REGLEMENT KWALITEITSREGISTRATIE Vastgesteld door Stichting ProCERT Stichting ProCERT Kerkewijk 69a 3901 CE Veenendaal Tel. 0318-514580 Fax. 0318-551331 1
Inhoud pag. Voorwoord 3 1. Inleiding 4 2. Toelatingsvoorwaarden 4 3. Accreditatiepuntensysteem 6 4. Aanvragen accreditatiepunten kennisprogramma s 11 Bijlage 1 Accreditatieformat 13 Bijlage 2 Reglement Beroep en Bezwaar 14 2
Voorwoord Voor u ligt het reglement KwaliteitsRegister voor de Pedicure (KRP). In dit document zijn de regels beschreven waarmee rekening gehouden wordt bij de registratie in het KRP. Het beschrijft onder andere toelatingsvoorwaarden, handhavingsregels en het accreditatiepuntensysteem. Om de overgang van de bestaande situatie naar de kwaliteitsregistratie zo goed mogelijk te laten verlopen zijn overgangsregels vast gesteld en deze zijn ook in dit reglement verwerkt. Dit reglement geldt voor een periode van drie jaar en treedt in werking op1 oktober 2008. Omdat we met een nieuw systeem gaan werken zullen er ongetwijfeld onvoorziene situaties zijn waarvoor weer nieuwe of aanvullende regels gemaakt moeten worden. De aanvullende regels zullen niet worden rondgestuurd, maar vermeld op onze website www.procert.nl. Bij dit reglement is ook de regeling voor beroep en bezwaar als bijlage opgenomen. Namens het bestuur van ProCERT, M.J.F.M. Eijkemans voorzitter 3
1. Inleiding Pedicures kunnen zich vanaf 1 januari 2009 laten inschrijven in het KwaliteitsRegister voor de Pedicure ( KRP ). In dit register worden de kwaliteiten van de pedicures vastgelegd. Deze informatie, voor zover relevant, is beschikbaar voor zorgverzekeraars, zorgaanbieders, consumenten en pedicures zelf. In dit document wordt uitgelegd op welke manier er gewerkt wordt bij het KwaliteitsRegister van pedicures. Het beschrijft de voorwaarden om toegelaten te worden tot het KRP. Het geeft aan waaraan een geregistreerde pedicure moet voldoen om in het register opgenomen te blijven, door middel van het accreditatiepuntensysteem. Er wordt uitgelegd hoe het accredditatiepuntensysteem werkt en de procedure voor kennisaanbieders om accreditatiepunten voor activiteiten en programma s aan te vragen. Het beschrijft welke instanties en personen toegang hebben tot het register en voor welke gegevens. Het bestuur van ProCERT treedt op als uitvoerend orgaan, het beheert het KRP en bewaakt de kwaliteit. De stichting ProCERT bezit de rechten op het register. Voor beroepszaken geldt het Reglement van Beroep en Bezwaar. 2. Toelatingsvoorwaarden ProCERT heeft het registratiesysteem zodanig ontwikkeld dat de kwaliteit van het beroep pedicure en de beroepsuitoefening transparant en inzichtelijk wordt. Een van de voorwaarden hierbij is, dat het registratiesysteem aansluit bij de kwaliteitsnormen van de brancheorganisatie. De kwaliteitsnormen berusten op vier pijlers: 1) vakbekwaamheid; deze is geformuleerd in beroepscompetenties en vastgelegd in een diploma 2) hygiënisch, arbotechnisch en milieutechnisch verantwoord uitoefenen van het beroep volgens de Code van de Voetverzorger / het Voetverzorgingbedrijf 3) beroepsuitoefening volgens de afgesproken richtlijnen 4) bijhouden van kennis en kunde op het vakgebied. Het kwaliteitsregister en dus ook de toelatingsvoorwaarden zijn op bovengenoemde pijlers gebaseerd. 4
Als toelatingsvoorwaarden voor het KwaliteitsRegister voor de Pedicure (KRP) gelden; 1. een certificaat en/of diploma: tot 1 juli 2009 een erkend en geldig *) certificaat diabetische- en/of reumatische voet ( DV en/of RV) vanaf 1 juli 2009 het onderdeel Risicovoet van het branchediploma medisch pedicure erkend diploma medisch pedicure (HBA/Crebo) 2. een HBA-certificaat Code van de Voetverzorger / het Voetverzorgingsbedrijf 3. werken volgens de vastgestelde Richtlijnen DV/RV noot: *) erkend en geldig betekent behaald bij KOC/Philyra, waarvan de datum van afgifte van het certificaat niet langer dan 5 jaar verstreken is. Om de invoering van het KRP zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de huidige situatie is een tweetal overgangsregelingen getroffen: 1) In de opstartfase van het systeem geldt voor voorwaarde 2: HBA-certificaat Code van de Voetverzorger / het Voetverzorgingsbedrijf, een overgangsperiode. Pedicures die nog niet in het bezit zijn van het certificaat moeten dit in de periode tussen 2009 2011 halen. 2) In de opstartfase geldt voor voorwaarde 3: beroepsuitoefening volgens de vastgestelde Richtlijnen DV/RV eveneens een overgangsperiode. In deze periode worden alle pedicures die voldoen aan voorwaarde 1 en 2 voorlopig toegelaten tot het KRP. Deze pedicures moeten in de periode 2009-2011 een workshop Richtlijnen volgen om ook aan voorwaarde 3 te kunnen voldoen. 5
3. Accreditatiepuntensysteem Om in het KRP te kunnen blijven, moeten kennis en kunde op peil gehouden worden. Hiervoor moeten kennisbijeenkomsten gevolgd worden. Deze worden georganiseerd door de brancheorganisatie, opleidingsinstituten en andere organisaties, die aan de in dit reglement gestelde vereisten voldoen. Vormen zijn: workshops, studiedagen, cursussen, congressen, symposia en praktijkbijeenkomsten. Voor het bijwonen van de kennisbijeenkomsten worden accreditatiepunten verstrekt. In een periode van drie jaar, zijnde één accreditatieperiode, moet een vooraf vastgesteld aantal punten gehaald worden om in het register te kunnen blijven. De aanvraagprocedure voor toekenning van accreditatiepunten voor kennisaanbieders wordt besproken in punt 4 van de regeling. De criteria voor een kennisbijeenkomst worden hieronder weergegeven: * Kennisbijeenkomsten gericht op de branche (congres/symposium/studiedag/cursus/(praktijk)training,lezingen e.d.) * Vakinhoudelijk (bijdrage aan verhoging van de kwaliteit van beroep en beroepsuitoefening) nieuwe kennis of vaardigheden aansluiting bij recente ontwikkelingen op vakgebied aansluiting bij geldende voorschriften (Code en Richtlijnen) toepasbaar in beroepsuitoefening aansluiting bij Beroeps Competentie Profiel (BCP) * Branche ontwikkelingen (bijdrage aan de verhoging van de kwaliteit van het niveau van beroepsuitoefening) deelname aan werkgroep of projectgroep ter bevordering van kennis, vaardigheden en attitude evaluatie van een kwaliteitsrichtlijn * Curriculumontwikkeling (verhoging van individueel niveau van beroepsuitoefening * Opscholing Aan activiteiten die geschikt bevonden zijn voor opname in het register worden punten toegekend. Een (gekwalificeerd) beroepsbeoefenaar moet gedurende een bepaalde periode het aantal punten behorende bij de kwalificatie behalen. Dit wordt bijgehouden in het accreditatiepuntensysteem. 6
Het accreditatiepuntensysteem Het accreditatiepuntensysteem (APS) is onderdeel van het KRP. Met het APS wordt kennis en kunde m.b.t. ontwikkelingen op het vakgebied door de beroepsbeoefenaar geborgd. De pedicurebranche kent vier kwalificaties, gericht op de zorgketen. o DV; voetverzorging bij diabetici (enkelvoudig gespecialiseerd) o RV: voetverzorging bij reumapatiënten (enkelvoudig gespecialiseerd) o DV/RV: combinatie van beiden (meervoudig gespecialiseerd) o MP: medisch pedicure (breed gespecialiseerd) Accreditatiepunten. In een periode van 3 jaar moet een vastgesteld aantal punten per kwalificatie behaald worden. De basis voor het puntensysteem is gelegd voor de enkelvoudige specialisaties. Voor een meervoudig gespecialiseerd pedicure moet het aantal punten behaald worden over die periode uit beide kennisgebieden. Het aantal punten is niet gelijk aan twee maal het aantal punten voor de enkelvoudige specialisatie. De reden hiervoor is meerledig; een kennisbijeenkomst levert enerzijds een bijdrage aan kennisontwikkeling in de brede zin vanwege specialisme overstijgende onderwerpen, anderzijds vanwege directe kennisuitwisseling tussen beroepsbeoefenaren. Voor de medisch pedicure gelden om die reden 100 punten. Als men in de accreditatieperiode meer dan het aangegeven punten behaalt, dan kunnen de zogenaamde meerpunten niet worden meegenomen naar de volgende periode. Geregistreerde pedicures die door dringende omstandigheden hun punten in een accreditatieperiode niet zullen gaan halen moeten voor ontheffingsmogelijkheden contact opnemen met het secretariaat van ProCERT. Wanneer men zich in kennis verbetert en daardoor het specialisatieniveau wijzigt, dan start een nieuwe accreditatieperiode en begint men met nul accreditatiepunten. In deze periode is men verplicht het minimale aan accreditatiepunten te behalen dat voor dit niveau is vastgesteld. Kennisbijeenkomsten Kennisbijeenkomsten van meer dan één dagdeel kennen een breder aandachtsgebied en meerdere werkvormen. Het aantal punten dat hiermee behaald kan worden ligt daarom op een hoger niveau dan voor kennisbijeenkomsten die gericht zijn op één onderwerp en van kortere duur zijn. Participatie in werk(project)groepen Pedicures die actief participeren in werk- of projectgroepen kunnen hiervoor in één periode 16 punten behalen 7
Evaluatie Voor het toepassen van de richtlijnen wordt een vragenlijst gepubliceerd. Het invullen hiervan levert punten op. Voor de pedicure zit hier een leereffect aan, voor de brancheorganisatie een mogelijkheid om de richtlijnen periodiek bij te stellen. Curriculumontwikkeling De brancheorganisatie stimuleert de ontwikkeling van de beroepsuitoefening naar een hoger niveau. Aan de opscholing tot medisch pedicure worden daarom accreditatiepunten gekoppeld 8
Accreditatiepunten 2009 2011 Kwalificatie DV RV DV/RV MP Accreditatiepunten Periode 3 jaar 60 60 90 100 Activiteiten Specialisatie gericht * Per twee dagdelen Congres Symposium Studiedag Workshop Cursus Training Lezing Per dagdeel Workshop Cursus Training Lezing 10-24 10-24 10-24 10-24 10 max. 10 max. 10 max. 10 max. Branche ontwikkelingen Participatie in één keer/periode werkgroep projectgroep 16 max. 16 max. 16 max. 16 max. Verplichte onderdelen Evaluatie richtlijnen (jaarlijks)** 7 7 7 7 Cursus Code v.h. voetverzorgingsbedrijf (eenmalig) 7 7 7 7 Workshop Richtlijnen 10 10 10 10 Overigen (nog nader te bepalen) 9
Niet specialisatie gericht * Per twee dagdelen Congres Symposium Studiedag Workshop Cursus Lezing Per dagdeel Workshop Cursus Training Lezing 5-12 5-12 5-12 5-12 5 5 5 5 Code van het voetverzorgingsbedrijf 7 7 7 7 Evaluatie richtlijnen 7 7 7 7 Branche ontwikkelingen Participatie in Werkgroep Projectgroep één keer / periode Curriculumontwikkeling 16 max. 16 max. 16 max. 16 max. * Examenonderdeel (vakinhoudelijk) 25 max. 25 max. 25 max. n.v.t. Verplichte onderdelen Evaluatie richtlijnen (jaarlijks)** 7 7 7 7 Cursus Code het voetverzorgingbedrijf 7 7 7 7 ( eenmalig) Workshop Richtlijnen 10 10 10 10 Overigen (nog nader te bepalen) Toelichting. * In het schema wordt gesproken over activiteiten specialistisch gericht en activiteiten niet specialistisch gericht. De reden hiervoor is dat kennisactiviteiten, die gericht zijn op het verdiepen van het specialisme dat een geregistreerde pedicure heeft, een hogere waardering en dus meer accreditatiepunten krijgen dan kennisactiviteiten die zich richten op (algemene) beroepsvaardigheden, de niet specialistische activiteiten. ** Evaluatie richtlijnen: jaarlijks wordt een evaluatieformulier op de website geplaatst dat door iedere geregistreerde pedicure ingevuld moet worden.. 10
4. Aanvragen accreditatiepunten kennisprogramma s Het KwaliteitsRegister voor de Pedicure kent een systeem van accreditatie van kennisprogramma s. Dit systeem is gebaseerd op een accreditatieformat (bijlage 1) dat telkens voor een periode van 3 jaar wordt vastgesteld. Kennisaanbieders kunnen hun kennisprogramma s hiervoor indienen bij ProCERT. De programma s worden getoetst aan het vastgestelde format. Bij twijfel wordt door het bestuur van ProCERT onder andere advies gevraagd aan de commissie vakbekwaamheid van ProVoet. Een met punten toegekend kennisprogramma wordt vermeld op de website van ProCERT. Voor de overgangsregeling verwijzen wij u naar het desbetreffende hoofdstuk. Een kennisprogramma is een activiteit die een bijdrage levert aan de handhaving cq. vergroting van de kennis en vakbekwaamheid op het vakgebied van de gespecialiseerde pedicure. Hieronder kunnen vallen: * opleidingen/congressen/cursussen/workshops/lezingen * examenonderdelen van de EVC procedure voor medisch pedicure * activiteiten van een brancheorganisatie. Het kennisprogramma kan een van de volgende kenmerken hebben: het programma bestaat voor tenminste 60 % uit onderwerpen, gerelateerd aan het uitoefenen van het (pedicure)vak het programma is gericht op het bedrijfsmatig uitoefenen van het beroep pedicure het programma betreft een algemene leden vergadering van een brancheorganisatie het programma betreft de participatie in een werkgroep of projectgroep ten behoeve van projecten die de ontwikkeling van de branche betreffen. 11
Aanvraagprocedure * Toets of de activiteit voldoet aan de hiervoor genoemde kenmerken * Maak een aanvraagdossier dat de volgende onderdelen omvat: 1 kennisprogramma beschrijving- inhoud - aantal dagdelen - leerdoelen 2 te gebruiken materiaal: - cursusboek - presentatie - andere documentatie 3 eventuele toetsen 4 profiel uitvoerenden (sprekers/docenten) 5 de aanbieder van de kennisactiviteit verklaart dat de degenen die de deelnemerslijst tekenen ook de hele bijeenkomst volgen. 6 inleiders die zelf ook in het register staan ingeschreven kunnen ook voor deze activiteit punten halen. Zij moeten wel als deelnemer op de lijst worden vermeld. * Stuur het aanvraagdossier naar het secretariaat van ProCERT * Aan de behandeling van de aanvraag zijn administratiekosten venbonden van 25,00 per kennisprogramma. Indien advies aangevraagd moet worden bij derden, worden de kosten hiervoor in rekening gebracht, * Binnen maximaal 4 weken na de aanvraag neemt ProCERT een beslissing over de accreditatie van het programma en het aantal punten, behoudens in situaties van een adviesaanvraag. * De toegekende punten gelden voor de periode van het accreditatieformat, dat telkens voor een periode van drie jaar wordt vastgesteld * Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen kan de aanvrager bezwaar aantekenen. 12
Bijlage 1 Format voor aanleveren programma kennisbijeenkomsten ter accreditering Aanvraagprocedure 1. U toetst of uw activiteit voldoet aan de in de regeling genoemde kenmerken. 2. Op de website van ProCERT download u de verklaring waarheidsgetrouwe invoering data voor het KRP. 3. U stelt een aanvraagdossier samen dat bestaat uit de volgende onderdelen: a) een beschrijving van het kennisprogramma, met daarin in ieder geval de onderdelen - inhoud - aantal dagdelen - leerdoelen b) het te gebruiken materiaal, zoals - het cursusboek, indien zelf ontwikkeld. Als u een bestaand boek gebruikt, volstaat een volledige vermelding. - een power point presentatie - andere relevante documentatie c) eventuele (afsluitende) toetsen d) een profiel van de uitvoerenden (sprekers/docenten), in de vorm van een kort C.V. e) een verklaring waarin u als aanbieder van de kennisactiviteit garandeert dat de pedicures op de deelnemerslijst ook daadwerkelijk de hele bijeenkomst volgen. f) Een ingevulde en ondertekende verklaring waarheidsgetrouwe invoering data KRP 4. Er zijn vier momenten in het jaar waarop ProCERT aanvragen beoordeelt. Dit zijn: 1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober. Indien uw aanvraag na één van de genoemde data binnenkomt, wordt deze doorgeschoven naar de volgende periode. U krijgt altijd bevestiging van ontvangst. Binnen twee weken na bovengenoemde data wordt u schriftelijk op de hoogte gesteld van de beslissing aangaande de accreditering. 5. Het aanvraagdossier dient op cd-rom gestuurd te worden naar het secretariaat van ProCERT. Kerkewijk 69a 3901 EC Veenendaal 13
Bijlage 2 Reglement Beroep en Bezwaar REGLEMENT COLLEGE VAN BEROEP en BEZWAAR Vastgesteld door Stichting ProCERT, Stichting ProCERT Kerkewijk 69a 3901 CE Veenendaal Tel. 0318-514580 Fax. 0318-551331 14
INHOUD INHOUD... 15 ARTIKEL 1 Definities... 16 ARTIKEL 2 College... 16 ARTIKEL 3 Termijnen... 16 ARTIKEL 4 Beroep aantekenen... 16 ARTIKEL 5 Antwoord van verweerder... 17 ARTIKEL 6 Benoeming van onpartijdige en onafhankelijke arbiters... 17 ARTIKEL 7 Twijfel omtrent onpartijdigheid en onafhankelijkheid... 17 ARTIKEL 8 Vervanging van een arbiter... 17 ARTIKEL 9 Wraking... 18 ARTIKEL 10 Dossiers en mededelingen... 18 ARTIKEL 11 Bijstand en vertegenwoordiging... 18 ARTIKEL 12 Zitting... 18 ARTIKEL 13 Getuigen en deskundigen... 18 ARTIKEL 14 Uitspraak... 19 ARTIKEL 15 Kosten... 19 ARTIKEL 16 Inwerkingtreding... 19 15
ARTIKEL 1 Definities Certificatieregeling: de Certificatieregeling, vastgesteld door het bestuur van de Stichting ProCERT Regeling Kwaliteitsregister voor de Pedicures: de registratieregeling vastgesteld door het bestuur van de Stichting ProCERT College: College van Beroep en Bezwaar Certificatie Voetverzorgingsbedrijf en KwaliteitsRegister voor de Pedicure Secretaris: secretaris van het College Secretariaat ProCERT: ondersteunend bureau ARTIKEL 2 College Het College beslist met inachtneming van hetgeen hieromtrent in dit reglement is bepaald over geschillen in het kader van certificatie overeenkomstig Eisenstellend Document Certificatie Voetverzorgingsbedrijf en hetgeen is bepaald in de regeling van het KwaliteitsRegister voor de Pedicure ARTIKEL 3 Termijnen 1 Alle stukken terzake dienen, schriftelijk, aan het secretariaat gezonden te worden. 2 De secretaris heeft de bevoegdheid, gemotiveerd, de in dit reglement genoemde termijnen behoudens de termijn genoemd in artikel 4, lid 1 - te verlengen. De secretaris stelt de betrokken partijen hiervan op de hoogte. 3 De termijnen mogen door de secretaris maximaal tweemaal verlengd worden met een zelfde tijdsspanne. Komt de zaak dan nog niet tot behandeling, dan wordt de zaak door de secretaris voorgelegd aan de voorzitter van het College. ARTIKEL 4 Beroep aantekenen 1 Voor het verstrijken van een periode van 30 werkdagen na de datum van het besluit waartegen beroep wordt aangetekend dient de aanvraag bij het College aanwezig te zijn. De datum poststempel is daarin bepalend. 2 Het beroep dient te worden aangevraagd, vergezeld van de navolgende gegevens: a. De naam, het adres, woon-/vestiging-/verblijfsplaats van de eiser, alsmede het telefoon nummer waaronder de indiener, gewoonlijk, te bereiken is. b. De naam, het adres, woon-/vestiging-/verblijfsplaats van de verweerder, alsmede het telefoon nummer waaronder de verweerder, gewoonlijk, te bereiken is. c. Een omschrijving van het geschil. d. De gronden van het beroep of bezwaar. 16
3. Indien een aanvraag voor beroep niet de gegevens bevat als vermeld in lid 2 van dit artikel, krijgt de betrokkene hiervan bericht en heeft 14 werkdagen de tijd om de gegevens aan te vullen. Als dit niet gebeurt dan kan de beroepsaanvraag niet ontvankelijk worden verklaard. 4. De secretaris bevestigt schriftelijk de ontvangst van de aanvraag, onder vermelding van de datum van ontvangst en de vermoedelijke datum van behandeling. ARTIKEL 5 Antwoord van verweerder 1. De secretaris zendt een afschrift van het ingediende beroep aan verweerder, onder vermelding van de dag van ontvangst van het beroep en de vermoedelijke datum van behandeling, en stelt verweerder in de gelegenheid een antwoord te formuleren op het ingestelde beroep. 2. Het antwoord dient schriftelijk aan de secretaris te worden verzonden, binnen een periode van 20 werkdagen na ontvangst van de stukken als vermeld in lid 1 van dit artikel. De secretaris zendt verweerder een bericht van ontvangst 3. De secretaris zendt een afschrift van het antwoord van verweerder aan de eiser, binnen 7 dagen na ontvangst van het antwoord van de verweerder. ARTIKEL 6 Benoeming van onpartijdige en onafhankelijke arbiters 1. Het College bestaat uit drie arbiters waarvan een de hoedanigheid van voorzitter heeft. Ingeval van een spoedbehandeling kan de voorzitter een voorlopige voorziening treffen. 2. Arbiters zijn onpartijdig en onafhankelijk. Zij hebben geen persoonlijke of zakelijke banden met één van de partijen en collega s. Zij mogen geen zakelijk belang hebben bij de afloop van de beroepsprocedure. Arbiters mogen hun mening niet kenbaar maken vóór de uitspraak in het beroep. 3. Arbiters mogen geen contacten hebben met enige partij in het geschil, anders dan tijdens de voltallige behandeling van het beroep. ARTIKEL 7 Twijfel omtrent onpartijdigheid en onafhankelijkheid 1. Een arbiter die twijfelt omtrent zijn/haar onpartijdigheid en/of onafhankelijkheid meldt dit aan de secretaris onder opgave van redenen. 2. De secretaris zendt deze mededeling aan de partijen en de andere arbiters. ARTIKEL 8 Vervanging van een arbiter 1. Indien een geïnstalleerde arbiter van zijn opdracht is ontheven, of niet langer in staat is om die opdracht te vervullen, wordt een nieuwe arbiter benoemd. 2. In de tijd die nodig is voor een nieuwe benoeming is het geding geschorst. 17
ARTIKEL 9 Wraking 1. Een arbiter kan worden gewraakt overeenkomstig de Nederlandse rechtsgang. 2. Trekt een gewraakte arbiter zich terug, dan is dit geen aanvaarding van de gegrondheid van de reden(en) tot wraking. 3. Het College beslist (schriftelijk) omtrent wraking, waarbij het weerwoord van de betreffende arbiter gehoord dient te worden. Indien een arbiter het College niet om wederhoor verzoekt, zal het College binnen 14 dagen, na aantekening van wraking, de desbetreffende arbiter uitnodigen voor wederhoor. Indien hier geen gebruik van wordt gemaakt, wordt de arbiter gewraakt. De betrokken partijen worden hiervan in kennis gesteld. Artikel 12 wordt van toepassing. ARTIKEL 10 Dossiers en mededelingen 1. Na het verstrijken van de in artikel 5, derde lid, genoemde termijn doet de secretaris het dossier aan de arbiters toekomen. 2. Schriftelijke stukken, betrekking hebbend op het beroep, lopen via de secretaris, die alle documenten beheert die betrekking hebben op het beroep. ARTIKEL 11 Bijstand en vertegenwoordiging 1. Elke partij kan zich laten bijstaan door vakdeskundigen en/of advocaten. 2. Elke partij kan zich laten vertegenwoordigen. 3. Indien gebruik wordt gemaakt van het genoemde in lid 1 en/of lid 2 van dit artikel, dient de betreffende partij dit twee weken voor aanvang van de behandeling van het beroep te melden bij de secretaris, welke onmiddellijk de andere partijen hierover informatie verstrekt. In geval van vertegenwoordiging dient de partij haar vertegenwoordiger schriftelijk te volmachtigen. ARTIKEL 12 Zitting 1. De betrokken partijen kunnen hun standpunten mondeling toelichten op de zitting van de mondelinge behandeling van het geschil. 2. De secretaris bepaalt datum, tijd en locatie van zitting. Hij stelt de partijen, 21 kalenderdagen voor aanvang, hiervan schriftelijk in kennis. 3. De zitting heeft een besloten karakter. Na goedkeuring van de voorzitter van het College kunnen derden worden toegelaten. ARTIKEL 13 Getuigen en deskundigen 1. Het College kan al dan niet op verzoek van partijen getuigen en/of deskundigen oproepen. 18
ARTIKEL 14 Uitspraak 1. Elk der partijen aanvaardt, door mee te werken aan deze procedure, de uitspraak van het College. 2. Het College geeft haar uitspraak binnen een periode van 30 kalenderdagen na de laatste mondelinge behandeling van het geschil. 3. De uitspraak wordt op schrift gesteld en bevat de namen van allen betrokken partijen bij de uitspraak, alsmede hun woon- of verblijfplaats, een overzicht van de gevolgde procedure, een weergave van vordering en verweer, de uitspraak, de gronden waarop de uitspraak is gestoeld en de datum van de uitspraak, alsmede de datum van inwerkingtreding van de uitspraak. 4. De secretaris stelt betrokken partijen, binnen 10 werkdagen na de uitspraak, schriftelijk op de hoogte van die uitspraak. ARTIKEL 15 Kosten 1. Eiser is bij indiening van zijn beroep een eenmalige bijdrage verschuldigd van 100,- aan het College. 2. De juridische kosten van de beroepsprocedure neemt iedere partij voor eigen rekening. ARTIKEL 16 Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 september 2008, bij besluit door het bestuur van de Stichting ProCERT. 19