Muziekgeschiedenis Essay Oude dansen en de Barok suite Stan Kuunders www.degitarist.nl



Vergelijkbare documenten
1643) 1. Introductie 2. Melodische aspecten 3. Belangrijke cadensen 4. Gebruikte toonvoorraad. Analyse door Stan Kuunders,

De term barok wordt gebruikt voor kunst die gemaakt werd tussen 1600 en 1750.

Voorbereiding toets Muziekgeschiedenis Klas: AAT 2017/2018

Klassieke Muziekgeschiedenis De Middeleeuwen ( )

Eindexamen havo muziek 2013-I

algemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET D-EXAMEN

Begintermen Basiscursus 1

Basiscursus Klassieke muziek

Bij het muzikaal spelen wordt gebruik gemaakt van dynamiek en articulatie.

Optimale ontwikkeling prenatale fase tot en met zes jaar

Eindexamen Muziek vwo 2002-I

Eindexamen Muziek havo 2003-I

De eerste 5 maten van het handschrift van 3 parts upon a Ground, waarschijnlijk genoteerd door John Reading.

Impressionisme. Wanneer? Kenmerken van muziek uit het impressionisme

Voor polyfone muziek bestaan er een aantal specifieke vormen. De belangrijkste daarvan zijn de canon en de fuga.

Muziekvakexamens 2008

HOOFDSTUK 24 : ANDERE MAATSOORTEN

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 27 mei uur

Eindexamen Muziek havo 2004-I

Dierbaren lezer. den Muzenmeester. Ik, den Muzenmeester, voel mijn einde naderen en schrijf daarom mijn testament.

Eisen standaardpakket Algemene Theoretische vakken, klassiek

De symfonie. Welke symfonie hoor je? Schrijf de juiste volgorde in de kaders bij de cd-hoezen.

Muziekgeschiedenis. Galant versus Gelehrt Stan Kuunders, Essay galant versus gelehrt 1740 Stan Kuunders,

Het einde van een muziekstuk wordt aangegeven doormiddel van een dubbele maatstreep.

De symfonie. Welke symfonie hoor je? Schrijf de juiste volgorde in de kaders bij de cd-hoezen.

Muziekgeschiedenis Essay Nieuwe Dansen en Karakterstukken Stan Kuunders -

Verdeling vakinhoud leerlijn muziek groep 1-8

ANTWOORDBLAD A-EXAMEN SLAGWERK THEORIE 2017

MUZIEK HANDELINGSDEEL: VERSLAG VAN EEN CONCERT HET AMSTERDAMS GITAARTRIO

Samenvatting Muziek Hoofdstuk 1 t/m 4: Oude muziek

Impressionisme. Wanneer? Kenmerken van muziek uit het impressionisme

Muziekvakexamens 2015

Samenvatting Muziek Hoofdstuk 1 en 2

HOOFDSTUK 18 : INLEIDING TOT DE RITMIEK

Muziektheorie-examen D

Verslag leerorkest studieochtend. Zingen tijdens de instrumentale groepsles

Examen HAVO. Muziek. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 1 Woensdag 26 mei uur. Opgavenboekje. Examennummer ... Naam ...

2,5. Samenvatting door een scholier 1026 woorden 27 juli keer beoordeeld

HOOFDSTUK Introductie video. 2.Noten in muziek

De didactische analyse van partituren: Rococo-Concerto voor klarinet en piano Jurriaan Andriessen (1973) Eerste deel

Docentenhandleiding voor The Recorder From Zero, Deel I

(schrijf je je naam hierboven op?) Dit materiaal is ontwikkeld door en eigendom van van Marieke voor de Wind.

Analyse Door Stan Kuunders

ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET B-EXAMEN

Samenvatting Muziek Op Maat Hoofdstuk 1 t/m 3 H.1. - Middeleeuwen

Bijlage C/D-theorie. receptieve vorming

Eindexamen Muziek vwo 2003-I

Eindexamen vwo muziek I

Eindexamen muziek vwo 2007-I

Toelatingsprocedure Opleiding docent muziek

Co-creatie met basisschool De Ontdekking Groep 7-8

neumenschrift notatie als geheugensteun met kleine tekentjes die enkel verloop melodie aangeven, maar geen ritme of absolute toonhoogte

MI-test voor kinderen vanaf ongeveer groep 5

Schrijven en Componeren

les 18 Samba De leerlingen ervaren dat muziek iets kan vertellen over een land of cultuur. Ze kunnen ritmisch improviseren. doel

Eindexamen Muziek havo 2001-I

1.2 Maatwisseling, polyritmiek, polymetriek en hemiool

Nakijkblad. Analyse opdrachten Schumann Wiegenliedchen Beluister het stuk

A-EXAMEN THEORIE Slagwerk 2018

De namen van de noten komen uit het alfabet. We gebruiken de eerste zeven letters: A B C D E F G Na de G komt opnieuw de noot A.

ANTWOORDBLAD D-EXAMEN THEORIE 2017

Eindexamen muziek havo 2005-I

THEORIE D INHOUD. Hoofdstuk 26 Intervallen IV blz. 2. Hoofdstuk 27 Toonladders IV blz. 2. Hoofdstuk 28 Toonsoort II blz. 3

Muziekvakexamens 2008

Muziek. Elke tijd heeft zijn eigen vormen

SOLFEGE GEHOORVORMING

Eindexamen muziek vwo 2006-I

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 22 juni uur

Noten lezen voor gitaar

ETUDES VOOR DE CF TREKHARMONICA

Muziek en het Oor van de Luisteraar

Eindexamen vwo muziek 2013-I

Anouk Platenkamp 2015

HOOFDSTUK Introductie video. 2.Houding gitaarspelen linker hand

2 punten. 3 punten. 4 punten. 1 punt. 3 punten

Ta, titi, tiritiri, too

Werkstuk door een scholier 1625 woorden 9 september keer beoordeeld

De variatievorm. Soorten variaties. Luistervoorbeelden. Johann Pachelbel: Canon in D

Examen VWO. muziek muziek. tijdvak 1 maandag 30 mei uur

Toelatingsprocedure Opleiding docent muziek

samengesteld bovenste cijfer is 4 of meer

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen

Lesbrief Méér Muziek in de Klas

» Oefening. Een voorbeeld van een idee: Ik ben soms graag alleen

Oefen het lied Billy Jean

RENAISSANCE. 1. Algemeen 2. Franco-Vlaamse school 3. Venetiaanse School 4. Geestelijke muziek 5. Wereldlijke muziek 6. Instrumenten 7.

Curriculum Leerorkest groep 5 t/m 8

Eindexamen Muziek havo 2003-I

Product OMB 4 Conservatorium Maastricht Afstudeerproject opleiding Docent Muziek Specialisatie Orthopedagogische Muziekbeoefening

Hoofdstuk Introductie video

C. Monteverdi - Beatus vir

Toelatingsexamen LUISTERVAARDIGHEDEN

Samenvatting Muziek Barok

Les 4. keer zo lang als een kwartrust, een kwartrust is weer twee keer zo lang als een achtste rust, en een achtste is twee keer een zestiende.

DE MARINIERSKAPEL IN DE DOELEN Maandag 9 en maandag 16 maart 2015

Welke vinger te gebruiken? Niet zomaar een reeks over vingerzettingen op de mandoline Deel 4

EINDWERK ALGEMENE MUZIEKCULTUUR

Toelatingsprocedure ODM

fill $in stina n to syn sy c n o c pe opmaat opmaat motief riff

THEORIE B. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon. Een melodie die voorgespeeld wordt opschrijven (melodisch dictee).

Transcriptie:

Muziekgeschiedenis Essay Oude dansen en de Barok suite Stan Kuunders www.degitarist.nl Essay oude dansen en de Barok suite Stan Kuunders www.degitarist.nl 1

Oude dansen uit de Renaissance: Pavane en Gaillarde Samen dansen was een veel voorkomende en gewaardeerde bezigheid in de Renaissance. Opgeleide vrouwen en mannen behoorde perfect de kunst van het dansen te beheersen. Dit weten we omdat er zogenaamde danshandleidingen werden bijgehouden. De eerste die zijn bewaard gebleven werden geschreven in 1450 en 1455 in Italië. Deze handleidingen die later ook ontstonden in Frankrijk en Engeland geven ons een inzicht in deze belangrijke sociale activiteit: het dansen. Een groot gedeelte van de instrumentale muziek uit de 16 e eeuw bestond uit dansstukken voor luit, toetsinstrumenten samen met andere instrumenten zoals tamboers, fluiten en trompettisten. Deze muziek werd niet meer geïmproviseerd maar opgeschreven in tablatuur. De instrumentale stukken hadden in het algemeen een regelmatige ritmische structuur en zijn onder te verdelen in secties die zich van elkaar onderscheiden. Contrapuntistische elementen komen zelden voor tussen melodische lijnen. De hoofdmelodie kan wel veel versierd en gekleurd zijn. De instrumentale dansvormen kwamen meestal voor in paren of trios. Eigenlijk vormen deze dansen de basis voor de suite die later in de Barok verder zal worden ontwikkeld. Een veel voorkomende combinatie was eerst een langzame dans in een binair maatsoort en daarna een snelle dans in een driedelige maatsoort, beiden gebruikmakend van dezelfde melodie. De tweede dans was vaak dus een variatie van de eerste, een soort snelle spring of draaidans. Een combinatie van 2 dansen was de basse danse met als nadans de Italiaanse saltarello. Vanaf ongeveer 1600 was de Franse (andere beweren Italiaanse) gaillarde meer geliefd. De basse danse was de hofdans in Frankrijk, de Nederlanden en Noord-Italië in de tweede helft van de 15 e en het begin van de 16 e eeuw. Een basse dans betekent eigenlijk een lage dans, waarbij dus niet wordt gesprongen. De voeten maken slechts schuivende passen. Later werd de basse danse vervangen door de pavane (afgeleid van het Italiaanse stadje Padua (lekkerste Italiaanse ijs van Europa hebben ze daar). In het navolgende zal ik de pavane en de gagliarde nog iets verder uitdiepen. Interessant is op te merken dat de dansvormen niet een vaste gedefinieerde vorm kenden. Dit blijkt zo uit de handboeken die men gevonden heeft. In Thoinot Arbeau s dans handboek is de pavane hoofdzakelijk een geïmproviseerde dans met voetornamenten. De Engelse pavane was simpel en gechoreografeerd. De Italiaanse pavane was weer ingewikkeld daarentegen met een gagliarde en andere secties. Zoals ook uit het bovenstaande plaatje blijkt is de pavane bedoeld Essay oude dansen en de Barok suite Stan Kuunders www.degitarist.nl 2

voor meerdere paren. Zij heeft haar bloeitijd ervaren van begin 16 e eeuw tot einde 17 e eeuw. Het algemene ritmische patroon is als volgt: Opmerkelijk is dat de instrumentale vorm van de pavane vele eeuwen heeft doorleefd, hoewel de dans zelf al lang was afgeschaft. Denk maar aan Pavane pour une Infante defunte van Maurice Ravel. Ook de gaillarde is bedoeld voor meerdere paren hoewel er een vorm van de gaillarde bestaat, de lavolta, die bedoeld was voor een paar. Tijdens deze laatste heeft het paar een nogal intieme houding, de vrouw wordt in de lucht getild, terwijl het paar ¾ ronddraait. De gaillarde kenmerkt zich door een regelmatige periodebouw en homofone zetting. De melodie is vrij eenvoudig en doet vocaal aan. Het tempo is hoog en het ritme soepel. Het ritmische patroon is als volgt: De dansvormen uit het begin van de 16 e eeuw hadden weinig gemeen met de vocale muziek en gingen zich gedurende de 16 e eeuw vrij ontwikkelen als echte instrumentale muziek. Dit had een belangrijke ontwikkeling tot gevolg: instrumentale dansmuziek ging zich zo ontwikkelen dat ze op den duur eigenlijk niet meer gebruikt werden om op te dansen. Ze behielden wel de ritmische eigenschappen en de algemene opzet van de originele dansen. Vergelijk het maar met de walsen van Chopin, waar men ook niet op gaat dansen. Enkele belangrijke componisten van niet dansbare pavane s zijn: William Byrd, Giles Farnaby en Jan Sweelinck. Essay oude dansen en de Barok suite Stan Kuunders www.degitarist.nl 3

De Brok Suite Een suite bestaat uit een verzameling dansen met elk hun eigen tempo, ritmes en sfeer. De suite is eigenlijk een voorzetting van de techniek van de thematische variatie, dat al ontstond in de 16 e eeuw (namelijk pavane-gaillarde, Tanz-Nachtanz, passamezzo-saltarello). Sommige suiten zijn gebaseerd op een melodisch idee, dat zich herhalend manifesteert in verschillende vormen in alle dansen.. In de andere suiten is de techniek meer subtiel, waarbij de luisteraar slechts kan worden herinnert aan de hoofdmelodie. Wanneer de suite precies is ontstaan is me niet helemaal duidelijk geworden. Johann Hermann Schein heeft in 1617 de 20 suites van Bachetto musical gepubliceerd. Elke suite bestond uit 5 delen: paduana, gagliarda, courente, allemande en een tripla welke een driedelige variatie is van een allemande. Elke dans begon met een intrade, welke een feestelijk karakter had. De dansen waren echt bedoeld om te dansen, dit nog in tegenstelling in de bloeitijd van de barok, wanneer de suite meer luistermuziek wordt. Naar het einde van elke suite krijgen de dansen steeds meer swing. Een andere belangrijke factor die van invloed was op de uiteindelijke vorm van de suite waren de ontwikkelingen die zich in Frankrijk voordeden m.b.t. de muziek voor luit en toetsinstrumenten. De dansen ontwikkelende hier een meer eigen stijl en karakter B.v. Dennis Gaultier (1603-1672) schreef series van dansen, welke allemaal bestonden uit een allemande, courante, sarabande met eventueel andere dansen bijgevoegd. Deze Franse stijl werd uiteindelijk door Froberger naar Duitsland meegenomen. De suites van Froberger werden later, 1693, niet meer beëindigd met de langzame sarabande, maar met de vrolijke gigue. Het zal dus nu duidelijk zijn dat we de 2 soorten suites onderscheiden, namelijk de Franse en de Duitse. De Duitse suites hielden zich streng aan de 4 delen: allemande, courante, sarabande en gigue. De Franse suite, onder invloed van cravotisten, kon wel bestaan uit 20 of meer kleinere stukken, maar de meerderheid van deze kleine werkjes hielden zich wel aan de basis ritmes van de 4 hier bovengenoemde dansen. De Franse suites waren meer melodieus en maakte gebruik van meer versieringen en humor. De Duitse suites werden natuurlijk beïnvloed door de Franse en men ging ook hier naar eigen keuze andere andamento s introduceren, maar wel na de gigue, of na of voor de sarabande. Belangrijke Duitse componisten van suites voor toetsinstrumenten zijn: Bach, Haendel, Froberger, Krieger, Fischer, Kuhnau, Bohm, Pachelbel. In Engeland was Henry Purcell de belangrijkste. Voor de Essay oude dansen en de Barok suite Stan Kuunders www.degitarist.nl 4

luit waren Esajas Reusner en Silvius Leopold Weiss (luistervoorbeeld: cd van Pavel Steidl) de belangrijkste. In het onderstaande volgen nu de muzikale eigenschappen en achtergronden van de 4 hoofd dansen van de suite: Allemande (waarschijnlijk van Duitse oorspong) De allemande kent een tweedelige vorm in een tweedelige maatsoort. Zij bevat een zekere statigheid en een korte opmaat. Rustig tempo met veel 16 e figuren. Het ritme is als volgt: Italiaanse en Engelse componisten waren behoorlijk vrij met de allemande vorm. Ze maakte veel gebruik van contrapuntische technieken en het tempo varieerde veel. Corelli schreef allemandes van Largo tot Presto. Courante (Franse dans) Courante betekent letterlijk: rennen. Deze vlugge dans heeft een 3/2 maat. De Italiaanse variant is vanaf 1650 sneller. Het ritme is als volgt: In oudere suites, is de courante vaak thematische gerelateerd aan de allemande. Sarrabande (Spaanse dans) Deze dans is van Spaanse afkomst (oorspronkelijk in de 12 e eeuw door de moren naar Spanje gehaald) en heeft een driedelige maatsoort zonder opmaat, is plechtig en majestueus. Het ritmische figuur is als volgt: De halve noten corresponderen met slepende stappen tijdens de dans. Zij heeft een langzaam tempo. Misschien de meest beroemde sarrabande is la folie espagnole (anoniem), omdat haar melodie door vele componisten wordt gebruikt (Monteverdi, Corelli). Essay oude dansen en de Barok suite Stan Kuunders www.degitarist.nl 5

Gigue (Schots-Ierse dans) De gigue is een snelle dans in een tweedelige maatsoort (doorgaans een 12/8 maat, ook een 6/8, 4/4 en soms een 3/8 maat) met een opmaat. De gigue heeft vaak grote melodische sprongen met een levendig tempo. Vaak heeft zij ook een fugato karakter. Het tweede deel van een gigue heeft vaak hetzelfde thema als het eerste maar dan omgekeerd. De vorm is i.h.a. AABB. Het ritmisch patroon is als volgt: Froberger heeft zoals eerder opgemerkt de gigue voor het eerst toegepast in een suite. Later heeft Bach de vorm verder uitgewerkt (vaak polyfoon). De Italiaanse gigu is snel, strakmotorisch, gewoonlijk in een 12/8 maat, polyfoon (door de toepassing van gebroken drieklanken), soms bijna homofone zetting. Men vindt dit type gigue, behalve bij Corelli, Vitali ook bij Haendel, die belangrijke leerjaren in Italië door heeft gebracht. Later werden er nog meer dansen toegevoegd/ingelast aan de suites zoals de Gavotte, Bouree en Menuet. Essay oude dansen en de Barok suite Stan Kuunders www.degitarist.nl 6