61e jaargang 23 februari 2018

Vergelijkbare documenten
Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 289/33

Publicatieblad van de Europese Unie

L 172/14 Publicatieblad van de Europese Unie

voor alle diersoorten als toevoegingsmiddel voor diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

L 330/14 Publicatieblad van de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 333 van 15 december 2017)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

L 243/10 Publicatieblad van de Europese Unie

62e jaargang 1 augustus 2019

Publicatieblad van de Europese Unie L 99/5

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie L 135/3

Hierbij gaat voor de delegaties document D049730/04.

L 73/12 Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 186. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 24 juli 2018.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 september 2010 (07.09) (OR. en) 12963/10 DENLEG 79

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

L 195/6 Publicatieblad van de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst)

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2016 (OR. en)

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2016 (OR. en)

Publicatieblad van de Europese Unie L 266/3

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 januari 2011 (OR. en) 5610/11 DENLEG 7

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13267/11 DE LEG 109

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad L 234. van de Europese Unie. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang 18 september Uitgave in de Nederlandse taal

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (13.12) (OR. en) 17677/12 DENLEG 121 SAN 329

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 oktober 2015 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties document D034098/02.

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

Publicatieblad van de Europese Unie L 219. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal.

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van (Voor de EER relevante tekst) (SLECHTS DE TEKST IN DE DEENSE TAAL IS AUTHENTIEK)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 november 2013 (OR. nl) 16792/13 DENLEG 136. BEGELEIDENDE NOTA de Europese Commissie ingekomen: 21 november 2013

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) (9) Op grond van de ingediende gegevens concludeerde de

Publicatieblad van de Europese Unie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

Publicatieblad van de Europese Unie L 2/3

Publicatieblad van de Europese Unie L 326/3

(Voor de EER relevante tekst)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 maart 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 17 mei 2017 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

L 291/18 Publicatieblad van de Europese Unie

61e jaargang 9 augustus 2018

(Voor de EER relevante tekst)

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/717 VAN DE COMMISSIE

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 november 2015 (OR. en)

Publicatieblad van de Europese Unie L 138/5

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Transcriptie:

Publicatieblad van Europese Unie L 53 Uitgave in Nerlandse taal Wetgeving 61e jaargang 23 februari 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshanlingen VERORDENINGEN Uitvoeringsverorning (EU) 2018/238 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor dinatrium-5 -ribonucleotin, dinatrium-5 -guanylaat en dinatrium- 5 -inosinaat als en voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )... 1 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/239 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor methyl-n-methylantranilaat en methylantranilaat als en voor diervoeding voor alle diersoorten behalve vogelsoorten ( 1 )... 9 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/240 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor trimethylamine, trimethylamine-hydrochlori en 3-methylbutylamine als en voor diervoeding voor alle diersoorten met uitzonring van legkippen, en voor 2-methoxyethylbenzeen, 1,3-dimethoxybenzeen, 1,4-dimethoxybenzeen en 1-isopropyl-2-methoxy-4-methylbenzeen als en voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )... 14 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/241 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor piperine, 3-methylindool, indool, 2-acetylpyrrool en pyrrolidine als en voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )... 27 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/242 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor hex-3(cis)-een-1-ol, non-6-een-1-ol, oct-3-een-1-ol, non-6(cis)-enal, hex-3(cis)-enal, hept-4-enal, hex-3(cis)-enylacetaat, hex-3(cis)-enylformiaat, hex-3-enylbutyraat, hex-3-enylhexanoaat, hex-3(cis)-enylisobutyraat, citronellol, (-)-3,7-dimethyl-6-octeen-1-ol, citronellal, 2,6-dimethylhept-5-enal, citronelzuur, citronellylacetaat, citronellylbutyraat, citronellylformiaat, citronellylpropionaat, 1-ethoxy-1-(3-hexenyloxy)ethaan en hex-3-enylisovaleraat als en voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )... 36 ( 1 ) Voor EER relevante tekst. (Vervolg z.o.z.) NL Besluiten waarvan titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kar landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan titels vet zijn gedrukt en die worn voorafgegaan door een sterretje, zijn alle anre besluiten.

Uitvoeringsverorning (EU) 2018/243 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor 3-hydroxybutaan-2-on, pentaan-2,3-dion, 3,5-dimethylcyclopentaan- 1,2-dion, hexaan-3,4-dion, sec-butaan-3-onylacetaat, 2,6,6-trimethylcyclohex-2-een-1,4-dion en 3-methylnonaan-2,4-dion als en voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 ) 69 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/244 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor vanillylaceton en 4-(4-methoxyfenyl)butaan-2-on als en voor diervoeding voor alle diersoorten en weigering van een vergunning voor 1- fenylethaan-1-ol ( 1 )... 81 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/245 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor menthol, d-carvon, menthylacetaat, d,l-isomenthon, 3-methyl-2- (pent-2(cis)-enyl)cyclopent-2-een-1-on, 3,5,5-trimethylcyclohex-2-een-1-on, d-fenchon, fenchylalcohol, carvylacetaat, dihydrocarvylacetaat en fenchylacetaat als en voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )... 87 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/246 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor linalooloxi als voor diervoeding voor alle die rsoorten met uitzonring van vis ( 1 )... 105 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/247 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor 2,4,5-trimethylthiazool, 2-isobutylthiazool, 5-(2-hydroxyethyl)-4- methylthiazool, 2-acetylthiazool, 2-ethyl-4-methylthiazool, 5,6-dihydro-2,4,6-tris(2- methylpropyl)-4h-1,3,5-dithiazine en thiaminehydrochlori als en voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )... 109 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/248 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor 2,3-diëthylpyrazine, 2,5- of 6-methoxy-3-methylpyrazine, 2-acetyl-3- ethylpyrazine, 2,3-diëthyl-5-methylpyrazine, 2-(sec-butyl)-3-methoxypyrazine, 2-ethyl-3- methoxypyrazine, 5,6,7,8-tetrahydrochinoxaline, 2-ethylpyrazine en 5-methylchinoxaline als en voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )... 120 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/249 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor taurine, β-alanine, L-alanine, L-arginine, L-asparaginezuur, L- histidine, D,L-isoleucine, L-leucine, L-fenylalanine, L-proline, D,L-serine, L-tyrosine, L- methionine, L-valine, L-cysteïne, glycine, mononatriumglutamaat en L-glutaminezuur als en voor diervoeding voor alle diersoorten en L-cysteïnehydrochlorimonohydraat voor alle soorten met uitzonring van katten en honn ( 1 )... 134 Uitvoeringsverorning (EU) 2018/250 van Commissie van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor methyl-2-furoaat, bis(2-methyl-3-furyl)disulfi, furfural, furfurylalcohol, 2-furanmethaanthiol, S-furfuryl-acetothioaat, difurfuryldisulfi, furfurylmethylsulfi, 2-methylfuran-3-thiol, furfurylmethyldisulfi, methyl-2-methyl-3-furyldisulfi en furfurylacetaat als en voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )... 166 ( 1 ) Voor EER relevante tekst.

23.2.2018 NL L 53/1 II (Niet-wetgevingshanlingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/238 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor dinatrium-5 -ribonucleotin, dinatrium-5 -guanylaat en dinatrium-5 -inosinaat als en voor diervoeding voor alle diersoorten (Voor EER relevante tekst) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffen werking van Europese Unie, Gezien Verorning (EG) nr. 1831/2003 Europees Parlement en Raad van 22 september 2003 betreffen en voor diervoeding ( 1 ), en met name artikel 9, lid 2, Overwegen hetgeen volgt: (1) De verlening van vergunningen voor en voor diervoeding, met inbegrip van vergunningsgronn en -procedures, is geregeld bij Verorning (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10 van die verorning voorziet in herbeoorling van en waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van Raad ( 2 ). (2) Voor dinatrium-5 -ribonucleotin, dinatrium-5 -guanylaat en dinatrium-5 -inosinaat ( betrokken stoffen ) is bij Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonr tijdsbeperking verleend als en voor diervoeding voor alle diersoorten. Vervolgens zijn die producten overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verorning (EG) nr. 1831/2003 als bestaan producten opgenomen in het repertorium van en voor diervoeding. (3) Overeenkomstig artikel 10, lid 2, juncto artikel 7 van Verorning (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor herbeoorling van betrokken stoffen als en voor diervoeding voor alle diersoorten. De aanvrager heeft gevraagd ze en in categorie sensoriële en in te len. Bij aanvraag waren krachtens artikel 7, lid 3, van Verorning (EG) nr. 1831/2003 vereiste nare gegevens en documenten gevoegd. Recentelijk heeft aanvrager aanvraag voor drinkwater ingetrokken. (4) De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 4 maart 2014 ( 3 ) geconcluerd dat betrokken stoffen onr voorgestel voorwaarn voor gebruik geen ongunstige gevolgen voor diergezondheid, gezondheid van mens, of het milieu hebben. De EFSA heeft eveneens geconcluerd dat functie van betrokken stoffen in diervoeding gelijkaardig is aan functie ervan in levensmidlen. De EFSA heeft al geconcluerd dat betrokken stoffen voor levensmidlen werkzaam zijn doordat zij levensmidlen geuriger of smakelijker maken. Deze conclusie kan bijgevolg voor diervoers worn geëxtrapoleerd. De aanvrager heeft aanvraag voor drinkwater ingetrokken. De betrokken stoffen kunnen echter worn gebruikt in mengvoer dat vervolgens via water wordt toegediend. (5) Om een betere controle mogelijk te maken, moeten beperkingen en voorwaarn worn vastgesteld. Aangezien er geen veiligheidsrenen zijn om een maximumgehalte vast te stellen, en rekening hound met herbeoorling door EFSA, moeten op het etiket aanbevolen gehalten worn vermeld. Indien ze gehalten worn overschren, moet bepaal informatie worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van mengvoers en voermidlen. ( 1 ) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29. ( 2 ) Richtlijn 70/524/EEG van Raad van 23 november 1970 betreffen en in veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1). ( 3 ) EFSA Journal 2014; 12(3):3606.

L 53/2 NL 23.2.2018 (6) De EFSA concluer tevens dat betrokken stoffen bij gebrek aan gegevens moeten worn beschouwd als potentieel gevaarlijk voor werknemers bij blootstelling via huid, ogen en slijmvliezen of inaming. Bijgevolg moeten passen beschermen maatregelen worn genomen. De EFSA acht specifieke voorschriften voor toezicht na het in hanl brengen niet nodig. Zij heeft ook het verslag over analysemetho voor het voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verorning (EG) nr. 1831/2003 ingestel referentielaboratorium was ingediend. (7) Uit beoorling van betrokken stoffen blijkt dat aan in artikel 5 van Verorning (EG) nr. 1831/2003 vermel voorwaarn voor verlening van een vergunning is voldaan, behalve voor betrokken stoffen die midls fermentatie worn geproduceerd. De indiener verzoek verzocht om toelating van betrokken stoffen die midls fermentatie en ribonucleïnezuurhydrolyse worn geproduceerd. Wegens het gebrek aan informatie over productiestammen kan veiligheid van betrokken stoffen die midls fermentatie worn geproduceerd niet worn beooreld, hoewel zij als zodanig veilig zijn. Het gebruik van betrokken stoffen moet rhalve worn toegestaan zoals gespecificeerd in bijlage bij ze verorning en en die midls fermentatie worn geproduceerd mogen niet worn toegestaan. (8) Aangezien er geen veiligheidsrenen zijn die onmidllijke toepassing van wijzigingen van vergunningsvoorwaarn voor betrokken stoffen vereisen, moet een overgangsperio worn vastgesteld om belanghebben partijen in staat te stellen zich voor te berein om aan nieuwe eisen van vergunning te voldoen. (9) De in ze verorning vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies Permanent Comité voor planten, dieren, levensmidlen en diervoers, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verlening van een vergunning Voor in bijlage beschreven stoffen, die behoren tot categorie sensoriële en en functionele groep aromatische stoffen, wordt onr in die bijlage vastgestel voorwaarn een vergunning voor gebruik als en voor diervoeding verleend. Artikel 2 Weigering van vergunning De toelating van dinatrium-5 -ribonucleotin, dinatrium-5 -guanylaat en dinatrium-5 -inosinaat die midls fermentatie zijn geproduceerd, is geweigerd. Artikel 3 Overgangsmaatregelen 1. De in bijlage beschreven stoffen en in artikel 2 vermel stoffen, en voormengsels die ze stoffen bevatten die vóór 15 cember 2018 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig voorschriften die vóór 15 maart 2018 van toepassing waren, mogen verr in hanl worn gebracht en worn gebruikt totdat bestaan voorran zijn uitgeput. 2. De mengvoers en voermidlen die in bijlage beschreven stoffen en in artikel 2 vermel stoffen bevatten en die vóór 15 september 2019 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig voorschriften die 15 maart 2018 van toepassing waren, mogen verr in hanl worn gebracht en worn gebruikt totdat bestaan voorran zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproduceren dieren. 3. De mengvoers en voermidlen die in bijlage beschreven stoffen en in artikel 2 vermel stoffen bevatten en die vóór 15 september 2020 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig voorschriften die vóór 15 maart 2018 van toepassing waren, mogen verr in hanl worn gebracht en worn gebruikt totdat bestaan voorran zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor niet-voedselproduceren dieren.

23.2.2018 L 53/3 NL Artikel 4 Inwerkingtreding Deze verorning treedt in werking op twintigste dag na die van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van Europese Unie. Deze verorning is verbinnd in al haar onrlen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 15 februari 2018. Voor Commissie De voorzitter Jean-Clau JUNCKER

Categorie: sensoriële en. Functionele groep: aromatische stoffen 2b635 Dinatrium-5 - ribonucleoti Samenstelling Dinatrium-5 -ribonucleotin Karakterisering van werkzame stof Dinatrium-5 -ribonucleotin: een mengsel van dinatrium-5 -guanylaat (GMP) en dinatrium-5 -inosinaat (IMP). Geproduceerd midls ribonucleïnezuurhydrolyse Zuiverheid: minimumgehalte: 97 % Chemische formule: C 10 H 11 N 4 O 8 P nh 2 O C 10 H 12 N 5 Na 2 O 8 P nh 2 O voor intificatie van GMP en IMP in het voor diervoeding: JECFA-monografie; specificaties voor levensmidlenadditieven: dinatrium-5 -ribonucleotin; voor vaststelling van GMP en IMP in het voor diervoeding en voormengsels van aroma s: hogedrukvloeistofchromatografie in combinatie met uv-tectie (HPLC-UV). BIJLAGE Diersoort of -categorie Overige bepalingen 1. Het moet als voormengsel 2. In aanwijzingen voor het gebruik en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof of combinatie van dinatrium-5 -ribonucleoti (2b635), dinatrium-5 -guanylaat (2b627) en dinatrium-5 -inosinaat (2b631) bedraagt: 50 mg/kg een vochtgehalte van 12 %. 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof of combinatie van dinatrium-5 -ribonucleoti, dinatrium- 5 -guanylaat en dinatrium-5 -inosinaat van een vochtgehalte van 12 %: 50 mg/kg.. vergunningsperio L 53/4 NL 23.2.2018

2b627 Dinatrium-5 - guanylaat Samenstelling Dinatrium-5 -guanylaat (GMP) Karakterisering van werkzame stof Dinatrium-5 -guanylaat Geproduceerd midls ribonucleïnezuurhydrolyse Diersoort of -categorie Overige bepalingen 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het volgen gehalte van werkzame stof of combinatie van dinatrium-5 -ribonucleoti, dinatrium- 5 -guanylaat en dinatrium-5 -inosinaat in een vochtgehalte van 12 % wordt overschren: 50 mg/kg.. 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten bij het gebruik en voormengsels persoonlijke beschermingsmidlen worn aangewend, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. 1. Het moet als voormengsel 2. In aanwijzingen voor het gebruik en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. vergunningsperio 23.2.2018 NL L 53/5

Zuiverheid: minimumgehalte: 97 % Chemische formule: C 10 H 12 N 5 Na 2 O 8 P n H 2 O CAS-nummer: 5550-12-9 voor intificatie van GMP in het voor diervoeding: JECFA-monografie; specificaties voor levensmidlenadditieven: dinatrium-5 -ribonucleotin; voor vaststelling van GMP in het voor diervoeding en voormengsels van aroma's: hogedrukvloeistofchromatografie in combinatie met uv-tectie (HPLC-UV). Diersoort of -categorie Overige bepalingen 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof of combinatie van dinatrium-5 -ribonucleoti (2b635), dinatrium-5 -guanylaat (2b627) en dinatrium-5 -inosinaat (2b631) bedraagt: 50 mg/kg een vochtgehalte van 12 %. 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof of combinatie van dinatrium-5 -ribonucleoti, dinatrium- 5 -guanylaat en dinatrium-5 -inosinaat van een vochtgehalte van 12 %: 50 mg/kg.. 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het volgen gehalte van werkzame stof of combinatie van dinatrium-5 -ribonucleoti, dinatrium- 5 -guanylaat en dinatrium-5 -inosinaat in een vochtgehalte van 12 % wordt overschren: 50 mg/kg.. vergunningsperio L 53/6 NL 23.2.2018

2b631 Dinatrium-5 - inosinaat Samenstelling Dinatrium-5 -inosinaat (IMP) Karakterisering van werkzame stof Dinatrium-5 -inosinaat Geproduceerd midls ribonucleïnezuurhydrolyse Zuiverheid: ten minste 97 % Chemische formule: C 10 H 11 N 4 O 8 P nh 2 O CAS-nummer 4691-65-0 voor intificatie van IMP in het voor diervoeding: JECFA-monografie; specificaties voor levensmidlenadditieven: dinatrium-5 -ribonucleotin; Diersoort of -categorie Overige bepalingen 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten bij het gebruik en voormengsels persoonlijke beschermingsmidlen worn aangewend, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. 1. Het moet als voormengsel 2. In aanwijzingen voor het gebruik en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof of combinatie van dinatrium-5 -ribonucleoti (2b635), dinatrium-5 -guanylaat (2b627) en dinatrium-5 -inosinaat (2b631) bedraagt: 50 mg/kg een vochtgehalte van 12 %. vergunningsperio 23.2.2018 NL L 53/7

voor vaststelling van IMP in het voor diervoeding en voormengsels van aroma's: hogedrukvloeistofchromatografie in combinatie met uv-tectie (HPLC-UV). Diersoort of -categorie Overige bepalingen 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof of combinatie van dinatrium-5 -ribonucleoti, dinatrium- 5 -guanylaat en dinatrium-5 -inosinaat van een vochtgehalte van 12 %: 50 mg/kg.. 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het volgen gehalte van werkzame stof of combinatie van dinatrium-5 -ribonucleoti, dinatrium- 5 -guanylaat en dinatrium-5 -inosinaat in een vochtgehalte van 12 % wordt overschren: 50 mg/kg.. 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten bij het gebruik en voormengsels persoonlijke beschermingsmidlen worn aangewend, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. ( 1 ) Nare bijzonrhen over analysemethon zijn beschikbaar op het volgen adres referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports vergunningsperio L 53/8 NL 23.2.2018

23.2.2018 NL L 53/9 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/239 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor methyl-n-methylantranilaat en methylantranilaat als en voor diervoeding voor alle diersoorten behalve vogelsoorten (Voor EER relevante tekst) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffen werking van Europese Unie, Gezien Verorning (EG) nr. 1831/2003 Europees Parlement en Raad van 22 september 2003 betreffen en voor diervoeding ( 1 ), en met name artikel 9, lid 2, Overwegen hetgeen volgt: (1) De verlening van vergunningen voor en voor diervoeding, met inbegrip van vergunningsgronn en -procedures, is geregeld bij Verorning (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10 van die verorning voorziet in herbeoorling van en waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van Raad ( 2 ). (2) Voor methyl-n-methylantranilaat en methylantranilaat is overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonr tijdsbeperking verleend als voor diervoeding voor alle diersoorten. Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verorning (EG) nr. 1831/2003 zijn die stoffen vervolgens in het repertorium van en voor diervoeding opgenomen als bestaan producten. (3) Overeenkomstig artikel 10, lid 2, juncto artikel 7 van Verorning (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor herbeoorling van methyl-n-methylantranilaat en methylantranilaat als en voor diervoeding voor alle diersoorten behalve vogelsoorten. De aanvrager heeft gevraagd ze en in te len in categorie sensoriële en. Bij aanvraag waren krachtens artikel 7, lid 3, van Verorning (EG) nr. 1831/2003 vereiste nare gegevens en documenten gevoegd. (4) De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 15 november 2011 ( 3 ) geconcluerd dat methyl-n-methylantranilaat en methylantranilaat onr voorgestel voorwaarn voor gebruik in diervoeding geen ongunstige gevolgen voor diergezondheid, menselijke gezondheid of het milieu hebben. De EFSA heeft geconcluerd dat, aangezien methyl-n-methylantranilaat en methylantranilaat doeltreffend zijn bij gebruik als aroma in levensmidlen en functie ervan in diervoers in wezen zelf is als in levensmidlen, doeltreffendheid ervan niet meer hoeft te worn aangetoond. Daarom kan die conclusie worn geëxtrapoleerd naar diervoeding. De aanvrager heeft aanvraag voor drinkwater ingetrokken, maar het moet mogelijk zijn om betrokken stoffen te gebruiken in mengvoers die vervolgens via water worn toegediend. (5) Om een betere controle mogelijk te maken, moeten beperkingen en voorwaarn worn vastgesteld. Aangezien er geen veiligheidsrenen zijn om een maximumgehalte vast te stellen, en rekening hound met herbeoorling door EFSA, moeten op het etiket aanbevolen gehalten worn vermeld. Indien ze gehalten worn overschren, moet bepaal informatie worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers. (6) De EFSA heeft geconcluerd dat methyl-n-methylantranilaat en methylantranilaat irriterend kunnen zijn voor ogen en luchtwegen. Derhalve moeten passen beschermen maatregelen worn genomen. Specifieke eisen voor monitoring na het in hanl brengen acht EFSA niet nodig. Zij heeft ook het verslag over analysemetho voor het voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verorning (EG) nr. 1831/2003 ingestel referentielaboratorium was ingediend. (7) Uit beoorling van methyl-n-methylantranilaat en methylantranilaat blijkt dat aan in artikel 5 van Verorning (EG) nr. 1831/2003 vermel voorwaarn voor verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van ze stoffen moet daarom worn toegestaan zoals gespecificeerd in bijlage bij ze verorning. ( 1 ) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29. ( 2 ) Richtlijn 70/524/EEG van Raad van 23 november 1970 betreffen en in veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1). ( 3 ) EFSA Journal (2011); 9(12):2441.

L 53/10 NL 23.2.2018 (8) Aangezien er geen veiligheidsrenen zijn die onmidllijke toepassing van wijzigingen van vergunningsvoorwaarn voor methyl-n-methylantranilaat en methylantranilaat vereisen, moet een overgangsperio worn vastgesteld om belanghebben partijen in staat te stellen zich voor te berein om aan nieuwe eisen van vergunning te voldoen. (9) De in ze verorning vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies Permanent Comité voor planten, dieren, levensmidlen en diervoers, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verlening van een vergunning Voor in bijlage beschreven stoffen, die behoren tot categorie sensoriële en en functionele groep aromatische stoffen, wordt onr in die bijlage vastgestel voorwaarn een vergunning voor gebruik als en voor diervoeding verleend. Artikel 2 Overgangsmaatregelen 1. De in bijlage beschreven stoffen en voormengsels die ze stoffen bevatten die vóór 15 september 2018 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig voorschriften die vóór 15 maart 2018 van toepassing waren, mogen verr in hanl worn gebracht en worn gebruikt totdat bestaan voorran zijn uitgeput. 2. De voermidlen en mengvoers die in bijlage beschreven stoffen bevatten die vóór 15 maart 2019 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig voorschriften die vóór 15 maart 2018 van toepassing waren, mogen verr in hanl worn gebracht en worn gebruikt totdat bestaan voorran zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproduceren dieren. 3. De voermidlen en mengvoers die in bijlage beschreven stoffen bevatten die vóór 15 maart 2020 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig voorschriften die vóór 15 maart 2018 van toepassing waren, mogen verr in hanl worn gebracht en worn gebruikt totdat bestaan voorran zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor niet-voedselproduceren dieren. Artikel 3 Inwerkingtreding Deze verorning treedt in werking op twintigste dag na die van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van Europese Unie. Deze verorning is verbinnd in al haar onrlen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 15 februari 2018. Voor Commissie De voorzitter Jean-Clau JUNCKER

Diersoort of -categorie Categorie: sensoriële en. Functionele groep: aromatische stoffen 2b09781 Methyl-N-methylantranilaat Samenstelling Methyl-N-methylantranilaat Karakterisering van werkzame stof Methyl-N-methylantranilaat synthese Zuiverheid: minimaal 98 % Chemische formule: C 9 H 11 O 2 N CAS-nummer: 85-91-6 Flavis-nr.: 09.781 Voor het intificeren van methyl- N-methylantranilaat in het voor diervoeding en in aromatische voormengsels: Gaschromatografiemassaspectrometrie met retentietijdvergrenling (GC-MS-RTL). Alle soorten behalve vogelsoorten BIJLAGE Overige bepalingen 1. Het moet als voormengsel in het diervoer worn verwerkt. 2. In aanwijzingen voor het gebruik en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof bedraagt 4 mg/kg. 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in volledig diervoer met een vochtgehalte van 12 %: 4 mg/kg.. 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het gehalte van werkzame stof in volledig diervoer met een vochtgehalte van 12 % groter is dan: 4 mg/kg. vergunningsperio 23.2.2018 NL L 53/11

2b09715 Methylantranilaat Samenstelling Methylantranilaat Karakterisering van werkzame stof Methylantranilaat synthese Zuiverheid: minimaal 98 % Chemische formule: C 8 H 9 O 2 N CAS-nummer: 134-20-3 Flavis-nr.: 09.715 Voor het intificeren van methylantranilaat in het voor diervoeding en in aromatische voormengsels: Gaschromatografiemassaspectrometrie met retentietijdvergrenling (GC-MS-RTL). Diersoort of -categorie Alle soorten behalve vogelsoorten Overige bepalingen 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten bij het gebruik van het en voormengsels persoonlijke beschermingsmidlen worn aangewend, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. 1. Het moet als voormengsel in het diervoer worn verwerkt. 2. In aanwijzingen voor het gebruik en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof bedraagt 25 mg/kg. 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in volledig diervoer met een vochtgehalte van 12 %: 25 mg/kg.. vergunningsperio L 53/12 NL 23.2.2018

Diersoort of -categorie Overige bepalingen 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het gehalte van werkzame stof in volledig diervoer met een vochtgehalte van 12 % groter is dan: 25 mg/kg. 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten bij het gebruik van het en voormengsels persoonlijke beschermingsmidlen worn aangewend, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. ( 1 ) Nare bijzonrhen over analysemethon zijn beschikbaar op het volgen adres referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports vergunningsperio 23.2.2018 NL L 53/13

L 53/14 NL 23.2.2018 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/240 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor trimethylamine, trimethylamine-hydrochlori en 3-methylbutylamine als en voor diervoeding voor alle diersoorten met uitzonring van legkippen, en voor 2-methoxyethylbenzeen, 1,3-dimethoxybenzeen, 1,4-dimethoxybenzeen en 1-isopropyl-2-methoxy-4-methylbenzeen als en voor diervoeding voor alle diersoorten (Voor EER relevante tekst) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffen werking van Europese Unie, Gezien Verorning (EG) nr. 1831/2003 Europees Parlement en Raad van 22 september 2003 betreffen en voor diervoeding ( 1 ), en met name artikel 9, lid 2, Overwegen hetgeen volgt: (1) De verlening van vergunningen voor en voor diervoeding, met inbegrip van vergunningsgronn en -procedures, is geregeld bij Verorning (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10 van die verorning voorziet in herbeoorling van en waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van Raad ( 2 ). (2) Bij Richtlijn 70/524/EEG is voor stoffen trimethylamine, trimethylamine-hydrochlori en 3-methylbutylamine voor alle diersoorten met uitzonring van legkippen en 2-methoxyethylbenzeen, 1,3-dimethoxybenzeen, 1,4-dimethoxybenzeen en 1-isopropyl-2-methoxy-4-methylbenzeen ( betrokken stoffen ) voor alle diersoorten een vergunning zonr tijdsbeperking als voor diervoeding verleend. Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verorning (EG) nr. 1831/2003 zijn die stoffen vervolgens in het repertorium van en voor diervoeding opgenomen als bestaan producten. (3) Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verorning (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 daarvan is een aanvraag ingediend voor herbeoorling van trimethylamine, trimethylamine-hydrochlori en 3-methylbutylamine als en voor diervoeding voor alle diersoorten met uitzonring van legkippen, en van 2-methoxyethylbenzeen, 1,3-dimethoxybenzeen, 1,4-dimethoxybenzeen en 1-isopropyl-2-methoxy-4-methylbenzeen als en voor diervoeding voor alle diersoorten. De aanvrager heeft gevraagd ze en in te len in categorie sensoriële en. Bij aanvraag waren krachtens artikel 7, lid 3, van Verorning (EG) nr. 1831/2003 vereiste nare gegevens en documenten gevoegd. (4) De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar adviezen van 25 april 2012 ( 3 ) geconcluerd dat betrokken stoffen onr voorgestel gebruiksvoorwaarn in diervoeding geen ongunstige gevolgen voor diergezondheid, gezondheid van mens, of het milieu hebben. De EFSA heeft geconcluerd dat, aangezien betrokken stoffen doeltreffend zijn bij gebruik als aroma in levensmidlen en functie ervan in diervoers in wezen zelf is als in levensmidlen, doeltreffendheid ervan niet meer hoeft te worn aangetoond. Daarom kan die conclusie worn geëxtrapoleerd naar diervoeding. De aanvrager heeft aanvraag voor drinkwater ingetrokken, maar het moet mogelijk zijn om betrokken stoffen te gebruiken in mengvoers die vervolgens via water worn toegediend. (5) Om een betere controle mogelijk te maken, moeten beperkingen en voorwaarn worn vastgesteld. Aangezien er geen veiligheidsrenen zijn om een maximumgehalte vast te stellen, en rekening hound met herbeoorling door EFSA, moeten aanbevolen gehalten worn vermeld op het etiket. Indien die gehalten worn overschren, moet bepaal informatie worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers. (6) De EFSA merkte op dat trimethylamine, trimethylamine-hydrochlori en 3-methylbutylamine als corrosief voor ogen, sterk irriterend of corrosief voor huid en irriterend voor luchtwegen erkend zijn. Na inhalering ( 1 ) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29. ( 2 ) Richtlijn 70/524/EEG van Raad van 23 november 1970 betreffen en in veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1). ( 3 ) EFSA Journal 2012;10(5):2678 en EFSA Journal 2012;10(5):2679.

23.2.2018 L 53/15 NL kunnen zich astma-achtige symptomen voordoen. 2-methoxyethylbenzeen, 1,3-dimethoxybenzeen, 1,4-dimethoxybenzeen en 1-isopropyl-2-methoxy-4-methylbenzeen zijn als potentieel gevaarlijk bij contact met huid, ogen en luchtwegen erkend. Bijgevolg moeten passen beschermen maatregelen worn genomen. Specifieke eisen voor monitoring na het in hanl brengen acht EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over analysemetho voor en voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verorning (EG) nr. 1831/2003 ingestel referentielaboratorium was ingediend. (7) Uit beoorling van betrokken stoffen blijkt dat aan in artikel 5 van Verorning (EG) nr. 1831/2003 vermel voorwaarn voor verlening van een vergunning wordt voldaan. Het gebruik van ze stoffen moet daarom worn toegestaan zoals gespecificeerd in bijlage bij ze verorning. (8) Aangezien er geen veiligheidsrenen zijn die onmidllijke toepassing van wijzigingen van vergunningsvoorwaarn voor betrokken stoffen vereisen, moet een overgangsperio worn vastgesteld om belanghebben partijen in staat te stellen zich voor te berein om aan nieuwe eisen van vergunning te voldoen. (9) De in ze verorning vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies Permanent Comité voor planten, dieren, levensmidlen en diervoers, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Vergunningverlening Voor in bijlage beschreven stoffen, die behoren tot categorie sensoriële en en functionele groep aromatische stoffen, wordt onr in die bijlage vastgestel voorwaarn een vergunning voor gebruik als en voor diervoeding verleend. Artikel 2 Overgangsmaatregelen 1. De in bijlage omschreven stoffen en voormengsels die ze stoffen bevatten en die vóór 15 september 2018 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig voorschriften die vóór 15 maart 2018 van toepassing waren, mogen verr in hanl worn gebracht en worn gebruikt totdat bestaan voorran zijn uitgeput. 2. De voermidlen en mengvoers die in bijlage beschreven stoffen bevatten en die vóór 15 maart 2019 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig voorschriften die vóór 15 maart 2018 van toepassing waren, mogen verr in hanl worn gebracht en worn gebruikt totdat bestaan voorran zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproduceren dieren. 3. De voermidlen en mengvoers die in bijlage beschreven stoffen bevatten en die vóór 15 maart 2020 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig voorschriften die vóór 15 maart 2018 van toepassing waren, mogen verr in hanl worn gebracht en worn gebruikt totdat bestaan voorran zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor niet-voedselproduceren dieren. Artikel 3 Inwerkingtreding Deze verorning treedt in werking op twintigste dag na die van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van Europese Unie.

L 53/16 NL 23.2.2018 Deze verorning is verbinnd in al haar onrlen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 15 februari 2018. Voor Commissie De voorzitter Jean-Clau JUNCKER

Diersoort of -categorie Categorie: sensoriële en. Functionele groep: aromatische stoffen 2b11009 Trimethylamine Samenstelling Trimethylamine Karakterisering van werkzame stof Trimethylamine synthese Zuiverheid: ten minste 98 % Chemische formule: C 3 H 9 N CAS-nummer: 75-50-3 Flavis-nr.: 11.009 Voor het bepalen van trimethylamine in het voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoers: gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrenling (GC-MS-RTL). met uitzonring van legkippen BIJLAGE een vochtgehalte van 12 % Anre bepalingen 1. Het moet als voormengsel 2. In aanwijzingen voor het gebruik van het en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof bedraagt: 5 mg/kg volledig diervoer met een vochtgehalte van 12 %. 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in : 5 mg/kg.. 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het gehalte van werkzame stof in volledig diervoer met groter is dan: 5 mg/kg. vergunningsperio 23.2.2018 NL L 53/17

2b11024 Trimethylamine-hydrochlori Samenstelling Trimethylamine-hydrochlori Karakterisering van werkzame stof Trimethylamine-hydrochlori synthese Zuiverheid: ten minste 98,5 % Chemische formule: C 3 H 9 N HCl CAS-nummer: 593-81-7 Flavis-nr.: 11.024 Voor het bepalen van trimethylamine-hydrochlori in het voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoers: gaschromatografiemassaspectrometrie met retentietijdvergrenling (GC-MS-RTL). Diersoort of -categorie met uitzonring van legkippen een vochtgehalte van 12 % Anre bepalingen 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten persoonlijke beschermingsmidlen bij het gebruik en voormengsels worn gebruikt, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. 1. Het moet als voormengsel 2. In aanwijzingen voor het gebruik van het en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof bedraagt: 5 mg/kg volledig diervoer met een vochtgehalte van 12 %. 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in : 5 mg/kg.. vergunningsperio L 53/18 NL 23.2.2018

2b11001 3-methylbutylamine Samenstelling 3-methylbutylamine Karakterisering van werkzame stof 3-methylbutylamine synthese Zuiverheid: ten minste 98 % Chemische formule: C 5 H 13 N CAS-nummer: 107-85-7 Flavis-nr.: 11.001 Diersoort of -categorie met uitzonring van legkippen een vochtgehalte van 12 % Anre bepalingen 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het gehalte van werkzame stof in volledig diervoer met groter is dan: 5 mg/kg. 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten persoonlijke beschermingsmidlen bij het gebruik en voormengsels worn gebruikt, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. 1. Het moet als voormengsel 2. In aanwijzingen voor het gebruik van het en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. vergunningsperio 23.2.2018 NL L 53/19

Voor bepaling van 3-methylbutylamine in het voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoers: gaschromatografiemassaspectrometrie met retentietijdvergrenling (GC-MS-RTL). Diersoort of -categorie een vochtgehalte van 12 % Anre bepalingen 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in bedraagt: 1 mg/kg voor varkens en pluimvee, met uitzonring van legkippen; 1,5 mg/kg voor anre soorten en categorieën. 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in : 1 mg/kg voor varkens en pluimvee, met uitzonring van legkippen; 1,5 mg/kg voor anre soorten en categorieën.. vergunningsperio L 53/20 NL 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het gehalte van werkzame stof in volledig diervoer met groter is dan: 1 mg/kg voor varkens en pluimvee, met uitzonring van legkippen; 1,5 mg/kg voor anre soorten en categorieën. 23.2.2018

2b03006 2-methoxyethylbenzeen Samenstelling 2-methoxyethylbenzeen Karakterisering van werkzame stof 2-methoxyethylbenzeen synthese Zuiverheid: ten minste 99 % Chemische formule: C 9 H 12 O CAS-nummer: 3558-60-9 Flavis-nr.: 03.006 Voor bepaling van 2-methoxyethylbenzeen in het voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoers: gaschromatografiemassaspectrometrie met retentietijdvergrenling (GC-MS-RTL). Diersoort of -categorie een vochtgehalte van 12 % Anre bepalingen 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten persoonlijke beschermingsmidlen bij het gebruik en voormengsels worn gebruikt, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. 1. Het moet als voormengsel 2. In aanwijzingen voor het gebruik van het en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in bedraagt: 0,3 mg/kg voor varkens en pluimvee; 0,5 mg/kg voor anre soorten en categorieën. vergunningsperio 23.2.2018 NL L 53/21

Diersoort of -categorie een vochtgehalte van 12 % Anre bepalingen 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in : 0,3 mg/kg voor varkens en pluimvee; 0,5 mg/kg voor anre soorten en categorieën.. 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het gehalte van werkzame stof in volledig diervoer met groter is dan: 0,3 mg/kg voor varkens en pluimvee; 0,5 mg/kg voor anre soorten en categorieën. 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten persoonlijke beschermingsmidlen bij het gebruik en voormengsels worn gebruikt, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. vergunningsperio L 53/22 NL 23.2.2018

2b04016 1,3-dimethoxybenzeen Samenstelling 1,3-dimethoxybenzeen Karakterisering van werkzame stof 1,3-dimethoxybenzeen synthese Zuiverheid: ten minste 98 % Chemische formule: C 8 H 10 O 2 CAS-nummer: 151-10-0 Flavis-nr.: 04.016 Voor bepaling van 1,3-dimethoxybenzeen in het voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoers: gaschromatografiemassaspectrometrie met retentietijdvergrenling (GC-MS-RTL). Diersoort of -categorie een vochtgehalte van 12 % Anre bepalingen 1. Het moet als voormengsel 2. In aanwijzingen voor het gebruik van het en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof bedraagt: 1 mg/kg volledig diervoer met een vochtgehalte van 12 %. 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in : 1 mg/kg.. 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het gehalte van werkzame stof in volledig diervoer met groter is dan: 1 mg/kg. vergunningsperio 23.2.2018 NL L 53/23

2b04034 1,4-dimethoxybenzeen Samenstelling 1,4-dimethoxybenzeen Karakterisering van werkzame stof 1,4-dimethoxybenzeen synthese Zuiverheid: ten minste 98 % Chemische formule: C 8 H 10 O 2 CAS-nummer: 150-78-7 Flavis-nr.: 04.034 Voor bepaling van 1,4-dimethoxybenzeen in het voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoers: gaschromatografiemassaspectrometrie met retentietijdvergrenling (GC-MS-RTL). Diersoort of -categorie een vochtgehalte van 12 % Anre bepalingen 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten persoonlijke beschermingsmidlen bij het gebruik en voormengsels worn gebruikt, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. 1. Het moet als voormengsel 2. In aanwijzingen voor het gebruik van het en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof bedraagt: 1 mg/kg volledig diervoer met een vochtgehalte van 12 %. 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in : 1 mg/kg.. vergunningsperio L 53/24 NL 23.2.2018

2b04043 1-isopropyl- 2-methoxy- 4-methylbenzeen Samenstelling 1-isopropyl-2-methoxy-4-methylbenzeen Karakterisering van werkzame stof 1-isopropyl-2-methoxy-4-methylbenzeen synthese Zuiverheid: ten minste 98 % Diersoort of -categorie een vochtgehalte van 12 % Anre bepalingen 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het gehalte van werkzame stof in volledig diervoer met groter is dan: 1 mg/kg. 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten persoonlijke beschermingsmidlen bij het gebruik en voormengsels worn gebruikt, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. 1. Het moet als voormengsel 2. In aanwijzingen voor het gebruik van het en voormengsels moeten opslag- en stabiliteitsvoorwaarn worn aangegeven. 3. Het aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof bedraagt: 1 mg/kg volledig diervoer met een vochtgehalte van 12 %. vergunningsperio 23.2.2018 NL L 53/25

Chemische formule: C 11 H 16 O CAS-nummer: 1076-56-8 Flavis-nr.: 04.043 Voor bepaling van 1-isopropyl- 2-methoxy-4-methylbenzeen in het voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoers: gaschromatografiemassaspectrometrie met retentietijdvergrenling (GC-MS-RTL). Diersoort of -categorie een vochtgehalte van 12 % Anre bepalingen 4. Op het etiket moet het volgen worn vermeld: Aanbevolen maximumgehalte van werkzame stof in : 1 mg/kg.. 5. De functionele groep, het intificatienummer, naam en toegevoeg hoeveelheid van werkzame stof moeten worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers indien het gehalte van werkzame stof in volledig diervoer met groter is dan: 1 mg/kg. 6. Voor gebruikers en voormengsels moeten exploitanten van diervoerbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren bij inhalering, contact met huid of contact met ogen. Indien risico's met behulp van rgelijke procedures en maatregelen niet kunnen worn vermen of tot een minimum beperkt, moeten persoonlijke beschermingsmidlen bij het gebruik en voormengsels worn gebruikt, zoals amhalingsbescherming, een veiligheidsbril en handschoenen. ( 1 ) Nare bijzonrhen over analysemethon zijn beschikbaar op het volgen adres referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports vergunningsperio L 53/26 NL 23.2.2018

23.2.2018 NL L 53/27 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/241 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 2018 tot verlening van een vergunning voor piperine, 3-methylindool, indool, 2-acetylpyrrool en pyrrolidine als en voor diervoeding voor alle diersoorten (Voor EER relevante tekst) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffen werking van Europese Unie, Gezien Verorning (EG) nr. 1831/2003 Europees Parlement en Raad van 22 september 2003 betreffen en voor diervoeding ( 1 ), en met name artikel 9, lid 2, Overwegen hetgeen volgt: (1) De verlening van vergunningen voor en voor diervoeding, met inbegrip van vergunningsgronn en -procedures, is geregeld bij Verorning (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10 van die verorning voorziet in herbeoorling van en waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van Raad ( 2 ). (2) Voor stoffen piperine, 3-methylindool, indool, 2-acetylpyrrool en pyrrolidine ( betrokken stoffen ) is bij Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonr tijdsbeperking verleend als en voor diervoeding voor alle diersoorten. Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verorning (EG) nr. 1831/2003 zijn die stoffen vervolgens in het repertorium van en voor diervoeding opgenomen als bestaan producten. (3) Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verorning (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 daarvan is een aanvraag ingediend voor herbeoorling van betrokken stoffen als en voor diervoeding voor alle diersoorten. De aanvrager heeft gevraagd ze en in categorie sensoriële en in te len. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verorning (EG) nr. 1831/2003 vereiste nare gegevens en documenten zijn bij aanvraag gevoegd. (4) De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 26 januari 2016 ( 3 ) geconcluerd dat betrokken stoffen onr voorgestel gebruiksvoorwaarn in diervoeding geen ongunstige gevolgen voor diergezondheid, gezondheid van mens, of het milieu hebben. De EFSA heeft geconcluerd dat, aangezien betrokken stoffen doeltreffend zijn bij gebruik als aroma in levensmidlen en functie ervan in diervoers in wezen zelf is als in levensmidlen, doeltreffendheid ervan niet meer hoeft te worn aangetoond. Daarom kan die conclusie worn geëxtrapoleerd naar diervoeding. De aanvrager heeft aanvraag voor drinkwater ingetrokken. Het moet evenwel mogelijk zijn betrokken stoffen te gebruiken in mengvoer dat vervolgens via water wordt toegediend. (5) Om een betere controle mogelijk te maken, moeten beperkingen en voorwaarn worn vastgesteld. Aangezien er geen veiligheidsrenen zijn om een maximumgehalte vast te stellen, en rekening hound met herbeoorling door EFSA, moeten aanbevolen gehalten worn vermeld op het etiket. Indien die gehalten worn overschren, moet bepaal informatie worn vermeld op het etiket van voormengsels en op etikettering van voermidlen en mengvoers. (6) De EFSA merkt op dat betrokken stoffen potentieel gevaarlijk zijn bij contact met huid, ogen en amhalingswegen. De meeste zijn ingeeld als irriterend voor amhalingswegen. Derhalve moeten passen beschermen maatregelen worn genomen. Specifieke eisen voor monitoring na het in hanl brengen acht EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over analysemetho voor en voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verorning (EG) nr. 1831/2003 ingestel referentielaboratorium was ingediend. (7) Uit beoorling van betrokken stoffen blijkt dat aan in artikel 5 van Verorning (EG) nr. 1831/2003 vermel voorwaarn voor verlening van een vergunning wordt voldaan. Het gebruik van ze stoffen moet daarom worn toegestaan zoals gespecificeerd in bijlage bij ze verorning. ( 1 ) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29. ( 2 ) Richtlijn 70/524/EEG van Raad van 23 november 1970 betreffen en in veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1). ( 3 ) EFSA Journal 2016.14(2):4390.