De stakingsrechter en het misbruik van aanmerkelijke machtspositie
Economische afhankelijkheid (art. I.6, 4 WER) positie van onderworpenheid van een onderneming ten aanzien van één of meerdere andere ondernemingen gekenmerkt door de afwezigheid van een redelijk equivalent alternatief, beschikbaar binnen een redelijke termijn, en onder redelijke voorwaarden en kosten, die deze of elk van deze ondernemingen toelaten om prestaties of voorwaarden op te leggen die niet kunnen verkregen worden in normale marktomstandigheden 2
Economische afhankelijkheid (art. I.6, 4 WER) positie van onderworpenheid van een onderneming ten aanzien van één of meerdere andere ondernemingen gekenmerkt door de afwezigheid van een redelijk equivalent alternatief, beschikbaar binnen een redelijke termijn, en onder redelijke voorwaarden en kosten, die deze of elk van deze ondernemingen toelaten om prestaties of voorwaarden op te leggen die niet kunnen verkregen worden in normale marktomstandigheden 3
The mere possession of monopoly power, and the concomitant charging of monopoly prices, is not only not unlawful; it is an important element of the free-market system. To safeguard the incentive to innovate, the possession of monopoly power will not be found unlawful unless it is accompanied by an element of anticompetitive conduct. Verizon Communications v. Law Offices of Curtis V. Trinko, LLP, 540 U.S. 398, 407 (2004) 4
Oneerlijke marktpraktijken VI.103: besluit over de transactie VI.104: algemene regel ongewijzigd VI.104/1: Zijn in het bijzonder oneerlijk : - misleidende marktpraktijken - VI.105: nieuwe systematiek (10 punten) - VI.105/1: misleidende omissie - agressieve marktpraktijken - VI.109/1 (beperking van de keuzevrijheid) + 2: 6 criteria - strafbaar gestelde bepalingen 5
art. VI.103/1 WER: besluit over een transactie elk besluit van een onderneming over de vraag of, en desgevallend onder welke voorwaarden zij een overeenkomst sluit, verderzet of ervan afziet, geheel of gedeeltelijk betaalt, of een contractueel recht uitoefent in verband met een product, ongeacht of deze al dan niet tot handelen overgaat 6
art. VI.104: algemene regel Verboden is elke met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad waardoor een onderneming de beroepsbelangen van een of meer andere ondernemingen schaadt of kan schaden. 7
art. VI.104/1 WER Zijn in het bijzonder oneerlijk in de zin van artikel VI.104, de marktpraktijken van ondernemingen jegens andere ondernemingen die: 1 misleidend zijn in de zin van artikelen VI.105 tot VI.109; 2 agressief zijn in de zin van de artikelen VI.109/1 tot VI.109/3; 3 een daad in de hand werkt die als een overtreding van dit boek of als een inbreuk met toepassing van de artikelen XV.83 tot 86 en XV.126 moet worden beschouwd. 8
art. VI.105 WER: misleidende marktpraktijken Als misleidend wordt beschouwd een marktpraktijk die gepaard gaat met onjuiste informatie en derhalve op onwaarheden berust of, zelfs als de informatie feitelijk correct is, een onderneming op enigerlei wijze, inclusief door de algemene presentatie, bedriegt of kan bedriegen ten aanzien van een of meer van de volgende elementen, en haar er zowel in het ene als in het andere geval toe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat zij anders niet had genomen: 9
art. VI.105 WER: misleidende marktpraktijken 1 het bestaan of de aard van het product 2 de voornaamste kenmerken van het product 3 de reikwijdte van de verplichtingen van de onderneming, de motieven voor de marktpraktijk en de aard van het verkoopproces, elke verklaring of symbool dat doet geloven dat de onderneming of het product sponsoring of directe of indirecte steun krijgt 4 de prijs of de wijze waarop de prijs wordt berekend of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel 5 de noodzaak van een dienst, onderdeel, vervanging of reparatie 10
art. VI.105 WER: misleidende marktpraktijken 6 de hoedanigheid, kenmerken en rechten van de onderneming 7 de rechten van de andere onderneming, of de risico s die zij eventueel loopt 8 marketing van een product 9 de niet-nakoming door de onderneming van verplichtingen die opgenomen zijn in een sectorale gedragscode waaraan zij zich heeft gebonden 10 het mededelen van afbrekende gegevens over een andere onderneming, haar goederen, diensten of activiteit 11
art. VI.105/1 WER: misleidende omissie (1) een marktpraktijk die essentiële informatie welke de andere onderneming, naargelang de context, nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, weglaat en haar er toe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat zij anders niet had genomen 12
art. VI.105/1 WER: misleidende omissie (2) een marktpraktijk waarbij een onderneming essentiële informatie verborgen houdt, op onduidelijke, onbegrijpelijke, dubbelzinnige wijze dan wel laattijdig verstrekt, of het oogmerk, indien dit niet reeds duidelijk uit de context blijkt, niet laat blijken, en de andere onderneming er zowel in het ene als in het andere geval toe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat zij anders niet had genomen 13
art. VI.109/1 WER: agressieve marktpraktijken (1) Als agressief wordt beschouwd een marktpraktijk die, in haar feitelijke context, al haar kenmerken en omstandigheden in aanmerking genomen, door intimidatie, dwang, inclusief het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de onderneming met betrekking tot het product aanzienlijk beperkt of kan beperken, waardoor zij ertoe wordt gebracht of kan worden gebracht over een transactie een besluit te nemen dat zij anders niet had genomen. 14
art. VI.109/1 WER: agressieve marktpraktijken (2) Voor de toepassing van deze afdeling dient onder ongepaste beïnvloeding te worden verstaan: het uitbuiten door een onderneming van een machtspositie ten aanzien van de andere onderneming om, zelfs zonder gebruik van of dreiging met fysiek geweld, druk uit te oefenen op een wijze die haar vermogen om een geïnformeerd besluit te nemen, aanzienlijk beperkt. 15
art. VI.109/2 WER: beoordelingscriteria 1 het tijdstip, de plaats, de aard en de persistentie van de marktpraktijk; 2 het gebruik van dreigende of grove taal of gedragingen; 3 het bewust uitbuiten door de onderneming van bepaalde tegenslagen of omstandigheden die zo ernstig zijn dat zij het beoordelingsvermogen van de onderneming kunnen beperken, met het oogmerk haar besluit met betrekking tot het product te beïnvloeden; 4 door de onderneming opgelegde, kosten meebrengende of bovenmatige nietcontractuele belemmeringen ten aanzien van rechten die de andere onderneming uit hoofde van het contract wil uitoefenen, waaronder het recht om het contract te beëindigen of een ander product of een andere onderneming te kiezen; 5 het dreigen met maatregelen die wettelijk niet kunnen worden genomen; 6 de contractuele positie van een onderneming ten aanzien van de andere onderneming 16
Bedenkingen interactie art. VI.104 / misbruik van aanzienlijke machtspositie? invloed op de praktijk? meerwaarde ten aanzien van bestaande normen? bedingen gemeenschappelijk met B2C niet beter rechtstreeks in BW? uitsluiting financiële diensten en overheidsopdrachten geen discriminatie? 17