Toezichtkamer. Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel. 1. Inleiding

Vergelijkbare documenten
Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Pluimvee en Eieren

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Margarine, Vetten en Oliën

Toezichtkamer. Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Dranken. 1. Inleiding

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Vee en Vlees

Toezichtkamer. Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Tuinbouw. 1. Inleiding

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Tuinbouw

Toezichtkamer 10 juni Onderzoeks- en beoordelingsprotocol representativiteit bedrijfslichamen

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Diervoeder en Hoofdproductschap

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Wijn en Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

15 december Rapportage personele unies Inleiding

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VAN DER MEER. Health check ten aanzien van melkquotum. Oosterwolde, 3 december 2008

Advies tot wijziging van de werkingssfeer van het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

VERGADERING : BESTUUR DATUM : 12 MAART 2009 AGENDAPUNT : 3 BIJLAGE : 6

Maatwerk voor brancheverenigingen

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave

Toezichtkamer. 15 september Rapportage Scan Jaarverslagen Inleiding

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toezichtkamer. 4 maart Monitor opschoning regelgeving en reductie administratieve lasten Inleiding

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit

1. Inleiding. 2. Hergroepering bedrijfslichamen: zelfstandig bestaansrecht voor het Productschap Vee en Vlees

1. Inleiding. 2. Hergroepering bedrijfslichamen: zelfstandig bestaansrecht voor het productschap

Advies van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad tot instelling van een bedrijfschap voor de bosbouw, het bosbeheer en de houtteelt

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Economie en melkproductie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Controleprotocol Gemeente Loon op Zand

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Maatwerk voor brancheverenigingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Huishoudelijk reglement ter jaarlijkse vaststelling van de contributie COV

Sociaal- Economische Raad

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

PBO-blad. Openbare kennisgevingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Informatie over het privacybeleid

Rabobank Cijfers & Trends

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf

JAARVERSLAG BEDRIJFSCOMMISSIE METALEKTRO

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rapport. Datum: 14 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/357

Verantwoordings- en Accountantsprotocol 2018 behorende bij enkele kenmerken van de Wsw-statistiek

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

Accountantsprotocol voor de aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

Onderwijsdag Onderzoeksvisie Melkveehouderij in beweging. Paul Witlox Afdeling Beleidszaken. Heino, 23 november

Beleidsregels toetsingkader Wet Bpf 2000, volledig herziene versie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2001

Besluit: Paragraaf 1 Algemene bepalingen

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Eindrapportage themaonderzoek Doelmatigheid financieel beheer bedrijfslichamen

Instellingsbesluit Productschap Dranken

Accountantsprotocol voor de aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier

Praktijkhandreiking 1106 INTERNE ROULATIE BIJ NIET-OOB S Vastgesteld in de bestuursvergadering van 16 december Ingetrokken per dec '14

Kenmerk gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

Conclusies onderzoek douanegegevens

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Rijk van Nijmegen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

overwegende dat het college ten behoeve van de personen uit de doelgroep loonkostensubsidie kan verstrekken aan de werkgever van deze doelgroep;

VPRO T.a.v. Directie en Bestuur Postbus JC Hilversum. Onderwerp Beoordeling nevenactiviteit VPRO. Geachte Directie en Bestuur,

Rapportage duurzaamheid biobrandstoffen Rapportageperiode 1 januari t/m mei 2010

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts

Een onderzoek naar de betaling door de Belastingdienst van een belastingteruggaaf op een niet gewenst bankrekeningnummer.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Circulaire gerechtsdeurwaarders Geachte mevrouw, heer,

Controleprotocol Werkorganisatie Duivenvoorde

Reglement. Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB)

Studiemateriaal t.b.v. zeggenschap en medezeggenschap in ons aanvullend pensioen

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014

Rapport Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153

Product- en bedrijfschappen anno 2003 Onderzoek naar het functioneren van de product- en bedrijfschappen - Eindrapport-

ECLI:NL:CBB:2008:BF0922

LJN: BX6509, Raad van State, /1/A1. Datum uitspraak: Datum publicatie:

Document:13IT Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van het Waterschap Brabantse Delta

De agrarische handel van Nederland in 2014

Transcriptie:

Toezichtkamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel 1. Inleiding In het kader van de advisering van de Bestuurskamer over de instelling en wijziging van de werkingssfeer van bedrijfslichamen heeft de Toezichtkamer tot taak onderzoek te doen naar het organisatorisch draagvlak van bedrijfslichamen en daarover te rapporteren aan de Bestuurskamer en de betrokken ministers. Het onderzoek vindt plaats aan de hand van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen (hierna: het Besluit) waarin nadere regels zijn gesteld. Artikel 5 van het Besluit geeft aan dat de beoordeling van de representativiteit van het organisatorische draagvlak van een bedrijfslichaam in elk geval geschiedt voorafgaand aan de instelling en vervolgens telkens na het verstrijken van een periode van vier jaar. Het Productschap Zuivel is ingesteld met ingang van 25 juni 2003. Aangezien het laatste onderzoek dateert uit 2007, dient een hernieuwde beoordeling van het organisatorisch draagvlak plaats te vinden. Deze notitie is daarvan een uitwerking. Leeswijzer In paragraaf 2 wordt een korte schets gegeven van het Productschap Zuivel, zijn samenstelling en de dragende (benoemingsgerechtigde) organisaties. Paragraaf 3 bevat een nadere uitwerking van het beoordelingskader. In paragraaf 4 wordt de gevolgde procedure omschreven. Het feitelijke onderzoek naar de representativiteit van de dragende organisaties in het productschap is beschreven in paragraaf 5. De laatste paragraaf bevat ten slotte de conclusie ten aanzien van het organisatorisch draagvlak bij het Productschap Zuivel. 2. Korte schets van het productschap Het productschap is ingesteld voor ondernemingen waarin: - melk wordt gewonnen; - melk of daaruit verkregen producten worden be- of verwerkt tot melk of zuivelproducten welke, al dan niet na verdere bewerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen, dan wel uit melk verkregen producten worden verwerkt tot caseïne; - de handel wordt uitgeoefend in melk, melk- of zuivelproducten, welke al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen. Aan ondernemerszijde kent het Productschap Zuivel de volgende benoemingsgerechtigde organisaties: - Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland; - Nederlandse Zuivel Organisatie; - Vereniging Gemeenschappelijk Zuivelsecretariaat; - Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel. Aan werknemerszijde betreft het de volgende benoemingsgerechtigde organisaties: - CNV Vakmensen; - CNV Dienstenbond; - FNV Bondgenoten.

2 Het Productschap Zuivel kent geen commissies ex artikel 88a Wet op de bedrijfsorganisatie. 3. Beoordelingskader Aan ondernemerszijde gelden de volgende kwantitatieve criteria. Voor de bepaling van de sociaal-economische grootte komen volgens artikel 9 van de Verordening representativiteit organisaties als maatstaf in aanmerking: het aantal ondernemers; de omzet van de ondernemingen; het totale aantal personen werkzaam in deze ondernemingen; zo nodig kunnen voorts als maatstaf in aanmerking worden genomen: o het aantal zelfstandige ondernemingen of vestigingspunten; o de betaalde lonen; o of de verwerkte hoeveelheid grondstof. Als voldoende representatieve organisatorische vertegenwoordiging aan ondernemerszijde worden ingevolge artikel 3 van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen als criteria aangemerkt: a. één of meer ondernemersorganisaties die ten minste 55 procent vertegenwoordigen van alle ondernemers binnen de werkingssfeer van het bedrijfslichaam, berekend aan de hand van één van de bovengenoemde maatstaven; b. een of meer ondernemersorganisaties die meer dan 50 procent vertegenwoordigen van alle ondernemers binnen de werkingssfeer van het bedrijfslichaam, berekend aan de hand van twee van de bovengenoemde maatstaven. Als voldoende representatieve organisatorische vertegenwoordiging aan werknemerszijde wordt aangemerkt één of meer werknemersorganisaties die ingevolge de Verordening representativiteit organisaties als (kwalitatief) representatief zijn te beschouwen. Indien een of meer andere als representatief te beschouwen werknemersorganisaties bezwaar maken, worden de hierboven bedoelde werknemersorganisaties slechts als voldoende representatieve vertegenwoordiging aangemerkt als zij gezamenlijk meer leden binnen de werkingssfeer van dat bedrijfslichaam hebben dan die andere organisaties gezamenlijk. Bij de totstandkoming van het instellingsbesluit van het Productschap Zuivel is vastgesteld dat de onder 2. genoemde dragende organisaties aan werknemerszijde als (kwalitatief) representatief zijn te beschouwen. Daarin heeft zich geen wijziging voorgedaan. Aangezien er voorts ook geen bezwaren bekend zijn van werknemersorganisaties, kan worden volstaan met een oordeel over de representativiteit aan ondernemerszijde. 4. Procedurebeschrijving en waarborgen Het onderzoek naar het organisatorisch draagvlak is op 2 juli 2010 van start gegaan met een gesprek tussen de secretariaten van de Toezichtkamer en het Productschap Zuivel. Tijdens dat gesprek zijn, overeenkomstig de procedure zoals beschreven in het Onderzoeks- en beoordelingsprotocol representativiteit bedrijfslichamen, afspraken gemaakt over de wijze waarop het onderzoek dient plaats te vinden en is een planning afgesproken. De gemaakte afspraken zijn bij brief van 6 juli 2010 aan het productschap bevestigd. Het productschap heeft gedurende de loop van het onderzoek gevraagd om uitstel. Het aanleveren van gegevens door Vereniging Gemeenschappelijk Zuivelsecretariaat liep door omstandigheden buiten de schuld van het productschap om vertraging op. LTO Nederland had meer tijd nodig aangezien deze gegevens niet uitsluitend ten behoeve van het Productschap Zuivel worden verzameld, maar ook ten behoeve van de representativiteitsonderzoeken van alle andere agrarische

3 productschappen. Mede om die redenen kon de rapportage niet in de vergadering van 16 juni aan de Toezichtkamer ter vaststelling worden voorgelegd. Het proces van gegevensverzameling is deels gecoördineerd en voor het overige deel uitgevoerd door het secretariaat van het Productschap Zuivel. Daarbij zijn de gegevens, aangeleverd door de organisaties die beschikken over benoemingsrechten voor het bestuur, vergeleken met bij het productschap bekende gegevens afkomstig uit objectieve bronnen. De aldus verzamelde gegevens zijn beoordeeld door een externe accountant. Deze heeft daarover een rapportage van feitelijke bevindingen opgesteld. De rapportage in het kader van het representativiteit van het organisatorisch draagvlak van het Productschap Zuivel is volgens deze rapportage in overeenstemming met het Onderzoeks- en beoordelingsprotocol representativiteit bedrijfslichamen. Na ontvangst van de door het Productschap Zuivel opgestelde rapportage is deze beoordeeld door het secretariaat van de Toezichtkamer. Naar aanleiding van de overgelegde rapportage zijn nog nadere vragen gesteld ter verduidelijking. 5. Representativiteitsgegevens Het Productschap Zuivel kent een viertal geledingen, waaronder alle ondernemers zijn gebracht die onder de werkingssfeer vallen. In dit onderzoek is het organisatorisch draagvlak van het productschap onderzocht per geleding. Veehouderij en boerderijzuivelbereiding In deze geleding is de betrokken organisatie Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO Nederland). Door de vier regionale organisaties, die onderdeel uitmaken van LTO Nederland, zijn ledengegevens overlegd en voorzien van een accountantsverklaring. De gegevens zijn door het productschap eerst ontdubbeld en vervolgens vergeleken met de beschikbare gegevens over de melkquota, waarover wordt beschikt ingevolge de uitvoering van de EU-melkquoteringsregeling. Op deze wijze wordt een objectieve en betrouwbare meting verkregen, omdat alle melkveehouders een bij het productschap geregistreerd melkquotum hebben. Tabel 1: Representativiteit Veehouderij en boerderijzuivelbereiding Criteria : aantal lidondernemingen september 2010 quotum april 2011 Aantal ondernemingen Aantal leden Repr. in % Totale quotum Quotum leden Repr. in % 18.868 12.179 64,5 11.802.078 8.131.287 68,9 geleding Veehouderij en boerderijzuivelbereiding voldoet aan de gestelde eisen. Volledigheidshalve wijst het productschap op een mogelijk knelpunt bij deze methode van het berekenen van de representativiteit: aangezien er geen melkquota zijn gesteld voor de productie van geitenmelk wordt de geitenmelksector niet in de berekening op grond van de melkquota betrokken. Voor het voldoen aan de criteria voor representativiteit vormt dit geen probleem: de melkgeitenhouderij in verhouding tot de melkveehouderij van dusdanig geringe omvang - ten opzichte van 18.868 melkveehouders zijn er circa 343 professionele melkgeitenhouders dat dit nauwelijks invloed heeft op het percentage. Bovendien voldoet de geleding reeds op grond van het aantal lidondernemingen.

4 Bij wijze van alternatief heeft het productschap in haar onderzoek ook gegevens afkomstig uit het onderzoek van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) gepresenteerd, dat in opdracht van LTO Nederland is uitgevoerd ten behoeve van de representativiteitsonderzoeken van alle agrarische productschappen. In die berekening op basis van nationale grootte eenheden (ngo) is de geitenmelksector wèl betrokken, wat nagenoeg hetzelfde representativiteitspercentage oplevert als het melkquotum. Melk-, melkproducten en zuivelproductenindustrie De betrokken organisatie in deze geleding is de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO). NZO heeft het productschap opgave gedaan van haar leden. Door het productschap zijn deze gegevens gekoppeld aan de beschikbare gegevens ten aanzien van de in Nederland voor verwerking beschikbare hoeveelheid melk (grondstof) per onderneming. Ondernemingen doen hiervan jaarlijks een opgave aan het productschap. Deze opgaven zijn voorzien van een controleverklaring van een accountant. Het totaal aantal ondernemingen is door het productschap vastgesteld aan de hand van de in het kader van de EU-quoteringsregeling jaarlijks door het productschap opgestelde lijst van erkende kopers van melk. Er is gebruik gemaakt van gegevens over 2009 aangezien deze over 2010 nog niet beschikbaar zijn. De reden dat het productschap kiest voor het criterium in Nederland voor verwerking beschikbare hoeveelheid melk en niet voor omzet is het ontbreken van betrouwbare omzetgegevens die betrekking hebben op de volledige werkingssfeer van deze geleding. Tabel 2: Representativiteit Melk-, melkproducten- en zuivelproductenindustrie Criteria : aantal ondernemingen en hoeveelheid voor verwerking beschikbare melk 2009 Aantal ondernemingen Aantal leden Repr. in % Totale hoeveelheid grondstof Hoeveelheid grondstof leden Repr. in % 37 11 29,7 11.492.447.879 10.909.602.016 94,9 geleding Melk-, melkproducten- en zuivelproductenindustrie voldoet aan de gestelde eisen. Groothandel in melk, melk- en zuivelproducten In deze geleding zijn de betrokken organisaties de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) en de Vereniging Gemeenschappelijk Zuivelsecretariaat (Gemzu). Het aantal ondernemingen is ontleend aan gegevens van het CBS per 1 januari 2010. Voor deze geleding is gebruik gemaakt van omzetgegevens om de representativiteit vast te stellen. De totale omzetwaarde is gebaseerd op gegevens uit het Statistisch Jaaroverzicht 2010 van het Productschap Zuivel (productiewaarde Nederland), Eurostat (productiewaarde import) en bedrijven zelf/douane (productiewaarde export). Drie kwart van de Gemzuleden heeft opgave gedaan van de omzet, waarna dit gegeven geëxtrapoleerd is naar een omzet voor Gemzu als geheel. Omzetgegevens van de NZO-leden zijn bij het productschap niet bekend. Aangezien zeven van de elf NZO-leden tevens lid van Gemzu, is een afzonderlijke opgave van deze ondernemers niet noodzakelijk voor het berekenen van het representativiteitspercentage in deze geleding. Tabel 3: Representativiteit Groothandel in melk, melk- en zuivelproducten Criteria : aantal ondernemingen en omzet 2010 Aantal ondernemingen Aantal Repr. in Totale omzet (in Omzet leden (in Repr. leden % mld euro) mld euro) in % 310 128 41,3 9,3 7,8 83,9 geleding Groothandel in melk, melk- en zuivelproducten voldoet aan de gestelde eisen. Indien de omzetten van de vier ontbrekende NZO-leden welke geen lid zijn van Gemzu zouden zijn meegeteld, zou het representativiteitspercentage hoger zijn uitgevallen.

5 Volledigheidshalve merkt het productschap op dat het totaal aantal ondernemingen is ontleend aan één CBS-cijfer voor de groothandel in zuivelproducten, spijsoliën en vetten. Dit cijfer bestaat niet alleen uit aan de zuivel gerelateerde groothandel, maar ook uit de groothandel in plantaardige en dierlijke oliën, vetten en margarine. Hierdoor valt het percentage voor het criterium ondernemingen lager uit dan indien alleen naar de groothandel in zuivelproducten wordt gekeken. Qua aantal ondernemingen zijn er geen nauwkeuriger gegevens beschikbaar. Detailhandel in melk, melk- en zuivelproducten De Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) is in deze geleding de betrokken organisatie. Het aantal ondernemingen is ontleend aan gegevens van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Daarnaast is voor deze geleding is gebruik gemaakt van omzet als criterium om de representativiteit van de betrokken organisatie vast te stellen. Voor de verzameling van gegevens heeft CBL gebruik gemaakt van het bedrijf IRI Nederland (Information Resources, Inc.). Dit bedrijf verzamelt en analyseert marktinformatie. Ten aanzien van de totale omzet is gebruik gemaakt van gegevens over 2010, aangezien de omzetaandelen zuivel en kaas over 2010 nog niet beschikbaar waren, zijn de omzetaandelen zuivel en kaas over 2009 geëxtrapoleerd naar 2010. Volledigheidshalve vermeldt het productschap in haar onderzoek gegevens van het CBS betreffende de totale consumptieve bestedingen aan zuivelproducten: 4,2 miljard euro. Tabel 4: Representativiteit Detailhandel in melk, melk- en zuivelproducten Criteria : aantal ondernemingen en zuivelgerelateerde omzet 2010 Aantal ondernemingen Aantal Repr. in Totale omzet (in Omzet leden (in Repr. leden % mld euro) mld euro) in % 6.810 4.500 66,1 4,3 3,9 90,7 geleding Detailhandel in melk, melk- en zuivelproducten voldoet aan de gestelde eisen. Oordeel De Toezichtkamer stelt vast dat het organisatorische draagvlak van de vier geledingen van het Productschap Zuivel, zoals verenigd in de dragende organisaties, voldoet aan de criteria, zoals opgenomen in het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen en de Verordening representativiteit organisaties. 12 oktober 2011