Archief e plaar 46 8 / ~ postbus 20120 8900 bm leeuwarden sneltertrekweg 1 Sita Recycling Services Noord-Oost B.V. telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25 T.a.v. de heer R. Kerkhoff www.fryslan.nl Postbus 7009 e-mail:provintde@fryslan.nl 6801 HA ARNHEM ~ W Leeuwarden, 13 augustus 2010 Verzonden, 4 8 AUG. 201.0 Ons kenmerk : 00909767 Afdeling : Omgevingsvergunningen en Toezicht Behandeld door : J. Brinksma / (058) 292 52 98 of j.brinksma@fryslan.nl Uw kenmerk Bijlage(n) Onderwerp : Ambtshalve aanpassing vergunning Wet milieubeheer Snelliusweg 4 te Leeuwarden O BESCHIKKING Bij beschikking van 13januari 2004, kenmerk 545529, hebben wij u een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend voor een op- en overslagstation van afvalstoffen. Op grond van het bepaalde in artikel 8.22, eerste lid, van de Wet milieubeheer kunnen wij beperkingen waaronder een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer is verleend en de voorschriften die aan een vergunning zijn verbonden, wijzigen, aanvullen of intrekken, dan wel alsnog beperkingen aanbrengen of voorschriften aan een vergunning verbinden. Wij hebben afgewogen of de voorschriften nog toereikend zijn, gezien de ontwikkelingen op het gebied van de technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu en de ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu. Dit heeft er toe geleid dat wij van mening zijn dat de voorschriften van uw vergunning aangepast moeten worden. Wij hebben met betrekking tot de ontwerpbeschikking, die wij overeenkomstig de bepalingen van de Wet milieubeheer van 10 mei 2010 tot en met 21 juni 2010 ter inzage hebben gelegd, geen adviezen en zienswijzen ontvangen. OVERWEGINGEN. Inhoudeli ke beoordelln. Bij onze beoordeling dient het bepaalde in de artikelen 8.6 tot en met 8.17van de Wet milieubeheer in acht genomen te worden. - 1 / 7 - Ons kenmerk: 00909767
provinsje rryslan provincie fryslan g, In de onderhavige situatie is sprake van de volgende zaken. Opslag- en verwerkingscapaciteit afvalstoffen In de vergunning van 13januari 2004 ontbreken de opslag- en verwerkingscapaciteit per specifieke afvalstof. Wij vragen u binnen 3 maanden na het in werking treden van deze vergunning een overzicht per afvalstof aan ons te versturen. Onderstaand voorschrift zullen wij toevoegen aan hoofdstuk 3, Afvalstoffen, van de vergunning. 3.2 opslag en afvoer Voorschrift 3.2.3 Binnen 3 maanden na hetin werking treden van deze beschikking dient vergunninghouder een overzicht met de opslag- en verwerkingscapaciteit van de verschillende afvalstoffen binnen de inrichting over te leggen aan Gedeputeerde Staten. Activiteitenbesluit Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer in werking getreden (afgekort Barim) hierna te noemen Activiteitenbesluit en de daarbij horende Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Regeling) van kracht geworden. Doelstelling van het Activiteitenbesluit is om de vergunningplicht te beperken. Dit wordt bereikt door voor een aantal activiteiten binnen inrichtingen uniforme bepalingen te laten gelden. Deze bepalingen zijn rechtstreeks werkend. Voor een aantal activiteiten geldt dat voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de Regeling rechtstreeks van toepassing zijn. Voor uw inrichting gelden op grond van het Activiteitenbesluit de volgende voorschriften: 1. paragraaf 3.1.3:lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening ; 2. paragraaf 3.1.4:lozen van huishoudelijk afvalwater; 3. paragraaf 4.1.5:opslaan en overslaan van bulkgoederen en stukgoederen (het gaat hier om directe en indirecte lozingen, of stoffen die verstuiven, verwaaien, uit een grijper vallen, of anderszins in het oppervlaktewater geraken). De in de vergunning van 13januari 2004 opgenomen voorschriften ten behoeve van het afvalwater veroorzaken geen tegenstrijdigheid met het in werking getreden Activiteitenbesluit. Het Activiteitenbesluit is van toepassing op het afvalwater van huishoudelijke aard, afkomstig van de kantine en de sanitaire voorzieningen. Hiervoor is de Provincie Fryslhn bevoegd gezag. Voor de directe lozingen van afvalwater op het oppervlaktewater is Wetterskip FryslAn het bevoegd gezag. Het gaat om het lozen van het (schone) dakwater op het oppervlaktewater. In de hierboven genoemde paragrafen van het Activiteitenbesluit kan verwezen worden naar bepalingen in de onderliggende Regeling. Vanzelfsprekend zijn deze bepalingen ook van toepassing op de activiteiten binnen uw inrichting. Het Activiteitenbesluit wordt begin 2011 uitgebreid met algemene bepalingen voor een aantal nieuwe activiteiten. Mogelijk heeft deze wijziging ook voor uw inrichting gevolgen, doordat voorschriften uit uw milieuvergunning worden vervangen door algemene bepalingen. Met behulp van onder andere de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) op de website aim.vrom.nl kan worden gecontroleerd welke bepalingen van het Activiteitenbesluit en de Regeling voor uw bedrijf van toepassing zijn. -2/7- Ons kenmerk: 00909767
provinsje frjrslan provincie fryslan g, De door u uitgevoerde activiteiten binnen de inrichting dienen te voldoen aan voorwaarden die genoemd zijn in het Activiteitenbesluit. Lozingen afvalwaterstromen (Activiteitenbesluit, Waterwet en Wet milieubeheer) Vanuit de inrichting ontstaan verschillende afvalwaterstromen (lozingen). De bevoegdheid omtrent deze lozingen van afvalwater zijn verandert na invoering van het hierboven genoemde Activiteitenbesluit en de Waterwet. Wij zullen hieronder uiteenzetten wat dat voor uw inrichting betekent en aangeven welke wijzigingen er binnen de Wm-vergunning plaatsvinden. Op 22 december 2009 is de Waterwet (Wtw) in werking getreden. Hierbij is de bevoegdheid voor de indirecte lozingen overgegaan naar de gemeenten en provincies. Een verleende Wvo-vergunning geldt als een beschikking op grond van de Waterwet (lozingen op oppervlaktewater) dan wel de Wet milieubeheer (lozingen op riolering) Voor uw inrichting is op 3 februari 2004, kenmerk WF.03/2214/B, een Wvo-vergunning verleend. In deze Wvo-vergunning zijn voorschriften opgenomen voor lozingen op de riolering. Hiermee is de Wvo-vergunning van rechtswege een Wm-vergunning geworden. Er is geen aanleiding om de voorschriften voor de lozingen te wijzigen. De afvalwaterstromen en daarbij behorende indirecte lozingen vallen vanaf 22 december 2009 onder de Wm-vergunning. De Wvo-vergunning geldt als een vergunning op grond van de Wet milieubeheer voor zover de Wvo-vergunning betrekking had op een indirecte lozing bij een vergunningplichtge inrichting ingevolge de Wet milieubeheer. Het gaat in dit geval om alle voorschriften uit de Wvo-vergunning van 3 februari 2004. Samenvatting afvalwaterstromen: Afvalwaterstroom Lozing Wettelijk kader Bevoegd Voorschriften gezag te vinden in Afvalwater van huishoude- Indirect Activiteitenbesluit Provincie Activiteitenbelijke aard, afkomstig van de op riool kantine en de sanitaire voorzienin en Licht verontreinigd terrein- Indirect Wet milieubeheer Provincie Wvo-vergunning water, afkomstig van de op riool en hoofdstuk Fryslan tankplaats, lozing via olie- afvalwater uit slibafscheider Wm-ver unnin Licht verontreinigd ter- Indirect Wet milieubeheer Provincie Wvo-vergunning reinwater, afkomstig van op riool en hoofdstuk FryslknF lg de opstelplaatsen voor afvalwater uit containers/folie, de toe- Wm-vergunning gangsweg en de stelconverharding voor de opslag van landbouwfolie -3/7- Ons kenmerk: 00909767
provinsje fryslsn provincie fryslan ~ rel Incidenteel bedrijfswater, Indirect Wet milieubeheer Provincie Wvo-vergunning vrijkomend als gevolg van op riool en hoofdstuk Frysl5nF @ het sproeien van afval en afvalwater uit de schoonmaak van mate- Wm-vergunning riaal Hemelweter etkomstig Direct op Activiteitenbesiuit Wetter- Activiteitenbevan het dak, lozing op opperoppervlaktewater. vlaktewater lan M Brandveiligheid en Gebruiksbesluit Voorschriften over het brandveilig gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen zijn vastgelegd in het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit). Het Gebruiksbesluit is op 1 november 2008 in werking getreden. In het besluit zijn voorschriften opgenomen over de aanwezigheid, de controle en het onderhoud van mobiele brandblustoestellen. Ten aanzien van de opslag van brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen is in het Gebruiksbesluit een algemene functionele eis opgenomen, die inhoudt dat die opslag zodanig moet geschieden dat geen onveilige situatie ontstaat voor percelen, die zijn gelegen naast het perceel waar de opslag plaatsvindt. Ten aanzien van de buitenopslag van hout zijn in het Gebruiksbesluit prestatie-eisen opgenomen. Voorschrift 5.1.1van de vergunning van 2004 met betrekking tot mobiele brandblustoestellen zullen wij dan ook intrekken: Voorschrift 5.$.1 Alle brandblusmiddelen, brandbestrj idings- en brandbeveiligingssystemen moeten steeds: a. voor onmiddellijk gebruik gereed zijn; b. in goede staat van onderhoud verkeren; c. goed bereikbaar zijn; d. als zodanig herkenbaar zjin. Ten aanzien van de opslag van folie hebben wij maatwerkvoorschriften in de vergunning van 2004 opgenomen (voorschriften 5.1.3tot en met 5.1.8)ten aanzien van de brandveiligheid. Deze maatwerkvoorschriften zijn tot stand gekomen in overleg met de gemeente Leeuwarden. A&V beleid en AO/IC en LAP 2 Op 24 december 2009 is het tweede Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP 2) vastgesteld. Vanaf dat moment geldt het volgende voor afvalverwerkende bedrijven: Het acceptatie- en verwerkingsbeleid uit het rapport 'De verwerking verantwoord'old voor alle afvalverwerkende bedrijven. Het AO/IC-beleid uit dat rapport gold alleen voor bedrijven die gevaarlijk afval verwerkten, havenontvangstinstallaties (HOI's) en inrichtingen die ook onder het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (Baga) een dergelijke beschrijving moesten indienen. -4/7- Ons kenmerk: 00909767
provinsj e fryslan provincie fryslan g, In het tweede LAP is er voor gekozen om nadrukkelijker aan te sluiten bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb). Inrichtingen die afval be- of verwerken vallen onder categorie 28 van het Ivb. Op grond van artikel 5.11 van het Ivb is nu reeds voorgeschreven dat bedrijven die vallen onder categorie 28.4 en 28.5 (bijlage 1 van het Ivb) bij de vergunningaanvraag aanvullende informatie dienen aan te leveren, onder meer een beschrijving van de acceptatie- en controleprocedures van de inkomende afvalstoffen. Voor deze beschrijving dient gebruik te worden gemaakt van de leidraden A8V en AO/IC in het achtergronddocument van het tweede LAP. 46 De volgende voorschriften zullen aan de vergunning van 13januari 2004 toegevoegd worden onder hoofdstuk 3 afvalstoffen, paragraaf 3.3, acceptatie van afvalstoffen: 3.3Acceptatie van afvalstoffen 3.3.1 Binnen 3 maanden na hetin werking treden van deze beschikking dient de vergunninghouder een adequaat A8 V-beleid en AOIIC over te leggen aan Gedeputeerde Staten. 3.3.2 De vergunninghouder dient te allen tijde te handelen conform het bij de aanvraag gevoegde A&V-beleid en de AOIIC inclusief (voorzover van toepassing) de goedgekeurde aanvullingen en de ingevolge voorschrift 3.3.4toegezonden wijzigingen. 3.3.3 Het in voorschrift 3.3.1bedoelde A8 V-beleid en de AOIIC (en de op grond van voorschrift 3.3.4doorgevoerde wijzigingen) moeten gedurende de openingstijden van het bedrijf voor het bevoegd gezag terinzage liggen. 3.3.4 Wijzigingen van de procedure voor acceptatie, be- en verwerking, registratie of controle moeten uiterlijk twee weken voordat de wijziging wordt doorgevoerd (ter bepaling van de procedure die in relatie tot de aard van de wjiziging is vereist) schriftelijk aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd. ln het voornemen tot wijziging dient het volgende aangegeven te worden: de reden tot wjiziging; de aard van de wjiziging; de gevolgen van de wijziging voor andere onderdelen van het A8 V-beleid en de AOIIC; de datum waarop vergunninghouder de wijziging wilinvoeren. 3.3.5 Indien bij de controle van aangevoerde afvalstoffen blijkt dat deze niet mogen worden geaccepteerd, dienen deze afvalstoffen door vergunninghoudster te worden afgevoerd naar een inrichting die beschikt over de vereiste vergunning(en). Deze handelwjize dient in het acceptatiereglement van het A8 V-beleid en AOIIC te zjin vastgelegd. -5/7- Ons kenmerk: 00909767
v provinsj e fryslan provincie fryslin g, Aanpassing PGS-richtlijn Wij hanteren sinds de invoering van de Publicatiereeks Gevaarlijke Afvalstoffen de PGSrichtlijnen als het primaire toetsingskader voor de beoordeling van de opslag van gevaarlijke afvalstoffen. In de vergunning van 2004 zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van de opslag van dieselolie en de opslag van verpakte gevaarlijke afvalstoffen die afkomstig zijn uit de oude CPR-richtlijnen. Wij zullen voorschrift 9.3.1(opslag van dieselolie in een bovengrondse tank) en voorschrift 9.5.1 (opslag gevaarlijke stoffen in emballage) vervangen door onderstaande voorschriften. 9.3Opslag van dieselolie in een bovengrondse tank 9.3.1 ~ W De opslag dient te voldoen aan het gestelde in de volgende voorschriften van de richtljin PGS 30: a. 4.'/.1; b. 4.1.2.1; c. 4.1.3tot en met 4.1.6; d. 4.3.2tot en met 4.3.5; e. 4.3.8en 4.3.9; f. 4.3.11; g. 4.4.1; h. 4.4.4 en 4.4.5; i. 4.4.7 en 4.4.8; j. 4.5.2 tot en met 4.5.9; k. 4.5.11. 9.5. Ops/ag verpakte gevaarlijke stoffen (0-10 ton) 9.5.1 De opslag van verpakte gevaarlijke stoffen dient te voldoen aan het gestelde in de voorschriften 3.1.1,3.1.2,3.1.3,3.1.4,3.1.5,3.1.6,3.2.3.1,3.2.4.2, 3.2.4.3,3.2.4.4, 3.7.1,3.9.1, 3.21.1, 3.2.2.1, 3.2.2.2, 3.8.1, 3.20.1en 3.23.1van de richtlijn PGS 15. De verpakking en etikettering van verpakte gevaarlijke stoffen moeten voldoen aan de voorschriften 3.11.1, 3.11.2,3.11.3en 3.11.4van de richtljin PGS 15. Tevens is ons gebleken dat de in artikel 8.8.genoemde criteria en het bepaalde in de overige hierboven genoemde artikelen zich niet verzetten tegen hierboven genoemde wijzigingen van de vergunning. -6/7- Ons kenmerk: 00909767
provinsje fryslsn provincie fryslan g Inwerkin tredin besluit. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop de beroepstermijn afloopt. Gelet op het voorgaande, de bepalingen in de Wet milieubeheer, afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en het Mandaatstatuut provincie Fryslan hebben wij besloten: de voorschriften 3.2.3en 3.3.1tot en met 3.3.5(paragraaf 3.3)toe te voegen aan de aan u verleende vergunning ingevolge de Wet milieubeheer, kenmerk 545529, van 13 januari 2004 voor een op- en overslagstation aan de Snelliusweg 4 te Leeuwarden, 0~ overeenkomstig de van deze beschikking deel uitmakende bijlage; de voorschriften 9.3.1en 9.5.1te wijzigen van de aan u verleende vergunning ingevolge de Wet milieubeheer, kenmerk 545529, van 13januari 2004 voor een op- en overslag- O station aan de Snelliusweg 4 te Leeuwarden, overeenkomstig de van deze beschikking deel uitmakende bijlage; voorschrift 5.1.1in te trekken van de aan u verleende vergunning ingevolge de Wet milieubeheer, kenmerk 545529, van 13januari 2004 voor een op- en overslagstation aan de Snelliusweg 4 te Leeuwarden. Namens h college van Gedeputeerde Staten,.G. Kistemaker Clusterleider Omgevingsvergunningen en Toezicht -7/7- Ons kenmerk: 00909767
.aoot provinsj e fryslan provincie fryslan ~ Voorschriften behorende bij de beschikking van Gedeputeerde Staten van Fryslan, kenmerk 00909767. Naam inrichting : Sita Recycling Services Noord-Oost B.V. Adres : Snelliusweg 4 Plaats : Leeuwarden
INHOUDSOPGAVE 3 AFVALSTOFFEN...3 3.2 Opslag en afvoer..3 3.3 Acceptatie van afvalstoffen..3
VOORSCHRIFTEN 3 AFVALSTOFFEN 3.2 Opslag en afvoer 3.2.3 Binnen 3 maanden na het in werking treden van deze beschikking dient vergunninghouder een overzicht met de maximale opslag- en verwerkingscapaciteit op enig moment per jaar (in tonnen) van de verschillende afvalstoffen binnen de inrichting over te leggen aan Gedeputeerde Staten. 3.3 Acceptatie van afvalstoffen 3.3.1 Binnen 3 maanden na het in werking treden van deze beschikking dient de vergunninghouder een adequaat A8V-beleid en AO/IC over te leggen aan Gedeputeerde Staten. 3.3.2 De vergunninghouder dient te allen tijde te handelen conform het bij de aanvraag gevoegde A8V-beleid en de AO/IC inclusief (voorzover van toepassing) de goedgekeurde aanvullingen en de ingevolge voorschrift 3.3.4toegezonden wijzigingen. 3.3.3 Het in voorschrift 3.3.1bedoelde A8V-beleid en de AO/IC (en de op grond van voorschrift 3.3.4doorgevoerde wijzigingen) moeten gedurende de openingstijden van het bedrijf voor het bevoegd gezag ter inzage liggen. 3.3.4 Wijzigingen van de procedure voor acceptatie, be- en verwerking, registratie of controle moeten uiterlijk twee weken voordat de wijziging wordt doorgevoerd (ter bepaling van de procedure die in relatie tot de aard van de wijziging is vereist) schriftelijk aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd. In het voornemen tot wijziging dient het volgende aangegeven te worden: de reden tot wijziging; de aard van de wijziging; de gevolgen van de wijziging voor andere onderdelen van het A&V-beleid en de AO/IC; de datum waarop vergunninghouder de wijziging wil invoeren. 3.3.5 Indien bij de controle van aangevoerde afvalstoffen blijkt dat deze niet mogen worden geaccepteerd, dienen deze afvalstoffen door vergunninghoudster te worden afgevoerd naar een inrichting die beschikt over de vereiste vergunning(en). Deze handelwijze dient in het acceptatiereglement van het A8V-beleid en AO/IC te zijn vastgelegd.
9 OPSLAG EN VERLADING 9.3 Opslag van dieselolie in een bovengrondse tank 9.3.1 De opslag dient te voldoen aan het gestelde in de volgende voorschriften van de richtlijn PGS 30: a. 4.1.1; b. 4.1.2.1; c. 4.1.3tot en met 4.1.6; d. 4.3.2tot en met 4.3.5; e. 4.3.8en 4.3.9; f. 4.3.11; g. 4.4.1; h. 4.4.4 en 4.4.5; i. 4.4.7 en 4.4.8; j. 4.5.2 tot en met 4.5.9; k. 4.5.11. 9.5 Opslag gevaarlijke stoffen in emballage (0-10 ton) 9.5.1 De opslag van verpakte gevaarlijke stoffen dient te voldoen aan het gestelde in de voorschriften de richtlijn PGS 15. Verpakking 3.1.1,3.1.2,3.1.4,3.1.5,3.1.6,3.2.4.4, 3.7.1,3.9.1,3.2.2.1,3.2.2.2en 3.8.1en van en etikettering De verpakking en etikettering van verpakte gevaarlijke stoffen moeten voldoen aan de voorschriften 3.11.1,3.11.2,3.11.3en 3.11.4van de richtlijn PGS 15.
provinsje fryslsn provincie fryslan g GEMEENTE LEEUWARDEN Kennisgeving beschikking Wet milieubeheer Gedeputeerde Staten hebben voorschriften van de milieuvergunning met kenmerk 545529 van 13januari 2004, verleend aan Sita Recycling Services Noord-Oost B.V.,aangevuld, ingetrokken en gewijzigd. De vergunning heeft betrekking op het in werking hebben van een overslagstation van afvalstoffen aan de Snelliusweg 4 te Leeuwarden. De stukken liggen van 23 augustus t/m 4 oktober 2010 ter inzage in het: provinsjehqs, elke werkdag van 9.00 tot 16.00 uur (graag vooraf contact opnemen); gemeentehuis in Leeuwarden, elke werkdag van 9.00 tot 16.00 uur, tel. 058-2338448. Tegen het besluit kan van 24 augustus t/m 4 oktober 2010 beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-gravenhage 600I-. - belanghebbenden die zienswijzen naar voren hebben gebracht over de ontwerpbeschikking; - belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht over de ontwerp-beschikking. Het beroepschrift bevat ten minste: naam, adres en handtekening van de indiener; dagtekening; omschrijving van het bestreden besluit; gronden van het beroep. Gedurende de beroepstermijn kan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. De indiener van het verzoekschrift moet daarbij een kopie van het beroepschrift meesturen. Voor inlichtingen en inzage van de stukken neemt u contact met mevrouw J. Brinksma, afdeling Omgevingsvergunningen 8 Toezicht, tel. 058 292 52 98. T.a.v. Lift Marketing communicatie bv: Leeuwarder Courant en Friesch Dagblad zaterdag 21 augustus 2010.