Copyright 2004 indianencursus@yahoo.com



Vergelijkbare documenten
Overzicht en foto s oud Hollands spelen

Oud Hollandse spellen

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent:

Uitspanning Het Klaverblad Holstweg 44a Olst. Binnenspelen

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

DE WEK Programma Site De olympische spelen. De Olympische Spelen. Pagina 1 van 1

Balspelen. Beschrijving van de activiteit

Volkspelen. Korte inhoud:

Overzicht en foto s oud Hollands spelen 2014

TOP-SAMENWERKINGSSPELEN

LES 9. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, klimmen, mikken DOELSTELLINGEN:

werkblad Basisopstelling 2 Vak 1 Glijden en klimmen Vak 2 Rollen op verhoogd vlak 1 Vak 3 Doeljagerbal Materiaal

Per straatspeeldag staan er 5 spellen in. Er kan zelf gekozen worden welke spelen gepast zijn voor de doelgroep bij jullie in de straat.

Estafettespelen. Beschrijving van de activiteit

LES 3. GROEP 3 t/m 8 HANDBAL. DOELSTELLINGEN:

Volksspelen uitleendienst

Spelregels. Het spelen van levend ganzenbord

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

Heeft u tips of suggesties! Laat het ons weten.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL DOELSTELLINGEN:

14.5. Impressie / Plattegrond

BLIJ MET EEN EI. Blij met een ei, april 2011 Speel-o-theek De Dobbelsteen

Teamleden: Teamleden: punten totaal. punten totaal

MaVoLyMpIcS 23 februari

Hamertjesspel. Puntentelling: Tel het overgebleven aantal punten op. De spelers met het meeste aantal punten is de winnaar.

Bungelende emmer. Benodigdheden: emmertje, touw, kleine ballen Aantal spelers: 3+ Voorbereiding : geen Leeftijd: 4+ Soort: spel

15 min. Stick Skills - Dominante hand hoog (3/4 de van de stick) - Andere hand helemaal bij het uiteinde van de stick

MODULE FLAGFOOTBAL TWEEDE FASE

Draaiboek en verloop sportdag vrijdag 29 april 2016

Prinsen en prinsessen les 4. Doelen:

Kasteelrace. Commando E.B/A.V.H.

De specifieke onderdelen

Bal in de hoepel gooien

Twintig keer fijne motoriek in de gymzaal

DE JUISTE AFDELING. Doelstellingen: Verloop: Materiaal: Welk spel hoort bij welke afdeling? Duur: Contactpersoon: Contactgegevens:

Sport van het jaar

De pictogrammen zijn geordend per soort spel. Elke speluitleg heeft dezelfde structuur:

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk?

playbook SPRINGSAUTE TIKTOUCHE BEESTBETE DARTFLECHE


Prinsen en prinsessen les 8. Doelen:

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

SPORTDIENST WAREGEM MEERSSTRAAT WAREGEM Tel.: fax: info@waregemsport.be

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

Methodieken en werkvormen Module 9: Presenteren en uitleggen van activiteiten - Spelleiding

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 3 4

LES 34. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, tikspelen, Stoeien. DOELSTELLINGEN:

DAS BEURS 2019 EILANDENRACE 4 OP 1 RIJ

LUDUS DELTA. Doe twee Romeinse passen (ongeveer 3m) achteruit vanaf de basis van de driehoek. Trek daar een lijn waarachter de spelers zich opstellen.

LES 15. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Stoeispelen, Tikspelen.

(nodig: een basketbal, een basketbalring, een stopwatch)

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Oranje slingers. Stofzuigen bij Maxima & Willem-Alexander. Speluitleg: Speluitleg:

Lesonderwerp Passen en vangen. Sam Allemeersch

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6

Methodieken en werkvormen Module 9: Presenteren en uitleggen van activiteiten - Spelleiding

2 uur (+ 30 minuten douchegelegenheid)

Introductiebasis Duokorfbal ACTIVITEIT ARRANGEMENT REGELS Éénderde van het veld bij ong. 8 kinderen,

POULEINDELING GROEP 5 & 6

ESTAFETTE (1) BEGELEIDING

Oud Hollandse buitenspelen spelen voor teams of voor in een spelcircuit

Koningsspelen 26 april Basisscholen Hollands Kroon Schagen Den Helder

POULEINDELING GROEP 5 & 6

INSPIRATIEBUNDEL PROEVEN HELD VAN T VELD

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

Verhuur Volksspelen De Ware Vrienden

Groep 3/4 - De leerlingen houden de hockeystick op de juiste manier vast. - De leerlingen kennen de regels wat betreft de veiligheid van hockey.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL

Prinsen en prinsessen les 5. Doelen:

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL.

BINNENSPEL: KORTE REGENSPELEN

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8

Lach je rijk. Dag: 10 - gezelschapsspelletjes Groep: Vendels

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Op vakantie les 8. Doelen: punt. vindt.

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen

Uitgeverij Schoolsupport

1. CLINIC met SNAG clubs en doelen. 15 min - Estafette slalom (Spelenderwijs Leren 1: les 01) met Rollerama

KINDER- FEESTJES MET EEN VERHAAL

ALGEMENE SPELREGELS FUNNY NUTS RUSH. Om de onderlinge vrede wat te bewaren, wil ik even de aandacht vestigen op een aantal algemene spelregels:

LES 31. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, Hardlopen, Mikken. DOELSTELLINGEN:

Oefeningen voor beenspieren

Lesbrief 5 VEILIG LEREN VALLEN VOOR LEERLINGEN IN HET BASISONDERWIJS

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen.

kan doen draaien zoals het hoort!

Carnavalsschilderij: Doel: Het stimuleren van de fijne motoriek en de hand oog coördinatie. Materiaal: Schilderspapier Verf Kwasten Plakband Schorten

Gymrooster groep 3 Opgesteld voor 20 weken, dus twee keer in het jaar uitvoeren Elske Schudde CZ 09/10

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie

STOEP- RANDEN

Reglement Diksmuidse zevenkamp caféspelen

01. Smashen op voorwerp

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan

Werkstuk LO Tikspelen

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

Als eerste mag Vlinder op zoek gaan naar de eerste opdracht. Op het plaatje kun je zien waar je moet gaan zoeken.

Schoolzwemmen. Leerlijnoefeningen Ondiep Diep Benodigdheden Aandachtspunten. Klimmen op een drijvende mat en vervolgens gaan staan.

Calcimatics start steeds met een opwarming. Zo is de overgang dan niet-bewegen naar actief worden niet te bruusk en voorkom je letsels.

Transcriptie:

Indiaanse Spelen Copyright 2004 indianencursus@yahoo.com

Inhoudsopgave...1 1. ZONDER MATERIAAL...3 1.1 RACE...3 1.2 GEVANGENE...3 1.3 CHOOM CHOOM SPEL...3 1.4 ZEEHONDRACE...3 1.5 VOGEL...3 1.6 KIKKER...3 1.7 WORSTELEN...4 1.8 SLANGTIKKER...4 1.9 TOKELECON KIN (FOLLOW THE LEADER)...4 1.10 TRAMPING THE BEAVERS...5 1.11 APACHE RELAY (DOORVERTELLEN)...5 1.12 NATUURGELUIDEN...5 2. MET INDIAKA...6 2.1 INDIAKA OP STOK...6 2.2 INDIAKA OP STOK 2...6 2.3 NETBAL...6 2.4 NETBAL MET INDIAKA EN LAKENS...6 3. MET EEN PLUIM...7 3.1 NAVAJO FEATHER...7 3.2 VERENVOETBAL...7 3.3 PLUIMENTOCHT...7 4. GROTE SPELEN...8 4.1 THE LITTLE BROTHER OF WAR...8 4.2 ARROW TOSS...8 4.3 DOUBLE BALL (SHINNY)...8 4.4 MUD STICKS...8 4.5 SCHIJF EN KRUIS...9 4.6 SLINGEREN...9 4.7 AWL GAME (Grond-Darts)...9 4.8 KNIKKERSPEL...10 4.9 RIETJES (MECANO):...10 4.10 BLINDEMAN...10 5. MET STOK...11 5.1 ZEEHONDEN TREKKEN...11 5.2 BUIT DRAGEN...11 5.3 BALKEN...11 5.4 TWIG MATCHING...11 6. MET HOEPEL...12 6.1 HOEPELRACE...12 6.2 GRIZZLY BEAR...12 7. GOKSPELEN...13 7.1 MOCASSIN GAME...13 7.2 DOBBELSTENEN...13 2

1.. ZONDER MATERIIAAL 1.1 RACE Onbepaald aantal spelers Op 1 been racen. Je mag op vaste punten wisselen van been. 1.2 GEVANGENE minimaal 10 spelers De gevangene moet uit een cirkel breken. Hij/zij mag enkel uitbreken door de kring te doorbreken (niet boven of onder armen door). 1.3 CHOOM CHOOM SPEL minimaal 6 spelers Elk team gaat in een rij staan en iedereen houdt elkaar bij de heup vast. bedoeling is om per team zo diep mogelijk naar voor te buigen zonder te vallen. 1.4 ZEEHONDRACE minimum 2 spelers Als zeehond (handen in vuistvorm of vlak) en op de ellebogen voortbewegen tegen elkaar racen. De romp mag nooit hoger komen dan de schouders. Oefening op vangen van zeehonden. 1.5 VOGEL 4 spelers Eén persoon strekt armen en benen en moet als een plank verder gedragen worden door 3 andere personen. Diegene die het langste stijf kan blijven wint. 1.6 KIKKER Onbepaald Gehurkt als kikker zitten en geknield en zo ver mogelijk rechtspringen met beide voeten naast elkaar en zonder te vallen 3

1.7 WORSTELEN 2 spelers a. Hoofd boven hielen: twee speler zitten met de voeten tegenover elkaar, ze zetten zich recht en haken armen en benen in elkaar. Bedoeling is van de andere persoon over je rug te gooien. 0 0 \/\_/\/ b. Rugworstelen: deelnemers worden rug tegen rug rechtopstaand gezet en tegen elkaar gebonden. De bedoeling is van de andere over je rug te gooien. 0 0 = _ _ c. Stok/vingerworstelen Als touwtje trekken maar dan met een stok of middelvinger. Bedoeling is de andere over de lijn te trekken. d. Elleboogworstelen De ellebogen in elkaar haken en elkaar over de lijn trekken (al zittend, 1 been in elkaar gehaakt) e. Beenworstelen Spelers liggen naast elkaar. De ene op zijn buik, de andere op zijn rug. Na drie keer het been op te heffen mogen ze enkel met de benen in elkaar haken en trachten elkaar te laten omkeren 1.8 SLANGTIKKER meer dan 4 spelers Op een lijn gaan staan met de handen in elkaar. De persoon aan het begin van de cirkel moet de laatste proberen aan te tikken. De getikte persoon is de volgende jager, de vorige jager zet zich in het midden van de lijn. 1.9 TOKELECON KIN (FOLLOW THE LEADER) 10 tot 40 spelers Iedereen moet in een rij gaan staan en nadoen wat de eerste persoon doet. Bedoeling is dat de leider een buitengewoon ingewikkeld en moeilijk parcours aflegt over balken, hekken,... 4

1.10 TRAMPING THE BEAVERS 10 tot 50 spelers Baken en terrein af (maximum grootte een voetbalveld). Jagers liggen slapend naast elkaar op de grond. Bevers wandelen in een cirkel rond de jagers en zeggen Vang de bevers. Vanaf dat de eerste jager rechtschiet gaan de bevers lopen. Elke jager tikt maximum één bever. Wanneer alle jagers een bever gevangen hebben, keren de rollen om 1.11 APACHE RELAY (DOORVERTELLEN) 6 tot 100 spelers in twee ploegen Verdeel het team in 2 ploegen. Elk lid staat op ongeveer 50 meter van elkaar op een lijn. De eerste 2 staan samen en krijgen van de leider een eenvoudige vraag. De eerste loopt naar de 2de en verteld de vraag door, de tweede loopt naar de 3de enzovoort. De laatste loopt naar de leider en geeft het antwoord op de vraag. 1.12 NATUURGELUIDEN 2 tot 40 spelers Elke groep probeert binnen 5 minuten een lijst met zoveel mogelijk natuurgeluiden vast te leggen (bv regendruppel, kraai, koe, ekster, vrachtwagen, haan, kip, bladeren van boom, specht, roofvogel, merel,...) Niet natuurlijke en menselijke geluiden tellen niet. 5

2.. MET IINDIIAKA 2.1 INDIAKA OP STOK 1 speler De indiaka, geplaatst op een stokje van 10,20,30 cm. Opspringen, met 1 voet de indiaka van het stokje schoppen, en met dezelfde voet terug landen. Zo hoog mogelijk. (zoals bij de karate kid) VARIANT: hetzelfde met 2 voeten naast elkaar. 2.2 INDIAKA OP STOK 2 1 speler De indiaka, geplaatst op een stokje van 10,20,30,40 cm. Persoon staat in pomphouding (enkel handen en voeten raken grond). Doel is met 1 hand de indiaka eraf gooien terug in positie komen. Zo hoog mogelijk. 2.3 NETBAL 2 tot 12 spelers Indiaka, Een net/touw scheidt 2 afgebakende terreinen Bedoeling is de indiaka over het net binnen de terreingrens van de andere ploeg te krijgen. VARIANT: Met lacrosse rackets lijkt dit spel op het huidige badminton 2.4 NETBAL MET INDIAKA EN LAKENS 2 tot 12 spelers Indiaka, 2 dekens of lakens, touw (als net en als afbakening terrein) Zoals bij netbal worden 2 terreinen gescheiden door een touw of net. Elk team houdt een deken vast. De indiaka moet met het deken over het net gegooid worden. 6

3.. MET EEN PLUIIM 3.1 NAVAJO FEATHER Onbepaald Een pluim wordt aan het tipje met een paardenhaar (of een nylondraad als je alleen my little pony ter beschikking hebt) opgehangen Je laat de veer dansen met het paardenhaar. De rest moet de bewegingen van de veer imiteren. 3.2 VERENVOETBAL 2 tot 16 spelers, met 2 of 4 ploegen te spelen, of ieder voor zichzelf. Deken, veer (mag ook een donspluimpje zijn) Een deken wordt op de grond gelegd en een veer wordt in het midden naar beneden geworpen. Alle deelnemers moeten proberen om de veer te blazen over de rand van de overkant (de goal). Als ze hierin slagen scoren ze 1 punt. 3.3 PLUIMENTOCHT 2 tot 50 spelers, twee ploegen Zak met heel veel pluimen Het eerste team krijgt een zak pluimen mee, waarmee ze een weg uitstippelen. Het 2de team volgt het pluimenspoor en moet op het einde de verstopte eerste ploeg terugvinden. Aangezien pluimen geschenken zijn van de vogels verzamelt het tweede team terug alle pluimen onderweg. Pluimen moeten worden vastgelegd met steentjes, op weipalen, tussen takjes,... 7

4.. GROTE SPELEN 4.1 THE LITTLE BROTHER OF WAR 2 tot 100, 2 ploegen Stok van 4 meter met ring of mand Doel is het krijgen van een bal in een arendsnest op een stok (ongeveer 4 meter hoogte). Zoals basketbal maar dan met 1 doel. Oorspronkelijk alleen maar met de voeten de bal aanraken (mannen), vrouwen mogen de bal met de handen aanraken. 4.2 ARROW TOSS 2 tot 10 spelers 50 plastieken rietjes, klei of natte aarde De pijlen worden gemaakt door aan één kant van het rietje klei te stoppen. (Heb je enkel droog zand, dan kan je ook afplakken met tape). Elke persoon maakt 10 rietjes. Op de grond teken je een cirkel van ongeveer een meter doormeter. Twee stappen van de cirkel mag je gaan staan. Eén voor één gooien de spelers een pijl. De speler die een andere pijl raakt mag alle pijlen hebben. Het spel loopt tot iemand alle pijlen heeft. 4.3 DOUBLE BALL (SHINNY) 6 tot 40 spelers Een licht gebogen stok voor elke speler, een bal van krant gerold of 2 balletjes verbonden met koordjes. Shinny is zoals hockey, behalve dat er geen net in de goals staat. In het begin van het spel staan beide teams aan de goal en ligt de bal in het midden van het redelijk grote veld. Bedoeling is om de bal tussen de 2 palen van de andere ploeg te krijgen. Niemand mag met de stokken op elkaar kloppen. 4.4 MUD STICKS 10-50 spelers Normaal klei maar ook te spelen met papier maché Een bosspel met twee teams. Bedoeling is om een bepaald voorwerp in het kamp van het andere team te gaan halen. De grote klomp klei dient als kogels. Kleine bolletjes klei worden met een stokje gecatapulteerd naar 8

andere deelnemers. Diegene die geraakt wordt steekt zijn stokje in de lucht en gaat terug naar het kamp. 4.5 SCHIJF EN KRUIS 4 tot +/- 20 spelers (veld vergroten bij meer deelnemers) 2 schijven (bv onderleggers of borden), en stokken. Ploegen staan in een vierkant, afgebakend door 4 stokken (ongeveer 3 bij 3 meter). Dezelfde ploeg staat aan overliggende zijden. Doel is zo veel mogelijk schijven over te rollen naar de overburen. Punten tellen totdat de schijf niet meer over raakt of totdat de schijf onderschept wordt door een stok van de tegenpartij. A (schijven) +----+ B +----+ A B (stokken) VARIANT: Hoepel waardoor je een lompenbal gooit 4.6 SLINGEREN Onbepaald Slingers: Slingers worden gemaakt van onbewerkt leer, ofwel in de vorm van een vierkant, ofwel in diamantvorm. Hieraan worden 2 riemen bevestigd. De steen rondslingeren en één van de riemen lossen zodat de steen gecatapulteerd wordt. Doel is of zo ver mogelijk slingeren of iets bepaald raken, of langs een rivier zoveel mogelijk de steen laten ketsen op het water. 4.7 AWL GAME (Grond-Darts) 2 tot 10 spelers Dartspijltjes of kleine stokjes op zachte grond Twee cirkeltjes worden in elkaar gelegd (met hoepels of met een koordje) Met dartspijltjes kan er nul (buiten) 10 (grootste cirkel) of 50 (middenste cirkel) gescoord worden. De dartspijltjes kunnen zittend of rechtopstaand gegooid worden vanaf een bepaalde afstand. VARIANT: Zo dicht mogelijk bij het eerste pijltje komen. VARIANT: Samen per team zo snel mogelijk de stokken gooien in de vorm van een cirkel. 9

4.8 KNIKKERSPEL 2 tot 10 spelers Knikkers of keitjes, gaatjes maken in de grond of sneeuw. Vanaf een bepaald punt om de beurt een knikker gooien/rollen naar de gaatjes. De achterste gaatjes scoren het beste. 4.9 RIETJES (MECANO): 2 tot 8 spelers Een aantal rietjes die gekleurd zijn met een verschillende tekening zoals met bolletjes, zigzag, rechte lijn, schuine lijn of niets. Punten variëren van 1,5,10,15,20,25,30,35,40,45,50,55,60,65,70,75 Alle rietje worden op de grond gegooid en één voor één moet iemand een rietje wegnemen. Als er een ander rietje beweegt is de volgende aan de beurt. Je mag gebruik maken van een stoke om een rietje weg te peuteren. De eerste speler met 100 punten wint. Voor kleinere kinderen is het aangeraden om niet zoveel verschillende soorten rietjes te nemen. 4.10 BLINDEMAN 2 tot 10 spelers (afhankelijk van grootte cirkel) Blinddoeken en een lange stok voor elke speler Een groot been Een cirkel is afgebakend met keitjes. Elke speler staat geblinddoekt met de stok in de hand in de cirkel. Het been wordt in de cirkel geworpen. Elke speler probeert met behulp van de stok het been te vinden. Diegene die het been kan breken wint 10

5.. MET STOK 5.1 ZEEHONDEN TREKKEN 2 spelers lange stok Zoals koordtrekken, maar dan met de voeten naast elkaar en een lange stok. Je mag niet opnieuw herpakken. (=zeehonden uit het ijs trekken) 5.2 BUIT DRAGEN 3 tot 10 spelers Stevige stok De buit wordt gedragen met een borstelstok. Eén persoon hangt als buit aan de stok 5.3 BALKEN 2 spelers Cirkel afbakenen van ongeveer 7 meter diameter. Tegenstanders krijgen elk een balk van 5 meter / 10 cm diameter. Tegenstanders moeten elkaar of elkaars balk buiten het terrein krijgen. Het is enkel toegelaten om te duwen, niet om te draaien of slagen. 5.4 TWIG MATCHING 4 tot 40 spelers Een aantal stokjes/twijgjes wordt in twee gebroken voor elk team. De moeilijkheidsgraad kan je verhogen/verlagen door veel verschillende soorten takken met bladeren te nemen/ ook bloemen te nemen,... Er zijn 2 teams. Elk teamlid krijgt een deel van het stokje en moet in estafette proberen om het andere deel zo snel mogelijk te halen van een tafel (zijn eigen deel blijft in het kamp). Wanneer er een fout stokje terugkomt moet de persoon in kwestie direct opnieuw proberen. 11

6.. MET HOEPEL 6.1 HOEPELRACE 8 tot 50 2 hoepels Twee teams staan opgesteld in 2 rijen. De eerste van de rij heeft een hoepel. De hoepels worden doorgegeven door de hoepel over de volgende persoon in de rij te halen. Als de hoepel op het einde van de rij is moet de eerste naar achter lopen. Doel is om het eerst met de hele rij over een bepaalde grens te geraken. 6.2 GRIZZLY BEAR 6 tot 30 5 hoepels (of touwen), touw van 3 meter, 20 zakjes maïs of bonen Leg een kleine hoepel in het midden van het terrein. Leg 4 andere hoepels in de 4 windrichtingen op 8 passen van het midden (dit is voor 4 teams). Het midden is het hol van de beer. In het hol liggen 20 zakjes maïs of gedroogde bonen. Het hol wordt bewaakt door 2 beren die met een touw aan elkaar hangen. Doel van de 4 teams is het stelen van zoveel mogelijk maïs zakjes en het terugbrengen naar het hol. Iemand die getikt wordt moet terug naar zijn hol. 12

7.. GOKSPELEN 7.1 MOCASSIN GAME 2 tot 5 Minimum 3 schoenen, laarzen of mocassins De uitdager laat ongemerkt in één van de mocassins de steen vallen. De anderen moeten 1 voor 1 raden in welke mocassin dit was. 7.2 DOBBELSTENEN Minimum 2 Minimum 3 dobbelstenen Dobbelstenen zijn platte keien, platte plankjes,... waarbij 1 kant gemarkeerd is en de andere niet De spelers proberen eerst aan een bepaalde score te geraken met de dobbelstenen. Indiaanse dobbelstenen hebben normaal maar 2 kanten, je scoort dus alles of niets. Je kan wel dobbelstenen maken die meer waard zijn. Referenties: http://www.ankn.uaf.edu/ Alaska Native Knowledge Network games, WEIO Inc. Publications, 1995 http://collections.ic.gc.ca/games/chance/index.html Gokspelen, geraadpleegd op 20/04/2001 http://hsc.unm.edu/pathways/downloads/dwnloads.htm Modified American Indian Games, geraadpleegd op 03/04/2003 http://www.manataka.org/page185.html Native Games, geraadpleegd op 18/09/2003 13