Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Pensioenverzekeringen 1. Fiscale cijfers lijfrente en pensioen Pagina 2 2. Vennootschaps- en inkomstenbelasting Pagina 3 3. Heffingskortingen en eigenwoningforfait Pagina 4 4. Successiewet en vrijstellingsbedragen Pagina 5 5. Sociale cijfers: AOW, ANW, loonbedragen Pagina 6 6. Staffelbesluiten Pagina 7 7. Annuïteitentabel (jaarlijks en maandelijks) Pagina 9 Wij verzoeken u deze bijlage niet te beschrijven. Hartelijk dank voor uw medewerking.
1. Fiscale cijfers lijfrente en pensioen De AOW-franchise 2013 10/7 zelfstandige AOW 13.227 10/7 ongehuwde AOW 19.301 Lijfrentebedragen 2013 Maximale premiegrondslag 162.457 Fiscale AOW-franchise in jaarruimte 11.829 Absoluut bedrag reserveringsruimte 6.989 Maximale hoogte tijdelijke lijfrente 20.953 Stakingslijfrenten 2013 60+, overlijden of arbeidsongeschikt + binnen 6 maanden ingaande uitkering 443.059 50+ of direct ingaand 221.537 Overig 110.774 De stakingsaftrek 3.630 Tabel: factoren beschikbare premieregeling en jaarruimte Leeftijd van-tot Factor 15-20 jaar 0,36 20-25 jaar 0,30 25-30 jaar 0,25 30-35 jaar 0,21 35-40 jaar 0,17 40-45 jaar 0,14 45-50 jaar 0,12 50-55 jaar 0,10 55-60 jaar 0,08 60-65 jaar 0,07 Oudedagsreserve 2013 Absoluut bedrag oudedagsreserve 9.542 2
Vennootschapsbelasting 2013 Meer dan Niet meer dan Bedraagt het percentage - 200.000 20% 200.000 25% Inkomstenbelasting 2013 Belastbaar Maar niet Belastingtarief Tarief premie Totaal Heffing over inkomen meer dan meer dan volksverzekeringen tarief totaal van de schijven Jonger dan AOW-leeftijd - 19.645 5,85% 31,15% 37% 7.268 19.645 33.363 10,85% 31,15% 42% 13.029 33.363 55.991 42% 42% 22.532 55.991 52% 52% AOW-leeftijd en ouder (Geboren vanaf 1 januari 1946) - 19.645 5,85% 13,25% 19,1% 3.752 19.645 33.363 10,85% 13,25% 24,1% 7.058 33.363 55.991 42% 42% 16.561 55.991 52% 52% Voor een belastingplichtige geboren voor 1 januari 1946 geldt in plaats van het bedrag van 33.363 het bedrag van 33.555. Tarief Box 2 (belastbaar inkomen uit werk en woning) Tarief Box 2 25% Tarief Box 3 (belastbaar inkomen uit werk en woning) Tarief Box 3 30% 3
Heffingskortingen Heffingskorting Jonger dan AOW-leeftijd AOW-leeftijd en ouder Algemene heffingskorting 2.001 1.034 Werkbonus 1.100 - Maximale arbeidskorting lagere inkomens 1.723 890 Maximale arbeidskorting hogere inkomens 550 284 Inkomensafhankelijke combinatiekorting 2.133 1.101 Alleenstaande-ouderkorting 947 489 Aanvullende alleenstaande-ouderkorting 1.319 681 Jonggehandicaptenkorting 708 Ouderenkorting 1.032 Ouderenkorting boven een inkomen van 35.450 150 Alleenstaande ouderenkorting 429 Doorwerkbonus 62 jaar 1,5% (5%) 63 jaar 6% (7%) 64 jaar 8,5% (10%) 65 jaar 2% (2%) 66 jaar 2% (2%) 67 (e.v.) jaar 1% (1%) Levensloopverlofkorting (per jaar van deelname) 205 Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur) 4,24 Korting groene beleggingen 0,7%* 0,7%* * van de vrijstelling in box 3 Eigenwoningforfait Het forfaitpercentage van de WOZ-waarde van de eigen woning bedraagt: ls de WOZ-waarde maar niet bedraagt het forfaitpercentage: meer is dan meer dan - 12.500 Nihil 12.500 25.000 0,20% 25.000 50.000 0,35% 50.000 75.000 0,45% 75.000 1.040.000 0,60% 1.040.000-6.360 vermeerderd met 1,55% van de eigenwoningwaarde voor zover deze uitgaat boven 1.040.000 4
Successiewet 2013 Tarieven schenk- en erfbelasting 2013 Deel van belaste verkrijging Tariefgroep 1 (partners en kinderen) Tariefgroep 1A (kleinkinderen) Tariefgroep 2 (overige verkrijgers) Tot 118.254 10% 18% 30% 118.254 en hoger 20% 36% 40% Vrijstellingsbedragen 2013 Over een eerste deel van een erfenis of schenking hoeft geen belasting betaald te worden. Dat heet het vrijstellingsbedrag. Hieronder staan de vrijstellingsbedragen bij erfenissen. Vrijstellingsbedragen bij erfenissen Kinderen en kleinkinderen 19.535 Zieke en gehandicapte kinderen 58.604 Ouders 46.266 Anderen 2.057 Partners 616.880 Vrijstellingsbedragen bij schenkingen Kinderen 5.141 Kinderen van 18 40 jaar (eenmalig) OF 24.676 Kinderen van 18 40 jaar (eenmalig) en schenking 51.407 wordt gebruikt voor studie of eigen woning Anderen 2.057 In bovenstaande tabellen staat bijvoorbeeld dat de vrijstelling van erfbelasting voor partners 616.880 is. Voor de rest van het bedrag tot 118.254 geldt een tarief van 10%. Het tarief bedraagt maximaal 20% 5
Sociale cijfers 2013 Hoogte AOW-uitkering in bedragen juli 2013 Soort uitkering Bruto per maand Gehuwden 750,93 Gehuwden met maximale toeslag 1.476,70 ( 1.404,12)* Ongehuwden 1.086,52 Ongehuwden met een kind jonger dan 18 jaar 1.368,94 * voor inkomens boven 2.585,57 per maand wordt de partnertoeslag gekort met 10%. Het bruto bedrag is inclusief de Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen (tegemoetkoming KOB) van 25,16. Het bruto bedrag is exclusief de vakantie-uitkering. Hoogte Anw-uitkering in bedragen juli 2013 Soort uitkering Bruto per maand Anw-nabestaandenuitkering 1.136,38 Anw-nabestaandenuitkering met kind jonger dan 18 jaar 1.386,09 Wezenuitkering tot 10 jaar 374,68 Wezenuitkering van 10 16 jaar 553,90 Wezenuitkering van 16 21/27 jaar 733,13 Het bruto bedrag is inclusief de tegemoetkoming Anw van 16,23. Het bruto bedrag is exclusief de vakantie-uitkering. Overige bedragen per 1 juli 2013 Brutominimumloon Maximale dagloon 1.477,80 per maand. 51.145,56 op jaarbasis ( 195,96 per dag) 6
Staffelbesluiten Tabel 1 Hieronder ziet u een de tabel met staffels uit het staffelbesluit van 23 oktober 2007. Dit is de staffel waarbij het uitgangspunt een middelloonregeling is met een opbouwpercentage van 2,25%. Percentage van de pensioengrondslag Leeftijdsklassen (opbouw gericht op 2,25% per dienstjaar bij middelloonstelsel) tot 65 jaar OP OP en uitgesteld bereikbaar PP 15 tot en met 19 5,2 6,3 7,2 7,6 20 tot en met 24 5,9 7,2 8,2 9,0 25 tot en met 29 7,2 8,8 9,9 10,8 30 tot en met 34 8,8 10,7 12,0 12,7 35 tot en met 39 10,8 13,0 14,4 15,2 40 tot en met 44 13,1 15,9 17,5 18,3 45 tot en met 49 16,1 19,5 21,1 22,1 50 tot en met 54 19,7 24,0 25,6 26,6 55 tot en met 59 24,4 29,7 31,0 32,0 60 tot en met 64 30,5 37,2 37,9 38,3 Tabel 2 Hieronder ziet u een de tabel met staffels uit het staffelbesluit van 21 december 2009. Dit is de staffel waarbij het uitgangspunt een middelloonregeling is met een opbouwpercentage van 2,25%. Percentage van de pensioengrondslag Leeftijdsklassen (opbouw gericht op 2,25% per dienstjaar bij middelloonstelsel) tot 65 jaar OP OP en uitgesteld bereikbaar PP 15 tot en met 19 4,3 5,2 6,0 6,4 20 tot en met 24 5,0 6,0 6,9 7,5 25 tot en met 29 6,1 7,3 8,3 9,1 30 tot en met 34 7,4 8,9 10,0 10,7 35 tot en met 39 9,0 10,9 12,1 12,7 40 tot en met 44 11,0 13,3 14,6 15,3 45 tot en met 49 13,4 16,3 17,7 18,5 50 tot en met 54 16,5 20,0 21,4 22,3 55 tot en met 59 20,4 24,8 26,0 26,8 60 tot en met 64 25,5 31,1 31,7 32,0 7
Tabel 3 Hieronder ziet u een de tabel met staffels uit het staffelbesluit van 22 februari 2013. Dit is de staffel waarbij het uitgangspunt een middelloonregeling is met een opbouwpercentage van 2,15%. Percentage van de pensioengrondslag Leeftijdsklassen (opbouw gericht op 2,25% per dienstjaar bij middelloonstelsel) tot 67 jaar OP OP en uitgesteld bereikbaar PP 15 tot en met 19 3,8 4,6 5,3 5,5 20 tot en met 24 4,4 5,3 6,0 6,5 25 tot en met 29 5,3 6,4 7,3 7,9 30 tot en met 34 6,5 7,8 8,8 9,3 35 tot en met 39 7,9 9,5 10,6 11,1 40 tot en met 44 9,6 11,6 12,8 13,4 45 tot en met 49 11,7 14,2 15,5 16,2 50 tot en met 54 14,4 17,4 18,7 19,6 55 tot en met 59 17,7 21,5 22,7 23,6 60 tot en met 64 22,1 26,8 27,6 28,2 8
Annuïteitentabel (jaarlijks) 9
Annuïteitentabel (maandelijks) 10