Economie als wetenschap is ontwikkeld als antwoord op grote maatschappelijke problemen

Vergelijkbare documenten
De betekeniseconomie in de praktijk: een snelcursus betekenisvol ondernemen

De Betekeniseconomie vaag? Helemaal niet

T R A I N I N G B O O S T J O U W D R O O M B E D R I J F

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

LECTORAAT NEW MARKETING In het kort

Hele fijne feestdagen en een gezond en vrolijk 2017! Raymond Gruijs. BM Groep ARBO West Baanzinnig

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

L I V E YOUR E S T I N Y IDENTITEITSBEWIJS

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

Zou jij niet domweg gelukkig willen zijn?

Check-in. De zin van het leven is de zin die je er zelf aan geeft. 6 De Z-factor

DEEL 1. BOUWSTEEN 5 Theorie Eigen Keuze Monique van Dam DEEL 1: YOU

Fernando Halman CommunicateTour

1. Met andere ogen. Wetenschap en levensbeschouwing. De wereld achter de feiten

FABULOUS VIRTUAL ASSISTANT MODULE 1 Les 5: Bijlage

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

WAARSCHUWING. Als je wilt dat in je leven niets verbetert, leg dit boek dan NU weg. Het is niets voor jou. Koop een fles champagne en ga het vieren.

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

Deck of Needs. De snelste manier om de 'juiste' woorden te vinden

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel)

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Werkbeleving 21 maart Bea Voorbeeld

Kennisles Mediawijs: Wat is waar?

Feedback. in hapklare brokken

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Coöperatie en communicatie:

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep de heer Consultant

Je doel behalen met NLP.

Het haalt je volledig weg bij je intuïtie: de enige plek waaruit je gaat weten wat de juiste relatie is voor JOU.

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren

In welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor

Hoe kunt u passende sturing en ruimte geven aan uw team?

Human Performance Contextscan Persoonlijke rapportage

Training Creatief denken

Rabobank. Een bank met ideeën.

HOE TOEKOMSTPROOF BEN JIJ?

Deze handreiking is van:

Als je nog steeds hoopt dat oplossingen buiten jezelf liggen dan kun je dit boekje nu beter weg leggen.

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1

Persoonlijk meesterschap

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Meer succes met je website

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Persoonlijk Rapport Junior Scan

Aristoteles: Oh ja? Maar ik heb ook wel eens gehoord van utilitarisme, wat is dat dan?

Een gevoel van menselijke mogelijkheid

VIEREN DOOR/VOOR JONGEREN

Rapportage Drijfveren. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Energieburn-outs komen maar al te vaak voor

Wat wil jij? Wat wil ik?

Les 1: het kruis, bekering en geloof

Ons economische zelf. Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan

Hoe word je succesvol in sales

Werkstuk Levensbeschouwing Relaties

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Opmerkingen voor bestuurders en leidinggevenden 95 Vragen aan de auteur 99 Dankwoord 103 Over de auteur 107

DE AARDE IS OOK. TOOLKIT: TIPS & IDEEëN VOOR VRIJWILLIGERS. Mueller/GP

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

WHITEPAPER VERDIENMODELLEN

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

Deel 9/12. Leer je invloed effectief aanwenden om je doelen te bereiken

Eindexamen filosofie vwo II

WAARSCHUWING. Als je wilt dat in je leven niets verbetert, leg dit boek dan NU weg. Het is niets voor jou. Koop een fles champagne en ga het vieren.

Boeren op een Kruispunt vzw. Het helpend gesprek

Duurzaam Financieel Management. Margreet F. Boersma

filosofie havo 2016-II

Ouderavond profielkeuze Economie en Bedrijfseconomie Voorlichting 3H & 3V

De Budget Ster: omgaan met je schulden

Dag 2. Ondernemen als ZORG- PROFESSIONAL. Probleemgerichte Doelgroep Marktanalyse Sygnature system. Naam: Telefoon:

CREATIEF CONCEPTEN OP BASIS VAN CREATIVITEIT HOE? ZO!

Christus als leerling volgen

Risicogedrag. Voortgezet onderwijs

Vanjezelfhouden.nl 1

DE OVERSTAG FORMULE BLUE PRINT WEBSITE CREATED BY PAUL BEENS

3 vragen om. even terug te keren naar jezelf. Een kennismaking met schrijven in Mindful Analysis. 3 vragen om. wat je echt wilt!

filosofie havo 2017-II

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

Nederland vanuit de lucht

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

T R A I N I N G B O O S T J O U W D R O O M B E D R I J F

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs

Naam: Datum: Ik-Wijzer

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

LEEFPLEZIER VERKENNEN

Wat maakt je zo boos?

Maar bestuursvrijwilligersdaalt. Redenen.

Independent Order of Odd Fellows

SHELL. April 2017 juni 2017 AVANS Hogeschool Iris Bouman

Openingsgebeden INHOUD

3 vragen om. even terug te keren naar jezelf. Een kennismaking met schrijven in Mindful Analysis. 3 vragen om. wat je echt wilt!

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Transcriptie:

Economie als wetenschap is ontwikkeld als antwoord op grote maatschappelijke problemen Kaj Morel (1971) is sociaal psycholoog, gepromoveerd aan de Technische Universiteit Delft en voormalig lector identiteitsmarketing bij hogeschool Saxion. In zijn nieuwste boek Tijd voor de betekeniseconomie bekritiseert hij het vrijemarktdenken en de principes die eraan ten grondslag liggen. Ook geeft hij een aanzet tot de formulering van een alternatief: de betekeniseconomie. Het felst verzet Morel zich in zijn boek tegen het idee dat de vrije markt waardevrij zou zijn. Het klopt dat deelnemers aan die markt vrij zijn om zelf waarde toe te kennen aan de goederen die erop worden verhandeld. Toch leunt de theorie van de vrije markt zelf op een mensbeeld dat volgens Morel op z n zachts gezegd te betwisten valt. Zo gaat de theorie van de vrije markt er (voor het gemak) van uit dat het individu de bouwsteen van de samenleving is en individuele vrijheid het hoogste goed. Bovendien is de mens volgens de theorie een geheel op zichzelf gericht wezen, slechts uit op de bevrediging van haar behoeften en volledig rationeel. Morel trekt dit alles in twijfel. Economie als moral science Morel denkt dat we economie te lang hebben gezien als natuurwetenschap die we kunnen vangen in wiskundige modellen gebaseerd op de neoklassieke theorie. Hierdoor hebben economen gefaald de werkelijkheid in al haar weerbarstigheid te beschrijven. En, erger dan dat, het heeft ertoe geleid dat wij onszelf zijn gaan zien en gedragen als egoïstische individualisten die streven naar economische groei als doel op zich. Wij hebben onze planeet verwaarloosd en toegekeken hoe inkomensongelijkheid is gegroeid en onze democratieën afbrokkelen. In plaats daarvan moeten we, vindt Morel, economie aanzien voor de sociale wetenschap die zij is en weer morele vragen durven stellen als we het hebben over ons economisch systeem. We moeten af van het ja maar zo gaat het nu eenmaal. We moeten altijd de vraag stellen of de uitwerking van zo n vrije markt de resultaten oplevert die we als samenleving belangrijk vinden. We moeten af van het ja maar zo gaat het nu eenmaal, dat is het marktmechanisme en dat is dus goed. De uitgangspunten van de vrije markt moeten steeds ter discussie gesteld worden en dan kan het zo zijn dat we tot de conclusie komen dat het mechanisme in een bepaalde sector prima werkt: laat het dan vooral zo. Ik ben niet voor het afschaffen van de vrije markt, maar we moeten die wel in balans brengen met de huidige context, de aannames opnieuw tegen het licht houden en waar nodig andere keuzes maken. Daarbij moeten ethische vraagstukken weer nadrukkelijk aan de orde komen, vindt Morel. Daarin volgt hij politiek filosoof Michael Sandel, die al langer pleit voor een moreel debat over de commercialisering van de samenleving. Sandel betoogt dat we de reikwijdte van markten in de samenleving moeten beperken. Volgens Sandel is een bepaald type goederen geschikt om op de vrije markt te verhandelen, maar een ander type niet. Verhandeling daarvan op de vrije markt heeft volgens Sandel namelijk tot gevolg dat de intrinsieke (nieteconomische) waarde van die goederen wordt vernietigd of in ieder geval gecorrumpeerd. 1

Sandel geeft een voorbeeld van iemand die online een gepersonaliseerde bruiloftsspeech koopt om voor te dragen op de bruiloft van zijn beste vriend. Daar lijkt iets mis mee: een bruiloftsspeech is een waardevol goed vooral omdat het een teken is van liefde en vriendschap. Zodra je zo n goed, dat wordt uitgewisseld volgens de normen van vriendschap, op de markt aanbiedt, waar alles draait om individuele behoeftebevrediging, gaat een groot deel van de waarde ervan verloren het verliest z n personal touch. Om andere voorbeelden te noemen: velen van ons zouden ervoor terugdeinzen om onze verkiezingsstem, onze organen of seksualiteit te verhandelen op de vrije markt en zien ook liever niet dat anderen dat doen. Sandel pleit daarom voor een publiek debat waarin we onszelf afvragen of er goederen zijn die we niet op de vrije markt zouden moeten kopen en verkopen. De betekeniseconomie als hervorming van de vrije markt Toch verschilt Morel s boodschap in een belangrijk opzicht van die van Sandel. Waar Sandel zich inzet om binnen de economie terrein terug te winnen op de vrije markten door de publieke ruimte weer te politiseren, concentreert Morel zich vooral op het hervormen van de markten zelf. Ik ben een overtuigd kapitalist: ik geloof dat er geen beter systeem is. De betekeniseconomie is wat mij betreft echt een kapitalistische economie. Maar wel een kapitalisme dat geborgd is in de gemeenschap, waarin gemeenschappelijke belangen veel nadrukkelijker een plek krijgen en waarin niet elke afweging een financieel-economische afweging is. Verder denk ik dat het mechanisme van vraag en aanbod werkt, maar niet per se tegen een marktprijs en niet met het idee dat iedereen daar het meeste voor zichzelf uit moet halen. Dan heb je nog steeds een vrije markt, alleen is het een andere soort vrije markt dan de huidige vorm. Hoewel Morel het belang van de gemeenschap dus benadrukt, draait het in Tijd voor de Betekeniseconomie vooral om de burger in de hoedanigheid van consument of ondernemer. Morel formuleert in zijn boek tien alternatieve principes die de uitgangspunten moeten vormen voor een nieuw paradigma : de betekeniseconomie. In de betekeniseconomie staat de altruïstische mens centraal en draait ons economisch handelen om het scheppen van betekenis. Dit betekent in de eerste plaats dat ondernemingen in de betekeniseconomie hun bestaansrecht ontlenen aan het feit dat ze een wezenlijke, relevante bijdrage aan de samenleving leveren, en niet aan de financiële waarde die ze creëren. Verder maken consumenten in de betekeniseconomie verantwoorde keuzes en zijn bereid een rechtvaardige prijs te betalen voor de goederen die zij kopen. De realisatie van de betekeniseconomie moet dus vooral komen uit de keuzes die wij als consumenten of ondernemers maken op de markt, en minder uit politieke instituties, burgerinitiatieven en democratische processen, zoals Sandel zich dat voorstelt. De betekeniseconomie ontstaat vanuit burgers, maar vooral ook vanuit organisaties en ondernemingen dat zijn burgers met een rol. Ik zie de belangrijkste veranderingen plaatsvinden door ondernemingen die andere keuzes gaan maken. Ik geloof dat met name de MKBers, die geen aandeelhouders hebben en die kunnen ook behoorlijk groot zijn feitelijk het grootste verschil kunnen maken. Als die andere keuzes gaan maken in hun prijsstelling, in de manier waarop ze hun producten aanbieden, maar ook in het verhaal, in de dialoog die ze met hun klanten aangaan, kan daar denk ik veel veranderen. Als consumenten blijven zeggen: alles moet bij het oude blijven, dan gaat de betekeniseconomie er nooit komen. Ook consumenten moeten andere keuzes gaan maken. Als consumenten blijven zeggen: alles moet bij het oude blijven we willen evenveel luxe, alles moet goedkoper, we willen gewoon pensioen hebben, dan gaat de betekeniseconomie er nooit komen, dat kan niet. De betekeniseconomie is niet voor niets ontstaan omdat er gewoon grenzen zijn aan wat onze planeet aankan. We moeten volgens Morel af van drie heerschappijen die velen van ons in de greep houden: de heerschappij van het eigenbelang, de heerschappij van het pijnvrije bestaan en de heerschappij van de geveinsde machteloosheid. Mensen zeggen eigenlijk: uiteindelijk gaat het vooral om dat het voor mijzelf goed moet zijn, dat is het eerste. Tweede is: ik ben tot veel bereid, maar ik moet 2

er geen last van hebben. Zodra het mijn portemonnee raakt, of ik er moeite voor moet doen, of zodra ik dingen moet laten die ik graag wil, dan doe ik het niet meer. En het derde is: het maakt toch niet uit. Als ik het in mijn eentje ga veranderen, en niemand anders doet het, dan heeft het toch geen zin. Die drie dingen moeten doorbroken worden. Uit de politiek verwacht Morel weinig actie richting de realisatie van de betekeniseconomie. Politiek loopt altijd achter de samenleving aan. En de regering gaat pas wetgeving bedenken als ze merkt dat er zoveel signalen uit de samenleving komen dat het niet langer kan. Zelden worden wetten proactief gemaakt en dat is ook goed denk ik. Waar de politiek wel een belangrijke rol kan spelen volgens Morel, is in het verhaal dat wordt verteld. Ze vertellen nog steeds het oude economische verhaal. Ze moeten ophouden met continu te zeggen: ja, het gaat goed met ons want de economie is weer met drie procent gegroeid. Ook hebben ze invloed op het verhaal dat in het onderwijs wordt verteld. Morel lijkt dus vooral een moreel appel te doen op consumenten en ondernemers om hun gedrag te veranderen op markten zoals die er nu uitzien. In hoeverre is de betekeniseconomie dan echt een nieuw paradigma? Als Facebook niet wil, kun je goed gedrag niet afdwingen. Ik denk dat het inderdaad begint bij een moreel appel. Je kunt veel afdwingen door structuren, maar daarmee red je het niet. Als Facebook niet wil, en vanuit eigen hebzucht wil blijven handelen, dan kun je goed gedrag niet afdwingen. Je kunt wel een beetje doen met wetgeving, boetes opleggen, maar uiteindelijk zie je dat het systeem niet verandert. Wat wél werkt, is als alle consumenten gewoon stoppen met Facebook gebruiken. Dan heeft Facebook echt een probleem: dan heeft het geen verdienmodel meer. Door andere keuzes te maken denk ik dat wij als consumenten de boel echt kunnen beïnvloeden. De (on)macht van de individuele keuze De ontwikkeling van de huidige economie naar de betekeniseconomie leunt dus grotendeels op de acties van individuele consumenten en ondernemingen. Toch lukt het mensen vaak niet goede keuzes te maken, ook al willen ze wel. In de wereld zoals die er nu uitziet kun je mensen bijvoorbeeld vragen om biologische producten te kopen die niet in plastic zijn verpakt, maar lukt dit niet omdat ze dat nu niet kunnen betalen, of omdat die producten nog niet worden aangeboden in de supermarkt. Is het dan niet noodzakelijk om verder te kijken dan de keuzes die consumenten en ondernemers maken en bijvoorbeeld ook politieke en sociale instituties en (machts)verhoudingen kritisch te onderzoeken? In andere woorden: zijn er toch niet meer structurele veranderingen nodig? Om te beginnen: als jij eigenlijk biologische producten wilt kopen, maar daar geen geld voor hebt, of ze worden niet aangeboden ja, dan kan je ze niet kopen. Wat kan ik daartegen inbrengen: niets. Maar het feit dat dat zo is, neemt niet weg dat je er wel naar zou moeten streven om uiteindelijk die biologische producten wel te kopen. Dus dat betekent dat je, zodra je het wel kunt betalen, dat ook doet. Dat je je misschien ook afvraagt: hoe kan ik in mijn budget anders inrichten zodat ik meer geld overhoud voor die dingen die ik belangrijk vind. Het is de verantwoordelijkheid van burgers om serieus te onderzoeken: zouden we daar, door het maken van andere keuzes, geld voor kunnen vrijmaken? Het is dus ook de vraag: hoe belangrijk vind je het echt? Daarmee leg je het voor een deel terug, hè. Je zegt dat je het niet kunt betalen, maar is de echt zo? Hoewel een verandering in de keuzes die gemaakt worden door de individuele consument en ondernemer dus de belangrijkste drijver zijn voor de transitie naar de betekeniseconomie, gelooft Morel wel dat ook structurele veranderingen nodig zijn. Bijvoorbeeld in de manier waarop we dingen financieren. Om het heel praktisch te maken: als een ondernemer nu vanuit de betekeniseconomie wil ondernemen, maar hij krijgt alleen maar vragen vanuit klassieke verdienmodellen, klantprofielen en dat soort dingen, terwijl dat helemaal niet de manier meer is waarop hij wil werken, dan vind ik dat andere systemen, andere 3

financieringsmodellen ontwikkeld moeten worden waarin er ruimte komt voor dat soort ondernemers om hun onderneming gefinancierd te krijgen. Of kijk naar het onderwijs. Een docent uit het voortgezet onderwijs vertelde mij op een congres dat hij graag ruimte zou geven aan de betekeniseconomie in zijn onderwijs maar er niet serieus werk van kan maken omdat het niet in het eindexamen terugkomt en daar wordt hij op afgerekend. Het is natuurlijk een idiote situatie dat mensen in het veld iets anders willen maar dat niet mogen. Daarin moet een structuurverandering plaatsvinden. Docenten moeten bijvoorbeeld meer te zeggen hebben over het aangeboden curriculum en de eindexamenstof moet sneller kunnen worden aangepast. Een te optimistisch mensbeeld? Behalve mensen die wel willen maar die gevangen zitten in de huidige structuren, lijken er ook mensen te zijn die helemaal niet willen. Weinig bedrijven zullen er tegenwoordig voor uitkomen dat ze niet maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar vaak lijken ze toch vooral op geld uit. Facebook, bijvoorbeeld, werd opgericht als sociale onderneming die mensen met verschillende achtergronden dichter bij elkaar zou brengen, maar lijkt nu veel schade aan te richten in de wereld. Betekent dit dat een beroep doen op ondernemers om moreel beter te zijn niet voldoende is? Het kan best zo zijn dat Mark Zuckerberg oprecht begonnen is, maar dat de wereld om hem heen de manier waarop hij geld kon krijgen, de mensen die hij om zich heen verzamelde, de adverteerders die mogelijkheden zagen hem meegenomen hebben op een andere koers waarin hij zich niet staande kon houden. Er zijn nog steeds veel mensen die in dat oude verhaal geloven en die er belang bij hebben om dat verhaal in stand te houden. Facebook had natuurlijk moeten zeggen: dat gaan we niet doen en dan hadden ze echt nieuwe verdienmodellen moeten bedenken Dat is wat Wikipedia wel gedaan heeft: Wikipedia is niet gezwicht voor adverteerders en het grote geld en heeft vastgehouden aan haar principes. Ze doet een beroep op ons als burgers om te doneren. Dat vinden wij moeilijk omdat het vroeger gratis was. Wat er gebeurt bij Wikipedia vind ik typerend voor de worsteling die veel mensen momenteel ervaren: we snappen dat dingen niet gratis kunnen zijn maar zouden dat ergens het liefste willen. En ondernemers die uit principe weigeren om hun onderneming in dienst te stellen van het grote kapitaal van investeerders hebben moeite om het hoofd boven water te houden op basis van het kleine kapitaal van consumenten en burgers. Maar het kan wel, zoals Wikipedia en De Correspondent laten zien. Dat zijn belangrijke inspiratiebronnen voor anderen. Het ook een kwestie van standvastigheid: hoe serieus neem je je eigen verhaal? Het dominante verhaal dat verteld wordt over de economie in jouw context bepaalt hoeveel ruimte je voelt om de keuzes te maken die stroken met jouw principes. Tegelijkertijd is het ook een kwestie van standvastigheid: hoe serieus neem je je eigen verhaal? Het is het bewijs van beide. En het is ontzettend moeilijk om je staande te houden als je je eenmaal in het grote geweld bevindt. Maar het kan dus wel. Wanneer handel je in iemands belang en heb je betekenis? Een van de dingen waarvan Morel ondernemers probeert te overtuigen is dat zij zich moeten inzetten om de belangen en niet (alleen) de behoeften van hun consumenten te dienen alleen dan heeft hun werk betekenis. Belang definieert hij als dat wat goed is voor iemand. Maar er zijn net zoveel ideeën over van wat in ons belang is als er concepties van het goede leven bestaan. Natuurlijk zijn we het niet eens over wat in het belang is van mensen. Nu is de redenering: wat goed is bepalen anderen, namelijk de klanten of de markt. In de betekeniseconomie is de redenering: wij bepalen ook wat goed is. Wij hebben daar namelijk ideeën over vanuit onze expertise, maar ook vanuit onze moraliteiten. Dus als iemand een hypotheek wil die veel te hoog is, en jij weet dat, dan is dat volgens het oude denken de verantwoordelijkheid van die persoon die vraagt erom en je bent een goed bedrijf als je zo goed mogelijk doet wat 4

jouw klanten vragen, ongeacht de consequenties. Het is natuurlijk niet ok dat we het zo doen want we weten inmiddels uit ervaring dat dat niet goed gaat, dat mensen vaak meer willen hebben en lenen dat dat ze zich kunnen veroorloven en dat ze daardoor echt in de problemen komen. Dus wij gaan dat niet meer doen. Wie zijn dan wij? Is dat degene die de hypotheek aanbiedt? Dat is precies de vraag: wie vindt dat hij daar wat van moet vinden? De bank zou dat kunnen zijn, of een van haar medewerkers. Die zou als eerste kunnen zeggen: dit klopt niet. De bank zou de medewerker daarin kunnen steunen. Die kan ook zeggen: je hebt maar te doen wat wij jou opdragen. Wat er nu gebeurt is dat de overheid maatregelen heeft genomen, de bank is gaan dwingen om het anders te doen. Dus daar heeft de overheid in eerste instantie ingegrepen omdat burgers de dupe waren. heeft en louter persoonlijke voorkeuren. Is het hanteren van vrije markten niet in tegenspraak met het centraal stellen van het belang van het individu en de gemeenschap in z n geheel? Juist de oorspronkelijke liberalen vonden dat het op deze manier moet gaan. Dat altijd gekeken wordt naar wat goed is voor de samenleving als geheel, voor ons als mensheid. Zowel Keynes als Smith noemden economie een moral science. Economie als wetenschap is ontwikkeld als antwoord op grote maatschappelijke problemen om dingen beter te organiseren omdat er extreme armoede was. Dus het is altijd de bedoeling geweest dat welvaart ten goede zou komen aan de gemeenschap, niet alleen aan het individu. De vrije markt en het belang van de gemeenschap zijn helemaal niet met elkaar in tegenspraak. Dus de overheid, wij als samenleving, hebben uiteindelijk gezegd: dat deugt niet. Maar dat kan voor een ander onderwerp weer anders zijn. Waar het mij om gaat is dat ieder de verantwoordelijkheid heeft om die vragen te stellen. Wat is er wenselijk, wat vinden we goed? Ik wil dat die afweging door zoveel mogelijk mensen expliciet gemaakt wordt. Door de consument die zegt: ik wil een hoge hypotheek terwijl hij eigenlijk niet weet dat dat slecht voor hem is. Dan is het naar mijn idee de plicht van een adviseur om iemand daarop te wijzen, omdat hij wel weet dat dat verkeerd kan aflopen voor die persoon. Dan is dat uitgangspunt: het belang centraal stellen. Heel vaak zijn behoefte en belang helemaal niet met elkaar in tegenspraak, in de meeste gevallen komt dat prima overeen. Zowel Keynes als Smith noemden economie een moral science. De vraag is of de markt de juiste omgeving biedt om een publiek debat aan te zwengelen over ethiek. We hebben gezien dat een van de definiërende eigenschappen van de vrije markt is dat spelers op de markt zelf waarde toekennen aan de goederen die erop verhandeld worden. De markt erkent geen intrinsieke waarde en kan niet afdwingen dat iemand een bepaald goed op een bepaalde manier zal waarderen. Bovendien maken markten geen onderscheid tussen levensbehoeften of dat waar men recht op Tijd voor de betekeniseconomie is gepubliceerd door Stichting Maatschappij en Onderneming (SMO). Je kunt het boek bestellen op onze website www.smo.nl. 5