Opdracht Levensbeschouwing hechtingstoornis Opdracht door Tim 1220 woorden 23 februari 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Perspectief Micro, Meso, Macro niveau. Inleiding: Beste lezer, Ik ga in dit verslag uitleggen wat hechtingstoornis is en welke positieve en negatieve kanten het heeft. Ook wordt duidelijk hoe de maatschappij hier tegen aan kijkt en welke oplossingen ze hebben. Dit doe ik aan de hand van 9 vragen. De vragen staan hier opgesomd: MICRO vragen: Wat is hechtingstoornis? Hoe stel je vast dat je hechtingsstoornis hebt? Hoe kan je omgaan met hechtingsstoornis? MESO vragen: Wat heeft hechtingstoornis te maken met sociale contacten? Wat zijn de negatieve kanten van hechtingstoornis? Wat zijn de positieve kanten van hechtingsstoornis? MACRO vragen: Welke oplossingen zijn er geboden vanuit de maatschappij? Waarom hoor je het begrip hechtingsstoornis niet vaak? Hoe kijken mensen in de maatschappij tegen hechtingstoornis? Hopelijk wordt duidelijk wat hechtingsstoornis inhoud. Veel plezier met lezen. Tim Monningh https://www.scholieren.com/verslag/opdracht-levensbeschouwing-hechtingstoornis Pagina 1 van 5
Inhoudsopgave: Inleiding Micro vraag 1 antwoord Micro vraag 2 antwoord Micro vraag 3 antwoord Meso vraag 1 antwoord Meso vraag 2 antwoord Meso vraag 3 antwoord Macro vraag 1 antwoord Macro vraag 2 antwoord Macro vraag 3 antwoord afsluiting Bladzijde Bladzijde Micro; Vraag 1: wat is hechtingsstoornis? Hechtingsstoornis wil zeggen dat je op een verkeerde manier bent gehecht aan je omgeving. Hechting is het aangaan van een speciale relatie met de persoon die het kind meestal verzorgt. De hechting is nodig om te ontwikkelen tot een emotioneel gezonde volwassene. Want de hechtingsrelatie dient als model voor de relaties die het kind in zijn verdere leven aangaat. Wanneer het kind niet goed hecht kan er sprake zijn van hechtingstoornis. Enkele symptomen van hechtingstoornis zijn: Een afkeer van aanraking en lichamelijke genegenheid. Kinderen met hechtingsstoornis deinzen vaak terug, lachen, of zelfs zeggen Nee bij aanraking. In plaats van het produceren van positieve gevoelens, worden aanraking en affectie gezien als een bedreiging. Controle. De meeste kinderen met een reactieve hechtingsstoornis gaan tot het uiterste om in controle te blijven en hulpeloos te voorkomen. Ze zijn vaak ongehoorzaam en opstandig. Woede problemen. Woede kan direct worden uitgedrukt in driftbuien of door middel van manipulatief agressief gedrag. Kinderen met een reactieve hechtingsstoornis kunnen hun woede verbergen in sociaal aanvaardbare acties, zoals het geven van een high five die pijn doet of het te hard knuffelen van iemand. Moeite met zorg en genegenheid. Kinderen met een hechtingsstoornis kunnen ongepast handelen richting vreemden en geven weinig of geen affectie richting hun ouders. Een onderontwikkeld geweten. Kinderen met een reactieve hechtingsstoornis kunnen zich gedragen alsof ze niet over een geweten beschikken en geen schuld, spijt of berouw tonen na slecht gedrag. Als er een aantal punten bij je worden gediagnostiseerd kan je hechtingstoornis hebben. Micro; Vraag 2: hoe stel je vast dat je hechtingstoornis hebt? Zoals er al in de vorige vraag staat kan je gediagnostiseerd worden met hechtingsstoornis. Dat word bepaalt door https://www.scholieren.com/verslag/opdracht-levensbeschouwing-hechtingstoornis Pagina 2 van 5
een bepaald boek die jou keurt. Dit boek heet DSM wat in het Engels betekend: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Dit boek wordt eens in de zoveel jaar opnieuw bijgewerkt om bijvoorbeeld nieuw diagnostiseringen erin te zetten. In feite bepaalt een boek dus of je hechtingstoornis hebt of niet. Wil je meer weten over het boek en de diagnostisering kijk dan op www.gedragsproblemen-kinderen.info/diagnostiek-hechtingsstoornis Vraag 3: hoe kun je omgaan met hechtingstoornis? Ik beantwoord deze vraag, omdat het voor school is, voor leraren. Houdingen van een kind met hechtingsproblematiek richting leraren: Voor een leerkracht is het moeilijk om met een leerling met een hechtingsstoornis om te gaan. Je wilt graag een band opbouwen met de leerling, maar met leerlingen moet je dat als leerkracht zijnde - juist niet doen. Wees hartelijk, maar neutraal. Vriendelijk, maar zakelijk. Accepteer dat de leerling lichamelijke en emotionele toenadering afwijst. Zie zijn manier van doen als een overlevingsstrategie. Zeg tegen het kind dat je hem accepteert zoals hij is en bevestig dat hij er mag zijn. Dit kan bijvoorbeeld door letterlijk te benoemen wat hij doet, voelt, denkt of wil. Besef hierbij dat een kind met een hechtingsstoornis emotioneel aangesproken moet worden op 1/3 van zijn leeftijd. Meso; Vraag 1: Wat heeft hechtingstoornis te maken met sociale contacten? Omdat een kind met hechtingsstoornis problemen heeft met hechten aan iemand, vindt hij/zij het moeilijk om vrienden of vriendinnen te maken. Dit is niet omdat hij het niet zou willen of kunnen, maar omdat hij hem of haar niet gelijk kan vertrouwen. Ook een karakter van hechtingstoornis bij een kind kan zijn allemansvriend. Hij wil zich graag aan iemand hechten zodat hij met hem/haar een band kan opbouwen. Dit verschilt per kind. Vraag 2: wat zijn de negatieve kanten van hechtingstoornis? negatieve kanten op school: Rekenproblemen. Beperkt inzicht in oorzaak en gevolg. Concentratieproblemen. Weinig belangstelling voor leren, de school en de toekomst. Wisselende of geringe motivatie. Faalangsten. Gaat niet zuinig/ruw om met materiaal. Moeite met plannen en rekening houden met tijd. Hechtingstoornis heeft, zover bekend, geen andere negatieve kanten, behalve de moeilijkheid met het maken en onderhouden van contacten. https://www.scholieren.com/verslag/opdracht-levensbeschouwing-hechtingstoornis Pagina 3 van 5
Vraag 3: Wat zijn de positieve kanten van hechtingstoornis? Ze hebben veel mensenkennis. Het lijkt soms alsof ze aan voelen wat er bij de ander speelt. Dit kan soms ook op een positieve manier aangewend worden. (in negatieve zin wordt deze mensenkennis gebruikt om te manipuleren). Over het algemeen zijn mensen met hechtingsstoornis dominant en kunnen ze daardoor goed leidinggeven. Taxatievermogen. Macro; Vraag 1:Welke oplossingen zijn er geboden uit de maatschappij? er zijn voor mij twee oplossingen geboden vanuit de gemeente. deze zijn voor een deel om sociale contacten op te doen, of om rust te creëren. 1= ActionKids: Actionkids is een instantie (voormalig vernoemd naar Meetpoint) waarmee je eens in de zoveel tijd naar toe gaat om iets te doen. Je hebt bijvoorbeeld weekenden die door hun zijn georganiseerd om andere kinderen te ontmoeten en om aan je individuele doelen te werken. In zo'n weekend wordt je ook getraind op zelfstandigheid. Langs dit is het ook de bedoeling dat je het naar je zin hebt. 2= Pleeggezin: Je kan ook een pleeggezin krijgen. volwassene, met of zonder kind, kunnen je kiezen. Deze worden dan gescreend of ze in het verleden bijvoorbeeld niet te maken hebben gehad met justitie. Dit doen ze in het belang voor het kind zodat hij/zij een veilig thuis kunnen krijgen. dit is bedoeld om voor jou en je ouders rustte creëren. Vraag 2: Waarom hoor je het begrip hechtingstoornis niet vaak? één op de 10 kinderen hebben het, wetend of niet. Als je bijvoorbeeld gaat kijken naar Autisme hebben 1 á 3 per 1000 kinderen het. nu zou je zeggen dat je dan hechtingstoornis véél vaker zou horen. Maar dit komt doordat hechtingstoornis vrij laat is ontdekt.de Zwitserse psychiater Eugen Bleuler (1857-1939) gebruikte de term echter voor schizofrene patiënten die moeite hadden met andere mensen in contact te treden. zoals je al hebt kunnen lezen hebben kinderen met hechtingstoornis dat ook. bij de diagnose gaan Autisme en hechtingstoornis vaak gepaard.ook heb je bij hechtingstoornis ook vaak kenmerken die terug komen en te herkennen zijn bij Autisme. Dus omdat hechtingstoornis later is ontdekt en de kenmerken ervan ook worden herkend in Autisme, hoor je het begrip niet vaak. vraag 3:Hoe kijken mensen in de maatschappij tegen hechtingstoornis? zoals al werd beschreven in vraag 2 van macro, word hechtingstoornis niet vaak gediagnostiseerd en weten de meeste mensen niet wat het inhoud. wel zo is dat als je ook bent gediagnostiseerd met autisme, er vaak beperkingen zijn qua werkgelegenheid. ook werd eerder beschreven dat kinderen met hechtingstoornis vaak de karakter "dominant" hebben. dit kan wel een pluspunt zijn, bijvoorbeeld als functie van leidinggevende. https://www.scholieren.com/verslag/opdracht-levensbeschouwing-hechtingstoornis Pagina 4 van 5
Afsluiting: ik vond dit een leuke manier van onderzoek oen naar je diagnose. vooral omdat je bezig bent en je je dus niet verveelt. ook is het fijn om eindelijk te weten wat je diagnose inhoudt en welke kanten eraan vast zitten. https://www.scholieren.com/verslag/opdracht-levensbeschouwing-hechtingstoornis Pagina 5 van 5