Landschappelijke inpassingsvisie N381 Drachten Drentse grens



Vergelijkbare documenten
Lijnen in het landschap Landschapsvisie rondweg Voorthuizen N303

3.2.1 Dorpskarakteristiek

6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279)

Publieksversie. Landschapsbeleidsplan Gemeente Midden-Drenthe Publieksversie. Landschapsbeleidsplan 2012 publieksversie

3.9 Zwartebroek. Eendrachtstraat: oude ontginningsas. Slagenlandschap benadrukt door elzen. 122 Kwaliteit door diversiteit

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron:

Esperenweg / Langereyt De Maneschijn / Driehoek. Oostelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen.

Tjuchem, november 2018 Verdubbeling N33 Zuidbroek - Appingedam

Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie

1 Inleiding. Notitie / Memo

Erftransformatie Munnikhofsestraat 9 Gendt Gemeente Lingewaard. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2010

Project Pelle, Schoolkaterdijk Landschappelijke onderbouwing Rood voor Rood en Nieuw Landgoed. Bijkerk c.s. tuin- en landschaparchitecten

Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417).

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

Uitwerking landschapsplan. Landschapsplan A13/A16 Rotterdam Versie F mei 2015

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

Herstel boerenerven. Boerenerven Valthe

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN

Erftransformatie Oostendorperstraatweg 22A Oostendorp Gemeente Elburg. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2011

Beplantingsplan/inrichtingsplan in het kader van Landschappelijke inpassing Klaverdijk 5 opdrachtgever: De heer J. Roes

Ruimtelijke kwaliteit van het Suikerunieterrein en omgeving

ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL

Stichting Landschapsbeheer Gelderland

Bureauonderzoek Landschap & Cultuurhistorie en Recreatie & Infrastructuur regionale waterkering Westknollendam

Tynaarlo. Bron:

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

Skaeve Huse Ruimtelijke motivatie voor Raad van State. Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Gemeente Nijmegen, januari 2016.

Molenpaal 3 Onstwedde. Landschaps - en inrichtingsplan.

A13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied West. Februari 2015

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

MOTIVATIE LANDSCHAPPELIJKE INPASSING RECREATIE LANGELILLE

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

Bijlage 1: Ambitie en kader

Omgevingsvisie De Fryske Marren Onderdeel waarden

Landschappelijke inpassing nieuwbouw MTS Vroege te Dalen

Visie op de Twellose Beek

Toelichting GO N381 Opdracht De totstandkoming van het concept ontwerp Inrichtingsplan De inhoud van het concept ontwerp Inrichtingsplan

Inpassingsvisie verdubbeling N33, samenvatting. Zuidbroek-Appingedam

Landschappelijke inpassing ten behoeve van aanvraag functieverandering Ringweg RX Beltrum

Aanpassing Inrichtingsplan Gebiedsontwikkeling N381 Drachten - Drentse grens

4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE

zorg voor ons landschap

BIJLAGE 1. Landschappelijke eenheden

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 1. Kies de positie. Kies de positie. Luttenberg. Kies de positie. Kies de positie. Broekland. Mariënheem.

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Een robuust agrarisch dorp met grote maten. De silo zorgt voor een uniek silhouet. Lieren. 182 Dorpsrecepten

bedrijventerrein t58 tilburg Bedrijvenpark te midden van groen en water, aan de rand van de snelweg

INRICHTINGSVOORSTEL BEELDKWALITEITSPLAN AKKERWEG 6 TE RIEL

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Oud cultuurland. Beplanting begeleidt wegen

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Inrichtingsvisie. Manpadslaangebied Heemstede. 5 juni 2014

voor een aantal woonwijken zoals De Whee 1 en Tuindorp.

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Landschappelijk advies. Ontwikkeling Heereweg 460/460a, Lisse

Aanleiding / Problematiek / Doel

6.3 DEELGEBIED 3: BOS & ROTTE

4 Groenstructuur 4 GROENSTRUCTUUR

De verschillen tussen de linten vertellen veel over de ontstaansgeschiedenis van het dorp dat groeit en groeit. Loenen.

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Commissie Grondgebied - 12 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

VERKEERSMONITORING N381 VERKEERSMONITORING N381

Erven zijn vaak een combinatie van een woning + iets anders. Samen vormen de erven een groen eiland in de open broeklanden. Beemte.

Routing Delft - Delftse Hout Delft

geluidsschermen A2 Vught-Boxtel-Best Publiek parkgroen achter groene geluidsschermen snelweg

NIEUWSBRIEF > Herinrichting

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

PROGRAMMA ZOMERATELIER

Omdat de weg en het landschap bij elkaar horen. Landschapsplan Amsterdamseweg

VLAGTWEDDE INPASSINGSPLAN ZONNEAKKER

Visualisatie afslag Heeswijk-Dinther zuid

Opbouw presentatie. Aanleiding onderzoek Onderzoeksvraag Opzet onderzoek Glastuinbouw Recreatie Beoordeling (De Lier) Conclusies Vragen

GEMEENTE HARENKARSPEL afdeling Ruimte CONCEPT november maart 2012

Beeldkwaliteitsplan De Scholt II

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie

Typisch gemert. Stedenbouwkundige hoofdstructuur en beeldkwaliteit geven Gemert een nieuwe impuls

AANVULLING BEELDKWALITEITSPLAN OLDEBROEK-WEST II (HOGEKAMP)

dgroen Zwolle Veenekampen, Ruiten en Tolhuislanden Beheervisie wegbeplanting

HOOFDWEGEN. Wat: Routes de stad in en uit Helpen om je te oriënteren in de stad Hebben status

Ervenconsulentadvies 1880 DS: Mennistensteeg ongenummerd

Transformatie Bunniklocatie Nieuwerbrug

Bijlage 2: Landschappelijk inpassingsplan Drents Landschapsbeheer

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

Erfadvies Hogeveldseweg Echteld Gemeente Neder-Betuwe. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2016

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie

Bijlage 2 Landschapsleeskaart en memo

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer

Nieuw landgoed De Horst schetsvisie. studio. 25 oktober 2012 Ronald van der Heide

Groenschets. Ten behoeve van nieuwbouw woning. Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas September 2013

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

12. Verkaveling haaks op hoofdstructuur

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

Neereind Middelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen. Kwaliteiten. grens onderzoeksgebied. agrarisch bedrijf.

De hoofdopzet van deze ontwerpstudie voor het uitwerkingsgebied Roosenhorst is als volgt:

Verdubbeling N33. Zuidbroek Appingedam

NOTITIE HATTEM BERG EN BOS STEDEN- BOUWKUNDIGE STRUCTUUR

GEMEENTE SOMEREN. Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren

Transcriptie:

Landschappelijke inpassingsvisie N381 Drachten Drentse grens LANDSCHAPPELIJKE INPASSINGSVISIE N381 DRACHTEN DRENTSE GRENS PROVINCIE FRYSLÂN VERSIE 14 AUGUSTUS 2009

Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 2

Inhoud 1 Inleiding 9 2 Landschapsanalyse 11 2.1 Inleiding 11 2.2 Ontstaansgeschiedenis 11 2.3 Landschap 15 2.3.1 Inleiding 15 2.3.2 Noordelijk tracé 17 2.3.3 Middentracé 17 2.3.4 Zuidelijk tracé 18 2.4 Cultuurhistorie 20 2.4.1 Noordelijk tracé 20 2.4.2 Middentracé 21 2.4.3 Zuidelijk tracé 21 2.5 Recreatie 23 2.5.1 Noordelijk tracé 23 2.5.2 Middentracé 23 2.5.3 Zuidelijk tracé 23 2.6 Ecologie 27 2.6.1 Noordelijk tracé 27 2.6.2 Middentracé 27 2.6.3 Zuidelijk tracé 28 2.7 Hoogte en reliëf 28 2.7.1 Noordelijk tracé 28 2.7.2 Middentracé 29 2.7.3 Zuidelijk tracé 29 Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 3

3 Uitgangspunten 31 3.1 Inleiding 31 3.2 Werkwijze 32 3.3 Landschap 33 3.4 Cultuurhistorie 33 3.5 Recreatie 34 3.6 Ecologie 34 3.7 Overig 34 4 Visie 35 4.1 Inleiding 35 4.2 Visie op hoofdlijnen 35 4.3 Leesbaar en herkenbaar landschap 36 4.4 Bouwstenen 37 4.4.1 Continu wegbeeld 38 4.4.2 Cultuurhistorische lijnen als structuurdragers 40 4.4.3 Zichtbaar reliëf 42 4.4.4 Beeldbepalende natuurgebieden 43 4.4.5 Oriëntatiepunten 43 4.4.6 Groene kop en hop over 45 5 Uitwerking 49 5.1 Noordelijk deel: traject Drachten Donkerbroek 49 5.1.1 Drachten tot beekdal Âlddjip 51 5.1.2 Beekdal Âlddjip 55 5.1.3 Wijnjeterper Schar 59 5.1.4 Vanaf Wijnjeterper Schar tot de Opsterlânske Kompanjonsfeart 63 5.1.5 Vanaf De Opsterlânske Kompanjonsfeart tot Donkerbroek 69 5.2 Middendeel: Donkerbroek Oosterwolde 73 5.2.1 Kruising t West tot kruising Balkweg/Tjabbekamp 73 5.2.2 Kruising Balkweg/Tjabbekamp tot aansluiting Nanningaweg 81 5.2.3 Inrichting huidige tracé 91 Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 4

5.3 Zuidelijk deel: Oosterwolde Drentse grens 97 5.3.1 Oosterwolde Noord tot en met Venekoten 97 5.3.2 Vanaf Venekoten tot Drents Friese Wold 103 5.3.3 Vanaf Drents Friese Wold tot Drentse grens 107 6 Raming 113 7 Aandachtspunten en aanbevelingen 115 7.1 Inleiding 115 7.2 Gereserveerde ruimte 115 7.3 Recreatieve routes Drents Friese Wold 116 7.4 Gebiedsversterkende maatregelen 116 Colofon 119 Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 5

Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 6

SAMENVATTING In dit rapport wordt de landschappelijke inpassingsvisie van de N381 van Drachten tot de Drentse grens beschreven. Hierbij is gekeken hoe het toekomstige tracé optimaal kan worden ingepast in het bestaande landschap. Bij de inpassing van de nieuwe weg is enerzijds gekeken naar de functie van de weg en het vormen van een aantrekkelijke verbinding van A naar B, anderzijds naar de toekomstige ligging in het omliggende landschap met de bewoners en gebruikers. De Provincie Fryslân gaat de komende jaren de N381 van Drachten tot de Drentse grens opwaarderen van de huidige weg tot een stroomweg (100 km/uur). Hierbij wordt, op een groot gedeelte van het traject, het bestaande tracé gevolgd. Het traject vanaf Bûtewei (Wijnjewoude) tot Oosterwolde wijkt echter af van het bestaande tracé. De bestaande bocht nabij de Bûtewei, die in het huidige tracé afbuigt naar Wijnjewoude, wordt eruit gehaald. Het nieuwe tracé loopt vanaf dat punt rechtdoor naar het zuidenoosten om bij Oosterwolde Noord weer aan te sluiten op het bestaande tracé. Het project kent een onderverdeling in 3 trajecten: noordelijk deel: Drachten Donkerbroek; middendeel: Donkerbroek Oosterwolde; zuidelijk deel: Oosterwolde Drentse grens. Om te komen tot een heldere inpassingsvisie met bijbehorende uitwerking, is eerst een zorgvuldige landschapsanalyse uitgevoerd. Er is gekeken naar de ontstaansgeschiedenis van het gebied, waarna vervolgens per thema een analyse is gegeven. De volgende thema s worden in het rapport behandeld en toegelicht: Landschap; Cultuurhistorie; Recreatie; Ecologie; Hoogte en Reliëf. Naast een zorgvuldige landschapanalyse van het gebied, is ook onderzocht wat er in de diverse beleidsstukken en rapportages over de weg en de ligging in het landschap is gezegd. De diverse, Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 7

bestaande rapportages zijn doorgenomen en vertaald in een uitgangspuntennotitie. Deze notitie vormt, samen met de landschapsanalyse, het vertrekpunt voor de landschappelijke inpassingsvisie. De landschappelijke inpassing van de N381 is gebaseerd op de wijze waarop het onderliggende landschap is opgebouwd. De weg laat landschappelijke karakteristieken (opnieuw) tot hun recht komen en vormt een aantrekkelijke en herkenbare verbinding van A naar B. Bij de inpassing van de N381 wordt er gestreefd naar het creëren van een verbinding tussen het autonome karakter van de weg en de landschappelijke kwaliteiten, die de identiteit van het gebied karakteriseren. De weg wordt verweven met zijn omgeving, de ontwikkelingsgeschiedenis wordt herkenbaar en de oriëntatie wordt vergroot. De landschappelijke inpassing van de weg vindt plaats door de karakteristieken van de omgeving te versterken, met als doel: de N381 herkenbaar in het landschap van Zuidoost Fryslân. Bovenstaande visie is vertaald in een landschappelijke uitwerking met bijbehorende maatregelen. De uitwerking is voor de gehele weg beschreven. De uitwerking is op luchtfoto verbeeld die zijn bijgevoegd bij het rapport. Er is een raming opgesteld voor alle maatregelen die zijn uitgewerkt. Deze raming is opgebouwd uit een bedrag voor het noordelijk deel, een bedrag voor het middendeel en een bedrag voor het zuidelijk deel. Vervolgens is, per tracédeel, een onderscheid gemaakt tussen essentiële maatregelen en gewenste maatregelen. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 8

1 Inleiding De N381 Drachten Drentse grens wordt in de toekomst opgewaardeerd tot een stroomweg (100 km/uur) met ongelijkvloerse kruisingen. Het project kent een onderverdeling in 3 trajecten: noordelijk deel: Drachten Donkerbroek; middendeel: Donkerbroek Oosterwolde; zuidelijk deel: Oosterwolde Drentse grens. Omdat er voor het gehele traject al vele onderzoeken en beleidsstukken zijn geschreven, vormde een belangrijk onderdeel het implementeren van de reeds aanwezige onderzoeken in een overkoepelende inpassingsvisie. Voor de N381 ontbreekt een overkoepelende visie over de wijze waarop de weg in de omgeving wordt ingepast. Dit komt mede doordat de uitgangspunten voor de weg op een laag abstractieniveau (maatregelenniveau) zijn bepaald of omdat bij de aanwezige onderzoeken vaak naar één thema is gekeken. Hier heeft vaak geen samenhangende visie aan ten grondslag gelegen. In onderhavige rapportage is een visie gemaakt en uitgewerkt naar maatregelen ten behoeve van de landschappelijke inpassing van de N381. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 9

Projectorganisatie Voor het opstellen van een landschappelijke inpassingsvisie van de N381, heeft de provincie Fryslân een werkgroep samengesteld. In deze werkgroep zitten vertegenwoordigers van de volgende organisaties: Provincie Fryslân; Wetterskip Fryslân; Gemeente Opsterland; Gemeente Heerenveen; Gemeente Ooststellingwerf; ARCADIS Nederland BV. ARCADIS is door de provincie Fryslân als landschapsadviseur ingehuurd. In bovenstaande werkgroep zijn leden van de projectgroep N381 vertegenwoordigd. De projectgroep draagt verantwoording af aan de stuurgroep van de N381 Drachten Drentse grens. Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft de landschapanalyse van het studiegebied weer. In hoofdstuk 3 leest u hoe de verschillende, bestaande beleidsstukken en rapportages samengevat zijn tot een uitgangspuntennotitie. Hoofdstuk 4 beschrijft hoe de uitgangspuntennotitie wordt vertaald tot een visie. Vervolgens wordt in dit hoofdstuk de visie nader toegelicht. De concrete uitwerking van de visie in een landschappelijk inpassingplan, kunt u lezen in hoofdstuk 5. De uitwerking is uitgesplitst in het noordelijk, het midden en het zuidelijk deel. Een raming van de maatregelen, die uitgewerkt zijn in het vorige hoofdstuk, vindt u in hoofdstuk 6. Tot slot worden er in het hoofdstuk 7 een aantal aanbevelingen gedaan. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 10

2 Landschapsanalyse 2.1 INLEIDING Voordat begonnen is met het uitwerken van de uitgangspuntennotitie en daarna de visievorming, is eerst een zorgvuldige landschapsanalyse uitgevoerd. Deze analyse is in dit hoofdstuk beknopt beschreven en verwerkt in kaartbeelden. De analysekaarten zijn in het rapport verwerkt, echter vanwege de leesbaarheid ook toegevoegd aan het rapport in de bijlagen. Eerst is gekeken naar de ontstaansgeschiedenis van het gebied, vervolgens is per thema een analyse gegeven. De belangrijkste inpassingthema s zijn per paragraaf nader uitgewerkt. Deze uitwerking per thema is onderverdeeld voor het noordelijk, midden en zuidelijk tracé. 2.2 ONTSTAANSGESCHIEDENIS Zuidoost Fryslân is in feite een uitloper van het Drents plateau. De basis voor de ordening van de noordoost zuidwest liggende beeklopen is gelegd in de IJstijd. In de voorlaatste IJstijd het Saaliën is hier door een 1 à 2 km dikke landijsgletsjer een pakket keileem en stenen afkomstig uit Scandinavië afgezet. Toen het iets warmer werd, werden in het keileem brede geulen uitgeschuurd die later van belang bleken voor de ligging van de beken. In de laatste IJstijd het Weichselien, toen het ijs niet tot in Nederland kwam, was er sprake van een toendraklimaat waar de bodem bevroren was. Samen met het aanwezige grondwater waren dit de ideale omstandigheden voor de vorming van geïsoleerde ijslenzen: pingo s, die later bij smelting littekens in het landschap achterlieten namelijk de pingoruïnes. De vele ronde meertjes, Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 11

soms nog met een herkenbare ringwal van afgegleden grond, komen veelvuldig in het gebied voor bijvoorbeeld in het Wijnjeterper Schar. Doordat het klimaat later veel warmer en natter werd, de zeespiegel sterk was gestegen en de afvoer van water uit Zuidoost Fryslân moeilijker zal zijn geworden, begon er steeds meer veen te ontstaan vanuit natte plekken en ook de beken. Hierdoor werden de beekdalen in eerste instantie gevuld met veen. Door een stagnerende afvoer zette de veengroei zich voort, waardoor ook de dekzandruggen tussen de beekdalen door met veenkussens bedekt werden. Waarschijnlijk hoger dan de beekdalen zelf, omdat deze beeklopen nog een waterafvoerende functie hadden. De hoogste delen zoals de zandkoppen bij Appelscha en bij de bovenlopen van de Tsjonger rond Oosterwolde, zullen mogelijk niet geheel onder het veen bedekt zijn geweest. De eerste bewoners van het gebied vestigden zich op de rand van de beek, omdat vervoer hier waarschijnlijk verzekerd was en het relatief droog is, direct op de beekoevers. Haaks op de beek werden sloten gegraven om het veen te ontwateren en te ontginnen. Zo werden de grotere beken het Koningsdiep (Âlddjip), de Tsjonger of Kuinder en ook, de verderop gelegen Linde, de ontginningsbasis voor de verkaveling van Zuidoost Fryslân. Nadat de ontginning van de gronden vanuit de beken tot vernatting leidden, zijn veel boerderijenreeksen van de beek af opgeschoven het veen op. Hun recht van opstrek volgend. Het zure veenwater werd, via evenwijdig aan de beken lopende zogenaamde leidijken, opgevangen en zo afgevoerd. Uitzondering op dit opstrekkende type verkaveling is de esverkaveling. Deze komt voor op plekken waar beeklopen abrupte wendingen maken of bij splitsing van beken. Zo zijn er bij de bovenlopen van de Tsjonger, het Grootdiep en het Kleindiep bij Oosterwolde duidelijk esstructuren aanwezig. Niet de esstructuren zoals we die in Drenthe kennen met een brink en dergelijke, maar meer vanuit eenmansessen uitgegroeide esstructuren met hoge akkers, houtsingels en verspreid voorkomende boerderijen. Aan het brongebied van de Linde en Tsjonger vinden we de Appelschaster maden, bij Appelscha zelf zijn een tweetal essen te onderscheiden. In de 17e tot en met de 19e eeuw heeft het gebied een forse verandering ondergaan. De behoefte aan brandstof was hiertoe de aanleiding. Eerst vanuit Fryslân zelf, maar later ook vanuit Holland zijn projectmatige plannen uitgevoerd om de nog aanwezige hoogveenturf te kunnen exploiteren. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 12

Een aantal kanalen is hiervoor gegraven: de Skoatterlânske Kompanjonsfeart vanaf Heerenveen en de Opsterlânske Kompanjonsfeart vanaf Gorredijk zijn in eerste instantie evenwijdig aan de beekdalen gegraven met de daar ontwikkelde veenkoloniale dorpen Hemrikkerverlaat en Wijnjeterperverlaat om vervolgens bij Klein Groningen naar het zuidoosten te knikken, dwars door de bestaande verkaveling. De aansnijdingen door de vaarten van het oorspronkelijke opstrekkende patroon leverden op lokaal niveau bijzondere plekken op: een zekere isolatie van bebouwing, maar ook nieuwe wegen langs deze vaarten. Bij landgoed Ontwijk werd een aanpassing gedaan, doordat in tweede instantie bij herbouw het huis en koetshuis op de vaart georiënteerd werden. Zanddorpen als Donkerbroek en Oosterwolde hebben door de komst van de Opsterlânske Kompanjonsfeart een nieuwe dimensie aan de dorpsstructuur toegevoegd gekregen. Voor Appelscha betekende dit een nieuw dubbeldorp: Appelscha aan de Vaart. Vanaf de 16e tot in de 18e eeuw hebben zich op enkele plaatsen in Zuidoost Fryslân landgoedontwikkelingen voorgedaan. Passend in de opstrekkende verkaveling zijn een aantal landgoederen en landgoedbossen aangelegd. Verder komen er in het gebied verspreid kleinere landgoederen voor. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 13

Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 14

2.3 LANDSCHAP 2.3.1 INLEIDING Het gebied waar de N381 moet worden ingepast, is het gebied wat als Zuidoost Fryslân bekend is. Hiervoor is een apart landschapsbeleidsplan gemaakt, waar de verschillende landschapstypen en de kenmerken en kernkwaliteiten nader zijn omschreven. De identiteit van de landschapstypen wordt bepaald door de kernkwaliteiten die karakteristiek zijn voor het landschap van Zuidoost Fryslân. De landschapstypen in het gebied zijn overeenkomstig het Landschapsbeleidsplan: hoogveenontginningen; woudontginningen; heideontginningen; beekdalen; essenlandschap. We noemen hierna kort de kernkwaliteiten van de landschapstypen, zoals deze in het Landschapsbeleidsplan zijn geformuleerd. Algemeen zijn de belangrijkste stroomgebieden, en de daaraan gerelateerde landschapstypen, noordoost zuidwest gericht. Vervolgens worden de gebiedsspecifieke kenmerken per tracédeel kort beschreven. Voor het landschap, waar de N381 doorheen loopt, worden de volgende landschapstypen met hun kernkwaliteiten beschreven. Hoogveenontginning (kleinschalig) De laatste hoogveenontginningen zijn op zeer grootschalige en planmatige wijze vormgegeven, waardoor dit gebied sterk afsteekt tegen het kleinschalige dekzandlandschap op de stroomruggen. Opstrekkende verkaveling haaks op de turfvaarten en lintbebouwing, sloten met houtsingels en elzensingels als kavelscheiding. Afwisselend tussen grootschalig en kleinschalig van karakter. Een kernkwaliteit is de verkavelingsrichting haaks op de hoofdwegen, die van beplanting zijn voorzien. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 15

Woudontginningen De woudontginningen worden gekenmerkt door een concentratie van dichte lintbebouwing langs rechtlijnige wegen die de zandrug volgen. Vaak zijn er twee parallelle wegen. Wegen worden begeleid door laanbeplanting. Opstrekkende verkaveling staat haaks op de linten. Het is een gebied met een kleinschalig karakter door opgaande beplanting, boskavels, singels en houtsingels. Deze lopen meestal met de kavelrichting mee. De houtsingels zijn in de loop van de tijd aangetast. Oorzaken zijn vooral het wegvallen van economisch nut van de houtsingels en de schaalvergroting in de landbouw, waardoor singels verdwenen. Het woudontginningsgebied ten westen van Ontwijk, vormt hierop een uitzondering. Een kernkwaliteit is de verkavelingsrichting haaks op de hoofdwegen, die van beplanting zijn voorzien. Heideontginningen Afwisselend bestaan de heideontginningen uit bos en heidegebieden en landbouwgebieden met singels en houtsingels. Een kernkwaliteit is de afwisseling tussen meer open en gesloten gebieden, wat versterkt wordt door de aanwezige singels en houtsingels. Beekdalen Beken met deels gekanaliseerde en deels meanderende loop, natte gronden met voornamelijk grasland. Tsjonger De waterloop de Tsjonger is in het gebied een belangrijke structuurdrager. Van oorsprong had deze een hevig kronkelend verloop. De Boven Tsjonger (Kuunder) is grootschalig en open rondom de kleinschalige escomplexen van Oosterwolde. De middenloop is een gekanaliseerde beek met kades in open weidegebied met verspreid langs de beek verdichte delen met boscomplexen. Âlddjip De middenloop is een smal, deels open beekdal met verdichte randen en ruggen van boscomplexen en heidegronden. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 16

Kleindiep Het Kleindiep is een meanderende beek in de buurt van Oosterwolde wat door het karakteristieke essenlandschap kronkelt. De beek kruist een aantal keer de N381, een gedeelte van de beek loopt parallel aan de N381. De beek is op dit moment nauwelijks zichtbaar in het landschap. Essenlandschap Een kleinschalig landschap door de veelal beplante perceelsranden. Het gebied is reliëfrijk met veel singels en houtsingels. Er is sprake van wisselende beelden door beplantingselementen dichtbij en verderaf, de essen en kampen zijn verschillend van grootte en maat. Randen van de essen zijn vaak beplant en worden begeleid door sloten. Het overgangsgebied tussen de esdorpen van het Drents plateau en de wegdorpen in Zuidoost Fryslân vertoonde tot in de 20ste eeuw een grote variatie in perceelsvormen. Appelscha en Oosterwolde zijn zogenaamde rijvormige esdorpen. De rijvormige esdorpen hebben als kenmerk, dat de boerenhuizen op een rij zijn gelegen. Er is een uitgesproken landschap met korte en langere afwisselende doorzichten ontstaan. Een kernkwaliteit is het plaatselijke reliëfverschil wat in het landschap herkenbaar is en het kleinschalige karakter wat veroorzaakt wordt door de beplante perceelsranden en de korte en langere doorzichten. 2.3.2 NOORDELIJK TRACÉ Een kernkwaliteit van landschap voor dit gebied is de afwisseling en het contrast tussen open (beekdalen) en halfopen (heideontginningen) structuren. De overgang van een gesloten landschap naar een open landschap is niet overal meer helder en leesbaar. 2.3.3 MIDDENTRACÉ De afwisseling en het contrast tussen open (beekdalen) en gesloten (woudontginningen) structuren is een kernkwaliteit van landschap voor dit gebied. De overgang van een gesloten landschap naar een open landschap is met name in het kleinschalige gebied nabij Ontwijk nog erg zichtbaar. De Tsjonger is in dit deel een belangrijke structuurdrager. De karakteristieken van het beekdal van de Tsjonger in de middenloop zijn echter minder zichtbaar. Van oorsprong had deze een hevig kronkelend verloop. Kanalisatie ervan heeft het natuurlijk karakter ten westen van de Opsterlânske Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 17

Kompanjonsfeart onherkenbaar gemaakt. Het natuurlijk verloop van de bovenloop van de Tsjonger is nog wel zichtbaar. Het open karakter is hier nog veel beter zichtbaar. 2.3.4 ZUIDELIJK TRACÉ Een kernkwaliteit voor dit gebied is de afwisseling van grillige en regelmatige structuren: de essen zijn de meest onregelmatige structuren in het gebied, rond zandkoppen georiënteerde verkavelingstructuren. In de onregelmatige structuren van de essen is de lijn van de weg (N381) nadrukkelijk aanwezig door de eiken langs de weg. Tevens stroomt bij Oosterwolde het Kleindiep, een kleine, meanderende beek, die nagenoeg niet in het landschap zichtbaar is. Karakteristiek voor het Drents Friese Wold is de afwisseling tussen gemengd half open bos en donker systematisch aangeplant bos, afgewisseld met open plekken met heide en vennen en reliëf. Met name het aanwezige reliëf in het noordelijke gedeelte van het bos wordt als zeer bijzonder beleefd. Het zuidelijk deel van het bos doet, door het ontbreken van het karakteristieke reliëf, en de systematische aanplant, minder natuurlijk aan en heeft daardoor een lagere belevingswaarde. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 18

Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 19

2.4 CULTUURHISTORIE 2.4.1 NOORDELIJK TRACÉ In het noordelijk tracé komen in de verschillende landschapstypen, belangrijke ontginningslijnen voor. Het zijn met name de ontginningslijnen in de woud, hoogveen en heideontginningen die, vanuit de ontstaansgeschiedenis, als belangrijke dragers van het landschap fungeren. Tegenwoordig doen de ontginningslijnen meestal dienst als lokale ontsluitingsweg. De belangrijkste ontginningslijnen in het noordelijk gebied zijn: Bûtewei (Ureterp); De Mersken; Bûtewei (Wijnjewoude); Weinterp. Naast de belangrijke ontginningslijnen komen er op cultuurhistorisch gebied in het noordelijk tracé nog een aantal kerken voor, die als oriëntatiepunt kunnen dienen bij de inpassing van de N381. Het gaat hierbij om de kerken in Wijnjewoude (Weinterp). Opsterlânske Kompanjonsfeart In het noordelijk tracé kruist de N381 de Opsterlânske Kompanjonsfeart. De geschiedenis van de Opsterlânske Kompanjonsfeart begint in 1606, tijdens de verveningswerkzaamheden in dit deel van de provincie. De toenmalige eigenaren van de venen kregen toestemming om een brug en sluis aan te leggen in het kanaal, dat de huidige vaart zou worden. In 1767 was het kanaal 31 km lang geworden en in 1790 begon men aan de aanleg van het laatste stuk tussen Oosterwolde en Appelscha. De vaart is daarmee een element waar de streek, en zeker ook Donkerbroek, voor een belangrijk deel zijn ontwikkeling aan heeft te danken. In dit opzicht is het een zeer belangrijk cultuurhistorisch en landschappelijk element. De vaart heeft als scheepvaart geen betekenis meer, wel als recreatievaart. De Opsterlânske Kompanjonsfeart is een element wat meerdere landschapstypen doorsnijdt en een cultuurhistorisch belangrijke (turf)route vormt. Op veel plaatsen wordt de Opsterlânske Kompanjonsfeart begeleidt door bomen, waardoor deze een monumentaal karakter heeft. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 20

2.4.2 MIDDENTRACÉ In het middentracé komt een belangrijke, oude ontginningslijn voor. t West (Donkerbroek) Naast de belangrijke ontginningslijnen komen er op cultuurhistorisch gebied in het middentracé nog een aantal kerken voor, die als oriëntatiepunt kunnen dienen bij de inpassing van de N381. Het gaat hierbij om de kerk in Donkerbroek. De Balkweg vormt een oude verbinding tussen Makkinga en Donkerbroek. In de historie heeft deze weg als een belangrijke handelsroute gefunctioneerd. Langs de Balkweg heeft een spoorlijn gelegen in de periode van 1911 tot na de tweede wereldoorlog. Langs het tracé waren tramhaltes gesitueerd. Het tracé is hier nog deels herkenbaar. Ontwijk Op de heideontginning heeft zich in het begin van de 19 e eeuw, het landgoed Ontwijk ontwikkeld. Het gebouw werd omstreeks 1845 vervangen door het huidige gebouw. De ligging van het landgoed aan de Opsterlânske Kompanjonsfeart is een zeer bewuste keuze geweest. De woning met schuur en de koetsierswoning werden naar de vaart gericht, waarmee mogelijkheden voor een afgewogen tuinaanleg werden gecreëerd. Het terrein achter de woning kenmerkt zich door bosaanleg van verschillende boomsoorten en van diverse ouderdom, diverse beukenlanen en restanten van heidevelden en vennetjes, een doolhof en de recreatiewoning Klokkebei. De recreatiewoning Klokkebei is een rijksmonument. De relatie met het dorp Donkerbroek en de recreatieve mogelijkheden zijn belangrijke elementen. 2.4.3 ZUIDELIJK TRACÉ In het zuidelijk tracé komt een oude ontginningslijn voor: Het Bûterheideveld Ook komt er een aantal kerken voor in dit gedeelte, waarbij het kerkje ten westen van Appelscha ligt en als oriëntatiepunt kan dienen. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 21

Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 22

2.5 RECREATIE 2.5.1 NOORDELIJK TRACÉ Het recreatieve netwerk in het noordelijk tracé bestaat uit fietsroutes (onderdeel landelijke fietsroute), wandelroutes (waaronder een aantal lange afstandswandelroutes) en de turfroute over de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Het gebied rondom het Âlddjip en het Wijnjeterper Schar heeft een belangrijke recreatieve functie. In dit gebied ligt voor fietsers een dicht netwerk aan recreatieve fietsroutes, dat nog steeds wordt geoptimaliseerd en uitgebreid. Daarnaast zorgt het voorkomen van vele wandel en fietsroutes dat de recreant het gebied hier in kan trekken. De turfroute vormt een belangrijke, recreatieve vaarverbinding die het mogelijk maakt om vanuit de Friese wateren naar Drenthe te varen. De cultuurhistorisch waardevolle Opsterlânske Kompanjonsfeart is behandeld in paragraaf 2.4.1. 2.5.2 MIDDENTRACÉ Het recreatieve netwerk in het middentracé bestaat met name uit een aantal aantrekkelijke wandel en fietsroutes en vaarverbindingen. Het gebied in en nabij Ontwijk leent zich bij uitstek voor wandelaars en fietsers. Bijzonder zijn de vaarverbindingen over de Tsjonger en de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Nabij de kruising van deze twee wateren is een bijzonder sluiscomplex gesitueerd. Dit sluiscomplex is op dit moment nauwelijks zichtbaar en bereikbaar vanaf de weg of fietspad. 2.5.3 ZUIDELIJK TRACÉ Het recreatieve netwerk in het zuidelijk tracé concentreert zich met name op het Drents Friese Wold, met Appelscha als dichtbij gelegen centrum en het bezoekerscentrum van het Drents Friese Wold als centraal gelegen uitvalsbasis. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 23

De opzet van het bos geeft aan dat het aantal wandel en fietsmogelijkheden zeer talrijk en divers is. Op dit moment kan de N381 nog gelijkvloers worden overgestoken, dit is in het toekomstig tracé niet meer mogelijk. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 24

Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 25

Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 26

2.6 ECOLOGIE 2.6.1 NOORDELIJK TRACÉ In de directe nabijheid van de N381 liggen in het noordelijk tracé de volgende gebieden met hoge natuurwaarden: het Wijnjeterper Schar (Natura 2000 gebied); diverse natuurterreinen in het dal van het Âlddjip. Het gebied Wijnjeterper Schar wordt als waardevol beschouwd, vanwege het voorkomen van diverse beschermde flora en fauna (onder andere Rode Lijstsoorten). Vogelsoorten die er voorkomen zijn onder andere: roodborsttapuit, geelgors en wulp. Daarnaast wordt het gebied als waardevol aangemerkt door het voorkomen van heidesoorten en blauwgrasland. Het Âlddjip is onderdeel van de natte ecologische verbindingszone. Het gebied aan weerzijden van de N381 en de beide oevers, zijn aangemerkt als ecologische verbindingszone. In het gebied rondom Wijnjewoude komen diverse vleermuissoorten voor. Nabij de Peelrug en de Moskoureed zijn restanten van heidevegetatie aangetroffen. Tevens bevinden zich in dit gebied een aantal dassenburchten. 2.6.2 MIDDENTRACÉ Het middendeel is qua aanwezige flora en (weide)vogels niet zeer bijzonder te noemen. Wel komen er, met name in het kleinschalige gebied ten westen van Ontwijk, veel vleermuizen voor. Deze hebben een belangrijke vliegroute langs de oude eikenlaan ten westen van de Balkweg en langs t Hoogezand. In de boerderij op de kruising Balkweg Tjabbekamp is ook een verblijfplaats van de vleermuis aanwezig. Op landgoed Ontwijk komt de geelgors voor. Daarnaast komen in en nabij het Tsjongerdal een aantal dassenburchten voor in het bosje wat doorsneden wordt door het tracé. Tevens komt de ringslang in het Tsjongerdal en in de bovenloop van de Tsjonger voor. De Tsjonger is onderdeel van de natte, ecologische verbindingszone. De oevers worden ingericht als natuurlijke oevers. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 27

2.6.3 ZUIDELIJK TRACÉ In de directe nabijheid van de N381 liggen in het zuidelijk tracé de volgende gebieden met hoge natuurwaarden: Drents Friese Wold. In het Drents Friese Wold komen diverse soorten voor (zowel flora als fauna) van de Rode Lijst. Vogelsoorten die hier voorkomen zijn: wespendief, zwarte specht, boomleeuwerik en de grauwe klauwier. Voor de genoemde soorten behoort het gebied tot één van de vijf belangrijkste van Nederland. Daarnaast zijn er in het Drents Friese Wold diverse, beschermde reptielen en amfibieën (onder andere: poelkikker, zandhagedis, adder, ringslang, etc.) aangetroffen. Als zoogdieren van de Rode Lijst zijn onder andere de boommarter en de das in het Drents Friese Wold aangetroffen. 2.7 HOOGTE EN RELIËF 2.7.1 NOORDELIJK TRACÉ In het noordelijk tracé komt op een aantal plaatsen een zichtbaar aanwezig reliëfverschil voor. Dit is in het natuurgebied het Wijnjeterper Schar en tussen de Peelrug en de Moskoureed. Het reliëf in het Wijnjeterper Schar zijn twee hogere zandruggen, die nu ten westen van het bestaande tracé duidelijke zichtbaar in het landschap liggen. Het hoogteverschil ten zuiden van de Peelrug is, in het landschap van het toekomstige tracé, duidelijk zichtbaar. Dit hoogteverschil wordt op dit moment minder goed ervaren, omdat er geen wegtracé doorheen snijdt. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 28

2.7.2 MIDDENTRACÉ Het gebied rondom de aansluiting t West (nabij Donkerbroek) is een polder en ligt relatief laag ten opzichte van het omliggende landschap. Het beekdal van de Tsjonger is ook lager gelegen dan de omgeving daarvan. Niet natuurlijk, maar wel opvallend zijn de begroeide bulten aan de zuidkant van het beekdal van de Tsjonger. 2.7.3 ZUIDELIJK TRACÉ Het Drents Friese Wold is, van het gehele gebied, het hoogst gelegen. In het Drents Friese Wold volgt het huidige tracé de bestaande hoogten in het bos. Hierdoor is het aanwezige reliëf in het eerste gedeelte van het bos (vanaf Terwisscha tot en met de eerste, open heideplek) goed zichtbaar. Dit beeld geeft het bos zijn unieke karakter. Het reliëf geeft een natuurlijke uitstraling. Het tweede gedeelte van het bos is duidelijk minder qua beleving en heeft meer de uitstraling van een systematisch aangeplant bos. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 29

Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 30

3 Uitgangspunten 3.1 INLEIDING Voordat begonnen is met het opstellen van een visie, is onderzocht wat in de diverse beleidsstukken en rapportages over de weg en de ligging in het landschap is gezegd. Er zijn degelijke onderzoeken verricht naar de N381 en de consequenties en uitwerkingen van diverse thema s op verschillende schaalniveaus. De context voor de onderzoeken en beleidsstukken zijn enerzijds het Landschapsbeleidsplan Zuidoost Friesland (2004 2014) en het Streekplan Fryslân 2007, anderzijds de wettelijke Milieueffectrapportage (m.e.r. procedure) waarvoor verschillende alternatieven voor de N381 Drachten Drentse grens zijn ontwikkeld en op effecten zijn beoordeeld. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de diverse, bestaande rapportages zijn doorgenomen en vertaald zijn in een uitgangspuntennotitie. De uitgangspuntennotitie is, samen met de landschapanalyse uit hoofdstuk 2, als basis gebruikt voor het opstellen van de visie. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 31

3.2 WERKWIJZE Alle bestaande rapporten over het gebied en de N381 zijn in eerste instantie gelezen. Vervolgens zijn van ieder rapport de bevindingen opgesteld. Deze bevindingen zijn op de volgende elementen uitgewerkt: Landschap (naar landschapstype) Cultuurhistorie (elementen en lijnen) Recreatie (routes en knooppunten) Ecologie (bermen, beplantingen, verbindingen) Overig (wat niet onder één noemer valt) De bevindingen van ieder rapport op de verschillende thema s zijn in een matrix uitgewerkt. Zo kon worden gezien of er rapporten waren die hetzelfde beweerden over een thema. Deze zijn als overeenkomsten benoemd. Ook kon worden gezien of er rapporten waren die tegenstrijdigheden beweerden over een thema. Deze zijn als conflicten aangemeld. Voor een aantal onderdelen in het studiegebied zijn in de rapporten geen uitwerkingen of randvoorwaarden gevonden. Deze zijn als witte vlekken benoemd. Voor een aantal essentiële witte vlekken wordt apart een visie opgesteld. Op basis van de overeenkomsten, conflicten en witte vlekken zijn nog een aantal aanvullende uitgangspunten (voortkomend uit beleidsdocumenten) toegevoegd. De uitgangspuntennotitie is dus een combinatie van vastgesteld beleid en andere onderzoeken. De uitgangspunten zijn, voor de leesbaarheid, gerubriceerd op dezelfde thema s als de landschapsanalyse. Vervolgens zijn de uitgangspunten gebruikt voor het opstellen van de inpassingsvisie en de uitwerking daarvan in concrete maatregelen. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 32

3.3 LANDSCHAP De landschapstypen in Zuidoost Fryslân en de ontwikkelingsgeschiedenis moeten herkenbaar blijven; De ruimtelijke kwaliteit en de landschappelijke karakteristieken moeten versterkt worden; De landschapstypen zijn richtinggevend bij weginpassing (de weg is geen autonoom element); een continu wegbeeld heeft de voorkeur, de verschillende landschapstypen vormen een vertrekpunt bij de inpassing van de weg; Elk landschapstype betekent niet een andere identiteit van de weg, combineren ligt voor de hand; hiervoor wordt een koppeling gemaakt met de kernkwaliteiten, die voor meerdere landschapstypen tegelijk gelden; De herkenbaarheid van beeklopen en beekdalen in het landschap moet worden vergroot; beekdalen en beeklopen openen door beplanting te verwijderen; Voor boscompensaties wordt de Boswet gehanteerd; met de invulling van de boswetcompensatie moet flexibel worden omgegaan; dit betekent dat de locaties van compensatie flexibel kunnen worden ingevuld; De landschapsindeling van het Landschapsbeleidsplan Zuidoost Fryslân wordt gehanteerd; Het handhaven en versterken van het contrast tussen de meer besloten dekzandruggen (met heide en woudontginningen) en de open beekdalen; Het handhaven en versterken van de diversiteit op de woud en heideontginningen door verschillen in reliëf en verschillen in dichtheid van houtsingels en bosschages; Het ontwikkelen van houtsingels, bosstroken en laanbeplantingen in het woudontginningsgebied; De N381 zoveel mogelijk met de kavelrichting (noord zuid) mee te laten lopen. 3.4 CULTUURHISTORIE Versterk historische lijnen als de Opsterlânske Kompanjonsfeart door deze ten minste eenzijdig te beplanten (met zo weinig mogelijk kruisingen); Een aantal kerken, Ontwijk, de Opsterlânske Kompanjonsfeart en het aanwezige reliëf worden gebruikt in de oriëntatie vanaf de weg; Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 33

Structurerende elementen of de relatie van het structurerende element met de omgeving zo min mogelijk te doorkruisen en herkenbaar te houden (bijvoorbeeld Ontwijk); De structurerende elementen of lijnen te versterken (bijvoorbeeld Weinterp en de Opsterlânske Kompanjonsfeart). 3.5 RECREATIE Recreatieve routes langs de beek en langs historische lijnen (Leidijk, Opsterlânske Kompanjonsfeart) zijn mogelijk, behalve aan het Âlddjip vanwege de natte ecologische verbindingszone. 3.6 ECOLOGIE Beekdalen zijn steeds de belangrijkste ecologische verbindingen; De voorgestelde maatregelen bestaan uit ecologische verbindingen/faunavoorzieningen; Het verslag van 28 januari 2008 van de werkgroep Compensatiepakketkeuze N381 Drachten Drentse grens geldt als uitgangspunt voor de compensatie van natuur. 3.7 OVERIG Afhankelijk van de situatie en locatie wordt de oplossing voor wegafwatering gekozen; Er wordt, tijdens de uitwerking, contact gezocht met het Wetterskip Fryslân over het gebruik van bermsloten en de mogelijkheid om bermsloten en verkavelingsloten mogelijk samen te laten vallen. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 34

4 Visie 4.1 INLEIDING Uit de vorige hoofdstukken kunnen we constateren dat er op hoofdlijnen veel over de weg (N381) en de omgeving is gezegd. De basis voor de landschappelijke visie voor de inpassing van de N381 zijn de landschapstypen en hun karakteristieken. Deze karakteristieken zijn eerder als kernkwaliteiten benoemd. Het Streekplan Fryslân 2007 geeft aan dat de kernkwaliteiten leesbaar en herkenbaar moeten worden en blijven. 4.2 VISIE OP HOOFDLIJNEN De landschappelijke inpassing van de N381 is gebaseerd op de wijze waarop het onderliggende landschap is opgebouwd. De weg laat landschappelijke karakteristieken (opnieuw) tot hun recht komen en vormt een aantrekkelijke en herkenbare verbinding van A naar B. Bij de inpassing van de N381 wordt er gestreefd naar het creëren van een verbinding tussen het autonome karakter van de weg en de landschappelijke kwaliteiten, die de identiteit van het gebied karakteriseren. Met andere woorden het verweven van de lijn in het landschap. De landschappelijke inpassing van de weg vindt plaats door de karakteristieken van de omgeving te versterken in plaats van het beplanten van de weg met als doel: de N381 herkenbaar in het landschap van Zuidoost Fryslân. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 35

4.3 LEESBAAR EN HERKENBAAR LANDSCHAP De landschappelijke inpassing van de N381 zal de kernkwaliteiten van het landschap behouden waar dat kan en het landschap versterken waar mogelijk. Het resultaat is een leesbaar en herkenbaar landschap, zowel vanuit het perspectief van de weggebruiker als de bewoners en gebruikers van het gebied. De weg wordt verweven met zijn omgeving, de ontwikkelingsgeschiedenis wordt herkenbaar en de oriëntatie wordt vergroot. De grote verscheidenheid aan landschapstypen, die het gebied zeer afwisselend maken, is hierbij leidend. De karakteristieken ofwel kernkwaliteiten van de landschapstypen worden in stand gehouden en waar mogelijk versterkt. De landschapstypen hebben verschillende, maar ook een aantal overeenkomstige kernkwaliteiten. De kernkwaliteiten van de verschillende landschapstypen leiden voor de weg tot een aantal inpassingsprincipes. Per voorkomend landschapstype worden hieronder de toekomstige beleving en toe te passen principes beschreven vanaf de weg (landschapsbeeld): Hoogveenontginning Het landschapsbeeld vanaf de N381 wordt bepaald door de rechtlijnige, blokachtige structuur en doorzichten op open landschap. Elzensingels op de randen van de perceelsgrenzen benadrukken de schaal van het landschap en de ontginningsrichting. De bosblokken binnen de huidige perceelsgrenzen passen in de grotere maat van deze ontginning en werken als schaalelementen. Open ruimtes tussen boscomplexen en elzensingels zorgen voor doorzichten op het achterliggende landschap. Woudontginning Het afwisselende en kleinschalige, besloten landschapsbeeld rond de N381 is leidend. Houtwallen en houtsingels versterken de ontginningsrichting en komen in verschillende breedtes, lengtes en dichtheden voor. Open ruimtes tussen de beplantingselementen zijn noodzakelijk, zodat doorzichten op het achterliggende landschap gehandhaafd blijven. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 36

Heideontginning Karakteristiek is het afwisselende landschapsbeeld dat wordt gevormd door verschillen in reliëf, heideterreintjes en bos en het verschil in dichtheid van houtsingels en elzensingels op natte delen. Heidegebieden lopen door tot aan de N381 en singels en houtsingels liggen evenwijdig aan de verkavelingrichting en de N381. Pingoruïnes vormen binnen dit landschapstype markante elementen, waar met het wegtracé rekening mee wordt gehouden. Beekdalen Het landschapsbeeld bij de beekdalen wordt bepaald door de openheid en het natuurlijke karakter. De beeklopen van het Âlddjip en het Kleindiep vormen, haaks op de N381, herkenbare kruisende lijnen in het landschap. De openheid wordt versterkt door het contrast met de verdichte flanken op de zandruggen. Hierdoor is de openheid van de beekdalen vanaf de N381 optimaal beleefbaar. Essenlandschap Het landschapsbeeld wordt bepaald door het kleinschalige, grillige karakter dat sterk contrasteert met de strakke lijn van de N381. De grillige landschapsstructuur wordt gevormd door de begrenzing van kleine beekdalen en escomplexen. Vanaf de N381 heeft men doorzichten naar de hoger gelegen essen. Drents Friese Wold Vanaf de N381 wordt het gemengde, dichte en donkere bos afgewisseld met open plekken bestaande uit heide en vennen en het aanwezige reliëf optimaal beleefd. 4.4 BOUWSTENEN Als onderdeel van leesbaar en herkenbaar landschap zijn voor de inrichting van de weg en de directe omgeving onafhankelijke bouwstenen opgesteld. Samen vormen deze vijf bouwstenen de basis voor een passende en zorgvuldige inpassing in het landschap binnen de bestaande beleidskaders en rekening houdend met de wensen van belanghebbenden. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 37

De volgende bouwstenen zijn te onderscheiden: 1. Continu wegbeeld; 2. Cultuurhistorische lijnen als structuurdragers; 3. Zichtbaar reliëf; 4. Beeldbepalende natuurgebieden; 5. Oriëntatiepunten. 4.4.1 CONTINU WEGBEELD Er wordt onderscheid gemaakt tussen het wegbeeld, de inrichting van de weg en wegbermen, en het landschapsbeeld, de beleving van de omgeving van de weg. Anders dan bij het landschapsbeeld, dat afwisselend is als gevolg van de doorsnijding van verschillende landschapstypen, wordt in het wegbeeld van de N381 gestreefd naar continuïteit. Dit zorgt voor eenheid en herkenbaarheid binnen het gehele tracé. Basisprofiel noordelijk deel Het traject Drachten tot en met Donkerbroek wordt enkelbaans uitgevoerd met een ruimtereservering om er op termijn een dubbelbaans autoweg van te kunnen maken. Het nieuwe tracé volgt voor een deel de oude weg. Huidige situatie Geplande situatie korte termijn Geplande situatie lange termijn Enkelbaans autoweg Dubbelbaans autoweg Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 38

Basisprofiel middendeel Het basisprofiel voor het middendeel krijgt een heel nieuw traject en wordt enkelbaans uitgevoerd. Basisprofiel zuidelijk deel Het traject Oosterwolde Drentse grens blijft enkelbaans. Huidige situatie Geplande situatie Enkelbaans autoweg In het basisprofiel voor het gehele traject worden langs de N381 obstakelvrije gras bermen gerealiseerd. In sommige gevallen wordt er bewust gekozen om dit continue wegbeeld te onderbreken. Hierdoor kan de weggebruiker een mentale kaart maken van de N381, waardoor de oriëntatie en de leesbaarheid van het landschap worden vergroot. Een mentale kaart geeft aan hoe de persoonlijke perceptie van een persoon is van zijn geografische omgeving, de manier waarop hij zijn ruimtelijke omgeving structureert. Het is geen geografische kaart, maar een representatie van het beeld dat een individu in zijn gedachten heeft. De landschapsvisie stuurt bij de vorming van de mentale kaart. De plekken en gebieden, die afwijken van het basisprofiel, zullen namelijk hoogstwaarschijnlijk onderdeel gaan uitmaken van de mentale kaart van de weggebruiker. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 39

Kruisingen Waar wegen elkaar kruisen, wordt de onderlinge relatie verder verduidelijkt door de autoweg en de lokale wegen een eigen, consistent en herkenbaar karakter te geven, afgestemd op de beleving bij de verschillende snelheden. Kunstwerken Op het traject wordt de N381 door een aantal kunstwerken boven het maaiveld getild of onder het maaiveld gebracht. Om de relatie tussen de kruisende richtingen in het landschap inzichtelijk te maken, wordt er voor gekozen de kunstwerken in te zetten om de onderlinge verschillen te versterken. In de uitwerking van deze kunstwerken zal de nadruk komen te liggen op de horizontale belijning en technische uitwerking, die de snelheid en de lange, doorgaande lijn van de weg benadrukt. Brugdekken van de N381 zijn herkenbaar, maar bescheiden vormgegeven, zodat zij de beleving van het landschap vanuit de omgeving minimaal verstoren. Als de N381 een bijzondere landschappelijke structuur kruist, verwijst de vormgeving van kunstwerken hiernaar. Bij de kruisende, landschappelijke wegen ligt de nadruk op een verticale belijning en een op de menselijke maat en beleving van de gebruiker gerichte uitwerking. In de architectonische vormgeving van de tunnels is de oriëntatie van de gebruiker van ondergeschikt belang; deze bevindt zich al op een herkenbare route in het landschap. Vanaf de weg zijn de onderdoorgangen niet waarneembaar. Er zal dan ook vooral aandacht moeten worden besteed aan het creëren van een sociaal veilige situatie. De eerder genoemde vormgeving met een nadruk op verticale lijnen zal de onderdoorgangen visueel hoger en korter maken. 4.4.2 CULTUURHISTORISCHE LIJNEN ALS STRUCTUURDRAGERS Belangrijke cultuurhistorische lijnen vormen de dragers van het landschap. De N381 doorsnijdt deze lijnen. Van belang is dat de relatie tussen de cultuurhistorische lijnen aan beide zijden van de weg in stand wordt gehouden. Deze doorgaande lijnen krijgen daarom visueel ruimtelijk voorrang op de N381, zodat de lijnen over de weg heen doorlopen. Dit komt tevens tot uiting in de kunstwerken door de bruggen, die de landschappelijke structuur dragen, een eigen identiteit te geven, herkenbaar vanaf de N381. Bij onderdoorgangen zullen vooral de landschappelijke ingrepen de herkenbaarheid van de cultuurhistorische lijnen benadrukken. De architectuur van de Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 40

kunstwerken speelt hierin geen wezenlijke rol voor de beleving vanaf de N381. Kunstwerken gekoppeld aan de cultuurhistorische wegen krijgen een op de menselijke maat en beleving van de gebruiker gerichte uitwerking, ondersteund door een verticale belijning. Vaarten Het ensemble van de Opsterlânske Kompanjonsfeart, bestaande uit het totaal van de vaart, de beplanting en boerderijen wordt visueel benadrukt. Zowel vanaf de N381 als vanuit het landschap vormt de vaart een markante structuurdrager. Hierbij verdient het ontwerp van het talud en het kunstwerk bij de kruising over de Opsterlânske Kompanjonsfeart extra aandacht. Het is wenselijk om het kunstwerk van de N381 over de Opsterlânske Kompanjonsfeart iel te dimensioneren (de overspanning niet te aanwezig te laten zijn), zodat het totaalensemble van vaart, beplanting en boerderijen visueel doorloopt. Een bescheiden vormgeving van het brugdek van de N381 leidt de aandacht niet af en draagt daardoor bij aan de beleving van deze cultuurhistorische lijn. Omdat een totale overspanning van dit ensemble zal leiden tot een functioneel dik brugdek, wordt gekozen om de overspanning te ondersteunen met ranke tussensteunpunten aan weerzijden van de vaart. Een andere markante watergang die bij het nieuwe tracé zeer duidelijk zichtbaar wordt, is de Tsjonger. Bij de gekozen variant voor het middendeel, wordt het beekdal van de Tsjonger extra waarneembaar en zichtbaar. Het gekozen tracé biedt kansen voor een brede natuurontwikkelingstrook waarin diverse functies hun plek krijgen. Bij de kruising van de N381 over de Tsjonger verdient het kunstwerk eenzelfde benadering als die van de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Bebouwingslint met functie als gebiedsontsluitingsweg De belangrijke ontginningslijnen Weinterp en t West zijn in de toekomstige situatie gebiedsontsluitingswegen omdat de weg voor buurtschappen, dorpen en het buitengebied de meest directe toevoerwegen worden van en naar de N381. Door het historische, structuurbepalende karakter, in combinatie met het intensieve gebruik, is het wenselijk de doorgaande lijn niet te onderbreken en voorrang te geven boven de N381. De N381 zal deze weg daarom onderkruisen. Een markante vormgeving van het brugdek Weinterp doet recht aan het belang van de ontginningslijn en helpt de autombilist op de N381 zich te oriënteren. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 41

Ontginningswegen De oude ontginningswegen, haaks op de N381, vormen met hun laan en wegbeplantingen belangrijke dragers van de landschapsstructuur. In de nieuwe situatie blijft deze doorgaande structuur zichtbaar. De laanbeplantingen worden versterkt. De beplanting wordt zo ver mogelijk doorgetrokken tot aan de N381, waardoor de doorgaande structuur zichtbaar blijft. Het betreft de volgende cultuurhistorische wegen: Selmien West (buiten plangebied); Bûtewei (Ureterp); Bûtewei (Wijnjewoude); Weinterp; t West (Donkerbroek); Bûterheideveld. 4.4.3 ZICHTBAAR RELIËF De N381 volgt zoveel mogelijk de hoogteligging van het landschap. Hierdoor maakt de weg voor de weggebruiker en de landschapsgebruiker visueel onderdeel uit van zijn omgeving. Op enkele plekken, ter hoogte van Wijnjeterper Schar, de Peelrug en het Drents Friese Wold komt karakteristiek reliëf voor, dat door de N381 deels wordt doorsneden. Hier is het wenselijk om het reliëf zichtbaar en ervaarbaar te maken voor de automobilist. In de kunstwerken kan dit zichtbaar gemaakt worden door keerwanden langs de N381 het profiel van het maaiveld te laten volgen. Waar de N381 hoger ligt dan de omgeving kan de weg een mooi uitzichtpunt over de omgeving vormen. Landschappelijke inpassingvisie N381Drachten - Drentse grens E02041.000008 ARCADIS 42