Griffier van de Staten Geleidebrief informatief Naam voorstel 14008380 en 14009004 Brieven ministerie EZ van 2 en 16 juni 2014 aan PS over voorontwerp inpassingsplan windpark Krammer en uitstel reactie voorontwerp inpassingsplan. Betreft vergadering Provinciale Staten 4 juli 2014 Te verzenden aan Statenbreed Verzenddatum 19 juni 2014 Commissiegriffier Alma van Wallenburg / 0118 63 1265 / ac.v.wallenburg@zeeland.nl Statenadviseur Inhoudelijk ambtenaar Verantwoordelijk bestuurder Simon de Visser / 0118 63 1594 / s.de.visser@zeeland.nl Louis Engelbert / 0118 63 1192 / ljm.engelbert@zeeland.nl B.J. de Reu Inhoudelijk Aanleiding Bevoegdheid Wat wordt voorgesteld? Voorbereiding realisatie windmolenpark op en rondom de Krammersluizen, gemeente Schouwen-Duiveland. Dit project wordt voorbereid met toepassing van de rijkscoördinatieregeling. Ministeries van EZ en I&M zijn bevoegd gezag voor het vaststellen van het ruimtelijk inpassingplan. PS i.k.v. art. 3.28 (hoorplicht) Kennis nemen van het voorontwerp van dit inpassingsplan voor het windpark Krammer. In het kader van de wettelijke hoorplicht zal in de volgende fase, van de procedure (zomer 2014) het ontwerp inpassingsplan aan PS ter beoordeling worden voorgelegd. Het college zal dan een voorstel voor reactie bijvoegen. Toelichting Kosten en dekking Overige informatie N.v.t. De brief EZ van 2 juni bevat 2 bijlagen t.w. het inpassingsplan en de daarbij behorende stukken en een factsheet met informatie over de procedure. Die bijlagen liggen, vanwege de omvang, voor u ter inzage bij de Statengriffie, leeskamer PS.
I llllillillilllllijjllllllllillilillllllilillililiillllililllli 14008380 g -11lI Ministerie van Economische Zaken 1-r-7.rf7-Y > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Provinciale Staten van Zeeland Directoraat-generaal Energie, Telecom & Postbus 6001 -...---.-.-.*-I-.-m-.- Mededinging 4330 LA MIDDELBURG PR)*.7#ClE Z653J4ND Directie Energie en Duurzaamheid AFD. q" AMBT. AFD. TERMJN DATUM -4 JUNI 2016 :x::gse I Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres DOC.NR. Postbus 16180-0 2 JUNI 2014 - ZAAK NR. 2500 BD Den Haag Datum CLASS. Overheidsidentificatienr Betreft voorontwerp inpassingsplan windpark Krammer Geachte Provinciale Statenleden, 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) www.njksoverheid.nl/ez Behandeld door drs. S.J.M. van Santen Hierbij zendik u het voorontwerp voor het inpassingsplan voor windpark T 070 379 7439 Krammer. Gelet op artikel 3.28 van de Wet ruimtehjke ordening stel ik u graag in F 070 379 7423 de gelegenheid uw reactie op dit voorontwerp te geven.ik wilu verzoeken mij s.j.m.vansanten@minez.nl uw reactie uiterlijk vijf weken na dagtekening van deze brief te doentoekomen. Indien u voor die tijd behoefte heeft aan mondeling overleg, dan bestaat daartoe uiteraard de mogelijkheid. U kunt daarvoor contact opnemen met Sanne van Santen, de projectleider bij het ministerie van Economische Zaken via sj.m.vansantengßminez.nl of op telefoonnummer 070-3797439. Ik licht het voorgaande hieronder nader toe. 2 Ons kenmerk DGETM-ED / 14091990 Uw kenmerk 4W Bijlage(n) Toelichting Zoals u wellicht bekend, is Windpark Krammer B.V.van plan een windmolenpark op en rondom de Krammersluizen te realiseren in de gemeente Schouwen- Duiveland. Dit project wordt voorbereid met toepassing van de rijkscoördinatieregeling. Dit brengt mee dat het project ruimtelijk mogelijk wordt gemaakt door middel van een (rijks)inpassingsplan, dat wordt vastgesteld door de Ministers van Economische Zaken (EZ) en van Infrastructuur en Milieu (IenM). Volgens artikel 3.28, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening dienen, voordat een inpassingsplan wordt vastgesteld, de betrokken gemeenteraden en Provinciale Staten te worden gehoord. Op dit moment bevindt het inpassingsplan zich in defase van voorontwerp.dat wil zeggen dat een 'concept-plan' gereed B, waarover gemeenten, provincies en andereoverheden worden geraadpleegd. Gelet op het voorgaande stel ik ooku hierbij graagin de gelegenheid om, binnen de hiervoor genoemde termijn, uw reactie te geven op het voorontwerp inpassingsplan. Gedeputeerde Staten worden, overeenkomstig artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, apart geraadpleegd over het voorontwerp-plan. Het project Het inpassingsplan heeft betrekking op een project van windpark Krammer B.V., bestaande uit een windmolenpark op en rondom de Krammersluizen. Het initiatief slult aan op provinciaal en landehjk beleid op het gebied van wmdenergie en draagt bij aan de doelstelling van 14% hernieuwbare energie in 2020 en 16% hernieuwbare energie in 2023. Pagina 1 van 3
Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Directie Energie enw Duurzaamheid De procedure DGETM-ED / 14091990 Om dit project mogelijk te maken, wordt de rijkscoördinatieregeling toegepast. Dat betekent dat, andersdan gebruikelijk, de planologische verankering van het project niet plaatsvindt in een bestemmingsplan maarin een (rijks)inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening. Dit inpassingsplan wordt vastgesteld door de Ministers van EZ enienm. De voorbereidingsprocedure is& voor het overige identiek aan dein de neergelegde procedure voor een k bestemmingsplan. De njkscoördinatieregeling houdt ook in dat de procedures voor alle overige voor realisatie van het project benodigde besluiten (vergunningen e.d.), worden gecoördineerd door de Minister van EZ, overeenkomstig artikel 3.35 van de. Dit houdt kort gezegdin dat deze besluiten inhoudelijk worden voorbered en vastgesteld door het orgaan dat daartoe normaal gesproken bevoegd is (zoals het college van burgemeester en wethouders) maar dat, anders dan gebruikelijk, alle besluiten tegelijkertijd de uniforme openbare voorbereidingsprocedure uit de Algemene wet bestuursrecht doorlopen, waarbij de Minister van EZ de procedure coördineert en onder meer de beslistermijnen bepaalt. De procedure wordt nader toegelicht in bijlage 1 bij deze brief.in het kader van deze procedure is& voorzien in de nodige formele en informele overlegmomenten met betrokken bevoegde gezagen. Betrekken van burqers Gedurende de periode van terinzagelegging van de ontwerp-besluiten vindt een informatieavond plaats voor belangstellenden. Deze avond wordt aangekondigd op de website www.bureau-energleprojecten.nl, in* huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen. Planning Om de milieueffecten van windpark Krammer in kaart te brengen, wordt de procedure van een milieueffectrapportage (m.e.r.) doorlopen. Het opgestelde milieueffectrapport (MER) is de onderbouwing van bijgevoegd voorontwerp inpassingsplan. HetMER is vanaf maandag 2 juni 2014 te vinden op www.windparkkrammer.nl en wordt voorgelegd aan de commissie voorde m.e.r., die naar verwachting begin juli met haar advies zal komen. Het is de bedoeling om, rekening houdend met de ontvangen reacties, in augustus 2014 het ontwerpinpassingsplan vast te stellen. Vervolgens is& het de bedoeling dat hetmerin augustus tezamen met het ontwerp inpassingsplan en de ontwerpbesluiten ter inzage wordt gelegd. Als bijlage bij deze brief treft u aan het inpassingsplan en de daarbij behorende stukken een factsheet met informatie over de procedure. Pagina 2 van 3
Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Directie Energie enm Duurzaamheid Ik hoop u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. Voor DGETM-ED / 14091990 eventuele vragen kuntu contact opnemen met Sanne van Santen, de projectleider bij het ministerie van Economische Zaken via s.l.m.vansanten@minez.nl of op telefoonnummer 070-3797439. De Minister van Economische Zaken, namens deze: 425.fi14 Ir. J.A. Stremler PIv. Directeur ETM / ED Pagina 3 van 3
9179373 De rijkscoördinatieregeling Informatie voor bestuursorganen Rijkscoördinatieregeling in en energiewetten De rijkscoördinatieregeling isa een instrument uit de Wet ruimtelijke ordening 3.3.6 (). De regeling is bedoeld om bij grote projecten - zoals bijvoorbeeld de aanleg van een gasleiding of de bouw van een elektriciteitscentrale - op een efficiëntere en snellere manner besluiten te kunnen nemen zonder dat dit de rechtsbeschermng aantast. Artikel 141a Op grond van de Mijnbouwwet, de Gasweten de Elektriciteitswet 1998 wordt de rijkscoördinatieregeling standaard toegepast op de bouw, aanleg en wuzgng van Minbouwwet Artikel 39b verschillende soorten (in die wetten nader omschreven) energie-infrastructuur. Gaswet De rijkscoördinatieregeling bestaat uit twee modules, een projectmodule (ook: Artikel 9b en planologische module) en een uitvoerings-module. Hieronder wordt toegelicht 20a Elektriciwatdat precies betekent. teitswet 1998 De projectmodule De projectmodule omvat het ruimtelijk besluit over het betrokken project. Een Artikel 3.28 ruimtelijk besluit is nodig als het voorgenomen project niet in het gemeentelijke bestemmingsplan past. Het ruimtelijke besluit in de projectmodule ais in de regel een inpassingsplan (ook wel 'rijksinpassingsplan' genoemd). Het inpassingsplan wordt na vaststelling geacht onderdeel uit te maken van het betreffende bestemmingsplan. Wanneer voor een bepaald project een inpassingsplan is vastgesteld, wordt de bevoegdheid van de gemeenteraad en provinciale staten om voor de betrokken gronden een bestemmingsplan respectievelijk inpassingsplan vast te stellen, opgeschort. Als het inpassingsplan een dubbelbestemming betreft, wordt een regeling getroffen zodat de opschorting alleen daarop ziet. De projectminister - in* dit gevalde minister van Economische Zaken (EZ) - stelt samen met de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) het inpassingsplan vast. De procedure voor de voorbereiding van een inpassingsplan is& vergelijkbaar met die voor de voorbereiding van een bestemmingsplan. Op de totstandkoming van het inpassingsplan is& de uniforme openbare procedure van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) van toepassing. Anders dan bij een bestemmingsplan (op grond van de gemeentelijke inspraakverordening) voorziet de niet in inspraak op het voorontwerp. Ter voorbereiding van het inpassingsplan wordt, voor zover dit op grond van het Besluit m. e. r. Besluit m.e.r, verplicht dan welaangewezen is, een milieueffectrapport gemaakt (MER). In sommige gevallen zal sprake zijn van een MER dat zowel dient voor het plan als voor een benodigde vergunning. Beide bevoegde gezagen trekken Artikel 14.4b dan samen op. Wm Analoog aan de op gemeentelijk niveau geldende procedure, kunnen de ministers Artikel 3.28 van EZ en I&M een voorbereidingsbesluit nemen. In dat besluit wordt lid bepaald 2f. artikel 3.7 voor welk gebied een inpassingsplan wordt voorbereid. In dat gebied gelden dan beperkingen voor het afgeven van omgevmgsvergunnmgen voor bouwwerken en aanlegwerkzaamheden. Ook kan in* een voorbereidingsbesluit een nieuw vergunningstelsel worden opgenomen om te voorkomen dat het gebied minder geschikt wordt voor het project. Uitvoeringsmodule Hettweede onderdeelvan de rijkscoördinatieregeling noemen we de uitvoerings- Artikel 3.35 in* module. Deze houdt kort gezegd dat de procedures ter voorbereiding van overige voor een project benodigde besluiten worden gecoördineerd door de minister van EZ, waarbij voor alle besluiten gezamenlijk afdeling 3.4 van de Awb wordt toegepast.
Ook is sprake.. van een 9179373 gebundeld beroepsmoment. De energiewetten gaan er Artikel 3.35 vanuit dat het inpassingsplan in de coördinatie wordt meegenomen, maar lid 1 onder c hiervan kan worden afgeweken. De betrokken bestuursorganen, zoals de provincie of de gemeente, blijven zelf bevoegd voor het nemen van de besluiten. De vergunningen worden dan ook gewoon bij hen aangevraagd. Het rijk voert echter de regie over de procedure. Dit betekent dat de minister van EZ bepaalt binnen welke termijn alle dw (ontwerp) vergunningen gereed moeten zijn en zorgtdat alle dk besluiten goed op elkaar zijn afgestemd. Ook zorgt het rijk voor de logistiek rondom de terinzagelegging van alle dk besluiten. EZ wordt hiervoor ondersteund door Bureau Energieprojecten. Sommige voorbereidingshandelingen blijven een taak van het bevoegd gezag vooreen vergunning, zoals het raadplegen van wettelijk adviseurs. Uitvoerings- besluit rikscoördina- In het Uitvoeringsbesluit rijkscoördinatieregeling energie-infrastructuurprojecten is& een aantal vergunningen aangewezen datin ieder geval gecoördineerd wordt voorbereid. Het gaat daarbij om de belangrijkste vergunningen zoals omgevingsvergunning, de ontheffing op grond van de Flora en Faunawet, Wbr- tieregeling energievergunning etc. Daarnaast kan de minister van EZ per project bepalen welke infrastructuur vergunningen nog meer gecoördineerd worden. projecten Overleg en samenwerking Bij de toepassing van de rijkscoördinatieregeling voeren EZ en I&M intensief Artikel 3.28 overleg met de andere bevoegde gezagen. Zo vindt formeel en informeel lid 1 afstemmingsoverleg plaats over het inpassingsplan, op ambtelijk en waar nodig op bestuurlijk niveau. In het kader van de uitvoeringsmodule wordt ambtelijk overleg georganiseerd ten behoeve van afstemming over zowel de procedure als de inhoud van de betrokken besluiten tussen het rijk, de overige bevoegde gezagen en de initiatiefnemer. Artikel 3.1.1 Bro Inspraak en beroep Door toepassing van de rijkscoördinatieregeling zijn inspraakmomenten meer gebundeld in* vergelijking tot een normale procedure. Zo kunnen het inpassingsplan en het eventueel daarbij behorende MER en alle overige besluiten gelijktijdig terinzage worden gelegd, zowel in ontwerp als wanneer zu definitief zijn vastgesteld. Ook het beroep bij de bestuursrechter wordt gebundeld. Tegen het inpassingsplan en de overige besluiten staatrechtstreeks beroep open Artikel 8.2 lid bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 1 Crisis- en herstelwet De Crisis- en herstelwet is onder meer ook van toepassing op alle projecten waarvoor een inpassingsplan wordt gemaakt. Dit heeft vooral gevolgen voor de beroepsprocedure. Deze factsheet is bedoeld voor bestuursorganen die te maken krijgen met de rijkscoördinatieregeling en beoogt een korte teü weergave geven van de kern van de procedure. De factsheet behandelt niet alle facetten van de rijkscoordinatieregehng uitputtend. Raadpleeg daarvoor de betreffende regelgeving en bijbehorende memorie van toelichting (bijvoorbeeld die bij de Wet rijkscoördinatieregeling bij energie-infrastructuurprojecten (Kamerstukken II, 2007-2008, 31 326, nr. 3), of stel uw vraag via uw contactpersoon bij het ministerie van EZ. Versie 26 februari 2014