VIER JARIGE HBO OPLEIDING INTEGRALE GENEESKUNDE VOOR THERAPEUTEN DE MENS CENTRAAL



Vergelijkbare documenten
Inhoud. Woord vooraf 1 1. Over de auteurs 1 2. Redactionele verantwoording 1 3 Curriculummodel 1 3 Didactisch concept Basiswerken 1 4

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen

In deze les leer je ook wat shock voor een lichaam betekent en hoe we dit kunnen behandelen.

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:

V5 Begrippenlijst Hormonen

Opleiding Matrix-kleurentherapie

Tractus digestivus externe secretie

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam

vwo hormoonstelsel 2010

Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006.

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan

Samenvatting Biologie Regeling

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Eigen vitality score:

Spijsverteringsstelsel. Anatomie. Mondholte Andere namen: Transportfunctie. Digestieapparaat Spijsverteringsapparaat

Biologie SE4. Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst:

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel

Theorie-examen Fysiologie april 2009

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44

Inhoud. Woord vooraf 9. Over de auteurs 11

Fysiologie / spijsvertering

Fysiologie / Hormonen Endocriene stelsel

H.6 regeling. Samenvatting

Fig De Leefstijlacademie

Bijlage 9. Toelichting op tabel indeling DKG s

Anatomie / fysiologie

Osteopathie is een manuele geneeswijze, wat inhoudt dat er geen apparaten aan te pas komen.

1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden

Onder de vraag kunt u de antwoorden aangeven. Wilt u dit doen in een andere letter kleur.

Vitamine E Vitamine E draagt bij tot de bescherming van cellen tegen oxidatieve stress

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

S C H I J F V A N V I J F

2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c.

Waar komt de naam Mesologie vandaan? De naam Mesologie is afkomstig van het Griekse woord mesos, wat midden betekent.

INHOUDSTAFEL. Woord vooraf 9. Pictogrammen 10. Kader: gezondheidspatronen volgens Gordon 11. Doelstellingen Het bewegingsstelsel 15

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel-reactie vaststellen

Declaratiecode Zorgproductcode Lekenomschrijving Totaal bedrag 14C Klinisch neurofysiologisch onderzoek bij Een aandoening van de

Bloed, Afweer en Infectieziekten

Samenvatting Biologie Thema 4:

In welke volgorde vindt deze deling plaats?

ECIWO GENEESKUNDE SPECIALISTEN TRAINING CURSUS

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?

Integrale lichaamsmassage

Declaratiecode Zorgproductcode Lekenomschrijving Kostentarief Honorarium Totaal 14C Klinisch neurofysiologisch onderzoek bij Een

Ontzuren en ontgiften

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel- reactie vaststellen

5,9. Samenvatting door een scholier 1581 woorden 10 april keer beoordeeld. Hypofyse. Tekening van de hypofyse:

- Is een centrale hormoonklier die zich net onder de grote hersenen bevindt en een doorsnee van ongeveer één centimeter heeft.

Mocht uw onderzoek er niet bij zijn dan kunt u contact opnemen door een mail te sturen naar contact@mdca.nl

Onder de vraag kunt u de antwoorden aangeven. Wilt u dit doen in een andere letter kleur.

Voor balans en herstel

Certe tarievenlijst 2019 huisartsenlaboratorium en klinische chemie. Aanvraag Specificatie NZA-code Code tarief Hematologie

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

Theorie - herexamen Fysiologie 23 mei 2008

Fysiologie / zenuwstelsel

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe 2015

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem

Psychosociale Basiskennis PLATO

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Ingrediënten: Vitaminen, mineralen, capsule (gelatine), anti-klontermiddel (magnesiumstearaat, siliciumdioxide).

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe 2016 (1 januari 2016 t/m 31 december 2016)

Multi Iron 120 tabletten Verkoopprijs 36,95

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe Tarieven per 1 januari 2013

Naam van de opleiding : Voeding en kwantumgeneeskunde Naam van de docent (en) : Dr. Saira Moeniralam

Tarieven 2014 Antoni van Leeuwenhoek Ingangsdatum: 1 april 2014

Referentiewaarden Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Eiwitten Eenheid Hond Kat Pancreas Darm Eenheid Hond Kat Bloedgassen Eenheid Hond Kat

KINESIOLOGIE CAM: COMPLEMENTAIRE & ALTERNATIEVE METHODE

ADDENDUM. Nederlandse Samenvatting

Normwaarde = is een waarde die je af leest, zoals bij de thermostaat, zie je 19 graden staan dan is dat de normwaarde. Zo warm moet het zijn.

Examen Medische Vakken

Deze tarievenlijst kan onvolkomenheden bevatten en hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

ANTWOORDEN COMMUNICATIE HOOFDSTUK 7

Hartfalen dubieus. Hartfalen onwaarschijnlijk

Gezondheidsverklaring

Ingrediënten: Vitaminen, mineralen, bioflavonoïden, enzymen, aminozuren, plantenextracten, capsule (gelatine), glucosamine 2KCl (schaaldieren).

Declaratiecode Zorgproductcode Lekenomschrijving Totaal bedrag 15A Diagnostiek bij Prostaatkanker 1.070,00 15A Behandeling

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2016

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe 2017 (1 januari 2017 t/m 31 december 2017)

Extra paragraaf. Hormonen

Mitochondriële ziekten

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2015

Algemene anatomie en fysiologie

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld

Orthomoleculaire suppletie

3 keer beoordeeld 15 maart Regelkring van de lichaamstemperatuur is homeostase. Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie.

Voetreflex, meridianen en 5 elementenleer

Inhoud. 10 Voorwoord 10

De 27 onmisbare vitaminen en mineralen

VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 3VMBO- BK Deel 1 en 2 KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week

Biologie ( havo vwo )

Transcriptie:

VIER JARIGE HBO OPLEIDING INTEGRALE GENEESKUNDE VOOR THERAPEUTEN DE MENS CENTRAAL VERSIE FEBRUARI 2012 OPDRACHTGEVER EN VERANTWOORDELIJK VOOR DE UITVOERING IN DE PRAKTIJK: NEW HEALTH ACADEMY

OPLEIDINGS CURRICULUM VOOR EEN VIERJARIGE BEROEPSOPLEIDING IN DE INTEGRALE GENEESKUNDE, MET HET ACCENT OP DE BIOFYSISCHE GENEESKUNDE. Ontwikkeld en samengesteld door: Dr. H.F. Dankmeijer Copyright 2012. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag, op welke wijze dan ook, uitgedragen of bekend gemaakt worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en samensteller. 2

INHOUDSOPGAVE VAN DE OPLEIDING INTEGRALE GENEESKUNDE VOOR THERAPEUTEN: Cursusopzet pagina 4 Literatuurlijst 7 Verantwoording en doelstellingen 9 Syllabus 12 Repetitie en huiswerk 12 Examen 13 Tijdschema cursusdag 1 e studiejaar 16 Studievakken 1 e studiejaar: Anatomie 19 Embryologie + Cytologie 21 Fysiologie 22 Pathologie 24 Biochemie + Endocrinologie + Natuurgeneeskunde 25 Schematisch overzicht van alle cursusdagen 1 e jaar 27 Tijdschema cursusdag 2 e studiejaar 39 Rubricering onderwerpen 2 e studiejaar 40 Cursusprogramma 14 studiedagen 2 e jaar 43 Cursusprogramma 14 studiedagen 3 e jaar 57 Cursusprogramma 12 studiedagen 4 e jaar 65 3

VIERJARIGE HBO OPLEIDING BIOFYSISCHE, INTEGRALE GENEESKUNDE VOOR THERAPEUTEN Cursusopzet, doelstellingen en gedetailleerde opgave van alle cursusdagen Cursusopzet: Deze HBO opleiding voor therapeuten biedt een garantie, dat men na behalen van de eindtoets in staat is de Biofysische geneeskunde op een verantwoorde wijze in de praktijk te brengen. Biofysische geneeskunde is deel van de Integrale geneeskunde, en wordt heden ten dage beschouwd als koepel geneeskunde met verbinding naar en inzichten over heel veel andere geneeskundige richtingen. De volledige opleiding duurt vier jaar, waarvan het eerste jaar de medische basiskennis bevat, nodig om als therapeut op een serieuze wijze werkzaam te zijn in een (para) medische praktijk. In dit eerste jaar wordt al, in tegenstelling tot andere opleidingen Medische Basiskennis voor therapeuten in Nederland, een duidelijke verbinding gemaakt met de Integrale Geneeskunde. De vervolgjaren zijn nieuw voor het Nederlandse taalgebied en kunnen dus niet vergeleken worden. Integrale geneeskunde is de resultante van de strikt reguliere geneeskunde met de alternatieve geneeskunde, ook wel complementaire geneeskunde genoemd. De reguliere geneeskunde is voor een ieder duidelijk: de kennis wordt aan een universiteit onderwezen en na het opdoen van de nodige ervaring wordt men arts met de bevoegdheid deze in de praktijk te brengen. Aan de handelingen van het arts zijn is een controle systeem met sancties verbonden. Het bijzondere van de geneeskunde in Nederland, maar ook in diverse andere landen, is dat het op zich een vrij beroep is, die toepasbaar is voor iedereen. Met een gering pakket aan kennis kan men al trachten de medemens te steunen. En dit houdt de nodige risico s in! Het is dan ook meer dan logisch om harde eisen te stellen aan mensen, die zich willen toeleggen op de zorg voor de zieke mens. 4

Om eisen te kunnen stellen, moet de mogelijkheid om aan die eisen te kunnen voldoen, gerealiseerd worden. Deze opleiding beoogt een evenwichtig pakket aan kennis en vaardigheden te bieden, opdat de paramedicus (niet-arts) weet, wat zijn mogelijkheden zijn, en wanneer hij advies of hulp moet vragen aan een arts of andere deskundige. Alternatieve geneeskunde wordt niet aan een universiteit onderwezen, het behoort dan ook niet tot het opleidingspakket van de Nederlandse arts. De naam alternatief geeft aan dat het anders is dan regulier, wat in feite juist is, maar het geeft ook aan dat het een alternatief voor de reguliere geneeskunde zou kunnen zijn. En dat is volstrekt en pertinent onjuist! Tot de alternatieve geneeswijzen behoren zeer veel mogelijkheden, die onderling vaak niet op elkaar lijken, maar alle hebben het doel in zekere mate verlichting van een kwaal of aandoening bij de mens te realiseren. Het aantal stromingen en richtingen is zeer talrijk, vermoedelijk een paar honderd totaal. Vele bestaan al lange tijd en zijn duidelijk ouder dan de reguliere geneeskunde. Zij kennen dan ook historische tradities, die soms vast verankerd zijn met de geneeskundige mogelijkheden van eeuwen her. In die oude tijd, in verschillende landen was zo n alternatieve richting de centrale geneeskunde. En toentertijd werden er ook resultaten in het proces tot genezing of verlichting bereikt. De westerse reguliere geneeskunde heeft zich ontwikkeld als een nieuwe benadering van geneeskundig denken en handelen, waarbij de waarde van een alternatieve richting niet is meegenomen. Er is echter een toenemende belangstelling voor de alternatieve geneeskunde, niet in het minst omdat de resultaten van geneeskundig handelen voor met name de chronische patiënt achterblijft bij de resultaten van de acuut zieke patiënt. Het kan echter nooit de bedoeling zijn of worden, dat alternatieve geneeskunde de reguliere geneeskunde gaat vervangen of op welke wijze dan ook, gaat innemen! Om dit proces heel duidelijk te maken, wordt bij de cursus vanaf dit moment niet meer gesproken over alternatieve geneeskunde, maar over complementaire geneeskunde. Een geneeskunde, die aanvullend 5

is op al het bijzondere wat binnen het regulier geneeskundige denken en handelen is bereikt. Voor Nederland en België is deze plaatsbepaling duidelijk en het is nu ook duidelijk dat reguliere geneeskunde op zichzelf kan staan, en de complementaire geneeskunde dit niet kan. Maar er zijn nog steeds twee benaderingen: regulier en complementair. Deze cursus probeert toch nog iets verder te gaan. Het is de bedoeling, vanuit de gedachte dat dit mogelijk is, om beide geneeskundige benaderingen in elkaar te schuiven. Het streven is te komen tot integratie, tot integrale geneeskunde. Een belangrijke complementaire richting is de Biofysische geneeskunde. Deze is onlosmakelijk verbonden met allerlei fysiologische, biochemische en pathologische omstandigheden, en dus diepgaand verankerd in de reguliere geneeskunde. Maar het is ook een nieuwe benadering, die inmiddels wetenschappelijk goed is onderzocht, en mede daardoor recht heeft op een eigen identiteit. Moge de doelstellingen en de cursus inhoud hier het bewijs voor leveren. H.F. Dankmeijer. 6

Geraadpleegde literatuur: Anatomie en fysiologie van de mens, L.-L. Kirchmann, herzien door G.G. Geskes en R.P. de Groot Elsevier gezondheidszorg Uitgave 2007, 15 e druk. Human Physiology, the basis of Medicine, G. Pocock en C.D. Richards Oxford University press Uitgave 1999, herdruk 2005. Langman s medische embryologie, T.W. Sadler, herzien door F. van Faassen en P.W.J. Peters Bohn, Stafleu, van Loghum Uitgave 1995. Basic & Clinical Endocrinology, F.S. Greenspan en D.G. Gardner The McGraw Hill companies Uitgave 2004. Therapie in de Interne Geneeskunde, A.E. Meinders, M.A. Boogaerts, D.W. Erkelens, P. Vermeij Elsevier Gezondheidszorg Uitgave 2003. Handboek Klinisch Chemische tests, Redactie J.M. Pekelharing en anderen Bunge, in opdracht Ziekenfondsraad 1995. Prescription for Nutritional Healing, P.A. Balch Penguin Books Ltd. Uitgave 2006. Bio energie, N. Westerman Rathega Uitgave 2006. 7

Integrale Geneeskunde, Overzicht en Prospect, R. van Wijk, C.W. Aakster Stichting Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde Uitgave 2006. Handboek energetische Geneeskunde, R. Gerber J.H. Gottmer & H.J.W. Becht Uitgave 1997. Biophysikalische Informations-Therapie, B. Köhler Verlag videel OHG Uitgave 2003. De Biologie van de Overtuiging, B. Lipton Ankh Hermes Uitgave 2007. Artsensyllabus voor Biofysische Geneeskunde, K.L. Liem, W.A. van Walt van Praag, H. Koning, H.F. Dankmeijer Stichting Opleiding Biofysische geneeskunde Uitgave 2007 en 2010. 8

Verantwoording en doelstellingen: De opleiding beoogt de volgende doelstellingen te hebben: De opleiding beoogt regulier geneeskundige kennis te integreren met kennis uit de complementaire geneeskunde, met het doel tot integrale geneeskunde te komen. De opleiding heeft naast een theoretisch karakter ook een duidelijk praktische opzet. De praktijk richt zich met name op de Biofysische geneeskunde. De opleiding wordt gegeven op HBO nivo. Het is een praktische opleiding gebaseerd op voldoende theoretische kennis. De opleiding gaat uit van de medische basisvakken zoals die aan de universiteit worden onderwezen: embryologie, anatomie, cytologie, fysiologie, pathologie, biochemie. De opleiding heeft voor de integratie met de complementaire geneeskunde gekozen voor een aantal richtingen, die in Nederland goed en onderbouwd aanwezig zijn: Natuurgeneeskunde, Biofysische geneeskunde, Homeopathie, Acupunctuur en Traditionele Chinese Geneeskundige, Psycho-Neuro-Immunologie en de Voedingswetenschappen. De opleiding heeft niet de intentie dat zij concurrerend is met specifieke opleidingen binnen de genoemde complementaire richtingen. Zij beoogt een praktische kennisoverdracht in de meest brede zin van het woord, wat de basis is van Integrale geneeskunde. Voor verdieping in één of meer specifieke richtingen wordt verwezen naar de specifieke doelgroepen en organisaties. De opleiding kent in het eerste jaar al een andere opzet, dan de andere in Nederland geaccrediteerde, medische basiscursussen en -opleidingen. Desalniettemin is het mogelijk voor studenten, die elders de medische basiscursus hebben behaald, in te stromen in het tweede cursusjaar. Om goed te kunnen aansluiten, volgen zij een extra, specifiek voor hen, samengestelde dag. De opleiding bevat in het eerste jaar niet alleen kennisoverdracht vanuit de vaste vakken, zoals anatomie, fysiologie en pathologie, die ook elders worden onderwezen, 9

maar enkele nieuwe vakken als embryologie, cytologie, biochemie en endocrinologie. De opleiding beoogt met de anatomie niet alleen de beschrijvende anatomie toe te lichten, maar ook een extra accent te leggen op die delen van het menselijk lichaam van belang voor de integrale geneeskunde. De opleiding beoogt met de fysiologie niet alleen de functies van lichaamssystemen te beschrijven, maar via dit vakgebied een verbinding te leggen met de Biofysische geneeskunde, zoals die vanaf het tweede studiejaar wordt gedoceerd. De opleiding beoogt met de pathologie niet alleen een overzicht te bieden van de veelheid aan ziekten en aandoeningen, maar vooral aandacht te vragen voor anamnese technieken en fysische diagnostiek. Hierdoor is er inzicht voor vroeg diagnostiek wat mogelijkheden kan geven tot eerdere verwijzing naar een arts. De opleiding beoogt met de embryologie de cursist dichter bij het wonder van het leven te betrekken. De opleiding beoogt met de cytologie de cursist niet alleen vertrouwd te maken met de celopbouw en celfunctie, maar ook met begrippen als celenergie, celgeheugen, celsymbiose, membraantransport, DNA regulatie, en collectieve samenwerking. De opleiding beoogt met de biochemie niet alleen kennis aan te bieden over laboratoriumdiagnostiek voor het aantonen van ziekten, maar ook over functies, onderlinge relaties en het begrijpen wat eenvoudig laboratorium onderzoek kan betekenen voor de integratie met de complementaire geneeskunde. De opleiding beoogt met de endocrinologie niet alleen een extra accent op hormonen binnen de biochemie te vragen, maar met name te focussen op de unieke regulatiemogelijkheden van hormonen en hun receptoren, direct aansluitend op de Biofysische geneeskunde. De opleiding beoogt met de natuurgeneeskundige facetten praktische richtlijnen te bieden vanuit de orthomoleculaire geneeskunde en de basisprincipes van de natuurgeneeskunde. De opleiding kent een interactief karakter: in het programma is veel tijd beschikbaar voor discussie en onderling overleg. De opleiding koppelt reeds bij de keuze voor een bepaald anatomisch onderwerp terug op de complementaire 10

geneeskunde: van de 24 anatomische onderwerpen is de helft gekoppeld aan de Chinese orgaanklok. Het eerste orgaan waarmee begonnen wordt, is de maag als symbool voor alles wat opgenomen kan worden. Het laatste orgaan dat besproken wordt is de dikke darm: uitscheidingsorgaan voor het loslaten van wat niet meer nodig is. De opleiding biedt na een medisch basisjaar, drie vervolgjaren met zowel theoretisch als praktische kennisoverdracht. Het tweede jaar is specifiek gericht op de Biofysische geneeskunde. Het derde en vierde jaar is, naast nieuwe informatieve onderwerpen, gericht op de praktijk met een terugblik op de informatie uit voorgaande jaren. Voeding is al haar facetten essentieel voor onze gezondheid en is de basis voor een goede celwerking. Aanvankelijk was de opzet om alle aspecten van voeding in het derde studiejaar tot het voornaamste onderwerp te maken. Ter wille van het grote belang van voeding is gekozen voor een integratie: de voornaamste items worden reeds in het tweede studiejaar gegeven, vermengd met de onderwerpen die onder de Biofysische geneeskunde in engere zin vallen. In het derde en vierde opleidingsjaar wordt de voeding vanuit diverse benaderingen herhaald. De opleiding ziet voeding niet alleen als voedsel en alle processen van verwerking in het lichaam, maar ook als alles wat tot ons komt. Voorbeelden zijn emoties, indrukken, sfeer, kleuren, geluid, maar ook straling vanuit elektromagnetische bronnen en vanuit de aarde. De opleiding kent een vierde jaar, gericht op het Master worden. In dat jaar staan praktische vaardigheden centraal, waarmee al een begin wordt gemaakt in het tweede en derde opleidingsjaar. Men leert al die finesses, die nodig zijn om een eigen (para)medische praktijk te kunnen starten of aansluiting te vinden bij een artsenpraktijk. 11

Syllabus Voor elke cursusdag wordt een syllabus samengesteld. Zo n syllabus bevat echter geen complete informatie over de te behandelde onderwerpen, maar is een leidraad voor studie. De onderwerpen van colleges zijn met trefwoorden aangegeven. Met verwijzingen naar specifieke bladzijden in de aanbevolen leerboeken kan achtergrondinformatie verkregen worden. Belangrijke schema s worden wel afgedrukt, maar de meeste schema s worden interactief tijdens de hoorcolleges aangeboden: men maakt zijn eigen schemata. Het gebruik van power point presentaties wordt tot een minimum beperkt. Elk onderwerp wordt afgesloten met een aantal vragen voor zelfstudie of als uitnodiging tot discussie tijdens de presentaties. Het zijn deze vragen, die de kern vormen van het examen. Repetitie en huiswerk De syllabus verwijst naar bladzijden uit verplicht gestelde leerboeken. De verwijzingen zijn onderverdeeld in twee mogelijkheden: verplicht en facultatief. Hiermee wordt aangegeven wat verplichte leerstof is en welke informatie verdiepend werkt en wellicht nieuwe interesses oproept. Het is belangrijk dat men zich al tijdens de cursus vertrouwd gaat voelen met de verplicht te leren lesstof. In het cursusjaar zijn daarvoor twee elementen ingebouwd: a. elke cursusdag, behalve de eerste, begint met een huiswerk bespreking, gevolgd door een serie multiple choice vragen, die ter plekke moeten worden beantwoord en direct daarna worden besproken; b. aan het eind van elke cursusblok, behalve de laatste, krijgt elke cursist een A4 vel met een gecomprimeerde tekst van hetgeen die dagen aan informatie is aangeboden. Daarin zijn bewust fouten aangebracht. De opdracht is deze fouten te herkennen en zo mogelijk te vervangen door de goede antwoorden. Dit gebeurt in de studietijd tussen de cursusblokken. De goede antwoorden worden aan het begin van elke cursusblok gegeven. Ook andere vormen van huiswerkopdracht zijn mogelijk, zoals het voorbereiden van een eigen presentatie. 12

Examen In deze opleiding zijn er twee examenmomenten: - aan het einde van het eerste opleidingsjaar, - aan het einde van het vierde opleidingsjaar bij de afronding van de studie. Aan het einde van het eerste jaar is er een toets om de kennis van de medische basisvakken te evalueren. Dit is een multiple choice examen met 32 vragen, dat schriftelijk wordt gemaakt. De vragen zijn ontleend aan de syllabustekst, uitgaande van de programma s, die tijdens de veertien lesdagen zijn verzorgd en waarvan de inhoud gedetailleerd is weergegeven. Het examen wordt behaald als men minimaal 24 van de 32 vragen goed heeft beantwoord. Cursisten, die deze toets niet halen, hetgeen betekent dat zij 23 of minder goede antwoorden hebben gescoord, krijgen binnen twee maanden een herkansing met eenzelfde opzet. Slaagt men opnieuw niet, dan moeten er minimaal vier lesdagen van de nieuwe cursus Medische basiskennis worden gevolgd, alvorens men opnieuw aan het eind van de dan lopende jaaropleiding examen kan doen, tezamen met de nieuwe deelnemers. Slaagt men niet voor deze tweede herkansing, dan is men definitief afgewezen en is er geen mogelijkheid tot het behalen van het diploma Medische Basiskennis binnen het organisatiemodel van de New Health Academy. Het tweede examenmoment is de eindtoets. Aan de toelating tot het gaan afleggen van de eindtoets is een voorwaarde verbonden. Elke examenkandidaat dient vier verslagen te kunnen overleggen, gemaakt naar aanleiding van de praktijkdagen in het vierde studiejaar. Deze dagen hebben de naam Focus op de praktijk. De verslagen op zich worden niet beoordeeld; men moet de verslagen gemaakt hebben in overeenstemming met de voorwaarden die hiervoor gelden. Deze zijn in detail uitgewerkt bij het curriculum van het vierde studiejaar, verderop te vinden. 13

Het eindexamen bestaat uit een viertal onderdelen: 1. Een schriftelijk examen met 40 multiple choice vragen over de gehele stof. Net als bij het examen over de medische basisvakken is hier een norm voor wat minimaal behaald moet worden. Deze norm is gesteld op 28 goed beantwoorde vragen. 2. Het schrijven van een artikel over de toepassing van een orthomoleculaire stof voor de praktijk. Hiervoor dient men vijf wetenschappelijke artikelen, gepubliceerd in algemeen erkende tijdschriften, te verzamelen. Minimaal twee van deze artikelen moeten zijn geschreven in de Engelse, Duitse of Franse taal. Het totale resultaat van deze studieopdracht is drie pagina s, lettergrootte 12. 3. Focus op de Wetenschap: het schrijven van een artikel met een minimale lengte van twee pagina s over het research leven van één van de Nobelprijswinnaars voor de Geneeskunde. 4. Het schrijven van een scriptie over een medisch onderwerp, waarin zowel aandacht is voor een regulier geneeskundige analyse als voor één of meerdere integraal geneeskundige benaderingen. De totale lengte van deze scriptie is minimaal acht pagina, lettergrootte 12, die gelijkelijk verdeeld zijn over de regulier geneeskundige benadering en de integrale visie. Hiervoor is een lijst met 32 onderwerpen beschikbaar, waaruit een keuze wordt gedaan. Nu in 2012 is de lijst samengesteld met de volgende onderwerpen: Hart- en vaatziekten: - decompensatio cordis - cardiomyopathie - hartritmestoornissen als atriumfibrilleren - essentiële hypertensie Longziekten: - Astma bronchiale - COPD in het algemeen, zoals chronische bronchitis - longtuberculose - longcarcinoom 14

Maag-, darm- en leverziekten: - obstipatie - ulcus pepticum en duodenum - colitis ulcerosa - icterus, geelzucht Nier- en urogenitale aandoeningen: - glomerulonefritis - prostaathypertrofie -urineweginfecties Bloedziekten: - anemie - leukemie - ziekte van Kahler Neurologische aandoeningen: - depressie - morbus Alzheimer - epilepsie - hernia nuclei pulposi - TIA en/of CVA Infectieziekten: - ziekte van Pheiffer - ziekte van Lyme - dysenterie - herpesinfecties - toxoplasmose Endocriene aandoeningen: - hypo- of hyperthyreoidie - diabetes mellitus type I of type II - adipositas - bijnierschors syndromen: morbus Addison of morbus Cushing 15

EERSTE STUDIEJAAR, GERICHT OP MEDISCHE BASISKENNIS. In het eerste jaar worden veertien cursusdagen gegeven, die duren van 10.00 uur s ochtends tot 17.30 uur aan het einde van de middag. Behalve de eerste en de laatste cursusdag kent de opbouw van het dagprogramma een vaste structuur. Structuur van het programma voor de tweede tot en met dertiende cursusdag 10.00 uur: ontvangst en start van het dagprogramma; 10.00 11.00 uur: terugblik, huiswerkbespreking, multiple choice quiz vragen met daarna beantwoording; 11.00 11.15 uur: koffie / theepauze; 11.15 11.45 uur: college I: de anatomie van één van de twaalf Chinese orgaansystemen; 11.45 12.00 uur: discussie en gelegenheid tot het stellen van vragen; 12.00 12.30 uur: college II: de anatomie van een ander deel van het menselijk lichaam, niet herkenbaar in de Chinese leer; 12.30 12.45 uur: discussie en gelegenheid tot het stellen van vragen; 12.45 13.30 uur: lunchpauze; 13,30 14,00 uur: college III: de embryologie van de in college I en II behandelde organen, of een focus op de cytologie; 14.00 14.15 uur: discussie en gelegenheid tot het stellen van vragen; 14.15 14.45 uur: college IV: fysiologie van de behandelde organen en orgaansystemen; 16

14.45 15.00 uur: discussie en gelegenheid tot het stellen van vragen; 15.00 15.15 uur: koffie / theepauze; 15.15 15.45 uur: college V: anamnese en klachten in relatie tot pathologie van de op deze dag behandelde onderwerpen; overzicht van pathologische processen; 15.45 16.00 uur: discussie en gelegenheid tot het stellen van vragen; 16.00 16.30 uur: college VI: biochemie, endocrinologie en natuurgeneeskundige facetten; 16.30 16.45 uur: discussie en gelegenheid tot het stellen van vragen; 16.45 17.30 uur: algehele discussie met terugblik; groepsdiscussie over een vraag of stelling, verbandhoudend met de integrale geneeskunde; 17.30 uur: einde van het dagprogramma. Programma eerste cursusdag 10.00 11.00 uur: kennismaken met docenten en zo mogelijk ook onderling; 11.00 11.15 uur: koffie / theepauze; 11.15 12.45 uur: inleiding tot de totale cursus met als onderwerp: De Mens Centraal; 12.45 13.30 uur: lunchpauze; 13.30 15.00 uur: introductie tot de Anatomie: een schematische rondgang door het menselijk lichaam met een belangrijk accent op alle onderlinge verbindingen en op het BBRS, het Basis Bio Resonantie Systeem, de orgaanverbinding op bindweefselniveau; 17

15.00 15.30 uur: koffie / theepauze; 15.30 17.00 uur: introductie tot de Embryologie: celdeling, ovulatie, bevruchting en innesteling, eerste differentiaties tot het moment van de specifieke orgaanontwikkeling; 17.00 17.30 uur: afsluitende discussie. Programma laatste cursusdag 10.00 11.00 uur: repetitieblok; 11.00 11.15 uur: koffie / theepauze; 11.15 12.45 uur: gezamenlijk spreekuur: elk kwartier komt een papieren patiënt op ons spreekuur met een specifieke klacht. En steeds wordt teruggegrepen op de informatie uit de eerdere cursusdagen om het medisch probleem te begrijpen; 12.45 13.30 uur: lunchpauze; 13.30 15.00 uur: brede discussie met cursisten, gelegenheid tot het stellen van vragen en het met elkaar formuleren van een antwoord; (Docent heeft vragen in voorraad); 15.00 15.30 uur: koffie / theepauze; 15.30 17.00 uur: Oratio Finito: een slotbeschouwing over Integrale geneeskunde en een uitnodiging tot het volgen van het tweede jaar over Biofysische geneeskunde. Warming Up; 17.00 17.30 uur: afsluiting eerste jaar, overhandigen certificaten met een Tot Ziens. 18

Uitwerking van de collegeblokken van de tweede tot en met de dertiende cursusdag. College I: anatomie volgens de Chinese orgaanklok Dag 2: MAAG, met mondholte, gebit, speekselklieren, tong, keelholte, ring van Waldeyer, slokdarm Dag 3: MILT en ALVLEESKLIER (PANCREAS), met diafragma, retroperitoneale ligging, verbinding met duodenum (12-vingerige darm), arteriële en veneuze bloedvoorziening Dag 4: HART, met relatie tot mediastinum, pericard, kleppensysteem, coronairvaten, geleidingssysteem Dag 5: DUNNE DARM, uitgesplitst over duodenum, jejunum en ileum, verbinding met galblaas en alvleesklier, retro- en intraperitoneale ligging, opbouw van darmvilli, plaques van Peyer Dag 6: BLAAS, met alle onderbuiksorganen als prostaat, testes, ovariae (eierstokken), uterus(baarmoeder) en bekkenbodem Dag 7: NIEREN, met relatie tot bijnieren en urineleiders, opbouw in schors met de glomeruli en het merg met de tubuli, bloedvoorziening, opbouw bijnier Dag 8: KRINGLOOP of BLOEDSOMLOOP, met verschillen tussen arteriën, capillairen en venen, grote en kleine circulatie, hersencirculatie Dag 9: DRIE VOUDIGE VERWARMER (HORMONEN) met overzicht van alle hormoon producerende klieren, receptoren Dag 10: GALBLAAS, orgaan en representant voor vetweefsel, soorten vetweefsel, functies, relatie met lever, alvleesklier en 12- vingerige darm Dag 11: LEVER, ligging in relatie tot andere organen, bloedvoorziening, microscopische opbouw 19

Dag 12: LONGEN, opbouw in kwabben, relatie met hart en thymus, neusholte, keelholte, trachea met stembanden, bronchi, alveoli, microscopische opbouw Dag 13: DIKKE DARM, onderscheid in drie delen colon, sigmoid en rectum, anus, appendix, intra- en retroperitoneaal, mesenterium College II: anatomie van andere orgaansystemen Dag 2: CENTRAAL ZENUWSTELSEL, opbouw grote en kleine hersenen, witte en grijze stof, hersenstam, hormoon producerende organen, hersenvliezen en hersenholten Dag 3: HERSENSTAM, opbouw hypothalamus regio, limbisch systeem, sympathische en parasympathische zenuwstelsel, hersenzenuwen, afferente en efferente zenuwbanen Dag 4: RUGGENMERG met wervelkolom, wervelopbouw, zenuwbanen, vliezen, grensstreng Dag 5: PERIFEER ZENUWSTELSEL met de gangliae en plexus, opbouw in motorische en sensibele vezels, myelinisatie, dermatomen, relatie met het BBRS Dag 6: OOR en het horen, opbouw van de compartimenten, gehoorzenuw, binnenoor met evenwichtsorgaan Dag 7: OOG en het zien, opbouw met microscopie, zenuw- en spiervoorziening, verloop oogzenuw, hersenlocatie voor zien Dag 8: het BBRS Dag 9: zintuigen LYMFE en het lymfevatstelsel, lymfklieren, relatie met HUID, functies, lichaamstemperatuur, bouw en klieren, Dag 10: BEENMERG en de opbouw van de bloedcellen, locaties rood en geel merg, structuur stroma, bloedvoorziening Dag 11: IMMUUNSYSTEEM, overzicht van alle bij het immuunsysteem betrokken organen, relatie tot bloedcellen, reticuloendotheliale systeem 20

Dag 12: HERHALING OPBOUW SKELET, tijdens de eerste cursusdag is het skelet besproken met nu extra aandacht voor de soorten bot, specifieke functies Dag 13: HERHALING SPIEREN, tijdens de eerste cursusdag is een overzicht gegeven van de spieren en hun werking met nu extra aandacht in de verdeling dwarsgestreepte en gladde spieren, pezen in relatie tot het bindweefsel College 3: embryologie en cytologie Dag 2: MAAGDARMKANAAL, embryonale ontwikkeling, aanleg mondholte, aanleg specifieke organen als lever, alvleesklier en milt Dag 3: HERSENEN EN RUGGENMERG, embryonale ontwikkeling, ontwikkeling neus, oor en oog Dag 4: HART, embryonale ontwikkeling, rechts links shunts voor en na de geboorte, placentaire bloedcirculatie en bloedstroom via de navelstreng Dag 5: CELBOUW, kern en celbestanddelen, functies, stamcel, glucose transport Dag 6: CELKERN, opbouw, chromosomen, DNA en RNA, dubbele helix, receptoren, mitose en meiose: twee uitingen van celdeling Dag 7: MITOCHONDRIEN, celdeeltjes voor ademhaling en energieproductie, receptoren, proces van energievorming Dag 8: CELMEMBRAAN, opbouw en functie, doorlaatbaarheid en ondoorlaatbaarheid, transporteiwitten, receptoren Dag 9: BBRS, aansturing van celsystemen, voeding, toxinen opslag en drainage, relatie tot vegetatieve zenuwstelsel en lymfcirculatie Dag 10: WEEFSELS, diverse typen cellen, die een specifieke weefselfunctie hebben 21

Dag 11: HERSENCEL, de hersenen kennen vier soorten cellen met ieder een eigen functie, opbouw axonen en de synaps Dag 12: LONGEN, nog eenmaal terug naar de embryologie, geboorteproces en start ademfunctie, opbouw alveolus cel en relatie met de capillairen Dag 13: SPIEREN, verschillen in celopbouw tussen dwarsgestreepte en gladde spieren, bot- en kraakbeencellen College IV: fysiologie van de besproken organen en orgaansystemen Dag 2: MAAG: speeksel, peristaltiek, maagzuur en maagslijn, endocriene sturing, intrinsic factor, enzymen; CENTRAAL ZENUWSTELSEL: waarneming en omzetten naar functies, voeding voor de hersenen en benoemen van de bloedhersenbarrière, liquor circulatie; Dag 3: MILT en ALVLEESKLIER: reticulo-endotheliale systeem, spijsverteringsenzymen, hormonen uit Eilandjes van Langerhans: insuline en glucagon; HERSENSTAM: functie hypothalamus, vegetatieve zenuwregulatie, functies hersenzenuwen; Dag 4: HART: prikkelgeleiding waar te nemen in het Electro cardiogram, drukverhouding rechter en linker ventrikel, hartminuut volume; RUGGENMERG: witte en grijze stof, voor- en achterhoorn, principe van geleiding, reflexen; Dag 5: DUNNE DARM: spijsverteringsprocessen met accent op de koolhydraten, vetten en eiwitten, enzymwerking en hormonale sturing, incretine hormonen, resorptie door de darmcellen; PERIFEER ZENUWSTELSEL: sympathische en parasympathische vezels, axonen en de synaps, neurotransmissie stoffen; Dag 6: BLAAS: vulling en lediging van de blaas, hormonen uit testis en ovarium, functie baarmoeder, cyclusregulatie; OOR: geleiding van geluid, registratie in het slakkenhuis, werking en functie evenwichtsorgaan; 22

Dag 7: NIEREN: principe van filtratie bij de glomeruli, terugresorptie en uitscheiding via de tubuli, kreatinine klaring, hormonen uit de nier, hormonen uit de bijnierschors en het merg; OOG: lichtwaarneming, breking, pupilregulatie, waarneming op netvlies, geleiding via oogzenuw, hersenregistratie; Dag 8: KRINGLOOP of BLOEDSOMLOOP: handhaven bloeddruk, stroomsnelheid, functie van de erytrocyten, leukocyten en trombocyten, hemoglobine; LYMFE: samenstelling lymfvloeistof en chylus, lymfstroming, functie van de lymfklieren, interacties BBRS; Dag 9: DRIE VOUDIGE VERWARMER (HORMONEN): vier principes van hormoon afgifte en werking op receptorniveau, negatieve feedback principe, speciale aandacht voor de hormonen uit de schildklier; HUID: warmte isolatie, zweetregulatie, talgklieren, sensorische functies; Dag 10: GALBLAAS: vetstofwisseling, cholesterol en de steroïdhormonen, galzure zouten, afbraak hemoglobine; BEENMERG: stamcellen, aanmaak en afbraak, hormonen, werking vitaminen B 11 en B 12; Dag 11: LEVER: werkingprincipes van de leverlobuli, opslag voedingsstoffen, ontgifting, antilichaamvorming, vorming en opslag vitaminen, bloedstolling IMMUUNSYSTEEM: werking van de granulocyten, B- en T-lymfocyten, monocyten, natuurlijke en verworven immuniteit, memory cellen, vaccinatie; Dag 12: LONGEN: in- en uitademing, zuurstofregulatie via de surfactant van de alveoli, bronchussecreet, de menselijke stem; SKELET: samenstelling kraakbeen en bot, groeischijf, osteoblasten en osteoclasten; Dag 13: DIKKE DARM: slijmproductie, wateropname, darmflora, vitamine productie; SPIEREN: werkingsprincipes van contractiekracht en ontspanning, energievoorziening, reserve brandstof, myoglobine. 23