 scholen voor basisonderwijs, 320 scholen voor speciaal basisonderwijs, 323 scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en meer dan 650 scholen voor voortgezet onderwijs en dus over in totaal 2,6 miljoen leerlingen met een zeer diverse achtergrond en zeer uiteenlopende talenten. In deze onderwijssectoren werken ruim 275 000 mensen met hart en ziel aan een betere «opbrengst» van onderwijs. De Onderwijsraad definieert «opbrengsten» als: «realisering van datgene wat in kerndoelen, standaarden en examenprogramma s is omschreven, zowel in cognitieve zin als wat betreft de ontwikkeling van sociale vaardigheden.» De Onderwijsraad concentreert zich op de cognitieve vaardigheden en «opbrengsten» in termen van taal en rekenen. Opbrengstgericht werken is: «een kenmerk van een school waarin concrete doelstellingen voor leerlingen op basis van de leerlingenpopulatie worden geformuleerd en waarin alle betrokken partijen er gericht aan werken de gestelde doelen te bereiken.» We kunnen ons goed vinden in deze werkdefinities. Met hulp van twee geanonimiseerde case-studies uit het advies van de Onderwijsraad illustreren we wat dit in de schoolpraktijk betekent. Leerlingvolgsysteem op basisschool De Tulp Basisschool De Tulp heeft bewust gekozen voor een leerlingvolgsysteem. Voor de cognitieve prestaties wordt het leerlingvolgsysteem gebruikt in de groepen 3 t/m 8. Verder neemt de school in groep 7 een entreetoets af en in groep 8 een eindtoets. De sociaalemotionele ontwikkeling wordt gevolgd met behulp van Viseon (groep 3 t/m 8) en het ontwikkelingsvolgmodel van Memelink voor de kleutergroepen. Van elke leerling wordt een dossier bijgehouden met onder meer de toetsresultaten. De individuele resultaten worden vergeleken met eerdere scores en met landelijke referentiecijfers. Oorzaken van lage scores worden meteen nagegaan. Good practice uit: advies Onderwijsraad, bron: Oberon, 2008 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008 2009, 31 332, nr. 8 2

Volgen van prestaties op VO-school De Kers Om de prestaties en ontwikkelingen van leerlingen te volgen, werkt De Kers met toetsen uit het volg- en adviessysteem. De mate waarin de toetsen op een vaststaand tijdstip worden afgenomen, verschilt in de onderbouw per vak. In de bovenbouw liggen alle toetsen naar het examen toe vast. Daarnaast werkt de school met een portfolio, waardoor docenten goed zicht hebben op de ontwikkeling van individuele leerlingen. De beste en belangrijkste toets van de huidige kennis en vaardigheden van leerlingen en de voortgang daarin is de observatie door docenten, aldus de schoolleiding en docenten. een betekenisvolle aanvulling, die concrete verbeterpunten zichtbaar kan maken. Good practice uit: advies Onderwijsraad, bron: Oberon, 2008 3. «Opbrengstgericht werken» werkt! De «opbrengstgerichtheid» in het funderend onderwijs is volgens de Onderwijsraad zwak ontwikkeld. De raad adviseert een cultuuromslag binnen scholen te stimuleren. De reden hiervoor is dat er in wetenschappelijke kringen consensus bestaat over de positieve effecten die «opbrengstgericht werken» kan hebben op het verbeteren van de basisvaardigheden. In de voortgangsrapportage halverwege 2008 over de kwaliteitsagenda PO hebben we bijvoorbeeld al genoemd dat deskundigen 1 aangeven dat scholen die «opbrengstgericht» werken succesvoller zijn dan scholen die gegevens over leerlingen alleen benutten voor verticale en horizontale verantwoording. Interessant is nu om kort stil te staan bij een nieuw rapport van de Inspectie van het Onderwijs: «De sterke basisschool». Dit rapport vindt u als bijlage bij deze beleidsreactie en op de website van de inspectie, www.onderwijsinspectie.nl. De inspectie stelt in dit rapport vast dat op 7% van de basisscholen de leerlingen in groep 8 in drie opeenvolgende jaren bovengemiddelde scores hebben op de eindtoets voor taal en rekenen. Daarbij wordt rekening gehouden met achtergrondkenmerken van de leerlingenpopulatie. Er is hierdoor sprake van een faire vergelijking tussen scholen. Wat hebben deze 7% «sterke scholen» gemeen en waarin verschillen ze van de andere basisscholen? Wat is kortom de sleutel tot succes? Deze scholen hebben hun kwaliteitszorg beter op orde. Er is sprake van een betere signalering op basis van gegevens over de ontwikkeling van leerlingen in combinatie met een heldere analyse van de problemen en de benodigde zorg. Kort gezegd: sterke scholen werken opbrengstgericht! 4. Hoe «opbrengstgericht werken» stimuleren? 4.1. Lerende netwerken 1 Fullan, M. (2007), Leiderschap in een cultuur van verandering, E&S. Vernooy, K., De schoolleiding en het verbeteren van het lesgeven en leren bij de basisvaardigheden. In: Basisschool Management, 07/2008. Kooijman, H., Gelderblom, G. en Vernooy, K. (2007), Onderwijskundig leiderschap in het primair onderwijs Naar betere prestaties op de basisvaardigheden., CPS. Marzano, R.J. (2007), Wat werkt op school Research in actie, Bazalt. De Onderwijsraad adviseert de Minister om scholen te leren hoe ze vastgelegde toetsgegevens uit het leerlingvolgsysteem kunnen gebruiken. In de kwaliteitsagenda s voor het funderend onderwijs is «leren van elkaar» een belangrijk thema. Samen met de PO-raad en de WEC-raad stimuleren we bijvoorbeeld het ontstaan van «lerende netwerken» op bijna 2000 basisscholen, waaronder ruim 150 scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Deze netwerken bestaan vooral uit taalen rekenverbeterprojecten. In deze projecten worden scholen ondersteund door experts en bekijken ze samen aan de hand van harde data over taalen rekenprestaties de voortgang van leerlingen. De Onderwijsraad komt in haar advies op deze taalpilots terug en noemt ze als goed voorbeeld. Dat beschouwen we als een steun in de rug voor ons beleid. Op verzoek van de PO-raad stimuleert OCW ook samenwerking van pabo s, instellingen voor middelbaar beroepsonderwijs en basisscholen. Het «projectbureau kwaliteit» van de PO-raad nodigt de lerarenoplei- Tweede Kamer, vergaderjaar 2008 2009, 31 332, nr. 8 3

dingen uit en op dit moment is er ruimte voor vijf pabo s. We zullen het ontstaan van «lerende netwerken» verder stimuleren, ook gezien dit advies van de Onderwijsraad. 4.2. De stimuleringsladder: betrokkenheid van partners De Onderwijsraad introduceert in haar advies een «stimuleringsladder», die beschrijft hoe leerlingen, ouders, docenten, management en bestuur samen de taalen rekenvaardigheden van kinderen kunnen verbeteren. Volgens de Onderwijsraad kan dit op de volgende manieren: Leerlingen en ouders denken, ook buiten schooltijd, mee over «opbrengstgericht» werken; Docenten werken actief aan collegiale intervisie en aan professionalisering; Het schoolbestuur en het management evalueren gegevens cyclisch en maken de uitkomsten bespreekbaar. Met scholen die zorgen voor de «instroom» van leerlingen bespreekt het schoolbestuur het «opbrengstgericht» werken. Op deze manier wordt een «opbrengstgerichte» cultuurverandering ondersteund. Het ministerie ondersteunt dit idee van de «stimuleringsladder». Wij vinden het belangrijk dat alle belanghebbenden de mogelijkheid krijgen om hun bijdrage te leveren aan goed onderwijs. Meer betrokkenheid van ouders staat al langere tijd op onze agenda. In 2005 hebben we daarom het Manifest ouderbetrokkenheid in het primair en voortgezet onderwijs ondertekend. Nog deze maand ontvangt u van ons een separate en uitvoerige brief over de stand van zaken rond het stimuleren van ouderbetrokkenheid. In het convenant LeerKracht van Nederland is afgesproken de professionele ruimte van de leraar wettelijk vast te leggen. Op basis hiervan moeten binnen de school concretere afspraken over «de ruimte» van de leraar worden gemaakt. Dit vergroot de betrokkenheid en inbreng van leraren. Voorts hebben wij in de kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren de opleidingen gevraagd de vereiste aandacht te geven aan «opbrengstgericht» werken en de beheersing van de basisvaardigheden bij toekomstige leraren. 4.3. Stimuleren van opbrengstgericht leiderschap in PO Voor het primair onderwijs is er de «Aanpak Opbrengstgericht leiderschap PO», waarbij schoolleiders worden ondersteund en gestimuleerd bij het vormgeven van «opbrengstgericht» werken. Zo start dit jaar de Regeling opbrengstgericht leiderschap (360 basisscholen). Daarnaast richten we ons op het oplossen van het tekort aan schoolleiders en de administratieve lasten, zodat schoolleiders meer tijd kunnen vrijmaken voor onderwijskundig leiderschap. 4.4. Referentieniveaus en goede toetsen De Onderwijsraad adviseert de minister te zorgen voor goede toetsen die aansluiten bij de nieuwe referentieniveaus voor taal en rekenen. Dit advies nemen we graag over. Heldere tussen- en einddoelen bieden houvast aan leerkrachten en zijn behulpzaam bij het voeren van bijvoorbeeld gesprekken met ouders, collega s en het management over de resultaten, conform het idee van de stimuleringsladder van de Onderwijsraad. De referentieniveaus voor taal en rekenen worden 1 augustus 2010 in de regelgeving opgenomen. Scholen bereiden zich daar nu op voor. Het ministerie van OCW inventariseert in hoeverre bestaande toetsen de inhoud van de referentieniveaus meten en hoe deze toetsen geijkt kunnen Tweede Kamer, vergaderjaar 2008 2009, 31 332, nr. 8 4

worden op deze niveaus. Zodat op het moment dat de referentieniveaus ingevoerd zijn, scholen de beschikking hebben over adequate toetsen (zie onze recente brief van 20 februari 2009 DL/2009/102 935). De Onderwijsraad wijst overigens ook op het gevaar van een te eenzijdige nadruk op toetsen en cijfers: het kind en de professional in de klas moeten centraal blijven staan. Nu de trend ombuigt naar «opbrengstgerichtheid» in het onderwijs beveelt ze de overheid aan erop toe te zien dat de balans niet doorslaat. Zo waarschuwt de Onderwijsraad de overheid om scholen nu niet (financieel) te gaan afrekenen op de «opbrengsten» maar vooral te zorgen dat de resultaten van scholen transparant worden. Met deze waarschuwing zijn we het van harte eens en dit is ook uitgangspunt bij onze invoeringsstrategie van de referentieniveaus in goed overleg met de PO-raad, de VO-raad en de WEC-raad, zoals uitvoering weergegeven in de eerder genoemde brief van 20 februari. 4.5. Goede informatieoverdracht PO-VO en benchmarks De Onderwijsraad adviseert de Minister verder om te zorgen dat scholen in het funderend onderwijs en het vervolgonderwijs de overdracht van leerlingen verbeteren en dat schoolbesturen geanonimiseerde gegevens over taal- en rekenprestaties van leerlingen onderling kunnen vergelijken (benchmarking). We geven subsidie voor de invoering van het Elektronisch Leerdossier in het primair en voortgezet onderwijs. Dit leerdossier is bedoeld voor het digitaal overdragen van relevante informatie over leerlingen. De VO-raad is projectleider van het Elektronisch Leerdossier. En het ministerie van OCW ondersteunt benchmarking op bestuurs- en schoolniveau. Voor het primair onderwijs doen we dit nu samen met de PO-raad via de website «onderwijs in cijfers»(http://oic.cfi.nl) en in het voortgezet onderwijs werkt de VO-raad met onze steun aan «vensters voor verantwoording». 4.6. Informatie over «wat werkt» De Onderwijsraad adviseert verder om te zorgen voor goede informatie over welke activiteiten aantoonbaar bijdragen aan de verhoging van de taal- en rekenprestaties (best practices). In dit licht wijzen we op het project OnderwijsBewijs: we geven extra geld aan wetenschappelijk onderzoek naar «wat werkt» op het terrein van taal en rekenen. Met hulp van de landelijke pedagogische centra werken we aan de verspreiding van «best practices». 4.7. Aandacht voor toptalent De Onderwijsraad dringt in het algemeen aan op meer ambitie in het onderwijs. Op sommige scholen hebben leerlingen het gevoel dat cognitief uitblinken niet belangrijk is, aldus de Onderwijsraad. Het stimuleren van excellentie en «uitblinken» is een belangrijke prioriteit in onze kwaliteitsagenda s. Alle leerlingen moeten uitgedaagd worden, ook de toptalenten. Om die reden is er voor basisscholen een apart excellentieprogramma. En in het voortgezet onderwijs ondersteunen we bijvoorbeeld een landelijk netwerk van begaafdheidsprofielscholen. 5. Tot slot We zien de recente rapporten van de Onderwijsraad «partners in onderwijsopbrengst» en van de Inspectie van het Onderwijs «de sterke basisschool» als steun in de rug voor staand beleid in het kader van onze kwaliteitsagenda s voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Op deze scholen werken ruim 275 000 mensen met hart en ziel aan een Tweede Kamer, vergaderjaar 2008 2009, 31 332, nr. 8 5

betere «opbrengst» van onderwijs: aan betere basisvaardigheden van kinderen. Samen stellen we daarbij het kind dus centraal. Opbrengstgericht werken moet niet verzanden in «afrekenen». Het gaat er juist om met elkaar een goed geïnformeerd en open gesprek te voeren over de ontwikkeling van onze kinderen. Daarbij kunnen ouders, leerkrachten, managers en bestuurders leren van elkaar. Het stimuleren van «opbrengstgericht werken» heeft daarom de volle aandacht van ons en ook van onze bestuurlijke partners in het onderwijs. Over de voortgang van de kwaliteitsagenda s houden we u uiteraard verder goed op de hoogte. De staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. A. M. Dijksma J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Tweede Kamer, vergaderjaar 2008 2009, 31 332, nr. 8 6