Cijfer- en percentageoverzicht Wet inkomstenbelasting Box 2 Box 3. Persoonsgebonden aftrek* 25% Gecombineerde heffingskorting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Cijfer- en percentageoverzicht 2012. Wet inkomstenbelasting 2001. Box 2 Box 3. Persoonsgebonden aftrek* 25% Gecombineerde heffingskorting"

Transcriptie

1 bijlage 1 Cijfer- en percentageoverzicht 2012 In dit overzicht zijn de reëel geldende cijfers (in euro s) en percentages opgenomen per 1 januari 2012, gebaseerd op de Wet inkomstenbelasting Wet inkomstenbelasting 2001 Figuur 1: Boxensysteem Box 1 Box 2 Box 3 Persoonsgebonden aftrek* progressief 25% 30% Gecombineerde heffingskorting * Persoonsgebonden aftrek wordt eerst met box 1 verrekend. Is het inkomen in box 1 onvoldoende om de persoonsgebonden aftrek helemaal te verrekenen dan kan het restant in box 3 van het inkomen afgetrokken worden. Resteert dan nog een bedrag, dan kan het inkomen in box 2 daarmee verlaagd worden. Box 1. Inkomen uit werk en woning loon/pensioen/sociale uitkeringen; inkomsten uit eigen woning die als hoofdverblijf dient; resultaat uit overige werkzaamheden; winst uit onderneming; periodieke uitkeringen en verstrekkingen; negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen; negatieve persoonsgebonden aftrek. Verminderd met: uitgaven voor inkomensvoorzieningen; uitgaven voor kinderopvang; persoonsgebonden aftrek. te verrekenen verliezen uit werk en woning. Levert het belastbaar inkomen uit werk en woning op. Cijfer- en percentageoverzicht BL 1

2 Belast tegen progressief tarief (art. 2.10). voor personen jonger dan 65 jaar (bedragen in euro s): Belastbaar inkomen bedraagt meer dan Maar niet meer dan Tarief premie Belastingtarief volksverzekeringen Totaal tarief Heffing over totaal van de schijven EUR 0,- EUR ,- 1,95% 31,15% 33,10% EUR 6.270,- EUR ,- EUR ,- 10,80% 31,15% 41,95% EUR ,- EUR ,- EUR ,- 42,00% 42,00% EUR ,- EUR ,- 52,00% 52,00% oor personen van 65 jaar en ouder en geboren ná 1 januari 1946* (bedragen in euro s): Belastbaar inkomen bedraagt meer dan Maar niet meer dan Tarief premie Belastingtarief volksverzekeringen Totaal tarief Heffing over totaal van de schijven EUR 0,- EUR ,- 1,95% 13,25% 15,20% EUR 2.879,- EUR ,- EUR ,- 10,80% 13,25% 24,05% EUR 6.466,- EUR ,- EUR ,- 42,00% 42,00% EUR ,- EUR ,- 52,00% 52,00% * Voor personen die ná 1 januari 1946 geboren zijn, is de houdbaarheidsbijdrage ingevoerd. Door deze maatregel wordt de tweede tariefschijf jaarlijks nog maar met 75% van de inflatie aangepast, waardoor mensen die na 1 januari 1946 geboren zijn sneller in de derde tariefschijf vallen. De houdbaarheidsbijdrage is ingevoerd per 1 januari voor personen van 65 jaar en ouder en geboren vóór 1 januari 1946 (bedragen in euro s): Belastbaar inkomen bedraagt meer dan Maar niet meer dan Tarief premie Belastingtarief volksverzekeringen Totaal tarief Heffing over totaal van de schijven EUR 0,- EUR ,- 1,95% 13,25% 15,20% EUR 2.879,- EUR ,- EUR ,- 10,80% 13,25% 24,05% EUR 6.512,- EUR ,- EUR ,- 42,00% 42,00% EUR ,- EUR ,- 52,00% 52,00% Box 2. Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang Van een aanmerkelijk belang is sprake als iemand ten minste 5% van de aandelen van een bv of nv bezit; Belast is het inkomen uit aanmerkelijk belang verminderd met de te verrekenen verliezen uit aanmerkelijk belang. Voor belastingjaar 2012 bedraagt de belasting op het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang 25%. BL 2 NIBE-SVV, januari 2012

3 Box 3: Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Vanaf 2011 wordt de rendementsgrondslag gepeild op 1 januari van het kalenderjaar. De grondslag van de berekening van het forfaitair rendement is de economische waarde van bezittingen verminderd met de schulden in een jaar; Tot de bezittingen behoren: aandelen, onroerende zaken, roerende zaken niet in eigen gebruik. Het forfaitair rendement is vastgesteld op 4%. Dit wordt belast tegen een vast tarief van 30%. Heffingsvrij vermogen Bij de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen heeft een belastingplichtige recht op een heffingvrij vermogen van EUR ,-. De gezamenlijke grondslag sparen en beleggen van partners (zijnde de gezamenlijke rendementsgrondslag voor zover die meer bedraagt dan het gezamenlijke heffingvrije vermogen) kan tussen partners in elke gewenste verhouding worden toebedeeld. Toeslag heffingvrij vermogen minderjarige kinderen De toeslag heffingvrij vermogen minderjarige kinderen vervalt met ingang van 1 januari Voor 2011 bedroeg deze toeslag EUR 2.779,-. Ouderentoeslag Het heffingsvrije vermogen kan onder voorwaarden worden verhoogd met de ouderentoeslag. Om in aanmerking te komen voor ouderentoeslag moet men op 31 december jaar of ouder zijn. Bij een inkomen uit werk en woning - vóór inachtneming van de persoonsgebonden aftrek - van: Meer dan Maar niet meer dan Bedraagt de ouderentoeslag - EUR ,- EUR ,- EUR ,- EUR ,- EUR ,- EUR ,- - nihil Om in aanmerking te komen voor de ouderentoeslag mag de grondslag sparen en beleggen (zijnde de rendementsgrondslag voor zover die meer bedraagt dan het heffingvrije vermogen) voor toepassing van de ouderentoeslag niet meer bedragen dan EUR ,-. Als de belastingplichtige het hele jaar dezelfde fiscale partner heeft dan mag de gezamenlijke rendementsgrondslag (na aftrek van het heffingvrije vermogen) niet meer bedragen dan EUR ,- om in aanmerking te komen voor de ouderentoeslag. Vrijstelling maatschappelijke beleggingen Van de vermogensrendementsheffing zijn vrijgesteld maatschappelijke beleggingen tot een gezamenlijk maximum van EUR ,-. Maatschappelijke beleggingen zijn bepaalde in de Wet IB 2001 omschreven Cijfer- en percentageoverzicht BL 3

4 groene beleggingen en sociaal-ethische beleggingen. Indien de belastingplichtige het hele jaar dezelfde fiscale partner heeft dan geldt een gezamenlijke vrijstelling voor maatschappelijke beleggingen van EUR ,-. Vrijstelling beleggingen in durfkapitaal Van de vermogensrendementsheffing zijn vrijgesteld beleggingen in durfkapitaal tot een gezamenlijk maximum van EUR ,-. Beleggingen in durfkapitaal zijn bepaalde in de Wet IB 2001 omschreven directe en indirecte beleggingen. Hieronder vallen ook de culturele beleggingen. Indien de belastingplichtige het hele jaar dezelfde fiscale partner heeft dan geldt een gezamenlijke vrijstelling voor maatschappelijke beleggingen van EUR ,-. Schulden Voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen worden schulden in aanmerking genomen voor zover de gezamenlijke waarde meer bedraagt dan EUR 2.900,-. Als de belastingplichtige heel 2012 dezelfde partner had, kan op beider verzoek een schuldendrempel van EUR 5.800,- in aanmerking worden genomen voor de belastingplichtige en diens partner samen. Vrijstelling contant geld Er geldt een vrijstelling voor contant geld en vergelijkbare vermogensrechten (zoals een chipkaart en cadeaubonnen) van EUR 512,- per belastingplichtige (EUR 1 024,- voor partners). BL 4 NIBE-SVV, januari 2012

5 Heffingskortingen Heffingskorting personen jonger dan 65 jaar personen van 65 jaar en ouder Algemene heffingskorting EUR 2.033,- EUR 934,- Arbeidskorting (lage inkomens) tot 57 jaar 57, 58 of 59 jaar 60 of 61 jaar 62 jaar t/m 64 jaar 65 jaar en ouder EUR 1.611,- EUR 740,- Arbeidskorting (hoge inkomens) tot 57 jaar 57, 58 of 59 jaar 60 of 61 jaar 62 jaar t/m 64 jaar 65 jaar en ouder EUR 1.533,- EUR 704,- Inkomensafhankelijke combinatiekorting EUR 2.133,- EUR 980,- Alleenstaande-ouderkorting EUR 947,- EUR 435,- Aanvullende alleenstaande-ouderkorting EUR 1.319,- EUR 606,- (maximaal) Jonggehandicaptenkorting EUR 708,- Ouderenkorting EUR 762,- Alleenstaande ouderenkorting EUR 429,- Doorwerkbonus: 62 jaar (1,5%) EUR 719,- 63 jaar (6%) EUR 2.873,- 64 jaar (8,5%) EUR 4.070,- 65 jaar (2%) EUR 958,- 66 jaar (2%) EUR 958,- 67 e.v. jaar (1%) EUR 479,- Levensloopverlofkorting (per jaar deelname; EUR 205,- over deelnamejaren vóór 2012) Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur) EUR 4,18 Korting maatschappelijke beleggingen 0,7% * 0,7% * Korting beleggingen in durfkapitaal 0,7% * 0,7% * * van de vrijstelling in box 3. Algemene heffingskorting Iedere belastingplichtige heeft recht op de algemene heffingskorting. Partners hebben ieder zelfstandig recht op deze heffingskorting. Zij kunnen deze korting niet overdragen aan hun partner. Als één van de partners geen of weinig inkomsten heeft en dus zijn eigen heffingskorting niet (helemaal) gebruikt, kan hij onder bepaalde voorwaarden (een deel van) het bedrag rechtstreeks uitbetaald krijgen door de Belastingdienst. Voorwaarde voor uitbetaling is dat de partner van belastingplichtige voldoende inkomen heeft en voldoende belasting betaalt. De uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de minstverdienende partner Cijfer- en percentageoverzicht BL 5

6 wordt afgebouwd in 15 jaar tijd met 6,67% per jaar. De afbouw is gestart in Dit betekent dat er in 2012 ten hoogste EUR 1.491,- (73,33%) van de algemene heffingskorting wordt uitbetaald aan de minstverdienende partner. De beperking van de uitbetaling geldt niet indien de belastingplichtige die zijn heffingskorting niet volledig gebruikt geboren is voor 1 januari Voor deze groep blijft mits ook aan de andere voorwaarden is voldaan de uitbetaling voor 100% gehandhaafd. In 2011 gold deze uitzondering nog indien de belastingplichtige geboren is voor 1 januari 1972 of indien er in het huishouden kinderen van 5 jaar of jonger aanwezig zijn. In 2012, 2013 en 2014 worden deze uitzonderingen stapsgewijs afgeschaft. Dit betekent dat in 2012 ten hoogste EUR 1.762,- (86,67%) van de algemene heffingskorting wordt uitbetaald aan de minstverdiende partner als die tussen 1 januari 1963 en 1 januari 1972 geboren is of als er in het huishouden kinderen van 5 jaar of jonger aanwezig zijn. Arbeidskorting Een belastingplichtige heeft recht op arbeidskorting als hij één van de volgende inkomsten heeft: loon, winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. Die inkomsten moeten met tegenwoordige arbeid worden genoten. Zie voor de nieuwe maximum bedragen van de arbeidskorting voor 2012 de overzichtstabel. De hoogte van arbeidskorting is afhankelijk van het gezamenlijk bedrag van de hiervoor bedoelde inkomsten uit tegenwoordige arbeid (het arbeidsinkomen) en het maximum van de arbeidskorting. De verhoging van de arbeidskorting voor ouderen vanaf 57 jaar komt te vervallen vanaf 1 januari De inkomensafhankelijke combinatiekorting De inkomensafhankelijke combinatiekorting is voor minstverdienende partner en alleenstaande ouders die de zorg hebben voor kinderen onder de 12 jaar. Het basisbedrag van deze heffingskorting is EUR 1.024,- indien met werken een inkomen van minimaal EUR 4.814,- wordt verdiend of indien er recht bestaat op zelfstandigenaftrek. Voor elke euro die meer wordt verdiend dan EUR 4.814,- loopt de inkomensafhankelijke combinatiekorting met 4% op tot maximaal EUR 2.133,-. Dit maximale bedrag wordt bereikt bij een inkomen uit werk van EUR ,-. Alleenstaande-ouderkorting Een belastingplichtige heeft recht op de alleenstaande-ouderkorting als hij in 2012 meer dan zes maanden: 1. geen partner heeft; en 2. een huishouding voert met een kind dat hij in belangrijke mate onderhoudt en dat op hetzelfde woonadres ingeschreven moet staan; en 3. deze huishouding voert met geen ander dan kinderen die op 1 januari 2012 de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt. De hoogte van de alleenstaande-ouderkorting bedraagt EUR 947,-. Dit bedrag wordt vermeerderd met 4,3% van het arbeidsinkomen, maar maximaal met EUR 1.319,- indien het kind bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van BL 6 NIBE-SVV, januari 2012

7 16 jaar niet heeft bereikt. Het arbeidsinkomen is het gezamenlijke bedrag van hetgeen door de belastingplichtige met tegenwoordige arbeid is genoten als winst uit een of meer ondernemingen, loon en resultaat uit een of meer werkzaamheden. Jonggehandicaptenkorting De jonggehandicaptenkorting (EUR 708,-) geldt voor de belastingplichtige die in het kalenderjaar recht heeft op een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (een zogenoemde Wajong-uitkering), tenzij voor hem de ouderenkorting geldt. Belastingplichtigen komen ook voor de jonggehandicapten-korting in aanmerking, indien weliswaar recht bestaat op een Wajong-uitkering maar niet daadwerkelijk een Wajong-uitkering wordt ontvangen, vanwege het hebben van een andere uitkering of ander inkomen uit arbeid. Ouderenkorting Een belastingplichtige heeft recht op de ouderenkorting als hij op 31 december jaar of ouder is en een verzamelinkomen heeft van niet meer dan EUR ,-. De ouderenkorting bedraagt EUR 762,-. Alleenstaande ouderenkorting Een belastingplichtige heeft recht op de alleenstaande ouderenkorting als hij recht heeft op een AOW-uitkering voor alleenstaanden. De alleenstaande ouderenkorting bedraagt EUR 429,-. Doorwerkbonus De doorwerkbonus motiveert belastingplichtigen om door te blijven werken vanaf het jaar waarin zij 62 worden. Mensen die in een jaar 62 worden en werken, ontvangen deze doorwerkbonus die als heffingskorting via de aanslag inkomstenbelasting wordt toegekend. De doorwerkbonus loopt ook door na de 65-jarige leeftijd. De hoogte van de bonus loopt tot 65 jaar met de leeftijd en met het inkomen uit arbeid op. De hoogte van de doorwerkbonus wordt berekend door een leeftijdsafhankelijk percentage (zie overzichtstabel) toe te passen op het arbeidsinkomen tussen EUR 9.295,- en EUR ,-. Levensloopverlofkorting De levensloopverlofkorting vervalt per 1 januari Dat komt omdat de levensloopregeling per die datum is afgeschaft. De in het verleden opgebouwde levensloopverlofkorting blijft in tact voor deelnemers die op 31 december 2011 een positief saldo op hun levensloopregeling hebben staan. Deelnemers aan de levensloopregeling die op 31 december 2011 een saldo van minimaal EUR 3.000,- hebben staan, kunnen met de levensloopregeling doorgaan. Bij een nieuwe inleg wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd. De levensloopverlofkorting is gelijk aan het bedrag van het opgenomen levenslooptegoed, maar ten hoogste EUR 205,- per jaar waarin is gestort in de levensloopregeling. Bedragen aan levensloopverlofkorting die in voorafgaande jaren al zijn genoten worden in mindering gebracht. Cijfer- en percentageoverzicht BL 7

8 Ouderschapsverlofkorting De ouderschapsverlofkorting geldt voor de belastingplichtige die in 2012 gebruik maakt van zijn wettelijke recht op ouderschapsverlof. De korting wordt berekend door het aantal uren ouderschapsverlof in het kalenderjaar te vermenigvuldigen met een bedrag van 50% van het bruto minimumuurloon per opgenomen verlofuur en bedraagt voor 2012 EUR 4,18 per verlofuur. De korting bedraagt niet meer dan de terugval in het belastbare loon in 2012 ten opzichte van Korting voor maatschappelijke beleggingen Deze korting geldt voor de belastingplichtige die belegt in maatschappelijke beleggingen (groene beleggingen en sociaal-ethische beleggingen). De korting bedraagt in ,7% van het bedrag dat daarvoor is vrijgesteld op grond van de bepalingen in box 3. De heffingskorting wordt in stappen afgebouwd naar 0%: voor het jaar 2012 van 1,0% naar 0,7%, voor het jaar 2013 van 0,7% naar 0,4%. Met ingang van het jaar 2014 komt deze heffingskorting in het geheel te vervallen. Korting voor beleggingen in durfkapitaal Deze korting geldt voor de belastingplichtige die belegt in direct durfkapitaal en in culturele beleggingen. De korting bedraagt in ,7% van het bedrag dat daarvoor is vrijgesteld op grond van de bepalingen in box 3. De heffingskorting wordt in stappen afgebouwd naar 0%: voor het jaar 2012 van 1,0% naar 0,7%, voor het jaar 2013 van 0,7% naar 0,4%. Met ingang van het jaar 2014 komt deze heffingskorting in het geheel te vervallen. Reisaftrek Voor het regelmatig woon-werkverkeer met het openbaar vervoer kan de reisaftrek van toepassing zijn. Voor deze aftrek gelden een aantal voorwaarden: de belastingplichtige moet beschikken over een openbaar-vervoerverklaring (of een reisverklaring); en de per openbaar vervoer afgelegde enkele reisafstand moet meer dan 10 kilometer bedragen; en de belastingplichtige moet regelmatig (doorgaans minimaal één keer per week of minimaal 40 dagen in 2012) tussen zijn woning en zijn werkplek heen en weer reizen per openbaar vervoer. Reiskosten openbaar vervoer: Enkele reisafstand woon-werkverkeer meer dan niet meer dan aftrekbedrag in EUR 436, EUR 582, EUR 974, EUR 1.207, EUR 1.574, EUR 1.751, EUR 1.943, EUR 2.008, EUR 2.036,- BL 8 NIBE-SVV, januari 2012

9 Voor de belastingplichtige die op drie, twee of één dag per week naar dezelfde plaats van werkzaamheden reist per openbaar vervoer bedraagt het aftrekbedrag indien de reisafstand niet meer bedraagt dan 90 kilometer: driekwart, de helft respectievelijk een kwart van het in de tabel aangegeven bedrag. Als de enkele reisafstand groter is dan 90 kilometer: EUR 0,23 per kilometer vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop wordt gereisd, maar maximaal EUR 2.036,-. Eigenwoningforfait Het forfaitpercentage van de WOZ-waarde van de eigen woning bedraagt: Als de WOZ-waarde meer is dan maar niet meer dan bedraagt het forfait percentage -- EUR ,- nihil EUR ,- EUR ,- 0,20% EUR ,- EUR ,- 0,35% EUR ,- EUR ,- 0,45% EUR ,- EUR ,- 0,60% EUR ,- -- EUR 6.240,- vermeerderd met 1,3% van de eigenwoningwaarde voor zover deze uitgaat boven EUR ,- Kapitaalverzekeringen Op 1 januari 2008 is de mogelijkheid geïntroduceerd om via een speciale geblokkeerde spaar- of beleggingsrekening fiscaal vrijgesteld te sparen voor de aflossing van de eigen woningschuld. Deze zogenoemde spaarrekening eigen woning wordt aangeboden door de banken en andere financiële instellingen. De spaarrekening eigen woning wordt fiscaal zoveel mogelijk gelijk behandeld als de kapitaalverzekering eigen woning. De voorwaarden waaraan de spaarrekening eigen woning moet voldoen om tot een onbelaste uitkering te leiden, komen in grote lijnen overeen met de voorwaarden die gelden voor de kapitaalverzekering eigen woning. Daarnaast blijft de mogelijkheid bestaan om bij een verzekeringsmaatschappij via een kapitaalverzekering eigen woning een fiscaal vrijgestelde uitkering voor de aflossing van de eigenwoningschuld op te bouwen. Cijfer- en percentageoverzicht BL 9

10 Kapitaalverzekeringen vanaf premiebetalende kapitaalverzekeringen behoren in beginsel in box 3; worden betrokken in de vermogensrendementsheffing; waardeberekening volgens waarde economisch verkeer; belast tegen tarief van 30%; uitzonderingen: a. kapitaalverzekering eigen woning en een spaarrekening eigen woning tezamen; maximale levenslange vrijstelling (lifetimevrijstelling) in box 1 van EUR ,- na 20 jaar premiebetaling, met inbegrip van een vrijstelling van EUR ,- (box 1) bij 15 jaar tot en met 19 jaar premiebetaling; b. begrafenisverzekeringen; drempel van EUR 6.859,- verzekerde waarde (box 3). Sinds 1 januari 2010 geldt deze vrijstelling ook voor de bankspaarvariant, waarbij mensen op een geblokkeerde bankrekening genoemd bedrag kunnen sparen voor de uitvaart. Overgangsregelingen kapitaalverzekeringen per 31 december 2000 bestaande premiebetalende polissen worden per 1 januari 2001 (onder voorwaarden) via box 3 afgewikkeld; waardeaangroeivrijstelling tot ten hoogste EUR ,-; bij reguliere uitvoering blijven vrijstellingen uit oud regime van toepassing; bezittingvrijstelling box 3 polissen: a. in kapitaalverzekeringen opgebouwde waarde is met een maximum van EUR ,- per belastingplichtige vrijgesteld van vermogensrendementsheffing; b. de verzekering moet voor 15 september 1999 zijn afgesloten; c. het verzekerd kapitaal mag na 14 september 1999 niet zijn verhoogd; d. de looptijd van de verzekering mag na 14 september 1999 niet zijn verlengd; e. werkingsduur vrijstelling is beperkt tot 14 september Oude regelgeving voor kapitaalverzekeringen (pre-brede Herwaardering) kapitaalverzekeringen afgesloten vóór 1 januari 1992: a. belast als interest: bruto-uitkering (inclusief winstbijschrijving) minus betaalde brutopremies-/koopsom; b. interest uitkering/afkoopsom onbelast indien deze plaatsvindt bij overlijden: vóór bereiken 72-jarige leeftijd; op/na bereiken 72-jarige leeftijd indien uitkering niet meer bedraagt dan EUR 2.269,-; op/na bereiken 72-jarige leeftijd mits ten minste 12 jaarpremies zijn betaald. c. interestuitkering op einddatum onbelast indien deze plaatsvindt bij leven indien: sprake is van een fiscale levensverzekering; uitkering plaatsvindt na ten minste 12 jaar jaarlijkse aaneengesloten premiebetalingen; in looptijd verzekering betaalde hoogste premie niet meer bedraagt dan: - 5 laagste premie bij looptijd t/m 15 jaar; BL 10 NIBE-SVV, januari 2012

11 - 10 laagste premie bij looptijd van > 15 t/m 20 jaar; - 15 laagste premie bij looptijd van > 20 t/m 30 jaar; - 20 laagste premie bij looptijd van > 30 jaar. Oude regelgeving kapitaalverzekeringen afgesloten ná 31 december 1991 (Brede Herwaardering) belast als interest: uitkering minus alle betaalde premies, voorzover uitkeringen bij overlijden minder bedragen dan 3 verzekerde kapitaal bij leven: a. in beginsel tegen tabeltarief; b. tegen hoog bijzonder tarief indien ten minste vijftien jaar jaarlijks premie is betaald én verhouding tussen de betaalde hoogste premie en de betaalde laagste premie minder is dan 10:1. interest uitkering/afkoopsom onbelast indien deze plaatsvindt bij overlijden: a. voor bereiken van 72 jaar; b. ná bereiken leeftijd van 72 jaar mits vijftien jaarpremies aaneengesloten zijn betaald, en de hoogste premie niet meer bedraagt dan 10 laagste premie in polisjaar; c. ná bereiken leeftijd van 72 jaar ook als minder dan vijftien jaarpremies zijn betaald, uitsluitend indien een kapitaal bij overlijden is verzekerd en de uitkering niet meer is dan EUR 5.627,-. interest uitkering/afkoopsom onbelast indien deze plaatsvindt bij leven voorzover: a. uitkeringen/soortgelijke uitkeringen niet meer bedragen dan EUR ,- en gedurende ten minste 20 jaar jaarlijks en aaneengesloten premie is betaald; b. uitkeringen/soortgelijke uitkeringen niet meer bedragen dan EUR ,- en gedurende ten minste 15 jaar jaarlijks en aaneengesloten premie is betaald; c. waarbij geldt dat: betaalde hoogste premie minder is dan 10 betaalde laagste premie in polisjaar; vrijstellingen van EUR ,- en EUR ,- kunnen cumuleren; vrijstellingen van EUR ,- + EUR ,-gelden per gerechtigde, persoonsgebonden (dus niet overdraagbaar) gedurende diens leven (niet per gebeurtenis of per polis); bij verpanding van recht op kapitaalsuitkering toerekening plaatsvindt aan verzekeringnemer(s). toerekening interestbestanddeel naar evenredigheid indien de uitkering meer bedraagt dan de vrijstelling; onder kapitaaluitkering uit levensverzekering wordt mede verstaan: a. uitkering in vaststaand aantal termijnen; b. winstuitkering; c. afkoopsom; d. opbrengst bij vervreemding (tevens bij inbreng in ondernemingsvermogen) of opgebouwde waarde bij onherroepelijk worden van begunstiging. Cijfer- en percentageoverzicht BL 11

12 Uitgaven voor inkomensvoorzieningen Op 1 januari 2008 werd een nieuwe fiscale faciliteit geïntroduceerd voor sparen via een speciale lijfrentespaarrekening danwel een lijfrentebeleggingsrecht. Deze nieuwe producten worden aangeboden door de banken en andere financiële instellingen. De regeling komt er in het kort op neer dat de inleg in een dergelijke speciale lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht fiscaal gelijk wordt behandeld als premies die worden betaald voor een lijfrenteverzekering. De voorwaarden waaraan de lijfrentespaarrekening en het lijfrentebeleggingsrecht moeten voldoen om voor aftrek van de ingelegde bedragen in aanmerking te komen, komen in grote lijnen overeen met de voorwaarden die gelden voor aftrek van lijfrentepremies. Uitgaven voor inkomensvoorzieningen zijn de op de belastingplichtige drukkende: a. premies voor lijfrenten die dienen ter compensatie van een pensioentekort; b. premies voor lijfrenten waarvan de termijnen toekomen aan een meerderjarig invalide kind of kleinkind en uitsluitend eindigen bij het overlijden van dat kind; en c. premies voor aanspraken op periodieke uitkeringen en verstrekkingen ter zake van invaliditeit, ziekte of ongeval, waarvan de uitkeringen toekomen aan de belastingplichtige. Noot. Onder lijfrente wordt verstaan: a. een aanspraak volgens een overeenkomst van levensverzekering; of b. een aanspraak op het tegoed van een lijfrentespaarrekening; of c. de waarde van een lijfrentebeleggingsrecht. Regime vanaf 1 januari 2001 Premies voor lijfrente die dienen ter compensatie van een pensioentekort zijn aftrekbaar als uitgave voor inkomensvoorziening. Toegestane vormen van lijfrente: a. levenslange oudedagslijfrente; b. nabestaandenlijfrente; c. tijdelijke oudedagslijfrente, maximaal EUR ,-. In verband met invoering van de Wet VUT, prepensioen en introductie levensloopregeling zijn premies voor overbruggingslijfrenten met ingang van 2006 niet meer aftrekbaar. Er geldt een overgangsregeling voor premies die tot en met 2005 zijn afgetrokken. Op grond daarvan kunnen in de toekomst nog wel overbruggingslijfrenten ingaan. Voor aftrek van premies voor tijdelijk oudedagslijfrenten wordt voortaan de eis gesteld dat de termijnen niet eerder ingaan dan de 65e verjaardag van de belastingplichtige. BL 12 NIBE-SVV, januari 2012

13 Noot. Aanspraken op het tegoed van een lijfrentespaarrekening of op de waarde van een lijfrentebeleggingsrecht kunnen omgezet worden in een verzekeringsvorm voordat zij periodiek uitgekeerd worden. Dit hoeft echter niet. Er kan ook worden gekozen voor een periodieke uitkering door de bank (of een andere financiële instelling) waar de aanspraken zijn ondergebracht. Jaarruimte: Premies voor lijfrenten zijn onder de volgende voorwaarden aftrekbaar. a. aantonen pensioentekort; b. voor belastingplichtigen tot 65 jaar; c. volgens formule: (0,17 x PG) -/- F -/- 7,5A -/- gedeblokkeerde premies; d. premiegrondslag (PG) is belastbaar loon/winst uit onderneming/belastbare inkomsten uit overige werkzaamheden/periodieke uitkeringen minus franchise van EUR ,-; e. F is bedrag waarmee de oudedagsreserve in betreffende kalenderjaar is toegenomen; f. A is aangroei pensioenrechten in het voorafgaande kalenderjaar door toeneming diensttijd; g. PG is maximaal EUR ,-, hierdoor bedraagt aftrek in de jaarruimte maximaal EUR ,-. Noot 1. Voor de berekening van de ruimte voor lijfrentepremieaftrek dient te worden uitgegaan van het inkomen van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van aftrek. Noot 2: Premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering en premies van lijfrenten voor meerderjarige invalide (klein)kinderen zijn niet gebonden aan een maximaal aftrekbedrag. Reserveringsruimte: a. te gebruiken door iedere belastingplichtige tot 72 jaar; b. aantoonbaar pensioentekort; c. jaarruimte die voorgaande zeven jaar niet benut is, kan alsnog gebruikt worden, waarbij geldt dat de aftrek gemaximeerd is tot; 17% van de premiegrondslag met een maximum van EUR 6.989,-; voor 55-plussers geldt ook 17% van de premiegrondslag maar bedraagt het maximum EUR ,-; een restant schuift door naar het volgende jaar, indien in dat jaar aan de zevenjaars eis blijft worden voldaan. Indien een belastingplichtige de voorgaande zeven jaar bijvoorbeeld een totaal van EUR 8.400,- niet in de jaarruimte benut heeft en 17% van de premiegrondslag EUR 8.900,- bedraagt, kan in de reserveringsruimte EUR 6.989,- in aftrek worden gebracht. Indien in dit voorbeeld 17% van de premiegrondslag evenwel EUR 6.000,- bedraagt, wordt de aftrek in reserveringsruimte beperkt tot EUR 6.000,-. Sinds 1 januari 2010 geldt een wettelijke termijn voor het vaststellen van de lijfrentetermijnen na de opbouw van een lijfrente. Deze termijn is ruimer dan de termijn die eerder in een beleidsbesluit was opgenomen. De termijn eindigt bij Cijfer- en percentageoverzicht BL 13

14 leven op 31 december van het jaar volgend op het jaar van expiratie en bij overlijden op 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van expiratie. Er blijft een uitzondering voor de situatie dat redelijkerwijs niet kan worden voldaan aan de wettelijke termijn. Op 1 januari 2010 heeft ook een wijziging plaats met betrekking tot pre-bredeherwaarderingslijfrenten (globaal gesproken lijfrenten gesloten in de periode tot en met 1991). Net als in 2009 voor brede-herwaarderingslijfrenten is gebeurd, wordt ook voor pre-brede-herwaarderingslijfrenten de splitsingsproblematiek opgelost. Omzetting stakingswinst in lijfrente Staking in geval van: invaliditeit > 45% EUR ,- 60 jaar of ouder EUR ,- overlijden EUR ,- 50 tot 60 jaar EUR ,- jonger dan 50 jaar, direct ingaand EUR ,- overige gevallen EUR ,- Bij de berekening van de ruimte voor de lijfrentepremieaftrek is het inkomen en de pensioenaangroei van het voorafgaande kalenderjaar bepalend. IB-ondernemers mogen in het jaar dat zij (een deel van) hun onderneming staken op verzoek daarvan afwijken en bij de berekening van de lijfrentepremieaftrek er voor kiezen om de gegevens van het kalenderjaar zelf te gebruiken. In het opvolgende kalenderjaar, waarin weer uitgegaan moet worden van de gegevens van het voorafgaande kalenderjaar, mag de stakingwinst niet nogmaals bij de berekening van de ruimte voor de lijfrentepremieaftrek in aanmerking worden genomen. Bedragen moeten worden verminderd met reeds opgebouwde voorzieningen. Het bedrag aan reeds opgebouwde voorzieningen is de som van: a. de waarde in het economische verkeer ten tijde van het staken van pensioenaanspraken; b. het bedrag van de oudedagsreserve bij de aanvang van het kalenderjaar; c. de bedragen van lijfrentepremies die in de voorafgaande kalenderjaren zijn afgetrokken door gebruikmaking van de jaarruimte, de reserveringsruimte, omzetting OR in een lijfrente en omzetting stakingswinst in een lijfrente. Oudedagsreserve De IB-ondernemer die aan het urencriterium voldoet en die bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, kan bij het bepalen van de in een kalenderjaar genoten winst over dat jaar toevoegen aan de oudedagsreserve. Dit betekent dat hij elk jaar een bepaald bedrag als aftrekpost ten laste van de winst mag brengen. De toevoeging aan de oudedagsreserve over een kalenderjaar bedraagt 12% van de winst, maar niet meer dan EUR 9.542,-. BL 14 NIBE-SVV, januari 2012

15 Deze toevoeging wordt verminderd met de ten laste van de winst gekomen pensioenpremies. De toevoeging bedraagt ten hoogste het bedrag waarmee het ondernemingsvermogen bij het einde van het kalenderjaar de oudedagsreserve bij het begin van het kalenderjaar te boven gaat. Doorschuiving oudedagsreserve in familiesfeer Na overlijden van een IB-ondernemer indien (een gedeelte van) de onderneming wordt voortgezet door de partner mits de hoogte van de oudedagsreserve niet uitkomt boven het ondernemingsvermogen. Bij in leven zijn IB-ondernemer indien (een gedeelte van) de onderneming (mede) wordt voortgezet door de partner mits de hoogte van de oudedagsreserve niet uitkomt boven het ondernemingsvermogen. Afname oudedagsreserve Ten hoogste het bedrag dat in het kalenderjaar als premies voor lijfrenten is betaald mag als uitgaven voor inkomensvoorziening in aanmerking wordt genomen; het bedrag waarmee de oudedagsreserve het ondernemingsvermogen bij het einde van het kalenderjaar overtreft indien: a. de onderneming (gedeeltelijk) is gestaakt; b. de belastingplichtige de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt; c. de belastingplichtige niet aan het urencriterium voldoet. Het bedrag van de afneming(en) wordt in de winst opgenomen en belast in box 1. Ondernemersaftrek De ondernemersaftrek is het gezamenlijke bedrag van: 1. de zelfstandigenaftrek; 2. de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk; 3. de meewerkaftrek; 4. de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid; en 5. de stakingsaftrek. Zelfstandigenaftrek Geldt voor IB-ondernemer die aan het urencriterium voldoet en bij het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt. Urencriterium: IB-ondernemer moet per kalenderjaar minimaal uren aan werkzaamheden voor de onderneming besteden. Met ingang van 1 januari 2012 is de zelfstandigenaftrek een vast bedrag. Het is nu niet meer afhankelijk van de hoogte van de winst. De zelfstandigenaftrek voor 2012 bedraagt EUR 7.280,-. In 2011 bedroeg de zelfstandigenaftrek bij een winst in 2011 van: Cijfer- en percentageoverzicht BL 15

16 meer dan maar niet meer dan bedraagt de zelfstandigenaftrek - EUR ,- EUR 9.484,- EUR ,- EUR ,- EUR 8.817,- EUR ,- EUR ,- EUR 8.154,- EUR ,- EUR ,- EUR 7.266,- EUR ,- EUR ,- EUR 6.633,- EUR ,- EUR ,- EUR 5.931,- EUR ,- EUR ,- EUR 5.236,- EUR ,- - EUR 4.602,- Indien de IB-ondernemer in een of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen IB-ondernemer was en bij hem in die periode niet meer dan tweemaal zelfstandigenaftrek is toegepast, wordt de zelfstandigenaftrek verhoogd met EUR 2.123,- (startersaftrek). De zelfstandigenaftrek voor de IB-ondernemer die bij het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt bedraagt 50% van de zelfstandigenaftrek voor de IB-ondernemer die bij het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt. De zelfstandigenaftrek voor niet-starters kan niet meer verrekend worden met ander box 1-inkomen, zoals loon of een VUT-uitkering. Als dit tot gevolg heeft dat (een deel van) de zelfstandigenaftrek niet kan worden verrekend, wordt de niet verrekende zelfstandigenaftrek maximaal 9 jaar voortgewenteld om in een toekomstig jaar alsnog te verrekenen met winst. Voor starters verandert er niets. Startende ondernemers kunnen de zelfstandigenaftrek (inclusief de startersaftrek) gedurende drie jaar dus nog wel verrekenen met ander box 1-inkomen. Daarnaast blijft voor starters ten aanzien van de zelfstandigenaftrek de reguliere verrekening over de jaren heen gelden. Aftrek speur- en ontwikkelingswerk De aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk geldt voor de IB-ondernemer die aan het urencriterium voldoet en die in het kalenderjaar ten minste 500 uur besteedt aan werk dat bij een S&O-verklaring is aangemerkt als speur- en ontwikkelingswerk. De aftrek bedraagt EUR ,-. Indien de IB-ondernemer in een of meer van de vijf voorgaande kalenderjaren geen IB-ondernemer was en bij hem in die periode niet meer dan tweemaal de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk is toegepast, wordt de aftrek voor speuren ontwikkelingswerk verhoogd met EUR 6.157,-. BL 16 NIBE-SVV, januari 2012

17 Meewerkaftrek De meewerkaftrek geldt voor de IB-ondernemer die aan het urencriterium voldoet en van wie de partner zonder enige vergoeding arbeid verricht in een onderneming waaruit de belastingplichtige als IB-ondernemer winst geniet. Bij arbeid van de partner die gedurende het kalenderjaar een aantal uren in beslag neemt gelijk aan of meer dan maar minder dan bedraagt de meewerkaftrek ,25% van de winst ,00% van de winst ,00% van de winst ,00% van de winst Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid geldt voor de IB-ondernemer die een onderneming vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering start en niet aan het urencriterium voldoet maar wel aan een verlaagd urencriterium van 800 uur. De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid bedraagt EUR ,-, EUR 8.000,- en EUR 4.000,- voor het eerste, tweede, respectievelijk derde jaar. De aftrek kan niet hoger zijn dan de genoten winst. Stakingsaftrek De stakingsaftrek geldt voor de IB-ondernemer die in het kalenderjaar winst behaalt met of bij het staken van één of meer gehele ondernemingen waaruit hij als IB-ondernemer winst geniet en bedraagt EUR 3.630,- eenmaal per leven. MKB-winstvrijstelling De MKB-winstvrijstelling bedraagt 12% van de winst na toepassing van de ondernemersaftrek. De MKB-winstvrijstelling stelt een vast percentage van de winst vrij van belasting. Loonbelasting Sinds 1 januari 2006 is er de nieuwe loonaangifte. Deze nieuwe aangifte loonheffingen is een gecombineerde aangifte voor de premies werknemersverzekeringen, de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de loonbelasting/premie volksverzekeringen. Spaarloon en levensloopregeling Per 1 januari 2012 vervallen de spaarloonregeling en de levensloopregeling. Voor beide regelingen geldt overgangsrecht. Per 1 januari 2013 wordt een nieuwe spaarfaciliteit ingevoerd, het vitaliteitssparen. Overgangsrecht spaarloonregeling per 1 januari 2012 Vanaf 1 januari 2012 kan het hele tegoed van de spaarloonregeling belastingvrij worden opgenomen. Maar men kan er ook voor kiezen het tegoed op de spaarloonrekening te laten staan om gebruik te kunnen blijven maken van de vrijstelling in box 3. Elk jaar blijft dan een deel van het spaartegoed vrijvallen. Op dat Cijfer- en percentageoverzicht BL 17

18 deel is dan niet langer de vrijstelling van box 3 van toepassing. Voor het deel van het spaarloon dat op de spaarloonrekening blijft staan met uitzondering van het vrijgevallen tegoed blijft de vrijstelling van box 3 gelden tot 1 januari Overgangsrecht levensloopregeling per 1 januari 2012 Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling niet meer beschikbaar voor nieuwe deelnemers. De levensloopregeling wordt vanaf 2012 nog opengehouden voor deelnemers die op 31 december 2011 een saldo op hun levensloopregeling hebben staan. Deelnemers met een saldo minder dan EUR 3.000,- kunnen in 2012 en 2013 niet meer bijstorten, overige deelnemers kunnen dat wel. Bij de inleg wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd. Vanaf het jaar 2014 kunnen alleen nog deelnemers die op 31 december 2011 EUR 3.000,- of meer hebben opgebouwd, gebruikmaken van de levensloopregeling totdat zij de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt of met pensioen zijn gegaan. Alle deelnemers aan de levensloopregeling kunnen in het jaar 2013 hun levenslooptegoed zonder belastingheffing omzetten in vitaliteitssparen. Van de deelnemers die op 31 december 2011 minder dan EUR 3.000,- hebben opgebouwd en in het jaar 2013 het tegoed niet omzetten in vitaliteitssparen, wordt het levenslooptegoed op 31 december 2013 belast als loon. Vanaf het jaar 2014 kan er alleen nog circa EUR ,- uit levensloop zonder belastingheffing worden omgezet in vitaliteitssparen. Over het meerdere dient dan belasting te worden betaald. Vanaf 1 januari 2013: vitaliteitssparen Per 1 januari 2013 wordt een nieuwe spaarfaciliteit ingevoerd, het vitaliteitssparen. Vitaliteitssparen stelt deelnemers in staat fiscaal voordelig te sparen en is toegankelijk voor werknemers, ondernemers (waaronder zzp-ers) en resultaatgenieters. De regeling kent geen opnamedoelen. De stortingen in vitaliteitssparen zijn fiscaal aftrekbaar in box 1 en er wordt pas belasting geheven bij opname van het tegoed. Jaarlijks kan er maximaal EUR 5.000,- fiscaal aftrekbaar gestort worden. Het opgebouwde, nog niet opgenomen, tegoed in vitaliteitssparen is niet belast in box 3. Het maximale fiscaal gefaciliteerd op te bouwen vermogen bedraagt in totaal EUR ,-. Reiskostenvergoeding De maximale belastingvrije vergoeding van zakelijke kilometers is EUR 0,19 per kilometer, ongeacht het vervoermiddel. Dit betekent dat de werkgever elke zakelijke kilometer, dus ook elke kilometer voor woon-werkverkeer, tot maximaal EUR 0,19 belastingvrij kan vergoeden. Woon-werkverkeer is ook zakelijk verkeer. Als een werknemer met het openbaar vervoer reist kan de werkgever kiezen: er kan maximaal EUR 0,19 per kilometer worden vergoed, maar ook de werkelijke reiskosten mogen belastingvrij worden vergoed. BL 18 NIBE-SVV, januari 2012

19 Bijtelling auto van de zaak Met ingang van 1 juli 2012 worden de CO2-grenzen voor het 14%-tarief (zeer zuinig auto s) en het 20%-tarief (zuinige auto s) van de bijtelling auto van de zaak aangescherpt. Daarna vindt een jaarlijkse aanpassing plaats per 1 januari (vanaf 1 januari 2013). Voor personenauto s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km die in de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 worden aangeschaft, geldt gedurende 60 maanden een 0%-tarief voor de bijtelling. Op auto s die al voor 1 januari 2012 zijn aangeschaft en niet meer dan 50 gr/km CO2 uitstoten, is voor zover ze daar nog geen recht op hadden vanaf 1 januari 2012 het 0% tarief van toepassing tot 1 januari Voor personenauto s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km die in de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 worden aangeschaft, geldt gedurende 60 maanden een 7%-tarief voor de bijtelling. Het huidige onderscheid in CO2-grenzen voor benzine en diesel verdwijnt. De komende jaren groeien deze grenzen langzaam naar elkaar toe. Vanaf 2015 wordt er geen onderscheid meer gemaakt. In de tabel hieronder zijn de CO2-schijfgrenzen per 1 januari 2011, per 1 januari 2012 en per 1 juli 2012 opgenomen januari juli 2012 Alle brandstoffen m.u.v. diesel 0% bijtelling 0 < 51 < 51 14% bijtelling < % bijtelling % bijtelling > 140 > 140 > 132 Diesel 14% bijtelling < 96 < 96 < 92 20% bijtelling % bijtelling > 116 > 116 >114 Auto s met een 20% of 14% bijtelling waarvan het kenteken vóór 1 juli 2012 op naam is gesteld, houden dat lagere bijtellingspercentage totdat de auto een andere eigenaar én andere gebruiker krijgt. In dat geval zal het bijtellingspercentage met ingang van 1 juli 2017 worden aangepast overeenkomstig de dan geldende normen. Auto s met een 20% of 14% bijteling die vanaf 1 juli 2012 op naam worden gesteld, houden dat lagere bijtellingspercentage voor een periode van 60 maanden. Die periode van 60 maanden begint op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het kenteken van de auto voor het eerst op naam is gesteld. Aan het eind van die periode wordt bekeken of de auto tegen de dan geldende CO2-grenzen opnieuw voor een 60 maanden periode voor een verlaagd bijtellingspercentage in aanmerking komt. Cijfer- en percentageoverzicht BL 19

20 Vermogensrendementsheffing Onderwerp Waarderingsregel Woningen waarde economisch verkeer (belast in box 1) Tweede woning WOZ-waarde/waarde economisch verkeer Goodwill boekwaarde voor de IB (belast in box 1) Periodieke uitkeringen in geld levenslang - op één leven jaarlijks bedrag factor tabel 1 - op twee levens jaarlijks bedrag factor tabel 1 bij jongste lijf minus tien jaar (tot 2 e overlijden) jaarlijks bedrag factor tabel 1 bij oudste lijf plus vijf jaar (tot 1 e overlijden) Periodieke uitkeringen in geld 3 tijdelijk jaarlijks bedrag aantal uitkeringsjaren x factor tabel 2 1 koopsom zodanige uitkering jaarlijks bedrag x aantal uitkeringsjaren x factor tabel jaarlijkse uitkering Overige periodieke uitkeringen koopsom zodanige uitkering 1. Waarde niet hoger dan levenslange periodieke uitkering. 2. Waarde niet hoger dan 17 jaarlijks bedrag ter uitkering. 3. Onzeker jaarlijks bedrag of uitkeringen niet in geld worden in aanmerking genomen naar het geschatte bedrag. Waardebepaling levenslange lijfrente (tabel 1) de factor indien de man 22 < 20 jaar is jaar maar < 25 jaar is jaar maar < 30 jaar is jaar maar < 35 jaar is jaar maar < 40 jaar is jaar maar < 45 jaar is jaar maar < 50 jaar is jaar maar < 55 jaar is jaar maar < 60 jaar is jaar maar < 65 jaar is 9 65 jaar maar < 70 jaar is 8 70 jaar maar < 75 jaar is 6 75 jaar maar < 80 jaar is 4 80 jaar maar < 85 jaar is 3 85 jaar maar < 90 jaar is 2 90 jaar maar < 95 jaar is 1 95 jaar is BL 20 NIBE-SVV, januari 2012

21 Waardebepaling tijdelijke lijfrente (tabel 2) Leeftijd 1 e vijf 2 e vijf 3 e vijf 4 e vijf 5 e vijf 6 e vijf 7 e vijf 8 e vijf 9 e vijf 10 e vijf 11 e vijf 12 e vijf Volgende (van tot) jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaren ,91 0,74 0,61 0,50 0,41 0,33 0,27 0,21 0,17 0,13 0,09 0,06 0, ,91 0,74 0,61 0,50 0,40 0,33 0,26 0,20 0,15 0,11 0,07 0,04 0, ,91 0,74 0,61 0,49 0,40 0,32 0,25 0,19 0,13 0,09 0,05 0,02 0, ,91 0,74 0,60 0,49 0,39 0,30 0,23 0,16 0,11 0,06 0,03 0, ,90 0,74 0,59 0,48 0,37 0,28 0,20 0,13 0,07 0,03 0, ,90 0,73 0,58 0,46 0,35 0,25 0,16 0,09 0,04 0, ,90 0,72 0,56 0,43 0,30 0,20 0,11 0,05 0, ,89 0,70 0,53 0,38 0,24 0,14 0,06 0, ,88 0,67 0,48 0,31 0,17 0,08 0, ,87 0,62 0,40 0,22 0,10 0, ,84 0,54 0,30 0,14 0,04 0, ,80 0,45 0,20 0,06 0, ,74 0,33 0,10 0, ,65 0,20 0, ,54 0, ,40 0, en 0, ouder Schenk- en erfbelasting Tarieven schenk- en erfbelasting Deel van de belaste Tariefgroep 1 Tariefgroep 1A Tariefgroep 2 verkrijging (partners en (kleinkinderen) (overige verkrijgers) kinderen) EUR 0,- tot EUR ,- 10% 18% 30% EUR ,- en hoger 20% 36% 40% Vrijstellingen schenkbelasting Kinderen EUR 5.030,- Kinderen jaar (eenmalig) of EUR ,- Kinderen jaar (eenmalig) of indien schenking wordt aangewend voor aankoop eigen woning of voor een studie EUR ,- Overige verkrijgers EUR 2.012,- Vrijstellingen erfbelasting Partners EUR ,- Kinderen en kleinkinderen EUR ,- Zieke en gehandicapte kinderen EUR ,- Ouders EUR ,- Overige verkrijgers EUR 2.012,- Cijfer- en percentageoverzicht BL 21

22 Alle vrijstellingen zijn voetvrijstellingen. Dat betekent dat de vrijstelling niet vervalt als meer wordt verkregen dan de vrijstelling, zoals bij een drempelvrijstelling wel het geval is, maar dat de vrijstelling ook geldt als meer wordt verkregen dan het bedrag van de vrijstelling. Als een partner in 2012 bijvoorbeeld EUR ,- uit de nalatenschap van een erflater verkrijgt, is de vrijstelling van EUR ,- van toepassing en wordt slechts een verkrijging van EUR ,- in de heffing betrokken. Wat betekent dit voor verschillende groepen? Partners De vrijstelling van erfbelasting bedraagt in 2012 EUR ,-. Het tarief bedraagt maximaal 20%. Tot EUR ,- geldt een tarief van 10%. Kinderen Het tarief voor kinderen bedraagt in 2012 maximaal 20%. Voor een schenking of erfenis tot EUR ,- bedraagt het tarief 10%, voor het meerdere bedraagt het tarief 20%. De vrijstelling voor erfbelasting wordt EUR ,- en voor schenkbelasting bedraagt de vrijstelling jaarlijks EUR 5.030,-. De eenmalig verhoogde vrijstelling van schenkbelasting voor kinderen tussen 18 en 35 jaar bedraagt EUR ,-. Deze eenmalige vrijstelling kan nog verder verhoogd worden naar EUR ,- indien de schenking wordt gebruikt voor de aankoop van een eigen woning of wordt gebruikt voor een studie. Voor zieke en gehandicapte kinderen bedraagt de vrijstelling voor de erfbelasting van EUR ,-. Kleinkinderen De vrijstelling voor de erfbelasting bedraagt in 2012 EUR ,-. Tot EUR ,- bedraagt het tarief 18%, daarboven is het 36%. Nichten, neven en derden In 2012 bedraagt het tarief 30% over de eerste EUR ,-. Over het meerdere is 40% verschuldigd. De vrijstelling voor de schenk- en erfbelasting bedraagt EUR 2.012,-. BL 22 NIBE-SVV, januari 2012

23 Partnerbegrip Sinds 1 januari 2010 kwalificeren als partners: Gehuwden en daarmee gelijkgestelde geregistreerde partners (gescheiden van tafel en bed is ongehuwd). Ongehuwden, indien wordt voldaan aan alle 5 de volgende voorwaarden: a. beiden meerderjarig; b. gezamenlijke huishouding volgens de basisadministratie persoonsgegevens; c. wederzijdse zorgverplichting aangegaan bij notariële akte; d. geen bloedverwant in de rechte lijn; e. geen meerrelaties. Uitzonderingen op de 5 hierboven genoemde voorwaarden: 1. Aan voorwaarde c. hoeft niet voldaan te worden, mits personen 5 jaar samenwonen. 2. Aan voorwaarde d. hoeft niet voldaan te worden, mits een van de partners mantelzorger is. (Dat wil zeggen: als een mantelzorgcompliment is ontvangen.) Ondernemingsvermogen Een verkrijging van ondernemingsvermogen is tot een waarde van EUR ,- van de objectieve ondernemingen voor 100% vrijgesteld. Voor ondernemingen die meer waard zijn dan die EUR ,- geldt voor het meerdere verkregene een vrijstelling van 83%. Voor de belasting die dan eventueel nog is verschuldigd over het niet-vrijgstelde deel (veelal tariefgroep I tegen een tarief van 10-20%) kan 10 jaar uitstel van betaling worden verkregen. Waardering stamrechten Tabel 1: Ouder dan Jonger dan Factor Tabel 2: het eerste vijftal jaren het tweede vijftal jaren Indien de uitkering afhankelijk is van het leven van een persoon Indien de uitkering niet van het leven afhankelijk is jonger dan 40 jaar 40 jaar of ouder, doch jonger dan jaar of ouder 0,84 0,83 0,75 0,85 0,62 0,60 0,40 0,64 Cijfer- en percentageoverzicht BL 23

24 het derde vijftal 0,46 0,42 0,15 0,48 jaren het vierde vijftal 0,34 0,28 0,04 0,36 jaren het vijfde vijftal 0,25 0,18 0,02 0,28 jaren de volgende jaren 0,12 0,06-0,15 Onderwerp Waarderingsregel Periodieke uitkeringen in geld levenslang op één leven jaarlijks bedrag factor tabel 1 op twee levens jaarlijks bedrag factor tabel 1 bij jongste lijf minus vijf jaar - vervallende bij overlijden van laatstlevende - vervallende bij overlijden van eerststervende jaarlijks bedrag factor tabel 1 bij oudste lijf plus vijf jaar Periodieke uitkeringen in geld vervallende na bepaalde jaarlijks bedrag x aantal uitkeringsjaren x factor tabel 2 tijd Periodieke uitkeringen in geld onbepaalde tijd en niet afhankelijk van enig leven 17 jaarlijkse uitkering Vennootschapsbelasting Tarieven 2012 meer dan maar niet meer dan bedraagt het percentage EUR 0,- EUR ,- 20,0 EUR ,- 25,5 BL 24 NIBE-SVV, januari 2012

Cijfer- en percentageoverzicht LIJFRENTEVERZEKERING

Cijfer- en percentageoverzicht LIJFRENTEVERZEKERING Cijfer en percentageoverzicht LIJFRENTEVERZEKERING Bijlage 1: Inkomstenbelasting 2011 Percentages inkomstenbelasting jonger dan 65 ; cijfers 2011 Belastbaar inkomen Inkomen niet Tarief Heffing over totaal

Nadere informatie

Belastingplan 2012. Vs. 05-01-2012 1

Belastingplan 2012. Vs. 05-01-2012 1 Belastingplan 2012 - Wettelijk minimumloon per maand o 15 jr. 434,00 o 16 jr. 499,10 o 17 jr. 571,40 o 18 jr. 658,20 o 19 jr. 759,45 o 20 jr. 889,65 o 21 jr. 1.048,80 o 22 jr. 1.229,60 o 23 jr. e.o. 1.446,60

Nadere informatie

Kerncijfers 2013. 1. Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering

Kerncijfers 2013. 1. Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering Kerncijfers 2013 1. Levensverzekering kapitaalverzekering Kapitaalverzekering eigen woning Premiebetaling Lifetime vrijstelling Minimaal 20 jaar 157.000 Minimaal 15 jaar 35.700 Kapitaalverzekering Brede

Nadere informatie

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement Postbus 224 2700 AE Zoetermeer Tel. 085 111 88 88 Fax 085 111 88 80 E-mail info@scfb.nl Internet www.scfb.nl Bank ABN AMRO IBAN NL05ABNA0597042454 BIC ANBANL2A KvK Den Haag 27198895 FISCALE CIJFERS 2014

Nadere informatie

Bijlage WFTNIVO examens 2012. Bijlage WFTNIVO examens 2012. Inhoud. Belastingtarief box 2 en 3

Bijlage WFTNIVO examens 2012. Bijlage WFTNIVO examens 2012. Inhoud. Belastingtarief box 2 en 3 Inhoud - Schijventarief box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) p.1 - Belastingtarief box 2 en 3 p.2 - Heffingskortingen p.2 - Bijtelling p.3 - Percentages eigenwoningforfait p.3 - Vrijstellingen

Nadere informatie

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven Kerncijfers 2008 voor de adviespraktijk Algemeen Schijventarief box 1 Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van

Nadere informatie

Belastingcijfers 2015

Belastingcijfers 2015 Belastingcijfers 2015 Box 1 - inkomen uit werk en woning Schijventarief voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd: Belastbaar inkomen doch niet belastingtarief tarief premie volksverzekeringen

Nadere informatie

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

1. Wet Inkomstenbelasting 2001 Fiscale en sociale cijfers 2015 1. Wet Inkomstenbelasting 2001 Tarief box 1 Belastbaar inkomen meer maar niet meer belastingtarief tarief premie volksverzekeringen totaal tarief * voor een belastingplichtige

Nadere informatie

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

1. Wet Inkomstenbelasting 2001 Fiscale en sociale cijfers 2016 1. Wet Inkomstenbelasting 2001 Tarief box 1 Belastbaar inkomen meer maar niet meer belastingtarief tarief premie volksverzekeringen totaal tarief * voor een belastingplichtige

Nadere informatie

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning (2013) Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning : Inkomen uit werk en woning bestaat uit inkomsten

Nadere informatie

147.500 145.000 143.000 140.500 139.500 137.500. geen max. 12% van de winst max. dotatie oudedagsreserve 11.590 11.396 11.227 11.050 10.951 10.

147.500 145.000 143.000 140.500 139.500 137.500. geen max. 12% van de winst max. dotatie oudedagsreserve 11.590 11.396 11.227 11.050 10.951 10. Overzicht fiscale/sociale cijfers 2009 Overzicht fiscale/sociale cijfers 2009 omschrijving (bedrag in euro s) 2009 2008 2007 2006 2005 2004 kapitaalverzekering eigen woning uitkeringsvrijstelling kapitaalverzekering

Nadere informatie

ASR Kerncijfers 2013

ASR Kerncijfers 2013 ASR Kerncijfers 2013 Inhoud 1. Levensverzekering - kapitaalverzekering 2. Levensverzekering - lijfrente 3. Levensverzekering - gouden handdruk 4. Afkoop kleine lijfrente 5. Eigen woning 6. Inkomstenbelasting

Nadere informatie

Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012

Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012 Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012 Belastingen Inkomstenbelasting Tarief box I Belastbaar inkomen Jonger dan 65 jaar 65 jaar en ouder van tot % totaal % totaal - 18.945 33,10% 6.270 15,20%

Nadere informatie

Cijfers 2016. Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers 2016. Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2016 31-12-2015 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2016 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

Belastingspecial 2014

Belastingspecial 2014 Belastingspecial 2014 (aangifte inkomstenbelasting 2013) Leo van Heesch Inleiding De meest voorkomende aftrekposten en kortingen betreffende de inkomstenbelasting (IB) worden besproken. Voor ouderen minder

Nadere informatie

belastingtarief tarief premie volksverzekeringen

belastingtarief tarief premie volksverzekeringen 4.28. Tarieven inkomstenbelasting per 1 januari 2006 Tarief Box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) 2006 Belastbaar inkomen meer dan doch niet meer dan Jonger dan 65 jaar - 17.046 belastingtarief

Nadere informatie

Belastingcijfers 2016

Belastingcijfers 2016 Belastingcijfers 2016 Box 1 - inkomen uit werk en woning Schijventarief voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd: totaal tarief heffing over totaal - 19.922 8,40% 28,15% 36,55% 7.281 19.922

Nadere informatie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2019 31-12-2018 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2019 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2017 28-12-2015 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2017 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2018 22-12-2017 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2018 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

Belastingcijfers 2017

Belastingcijfers 2017 Belastingcijfers 2017 Box 1 - inkomen uit werk en woning Schijventarief voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd: totaal tarief heffing over totaal - 19.982 8,90% 27,65% 36,55% 7.303 19.982

Nadere informatie

,15% 27,65% 40,80% ,80% 40,80% % 52% ,15% 9,75% 22,90% 6.

,15% 27,65% 40,80% ,80% 40,80% % 52% ,15% 9,75% 22,90% 6. Inleiding Onderstaand treft een overzicht van de belangrijkste tarieven of drempels voor het jaar 2017 en, daar waar nodig 2016. Het overzicht biedt overigens geen volledige weergave van alle voorgestelde

Nadere informatie

belastingtarief tarief premie volksverzekeringen

belastingtarief tarief premie volksverzekeringen Titel: Auteur: Fiscale cijfers 2007 Mr. G.A.C. Jerry Aarts MFP Inleiding In Fin-Mail 06 43 hebben wij de nieuwe premiebedragen en uitkeringen sociale zekerheid aan u doorgegeven. Nu zijn ook de fiscale

Nadere informatie

Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Hypothecair Krediet Wft Levensverzekeringen

Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Hypothecair Krediet Wft Levensverzekeringen Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Hypothecair Krediet Wft Levensverzekeringen 1. Fiscale cijfers lijfrente en pensioen Pagina 2 2. Vennootschaps- en inkomstenbelasting Pagina 3 3. Heffingskortingen

Nadere informatie

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen 11 ls u bedragen hebt betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n deze aanvullende toelichting leest u meer over een aantal bijzondere situaties. U kunt een verzekering

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2012

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2012 Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2012 Op dinsdag 20 december 2011 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2012, het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2012,

Nadere informatie

Belastingspecial 2011

Belastingspecial 2011 Pensioenbelangen 1-2011:Pensioenbelangen 28-4-11 13:44 Pagina 21 Belastingspecial 2011 bestemd voor uw aangifte Inkomsten Belasting 2010 Deze belastingspecial, dient als leidraad bij het invullen van uw

Nadere informatie

Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Pensioenverzekeringen

Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Pensioenverzekeringen Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Pensioenverzekeringen 1. Fiscale cijfers lijfrente en pensioen Pagina 2 2. Vennootschaps- en inkomstenbelasting Pagina 3 3. Heffingskortingen en eigenwoningforfait

Nadere informatie

Fiscale cijfers 2008

Fiscale cijfers 2008 ? KAPITAALVERZEKERING EIGEN WONING (KEW, BEW, SEW) 2008 2007 Vrijstelling KEW Premie betalingsduur 15 jaar 32.900 32.500 (niet cumulatief) Premie betalingsduur 20 jaar 145.000 143.000? EIGENWONINGFORFAIT

Nadere informatie

WWW.BELASTINGGIDSOPMAAT.NL

WWW.BELASTINGGIDSOPMAAT.NL BELASTINGGIDSOPMAAT De wijzigingen per 1 januari 2009 Ieder jaar opnieuw worden er wijzigingen aangebracht in de belastingwetgeving. De cijfers worden aangepast voor de inflatie, maar de regering verzint

Nadere informatie

AEGON Kennis AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekerings wetten 2012

AEGON Kennis AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekerings wetten 2012 AEGON Kennis AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten 2012 AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten Op 1 januari 2012 is weer een groot aantal (wettelijke) veranderingen op fiscaal gebied

Nadere informatie

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen 12345 20 anvullende toelichting bij aangifte inkomstenbelasting 20 B 271 1T01 (2456) ls u bedragen hebt betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n de toelichting bij uw

Nadere informatie

Bijlage WFt Opleidingen

Bijlage WFt Opleidingen Bijlage WFt Opleidingen 1. Fiscale cijfers lijfrente en pensioen Pagina 2 2. Vennootschapsbelasting Pagina 2 3. Inkomstenbelasting Pagina 2 4. Eigenwoning Pagina 3 5. Heffingskortingen Pagina 4 6. Persoonsgebonden

Nadere informatie

Hoofdstuk 52 Wijzigingen 2018 en later

Hoofdstuk 52 Wijzigingen 2018 en later Hoofdstuk 52.3.1 52 Hoofdstuk 52 In dit hoofdstuk behandelen wij de belangrijkste veranderingen en plannen voor 2018 en soms ook voor latere jaren. De veranderingen vloeien voornamelijk voort uit de jaarlijkse

Nadere informatie

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen 20 anvullende toelichting bij aangifte inkomstenbelasting 20 voor buitenlandse belastingplichtigen ls u bedragen hebt betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n de toelichting

Nadere informatie

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen 14 U kunt een verzekering afsluiten of zelf sparen voor extra inkomen. ijvoorbeeld voor extra inkomen (lijfrente) vanaf het moment dat u met pensioen gaat. e premies voor een lijfrenteverzekering of de

Nadere informatie

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen 20 anvullende toelichting bij aangifte inkomstenbelasting 20 ls u bedragen hebt betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n de toelichting bij uw aangifte inkomstenbelasting

Nadere informatie

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen ij aangifte inkomstenbelasting 20 271 1T92 (2248) Wordt deze aanvullende toelichting gebruikt voor het invullen van een biljet? an wordt met u, uw of uzelf de overleden belastingplichtige bedoeld. ls u

Nadere informatie

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen 20 anvullende toelichting bij aangifte inkomstenbelasting 20 271 1T12 (2568) ls u bedragen hebt betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n de toelichting bij uw aangifte

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2011

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2011 Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2011 Op dinsdag 21 december 2010 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2011 en het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2011.

Nadere informatie

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen ij aangifte inkomstenbelasting 20 ls u bedragen hebt betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n de toelichting bij uw aangifte inkomstenbelasting staat algemene informatie

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2012

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2012 Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2012 Op dinsdag 20 december 2011 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2012, het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2012,

Nadere informatie

Inleiding. Inhoud. uw verzekering en de inkomstenbelasting

Inleiding. Inhoud. uw verzekering en de inkomstenbelasting uw verzekering en de inkomstenbelasting Inleiding In deze brochure vindt u algemene fiscale informatie over uw kapitaal- of lijfrenteverzekering naar de stand van de wetgeving per 1 januari 2011. Deze

Nadere informatie

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen 20 anvullende toelichting bij aangifte inkomstenbelasting 20 271 1T41 ls u bedragen hebt betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n de toelichting bij uw aangifte inkomstenbelasting

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2012

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2012 Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2012 Op dinsdag 20 december 2011 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2012, het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2012,

Nadere informatie

Bijlage: Pensioenvoorzieningen

Bijlage: Pensioenvoorzieningen SOCIALE ZEKERHEID AOW Gehuwd 8.000 Alleenstaand 12.000 ANW 13.000 Halfwezentoeslag 3.000 Bruto minimumloon 17.000 Maximum dagloon WIA (voorheen WAO) 44.000 Tabel uitkeringspercentage Arbeidsongeschiktheidspercentage

Nadere informatie

D e fiscale inflatiecorrectie

D e fiscale inflatiecorrectie Jaargang 10, nummer 1, mei 2007 I nhoud Wijzigingen inkomstenbelastingen 2007 1 Extra controle op bijleenregeling 2 Wijziging vennootschapsbelasting 2006 3 Heffings en invorderingsrente 4 Samenwerking

Nadere informatie

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2007 voor aftrek in aanmerking komen

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2007 voor aftrek in aanmerking komen ij aangifte inkomstenbelasting 20 2711T72 (2040) ls u premies hebt betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n de toelichting bij uw angifte inkomstenbelasting staat algemene

Nadere informatie

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk door een scholier 1702 woorden 21 maart 2001 6,3 131 keer beoordeeld Vak Economie VOORAF. Deze brochure is geschreven voor een modaal gezin en een gezin

Nadere informatie

Als u 65 jaar of ouder bent

Als u 65 jaar of ouder bent 2007 Als u 65 jaar of t Als u 65 jaar wordt, heeft dit gevolgen voor uw belasting en premie volksverzekeringen. Deze gevolgen hebben bijvoorbeeld betrekking op uw belastingtarief, uw heffingskortingen,

Nadere informatie

Hoofdstuk 52 Wijzigingen 2019 en later

Hoofdstuk 52 Wijzigingen 2019 en later Hoofdstuk 52.4.3 Wijzigingen 2019 en later 52 Hoofdstuk 52 Wijzigingen 2019 en later In dit hoofdstuk behandelen wij de belangrijkste veranderingen en plannen voor 2019 en soms ook voor latere jaren. De

Nadere informatie

Fiscaal zakboekje. Uitgave januari 2009. geldig vanaf januari 2009. Nationale-Nederlanden Postbus 93604, 2509 AV Den Haag www.nn.

Fiscaal zakboekje. Uitgave januari 2009. geldig vanaf januari 2009. Nationale-Nederlanden Postbus 93604, 2509 AV Den Haag www.nn. Uitgave januari 2009 Fiscaal zakboekje geldig vanaf januari 2009 Nationale-Nederlanden Postbus 93604, 2509 AV Den Haag www.nn.nl 60-30.0902 NnL Deze uitgave geeft u een globaal inzicht in de voor de verzekeringspraktijk

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2007

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2007 Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2007 Op dinsdag 12 december 2006 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2007 en het wetsvoorstel Paarse Krokodil. In dit persbericht

Nadere informatie

AEGON Kennis AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekerings wetten 2013

AEGON Kennis AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekerings wetten 2013 AEGON Kennis AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten 2013 AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten Op 1 januari 2013 is weer een groot aantal (wettelijke) veranderingen op fiscaal gebied

Nadere informatie

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2006 voor aftrek in aanmerking komen

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2006 voor aftrek in aanmerking komen ij aangifte inkomstenbelasting 20 ls u premies heeft betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n de Toelichting bij uw angifte inkomstenbelasting staat algemene informatie

Nadere informatie

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012 Je hypotheek en de belasting in 2012 Hier vind je een toelichting op het jaaroverzicht van je SNS Hypotheek. Ook lees je hier de belangrijkste fiscale regels die in 2012 gelden voor de eigen woning, hypotheek,

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2009

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2009 Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2009 Op dinsdag 16 december 2008 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2009 en het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2009.

Nadere informatie

Als u bedragen betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2008 voor aftrek in aanmerking komen

Als u bedragen betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2008 voor aftrek in aanmerking komen ij aangifte inkomstenbelasting 20 271 1T83 (2135) Wordt deze aanvullende toelichting gebruikt voor het invullen van een biljet? an wordt met u, uw of uzelf de overleden belastingplichtige bedoeld. ls u

Nadere informatie

Als u premies betaalt voor een lijfrenteverzekering of een andere inkomensvoorziening

Als u premies betaalt voor een lijfrenteverzekering of een andere inkomensvoorziening 2 7 Betaalt u premies voor een of andere en? Dan kan het zijn dat u de premies mag aftrekken van uw inkomen. In deze brochure leest u meer over de aftrekmogelijkheden en waarmee u rekening moet houden

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

belastingplichtigen tot 65 jaar: - 17.878-33,50 % 17.878 32.127 5.989 42 % 32.127 54.776 11.973 42 % 54.776-21.485 52 %

belastingplichtigen tot 65 jaar: - 17.878-33,50 % 17.878 32.127 5.989 42 % 32.127 54.776 11.973 42 % 54.776-21.485 52 % Fiscaliteiten Schijventarief box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van tot bedraagt de plus van het (beginbedrag verschuldigde meerdere van de schijf)

Nadere informatie

Memo belastingen en sociale zekerheid 2008

Memo belastingen en sociale zekerheid 2008 Kerncijfers 2008...2 Wijzigingen in de belastingheffing...3 1 Inkomstenbelasting...3 1.1 Tarieven...3 1.2 Heffingskortingen...4 1.3 Aanslaggrens voor de inkomstenbelasting...6 1.4 Teruggaafgrens loonbelasting

Nadere informatie

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2 Inkomstenbelasting inleiding 2 programma Verliescompensatie Heffingskorting Splitsing heffingskorting Middeling Aanslag Verliescompensatie 1 van 2 Binnenjaarse verliescompensatie Binnen een box mogen de

Nadere informatie

Heffingskortingen 2016

Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hierdoor betaalt een belastingplichtige minder belasting en premies. Een heffingskorting is

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2006

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2006 Centrale Directie Voorlichting www.minfin.nl Persbericht PERS-2005-148 Den Haag, 15 december 2005 Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2006 Op dinsdag 13 december 2005 heeft de Eerste

Nadere informatie

AEGON Kennis AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekerings wetten 2009

AEGON Kennis AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekerings wetten 2009 AEGON Kennis AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekerings wetten 2009 AEGON Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten Op 1 januari 2009 is weer een groot aantal (wettelijke) veranderingen op fiscaal

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 Belastingdienst 15 2015 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 IB 331-1B51PL Deze aanvullende toelichting hoort bij de M aangifte 2015. In het Overzicht inkomsten

Nadere informatie

Fiscaal zakboekje geldig vanaf januari 2010

Fiscaal zakboekje geldig vanaf januari 2010 Fiscaal zakboekje geldig vanaf januari 2010 Deze uitgave geeft u een globaal inzicht in de voor de verzekeringspraktijk van belang zijnde fiscale en sociaalrechtelijke wetgeving voor het jaar 2010. Hoewel

Nadere informatie

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2005 voor aftrek in aanmerking komen

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2005 voor aftrek in aanmerking komen ij aangifte inkomstenbelasting 20 ls u premies heeft betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n de Toelichting bij uw angifte inkomstenbelasting staat algemene informatie

Nadere informatie

Aegon Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten

Aegon Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten Aegon Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten 2014 Aegon Kennis Inhoudsopgave Fiscaliteiten Schijventarief box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) 4 Belastingtarief box 2 en 3 4 Heffingskortingen

Nadere informatie

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2003 voor aftrek in aanmerking komen

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2003 voor aftrek in aanmerking komen ij aangifte inkomstenbelasting 20 ls u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 20 voor aftrek in ls u premies heeft betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting.

Nadere informatie

Fiscale informatie voor het jaar 2014. Onderwerpen. Boxenstelsel. uw verzekering en de inkomstenbelasting. Schijventarief 2014

Fiscale informatie voor het jaar 2014. Onderwerpen. Boxenstelsel. uw verzekering en de inkomstenbelasting. Schijventarief 2014 uw verzekering en de inkomstenbelasting Fiscale informatie voor het jaar 2014 In deze brochure vindt u algemene informatie over de fiscale behandeling van uw kapitaalverzekering of lijfrenteverzekering

Nadere informatie

Inhoud. AOW-franchise 34 Levensloopregeling 34 Afkoop kleine pensioenen 35 Gouden handdruk 35

Inhoud. AOW-franchise 34 Levensloopregeling 34 Afkoop kleine pensioenen 35 Gouden handdruk 35 1 Inhoud Inkomstenbelasting Heffing inkomstenbelasting Wet IB 2001 3 Tarieven inkomstenbelasting 8 Persoonsgebonden aftrek 10 Heffingskorting 11 Partnerregeling 15 Inkomen uit werk en woning (box 1) 16

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten

Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten januari 2007 Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten is bedoeld ter algemene informatie. Aan de inhoud kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. schijventarief

Nadere informatie

Aegon Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten

Aegon Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten Aegon Fiscaliteiten en Sociale Verzekeringswetten 2015 Aegon Kennis Inhoudsopgave Fiscaliteiten Schijventarief box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) 4 Belastingtarief box 2 en 3 4 Heffingskortingen

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2004

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2004 Centrale Directie Voorlichting www.minfin.nl Persbericht PERS-2003-274 17 december 2003 Den Haag, Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2004 1 Inkomstenbelasting 2004 4 1.1. Tarieven

Nadere informatie

schijventarief box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) buitengewone uitgaven drempel reisaftrek per openbaar vervoer belastingtarief box 2 en 3

schijventarief box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) buitengewone uitgaven drempel reisaftrek per openbaar vervoer belastingtarief box 2 en 3 schijventarief box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning bedraagt de plus van het verschuldigde meerdere van tot belasting boven het (beginbedrag en premies

Nadere informatie

Fiscale informatie voor het jaar 2015. Onderwerpen. Schijventarief 2015

Fiscale informatie voor het jaar 2015. Onderwerpen. Schijventarief 2015 uw verzekering en de inkomstenbelasting Fiscale informatie voor het jaar 2015 In deze brochure vindt u algemene informatie over de fiscale behandeling van uw kapitaalverzekering, lijfrente - verzekering,

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2013

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2013 Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2013 Op dinsdag 18 december 2012 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2013, het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2013,

Nadere informatie

Wijzigingen op privégebied

Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Deze whitepaper bevat een samenvatting van de belangrijkste voorgestelde wijzigingen op privégebied. De informatie in dit onderdeel heeft betrekking

Nadere informatie

tarief belastingschijf 1 37% 36,25%* (5,1% belastingen en 31,15% premies) tarief belastingschijf 2 42% 42%* (10,85% belastingen en 31,15% premies)

tarief belastingschijf 1 37% 36,25%* (5,1% belastingen en 31,15% premies) tarief belastingschijf 2 42% 42%* (10,85% belastingen en 31,15% premies) Fiscale cijfers 2014 De definitieve cijfers voor 2014 zijn bekend. Tarieven en schijflengten box 1 Belastingschijf 1 0-19.645 0-19.645 tarief belastingschijf 1 37% 36,25%* (5,1% belastingen en 31,15% premies)

Nadere informatie

Wijzigingen belastingheffingen per 1 januari 2013

Wijzigingen belastingheffingen per 1 januari 2013 Van helder accountancy, belastingadvies en consultancy wil u ook graag in 2013 fiscaal op koers houden. Daarom hebben wij in dit document de belangrijkste zaken op een rijtje gezet. Met dit document heeft

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2011

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2011 Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2011 Op dinsdag 21 december 2010 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2011 en het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2011.

Nadere informatie

Algemene informatie oudedagvoorzieningen

Algemene informatie oudedagvoorzieningen Algemene informatie oudedagvoorzieningen Wij zetten de belangrijkste begrippen voor u op een rijtje: De productvormen... 2 Direct ingaande bancaire lijfrente... 2 Direct ingaande verzekerde lijfrente...

Nadere informatie

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen 2005 Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen Als u een kapitaalverzekering heeft, bijvoorbeeld bij uw spaar-, leven- of beleggingshypotheek, kan dit gevolgen hebben voor uw belasting. Of en hoeveel

Nadere informatie

Belastingspecial 2013

Belastingspecial 2013 Belastingspecial 2013 Voor uw aangifte Inkomstenbelasting over 2012 Samengesteld door Leo van Heesch op basis van de door het Ministerie van Financiën verstrekte gegevens d.d. 19 december 2012. Inleiding

Nadere informatie

Quickscan Rapport. In opdracht van Rijksoverheid heeft Klinkende Taal op alle teksten op

Quickscan Rapport. In opdracht van Rijksoverheid heeft Klinkende Taal op alle teksten op Quickscan Rapport Samenvatting In opdracht van Rijksoverheid heeft Klinkende Taal op 08-08-2012 alle teksten op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belastingtarieven gescand op taalniveau en leesbaarheid.

Nadere informatie

Fiscale informatie voor het jaar Onderwerpen. uw verzekering en de inkomstenbelasting. Schijventarief 2013

Fiscale informatie voor het jaar Onderwerpen. uw verzekering en de inkomstenbelasting. Schijventarief 2013 uw verzekering en de inkomstenbelasting Fiscale informatie voor het jaar 2013 In deze brochure vindt u algemene informatie over de behandeling van uw kapitaalverzekering of lijfrenteverzekering in de inkomstenbelasting

Nadere informatie

Bijlage. ING Direct Ingaande Lijfrente

Bijlage. ING Direct Ingaande Lijfrente Bijlage ING Direct Ingaande Lijfrente Waarom deze informatie? Een financieel product zoals een levensverzekering vinden veel mensen ingewikkeld. Daarom is het goed om te weten wat een dergelijk product

Nadere informatie

Pro Memorie. Alle fiscale feiten en cijfers op een rij. TAX / Februari 2014. meijburg.nl

Pro Memorie. Alle fiscale feiten en cijfers op een rij. TAX / Februari 2014. meijburg.nl Pro Memorie TAX / Februari 2014 Alle fiscale feiten en cijfers op een rij meijburg.nl Realisatie: KPMG Marketing & Salessupport Tekstproductie: KPMG Accountants Belastinggroep, KPMG Meijburg & Co en KPMG

Nadere informatie

indejaarspersbericht belastingen Mi

indejaarspersbericht belastingen Mi Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2014 Eindejaarspersbericht belastingen Mi Ministerie van Financiën Eindejaarspe bericht belastingen Ministerie van Fin Financiën Eindejaarspersbericht

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling

Nadere informatie

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2008

Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2008 Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2008 Op dinsdag 18 december 2007 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2008 en het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2008.

Nadere informatie

indejaarspersbericht belastingen Mi

indejaarspersbericht belastingen Mi Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2014 Eindejaarspersbericht belastingen Mi Ministerie van Financiën Eindejaarspe bericht belastingen Ministerie van Fin Financiën Eindejaarspersbericht

Nadere informatie

Nieuwsbrief september 2011

Nieuwsbrief september 2011 Nieuwsbrief september 2011 In dit nummer: Vast bedrag voor zelfstandigenaftrek vanaf 2012 Wetsvoorstel personenvennootschappen wordt ingetrokken Onroerende zaken en privégebruik na 2011 Afschaffing levensloopregeling

Nadere informatie

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2004 voor aftrek in aanmerking komen

Als u premies betaalde voor inkomensvoorzieningen die in 2004 voor aftrek in aanmerking komen ij aangifte inkomstenbelasting 20 ls u premies heeft betaald voor inkomensvoorzieningen, heeft dit gevolgen voor uw belasting. n de Toelichting bij uw angifte inkomstenbelasting staat algemene informatie

Nadere informatie

De ingangsdatum ligt uiterlijk in het jaar waarin u de verhoogde AOW leeftijd bereikt vermeerderd met vijf jaar.

De ingangsdatum ligt uiterlijk in het jaar waarin u de verhoogde AOW leeftijd bereikt vermeerderd met vijf jaar. Een lijfrenteverzekering 1. Wat voor lijfrenteverzekering heb ik nu? U hebt nu een verzekering waarmee u lijfrentekapitaal opbouwt. U betaalt premie, of een koopsom, of eventueel een extra storting. De

Nadere informatie