Beslissing op bezwaar

Vergelijkbare documenten
Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

gezien het daartegen bij brief van 28 april 2014 ingediende bezwaarschrift,

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.20, tweede lid, artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: Aanvraag van Stichting Omroep Flevoland tot bekostiging voor 2017.

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg.

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: toestemming voor het verzorgen van een commerciële televisieomroepdienst

Beschikking op handhavingsverzoek

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: 29580/ Betreft: toestemming voor het verzorgen van een commerciële televisieomroepdienst

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Afwijzing verzoek om handhaving

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

gezien het daartegen op 25 januari 2016, bij het Commissariaat binnengekomen op 28 januari 2016, door Omroep Zeeland ingediende bezwaarschrift,

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Boetebeschikking. a. Procedure. b. Feiten. Kenmerk: / Betreft: overschrijding maximum reclamezendtijd

2. Een overzicht van de relevante bepalingen is bijgevoegd in de bijlage.

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit toestemming nevenactiviteit

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: Toestemming voor nevenactiviteit Het aanbieden van rondleidingen aan groepen door het gebouw van L1 in cluster 3

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit toestemming nevenactiviteiten

gezien het daartegen op 24 september 2012 ingediende pro forma bezwaarschrift, aangevuld bij brief van 11 september 2013,

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit tot intrekking toestemming

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Transcriptie:

Beslissing op bezwaar Kenmerk: 685484/710387 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 24 februari 2017 (kenmerk: 683764) en tegen het besluit van 1 juni 2018 (kenmerk: 707849) tot vaststelling van de toezichtskosten over 2016 respectievelijk 2017 die Commerciële Radio Zuid-Nederland B.V. als commerciële media-instelling is verschuldigd voor de drie edities van de radio-omroepdienst PuurNL. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 24 februari 2017 (kenmerk: 683764) en het besluit van 1 juni 2018 (kenmerk: 707849), gezien het daartegen door Commerciële Radio Zuid-Nederland B.V. op 21 maart 2017 respectievelijk 26 juni 2018 ingediende bezwaarschrift, gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, gelet op het bepaalde in de artikelen 3.1 en 3.30 van de Mediawet 2008, artikel 17 van de Mediaregeling 2008 en de artikelen 2 en 4 van de bijlage behorende bij artikel 17 van de Mediaregeling 2008, overweegt als volgt. a. Verloop van de procedure 1. Bij besluit van 24 februari 2017, met kenmerk 683764, heeft het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat), op grond van artikel 3.30 van de Mediawet 2008, de toezichtskosten die Commerciële Radio Zuid-Nederland B.V. (hierna: CRZN) voor het jaar 2016 verschuldigd is voor de drie edities van de radio-omroepdienst PuurNL, namelijk PuurNL editie Eindhoven, PuurNL editie Tilburg en PuurNL editie Den Bosch, vastgesteld op in totaal 9.930,00. 2. Bij brief van 21 maart 2017 heeft CRZN bezwaar gemaakt tegen voornoemd besluit. 3. Bij e-mail van 18 mei 2017 heeft het Commissariaat aan CRZN medegedeeld de beslissing op het bezwaar aan te houden en het bezwaar inhoudelijk te behandelen nadat de rechtbank Oost-Brabant uitspraak heeft gedaan in een mede door CRZN aanhangig gemaakt beroep tegen het besluit van het Commissariaat over de toezichtskosten die CRZN verschuldigd was voor het jaar 2015. 4. De rechtbank Oost-Brabant heeft op 25 mei 2018 uitspraak gedaan, en heeft daarbij de beroepen van CRZN ongegrond verklaard. 1 1 Uitspraak rechtbank Oost-Brabant, 25 mei 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:2546.

5. Bij besluit van 1 juni 2018, met kenmerk 707849, heeft het Commissariaat op grond van artikel 3.30 van de Mediawet 2008, de toezichtskosten die CRZN voor het jaar 2017 verschuldigd is voor de drie edities van de radio-omroepdienst PuurNL vastgesteld op in totaal 5.427,16. 6. Bij brief van 26 juni 2018 heeft CRZN bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin de toezichtskosten voor 2017 zijn vastgesteld. 7. Bij brief van 26 juni 2018 heeft CRZN de bezwaren tegen het besluit van het Commissariaat over de toezichtskosten voor 2016 aangevuld. 8. Bij brief van 4 juli 2018 heeft het Commissariaat de ontvangst van beide bezwaarschriften bevestigd. Tevens heeft het Commissariaat CRZN verzocht om nadere informatie. 9. Bij brief van 17 juli 2018 heeft CRZN aan het Commissariaat nadere informatie verstrekt. Tevens heeft CRZN aangegeven geen gebruik te willen maken van de mogelijkheid gehoord te worden. Opbouw beslissing op bezwaar 10. Deze beslissing op bezwaar heeft de volgende opbouw. Hierboven is al ingegaan op het verloop van de procedure (onder a). Hieronder wordt eerst verwezen naar het juridisch kader (onder b) en ingegaan op de ontvankelijkheid van het bezwaar (onder c). Vervolgens worden het bezwaar van CRZN (onder d) en de overwegingen van het Commissariaat (onder e) weergegeven en wordt ingegaan op de openbaarmaking van de beslissing op bezwaar (onder f). Ten slotte volgt de beslissing op bezwaar (onder g). b. Juridisch kader 11. Voor de relevante juridische bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1 bij deze beslissing op bezwaar. c. Ontvankelijkheid bezwaar 12. Het bezwaar van CRZN is tijdig ingediend en voldoet aan de overige eisen die de Algemene wet bestuursrecht hieraan stelt. Het bezwaar is daarom ontvankelijk. Nu het bezwaar ontvankelijk is, vindt op grondslag daarvan een volledige heroverweging van het bestreden besluit plaats. d. Bezwaar CRZN Technisch bereik 13. CRZN voert in bezwaar aan dat het Commissariaat bij het vaststellen van de verschuldigde toezichtskosten over 2016 het technisch bereik van CRZN onjuist heeft vastgesteld en CRZN in de verkeerde tariefgroep heeft ingedeeld. 14. Ook voert CRZN aan dat zij in 2016 slechts één editie van PuurNL, namelijk PuurNL editie Eindhoven, heeft verspreid via Digital Audio Broadcasting plus (hierna: DAB+).

Aantal uitzenduren 15. CRZN voert daarnaast in bezwaar aan dat zij in eerste instantie onjuiste opgaven heeft verstrekt over de jaren 2016 en 2017 ten aanzien van de drie edities van de radioomroepdienst PuurNL. CRZN verzoekt het Commissariaat de toezichtskosten op basis van de juiste door haar in bezwaar aangeleverde gegevens bij te stellen. CRZN heeft eerder opgegeven dat alle drie de edities van radio-omroepdienst PuurNL gedurende 24 uur per dag worden verspreid. In bezwaar voert CRZN aan dat slechts één editie van PuurNL meer dan 12 uur per dag in het hele uitzendgebied wordt verspreid. CRZN zou de overige twee edities van PuurNL minder dan 12 uur per dag verspreiden. CRZN heeft haar opgave dienovereenkomstig aangepast. 16. Ter onderbouwing voert CRZN aan dat de programmering van de drie edities van PuurNL identiek zou zijn en dat de inhoud van het programma-aanbod alleen voor wat betreft de reclame zou afwijken. Buiten de reclameblokken om wordt per radioomroepdienst één radioprogramma gemaakt dat gelijktijdig en onverkort in het gehele uitzendgebied te horen is. Daardoor zou per radio-omroepdienst slechts één editie 24 uur per dag worden verspreid. e. Overwegingen Commissariaat 17. Het Commissariaat volgt CRZN deels in haar bezwaren en overweegt daartoe als volgt. 18. Uit artikel 3.30, eerste lid, van de Mediawet 2008 volgt dat een commerciële mediainstelling voor elke, op basis van artikel 3.1 van de Mediawet 2008, verkregen toestemming jaarlijks toezichtskosten verschuldigd is. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat over de vaststelling van de toezichtskosten bij ministeriële regeling regels kunnen worden gesteld. 19. De ministeriële regeling als bedoeld in het tweede lid van artikel 3.30 van de Mediawet 2008 is de Mediaregeling 2008. In artikel 17 van de Mediaregeling 2008 is bepaald dat een commerciële media-instelling voor elke verkregen toestemming jaarlijks aan het Commissariaat toezichtskosten verschuldigd is, die berekend zijn volgens de bij artikel 17 van de Mediaregeling 2018 behorende bijlage bijdrage toezichtskosten commerciële mediadiensten (hierna: Toezichtskostenregeling). 20. Ten tijde van de vaststelling van de toezichtskosten voor 2016 en 2017 beschikte CRZN over drie toestemmingen voor PuurNL. 21. Uit de in artikel 2 van de Toezichtskostenregeling opgenomen tabel volgt dat het aantal huishoudens dat een radio-omroepdienst technisch in Nederland kan ontvangen en het aantal uitzenduren bepalend zijn voor de vaststelling van de verschuldigde toezichtskosten. Tevens blijkt uit dit artikel dat onder uitzenduren wordt verstaan de gemiddelde duur van het verzorgde programma-aanbod per dag in het desbetreffende kalenderjaar. In artikel 1.1 van de Mediawet 2008 wordt programma-aanbod gedefinieerd als het geheel van media-aanbod dat wordt verspreid via een omroepdienst.

22. CRZN stelt zich op het standpunt dat het Commissariaat, bij het vaststellen van de verschuldigde toezichtskosten over 2016, is uitgegaan van onjuiste gegevens over het technisch bereik van de verschillende edities van PuurNL en over onjuiste gegevens over het aantal uitzenduren. CRZN heeft in haar initiële opgave over 2016 aangegeven dat alle drie de edities van PuurNL gedurende meer dan 12 uur per dag via zowel de kabel, analoge ether als DAB+ worden uitgezonden en dat het technisch bereik tussen de 100.000-500.000 huishoudens bedraagt. Het Commissariaat heeft conform de toepasselijke regelgeving de hierbij behorende toezichtskosten in rekening gebracht (3 x 3.310,-). Technisch bereik 23. CRZN heeft in bezwaar aangevoerd dat, anders dan zij in haar initiële opgave in 2016 heeft aangegeven, niet drie edities maar slechts één editie van PuurNL, namelijk PuurNL editie Eindhoven, via DAB+ heeft verspreid. CRZN geeft aan dat zij over één vergunning voor DAB+ verspreiding beschikte en deze heeft gebruikt voor PuurNL editie Eindhoven. 24. Gelet op de gegevens die CRZN in bezwaar heeft verstrekt, ziet het Commissariaat aanleiding om het technisch bereik van PuurNL editie Tilburg en van PuurNL editie Den Bosch in 2016 dienovereenkomstig aan te passen. Dit leidt eveneens tot een aanpassing van de hoogte van de toezichtskosten die CRZN ten aanzien van 2016 voor deze radioomroepdiensten verschuldigd is. Aantal uitzenduren 25. Het Commissariaat volgt CRZN niet in haar bezwaar dat erop neerkomt dat slechts via één editie van PuurNL meer dan 12 uur per dag (namelijk 24 uur per dag) is uitgezonden en dat het aantal uitzenduren van de overige edities minder dan 12 uur per dag bedraagt. 26. Niet ter discussie staat dat CRZN via drie edities van PuurNL 24 uur per dag in alle regio s heeft uitgezonden. CRZN heeft in haar brief van 17 juli 2018 aangegeven: buiten de reclameblokken om wordt maar 1 radioprogramma gemaakt dat in het gehele uitzendgebied tegelijk te horen is. 27. Gelet op het wettelijk systeem en de in randnummer 21 genoemde definities, moet voor het vaststellen van het aantal uitzenduren rekening worden gehouden met de gemiddelde duur van het programma-aanbod, waarbij moet worden gekeken naar het geheel van media-aanbod dat via de betreffende radio-omroepdienst wordt verspreid. Hieruit volgt dat niet alleen moet worden gekeken naar de afwijkende reclameblokken van de verschillende edities van PuurNL, maar naar het geheel van het verzorgde programmaaanbod. Verschuldigde toezichtskosten over 2016 en 2017 28. Voor het vaststellen van de verschuldigde toezichtskosten hanteert het Commissariaat de volgende berekeningswijze:

DAB+ Aantal huishoudens in Nederland 2016 x demografisch bereik allotment x percentage DAB+ bezitters 2016. Bijvoorbeeld: 7.721.000 x 21,6% x 6% = 100.064 huishoudens Kabel Aantal huishoudens in Nederland dat de radio-omroepdienst via de kabel kan ontvangen met een correctie voor huishoudens die tevens over een DAB+-ontvanger beschikken. Bijvoorbeeld: 178.355 x 94% = 167.654 huishoudens Ether Het gebied dat via de kabel en ether wordt bereikt heeft doorgaans en in elk geval in onderhavige kwestie een volledige overlap van het technisch bereik en wordt dientengevolge niet afzonderlijk meegenomen. Totaal Het totale bereik via DAB+ en kabel/ether komt daarmee op 100.064 + 167.654 = 267.718 huishoudens. 29. De door CRZN in bezwaar verstrekte opgave aangevuld met de bij het Commissariaat bekende gegevens leveren onderstaand overzicht op, met dien verstande dat het aantal uitzenduren voor iedere radio-omroepdienst 24 uur bedraagt en niet zoals CRZN heeft opgegeven één editie van een radio-omroepdienst 24 uur en de overige edities minder dan 12 uur: 30. Gelet op het vorenstaande ziet het Commissariaat voor wat betreft 2016 aanleiding om het technisch bereik van de radio-omroepdiensten PuurNL editie Den Bosch en editie Tilburg, en daarmee de op grond van dit technisch bereik verschuldigde toezichtskosten, overeenkomstig bovengenoemd overzicht aan te passen. 31. Voor 2017 ziet het Commissariaat geen aanleiding om het bestreden besluit te herzien en verklaart het Commissariaat het bezwaar van CRZN ongegrond.

f. Openbaarmaking 32. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. 2 Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. g. Beslissing op bezwaar 33. Het Commissariaat: I. herroept het besluit van 24 februari 2017, kenmerk 683764, stelt de door CRZN verschuldigde toezichtskosten over 2016 vast op een bedrag van 5.378,75 onder aanpassing van de motivering wat betreft het DAB+ bereik van de radioomroepdiensten PuurNL editie Den Bosch en editie Tilburg en verklaart het bezwaar voor het overige ongegrond; II. verklaart de bezwaren van CRZN tegen het besluit van 1 juni 2018, kenmerk 707849, ongegrond; III. handhaaft het besluit van 1 juni 2018, kenmerk 707849, onder aanvulling van de motivering daarvan, zoals hierboven verwoord; IV. maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website. Hilversum, 13 november 2018 Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan de natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, beroep instellen bij de Rechtbank van het arrondissement waarbinnen zijn woonplaats zich bevindt. 2 Dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende.

Bijlage 1 Juridisch kader Artikel 3.30 van de Mediawet 2008 1. Een commerciële media-instelling is aan het Commissariaat jaarlijks kosten verbonden aan het toezicht verschuldigd voor elke verkregen toestemming en voor elke van haar mediadiensten op aanvraag. 2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de vaststelling van toezichtskosten, bedoeld in het eerste lid, waarbij in elk geval: a. onderscheid kan worden gemaakt tussen omroepdiensten en mediadiensten op aanvraag; b. onderscheid kan worden gemaakt tussen toestemmingen voor radio-omroep en televisieomroep; en c. rekening kan worden gehouden met de gemiddelde duur van de uitzendingen en met het aantal huishoudens in Nederland, dat het programma-aanbod kan ontvangen. 3. Het Commissariaat kan de verschuldigde toezichtskosten invorderen bij dwangbevel. Artikel 17 van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 december 2008, nr. WJZ/84447 (8240), houdende uitvoeringsregels van de Mediawet 2008 (Mediaregeling 2008) Een commerciële media-instelling is voor elke verkregen toestemming, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de wet, voor elke van haar mediadiensten op aanvraag, bedoeld in artikel 3.29a van de wet, jaarlijks aan het Commissariaat toezichtskosten verschuldigd berekend volgens de bij deze regeling gevoegde bijlage. Bijlage behorende bij artikel 17 van de Mediaregeling 2008 bijdrage toezichtskosten commerciële mediadiensten (Toezichtskostenregeling) Artikel 2. Radio-omroepdiensten Een commerciële media-instelling is per toestemming voor het verzorgen van een radioomroepdienst jaarlijks aan het Commissariaat een bijdrage in de toezichtskosten verschuldigd volgens de onderstaande tabellen in euro s: Tabel 3. Toezichtskosten radio-omroepdiensten die zich uitsluitend of in overwegende mate op het binnenland richten Tariefgroep A B C D E F Aantal <25.000 25.000 50.000 100.000 500.000 >3.000.000 huishoudens * 50.000 100.000 500.000 3.000.000 Uitzenduren** <12 uur 200 400 800 1600 3200 6400 >=12 400 800 1600 3200 6400 12.800 uur * Voor de toepassing van de tabel wordt onder aantal huishoudens verstaan: het aantal huishoudens dat een radioomroepdienst technisch in Nederland kan ontvangen. ** Voor de toepassing van de tabel wordt onder uitzenduren verstaan: de gemiddelde duur van het verzorgde programma-aanbod per dag in het desbetreffende kalenderjaar.

Artikel 4. Edities Een commerciële media-instelling die toestemmingen heeft voor het verzorgen van meerdere televisieomroepdiensten of meerdere radio-omroepdiensten waarbij: a. deze televisieomroepdiensten respectievelijk deze radio-omroepdiensten wat betreft inhoud nagenoeg identiek zijn; en b. deze televisieomroepdiensten respectievelijke deze radio-omroepdiensten onder dezelfde naam worden verspreid, is voor deze televisieomroepdiensten respectievelijk deze radio-omroepdiensten tezamen niet meer verschuldigd dan éénmaal het desbetreffende hoogste bedrag uit de toepasselijke tabel. Artikel 8 Wet openbaarheid van bestuur 1. Het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering. 2. ( ). Artikel 10 Wet openbaarheid van bestuur 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: ( ) c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; ( ) 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: ( ) d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; 1. ( ) 2. g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3. ( )